• No results found

Glastuinbouw: warmteopslag en terugwinning

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Glastuinbouw: warmteopslag en terugwinning"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

GLASTUINBOUW: WARMTEOPSLAG EN TERUGWINNING

Peter Ravensbergen en Kees Vernooy

Toen het selectie- en vermeerderingsbedrijf Van Staaveren (later opgegaan in Royal Van Zanten Plants B.V.) in 1998 een nieuwe glastuinbouwvestiging in Rijsenhout bouwde, werden voor grondkoeling in de zomerperiode twee elektrisch aangedreven warmtepompen geïnstalleerd. Aanvankelijk werd de warmte met koeltorens aan de buitenlucht afgegeven. Bij het ontwerp van de warmtepompen is rekening gehou-den met een nieuw milieuvriendelijk concept voor warmteopslag in een aquifer. De warmte van de warmtepompen wordt 's zomers via een warme bronpijp in het grondwater opgeslagen en in de winter-periode met dezelfde warmtepompen teruggewonnen om de kassen te verwarmen. Het afgekoelde water wordt in de koude bron, die enkele honderden meters verderop ligt, in de aquifer teruggepompt. In 2001 is dit concept gerealiseerd. Met financiële steun van NOVEM en het Productschap Tuinbouw (PT) heeft het LEI met medewerking van DLV en energieproducent NUON onderzoek gedaan naar het functioneren van dit innovatieve concept en de bruikbaarheid voor andere glastuinbouwbedrijven. T

echnisch en energetisch aspecten

De warmteopslag in een aquifer is een innovatief concept dat pas later aan het bestaande systeem van grondkoeling met warmtepompen en warmtevernietiging door middel van koeltorens werd toegevoegd. De aanpassingen die hiervoor nodig waren hebben een aantal technische problemen opgeleverd. Op zichzelf heeft de warmteopslag in de aquifer goed gewerkt, maar op onderdelen zijn fouten gemaakt. Zo is de omschakeling van het systeem van warmteopslag naar warmteterugwinning erg gecompliceerd, zodat er wel eens wat mis kan gaan. Een belangrijk probleem in het systeem is dat de bronpomp een vaste capaciteit heeft (circa 33 m3 per uur). Wanneer de warmtepompen in deellast draaien of een van de twee pompen uitgeschakeld is, blijft altijd de maximale stroom water over de warmtewisselaar lopen. Om te voorkomen dat de koude bron wordt opgewarmd wanneer te weinig warmte wordt teruggewon-nen, dient de capaciteit van de bronpomp echter gereduceerd te kunnen worden. Bovendien is in de zomerperiode zoveel warmte opgeslagen, dat de warmtepompen de hele winter continu op hun maxima-le vermogen zouden moeten draaien om almaxima-le warmte te kunnen terugwinnen. Mede door de aanwezige W/K installaties en de prioriteit die aan elektriciteitsopwekking werd gegeven bleek dit bij het bedrijf Van Zanten niet mogelijk.

Milieuaspecten

Door de warmteterugwinning kan per jaar per m2 ongeveer 8 m3 aardgas worden bespaard die anders met de ketelinstallatie zou zijn verstookt. Dit geeft een vermindering van de CO2-emissie van ongeveer 140 ton CO2 per hectare per jaar. Bij een standaard gasverbruik van 30 m3 per m2 kan de CO

2-uitstoot per jaar met maximaal 26% worden verminderd. Tegenover de gasbesparing staat echter een extra elektriciteitsverbruik van bijna 21 kWh per m2 door de warmtepompen. Wanneer deze elektriciteit af-komstig is van grote energiecentrales - en dat is voor het overgrote deel van het Nederlandse

stroomgebruik het geval - dan bedraagt de CO2-emissie over het stroomverbruik per ha ongeveer 106 ton. De vermindering van de CO2-emissie is in dat geval minder dan 7% van de totale emissie. Wanneer gebruik wordt gemaakt van groene stroom mag worden uitgegaan van een CO2-reductie van 26%.

Betekenis voor andere glastuinbouwbedrijven

Op basis van de gegevens die zijn verzameld, is nagegaan of het concept dat op het bedrijf Royal Van Zanten Plants B.V. is toegepast, ook zou kunnen werken op an-

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, december 2003 pagina 2

dere glastuinbouwbedrijven. Hierbij moet gedacht worden aan bedrijven met grondkoeling door middel van elektrische koelmachines (bijvoorbeeld fresiabedrijven), maar zonder de concurrentie van W/K-installaties. Uit de economische berekeningen blijkt dat warmteopslag en

-terugwinning in aquifers op kleinere bedrijven (<2 ha) moeilijk haalbaar is. De investeringskosten van het slaan van twee bronnen en de technische aanpassingen zijn te hoog. Op bedrijven van meer dan 2 ha wordt het financieel gunstiger, omdat de investeringen in de aquiferbronnen minder zwaar drukken op de jaarkosten. De uitkomst van deze exercitie moet echter voorzichtig geïnterpreteerd worden, omdat de onzekerheden rond onder andere energiesubsidies, fiscale regelingen en energieprijzen bij het extra-poleren teveel kunnen cumuleren. Zo is deze constatering alleen geldig mits de energiesubsidies en fiscale maatregelen gehandhaafd blijven. Veranderende energieprijzen kunnen de economische haal-baarheid beïnvloeden. Een hogere gasprijs en een lagere elektriciteitsprijs werken over het algemeen positief voor dit concept.

Meer informatie: Rapport 3.03.07

Energie in balans; Evaluatie van warmteterugwinning uit een aquifer

met elektrische warmtepompen op een glastuinbouwbedrijf met grondkoeling in 2002.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door PPO is een levenscyclusanalyse (LCA) uitgevoerd van vaste rundermest, runderdrijfmest, digestaat, effluent en dikke fractie van gescheiden digestaat, GFT-compost en

Ouders verwoorden verschillende essentiële aspecten in de grondhouding die zij verwachten van professionele hulpverleners: de vragen en wensen van ouders ernstig

Het is dan ook niet verwonderlijk dat voor warmte- pompen veel onderzoek wordt gedaan naar geavanceerde adsorptiematerialen zoals ALPO’s, SAPO’s en MOFs, terwijl voor

Een mogelijke bestemming voor deze energie zou kunnen zijn om de lucht, die reactor ingaat, alvast een deel op te warmen, zodat deze niet zoveel iteraties door hoeft te gaan om

Zo wil deze canon duidelijk maken dat veel Nederlandse landschappen al vele duizenden jaren oud zijn en uniek in hun ontstaan, iets waar het beheer nog niet altijd bij stil

For a while Moss’s radicalism was focused on student matters and articulated as a negation of liberalism and a radical challenge to the apartheid state’s policies.. But the

Here, we detect very small, but observ- able young stellar components in two of our four clusters which have no mass deposition rates (or very little so that it is below the

De voorzitter vat samen dat de ACK het wenselijk vindt dat als er uitkomsten op basis van uitkomstindicatoren beschikbaar zijn deze ook mee te nemen in rapportages van