• No results found

Het Ontwerp Informatie Systeem: te kwantitatief?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het Ontwerp Informatie Systeem: te kwantitatief?"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

maart 2005 @gro-Informatica 19 tie ontsluit. Er worden geen deelnemende instellingen

ge-profileerd. GCW kent geen commercieel onderdeel.

Cultuur of belangen

We constateren dat er licht schijnt tussen oorspronkelijke verwachtingen en ambities en uiteindelijk resultaat als het gaat om GCW. Hebben cultuurverschillen een rol gespeeld, of zijn er andere oorzaken?

Belangrijkste reden voor het geconstateerde licht is het ver-schil in belangen. PUDOC had een ander belang dan STOAS. LUW-voorlichting een ander belang dan LUW-I&D. Maar de belangen lopen in de aanvangsfase nog redelijk parallel, waardoor een succesvolle samenwerking kan worden ge-start. Als echter de inhoud een belangrijke rol moet gaan spelen, komen belangentegenstellingen volop aan de opper-vlakte. Dan bepaalt de weigerachtige houding van LUW-voorlichting mede de definitieve vorm en inhoud: geen aandacht voor profilering.

Ook typische cultuuruitingen als individualisme, risicomij-dend gedrag en lange termijn oriëntatie zijn van groot be-lang geweest. Aanvankelijk overheersen de ondernemende

(risiconemende) en pionierende (individueel gerichte) in-stellingen van STOAS en LUW-I&D. Dat verklaart een groot enthousiasme, hoge ambities en verwachtingen. Tegensla-gen leiden tot een voortdurende zoektocht naar oplossinTegensla-gen of tot tempering van de ambities en verwachtingen. LUW-Informatisering en Datacommunicatie had meer de neiging de zoektocht voort te zetten. STOAS was zakelijker aange-legd en zette de tering naar de nering: bijstellen van de am-bities.

Als later blijkt dat de technologie minder ver is dan gehoopt, gaat de behoudender instelling (risicomijdend, gericht op lange termijn succes, in plaats van korte termijn ontwikke-ling) van PUDOC overheersen. GCW werd overgenomen door een instelling die erg goed is in het op orde houden van de huishouding. Die het primaire proces en de lange termijn positie centraal stelt.

De toenmalige houding van LUW-voorlichting was ook een cultuuruiting. Namelijk die van: wij hebben niemand nodig, wij doppen onze eigen boontjes wel. Ook die houding heeft in belangrijke mate GCW beïnvloed.

GCW is nog steeds operationeel en wordt keurig bijgehou-den. Het adres is www.gcw.nl

Rond 1990 werkte ik bij de vakgroep Tuin- en Landschapsar-chitectuur van de Landbouwuniversiteit. Het waren opwin-dende tijden: gaandeweg kwamen er pc’s en we kregen de beschikking over AutoCAD, versie 9 meen ik. Daarmee kon-den ook 3D perspectiefjes workon-den getekend, en databases benaderd (DBase 3).

Het idee ontstond om het ontwerpproces van landschaps-architecten te ondersteunen met een applicatie in de programmeertaal AutoLISP. We bedachten een grafische in-terface, die zou passen bij de werkwijze van ontwerpers. Daarmee konden objecten zoals paden, bomen en vij-vers worden geselecteerd uit een database en geplaatst in een kaartbeeld. Aan wegen en pleinen konden verhar-dingen worden toegekend. Ook was het mogelijk om van-uit bestaande situaties eerst dingen te verwijderen, zodat het “bouwklaar” werd. Na verwijdering van de oude en plaatsing van de nieuwe objecten kon worden uitgere-kend hoeveel stuks bomen en hoeveel vierkante meter verharding in het spel waren. Aan elk object hing een

aan-koopprijs en een ‘handling-bedrag’, zodat het mogelijk werd om een eerste begroting van de realisatiekosten te maken. En behalve een plattegrond van de nieuwe situatie kon ook een eenvoudig 3D-plaatje worden gemaakt vanuit elk gewenst standpunt. We dachten dat dit ideaal zou zijn: zo kon je als ontwerper terugkoppeling krijgen op de haal-baarheid van je ontwerpidee, hoe ziet het eruit, en wat kost het.

Helaas liep het anders: slechts een enkele collega was enigs-zins geïnteresseerd. De rest bleef 6B-potlood en papier ge-bruiken.

Lag dat aan cultuurverschillen? Gedeeltelijk wel, lijkt me. Wij, early adapters, overschatten de behoefte aan kwantita-tieve ontwerpinformatie. We hebben te weinig onderkend dat een mooie (!) ontwerptekening voor architecten al een product op zich is, een creatieve daad. Waarschijnlijk von-den ze eraan rekenen niet interessant, misschien zelfs wel in strijd met hun creatieve werkwijze.

Dus met die applicatie is het nooit iets geworden.

H e t

Ontwerp Informatie Systeem:

t e

kwantitatief?

Frans Rip

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gemeente wil dat de totale hoeveelheid gft-afval daalt met 450.000 kilo en dat de totale hoeveelheid restafval daalt met 1.500.000 kilo. Gebruik bovenstaande tekst en

Bij de boekjes Melkweg Rekenen onder Instroomniveau hoort een beknopte handleiding voor docenten.. Deze vindt u

De VROM-raad heeft zich in dit advies niet in de discussie willen mengen waar het mogelijk naar toe gaat, maar vooral willen kijken (uitgaande van globale lijnen voor de toekomst)

Hij plaatst ook wel enige vraagtekens bij de effectiviteit van de rekenkamer: ‘De onderwerpen zijn politiek gezien niet zo interessant.’ Om deze reden mag er wat hem betreft

Om uit de juridische impasse te geraken en om op korte termijn op het terrein tot een daad- werkelijke aanpak van de bodemverontreini- ging te komen, is er tussen Umicore NV en de

De afspraken gel- den voor alle Gentse kleuter- en lagere scholen, dus zowel voor het stedelijke, het katholieke en het gemeenschapsonderwijs, als voor de niet-netgebonden scholen,

Aan het seminarie Johannes XXIII in Leuven studeren twaalf priester- kandidaten, van wie drie eerste- jaars: een voor het aartsbisdom Mechelen-Brussel, een voor het

Dit verhaal geldt overigens niet per definitie voor niet-universitair geschoolde docenten die al jaren voor klas staan: hun opleiding was ver- gelijkbaar met de huidige