• No results found

Terugdringen nutriëntenverliezen. Nutriënten Waterproof, van plan tot uitvoering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Terugdringen nutriëntenverliezen. Nutriënten Waterproof, van plan tot uitvoering"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)Onderzoeksprogramma Systeeminnovaties open teelten. Terugdringen nutriëntenverliezen Nutriënten Waterproof, van plan tot uitvoering. systeem innovatie.

(2) Colofon. Inhoud. © 2006 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving.. 1. Nieuw onderzoek richt zich op de toekomst. >. 3. 2. De ambitie en aanpak van Nutriënten Waterproof. >. 7. 3. De kaders van het onderzoek. >. 9. 4. Nieuwe principes. >. 12. 5. Doelstellingen en streefwaarden. >. 15. 6. Onderzoek in vier verschillende bedrijfstypen. >. 16. 7. Perspectief van de systemen. >. 19. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. PPO Publicatienr. 351 Het project Nutriënten Waterproof is onderdeel van het onderzoeksprogramma Systeeminnovaties plantaardige productiesystemen. Wageningen UR voert deze projecten uit in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit. Het project is gestart in 2004 en eindigt in 2009. Actuele informatie en achtergronden van het systeeminnovatieonderzoek zijn te vinden op www.syscope.nl Projectnummer: 530133 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenten Adres Edelhertweg 1, Lelystad Postbus 430, 8200 AK Lelystad Tel. 0320 - 29 11 11 Fax 0320 - 23 04 79 E-mail info.ppoagv@wur.nl Internet www.ppo.wur.nl Samenstelling. Janjo de Haan Met medewerking van: Kor Zwart, Willem van Geel, Loes Kater, Noen Jukema, Nikaj van Wees, Brigitte Kroonen, Harry Verstegen en Theo Aendekerk (allen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving), Kor Zwart (Alterra), Bert Smit, Annette Pronk, Vincent Achten en Geert Jan Molema (allen Plant Research International). Redactie. Marian de Beuze. Vormgeving. Rina Kleinjan, Wageningen UR. Druk. Propress, Wageningen. 2 <> 3.

(3) 1. Nieuw onderzoek richt zich op de toekomst Als je mensen vraagt hoe de landbouw er over 30 jaar moet uitzien. Toekomstbeelden als uitgangspunt. dan schetst men diverse wensbeelden waarbij er vrijwel altijd vanuit. De overheid, de maatschappij en de markt bepalen in wisselende. wordt gegaan dat deze landbouw duurzaam is: een goede gewas-. krachtsverhoudingen de plaats van de landbouw in onze samen-. productie en geen uitstoot van schadelijke stoffen en nutriënten.. leving. De snelle en ingrijpende verandering van de maatschappij. In de huidige landbouwpraktijk en ook op de proeflocaties blijkt het. roept de vraag op hoe de Nederlandse plantaardige productie eruit. nog niet mogelijk om aan de eisen van dit wensbeeld te voldoen,. zal zien in de toekomst. Dat was voor het Ministerie van LNV de. ondanks allerlei maatregelen die al genomen worden om de uit-. aanleiding om in 2003 een toekomstverkenning voor de open. stoot van schadelijke stoffen en mineralen te verminderen. Daarom. teelten te laten uitvoeren. In deze verkenning hebben vertegen-. zijn er nieuwe oplossingen nodig om die gewenste duurzame toe-. woordigers van diverse belanghebbende partijen beelden opgesteld. komst te kunnen realiseren. Met het project Nutriënten Waterproof. van de open teelten in Nederland in 2030. Dit leverde twee ver-. proberen we daar aan bij te dragen door nieuwe oplossingen te. schillende beelden op. Enerzijds het beeld van een groepering van. zoeken om de nutriëntenemissies in de Nederlandse open teelten. agrarische functies in diverse ringen rondom stedelijke kernen.. te verminderen. Niet alleen in de toekomst, maar ook nu is een. Dicht bij de stad is er in deze visie ruimte voor landbouw die is. goede gewasproductie met minimale emissies actueel. Het. verweven met allerlei andere functies zoals recreatie, zorg,. overheidsbeleid richt zich met het mestbeleid en de EU-Kader-. educatie en natuur. De belevingslandbouw richt zich hiermee op de. richtlijn Water op de verbetering van de kwaliteit van het grond- en. behoeftes van stadsbewoners en verwerft daarmee bestaansrecht. oppervlaktewater. Het ziet ernaar uit dat nieuwe maatregelen. op dure grond in stedelijke gebieden. Anderzijds, een toekomst-. nodig zijn om in de open teelten te kunnen voldoen aan deze. beeld voor bedrijven verder weg van de stad in landelijke gebieden.. wetgeving en tevens een goede gewasproductie te behouden.. Daar is plaats voor de meer grootschalige productielandbouw met ruimte voor grootschalige regiobedrijven die produceren voor een wereld-marktprijs. Ook daar is sprake van verweving van functies, met name natuur, energieproductie en waterberging.. Visualisaties van de toekomstbeelden voor de open teelten in een landelijk gebied (links) en een stedelijk gebied (rechts) Bron: Vernieuwing en verweving. Klein Swormink, B.W. en A.T. Krikke, 2004..

(4) In 2005 was, in samenwerking met toeleveringsbedrijven en Telen met toekomst, in de prei een demoveld aangelegd met acht verschillende meststoffen en bemestingsstrategieën. Tijdens een open dag werden de resultaten getoond aan belangstellenden. Ook is op die dag de aanpak van bemesting in Nutriënten Waterproof gepresenteerd. Dit is één van de wijzen waarop we in Nutriënten Waterproof de resultaten bespreken met belanghebbenden.. 4 <> 5 4 <> 5.

(5) Van bedrijfssystemenonderzoek naar systeeminnovatieonderzoek Zo’n 25 jaar geleden startte het eerste bedrijfssystemenonderzoek bij de toenmalige proefstations, het huidige PPO. Dit onderzoek had een nieuwe aanpak: op semi-praktijkschaal werden verschillende problemen gelijktijdig in bedrijfsverband onderzocht. Deze aanpak is van grote waarde gebleken om systematisch en praktijkmatig duurzame bedrijfssystemen te ontwikkelen. In eerste instantie ging het om een geïntegreerde bedrijfsvoering, later werd het uitgebreid met de biologische bedrijfsvoering. Door de sectorale en regionale opzet ontstond er een sterke binding met de praktijk. In 2003 bevond het bedrijfssysteemonderzoek zich in een optimalisatiefase. De spanningsboog tussen ambitie en realisatie was relatief klein geworden. De nog niet opgeloste knelpunten en hogere milieueisen die ontstonden door nieuwe wet- en regelgeving bleken niet verder op te lossen met technieken die op korte termijn toepasbaar zijn voor de praktijk. Dit was de aanleiding voor het in gang zetten van nieuw systeeminnovatie onderzoek met een grotere toekomstgerichtheid.. Systeeminnovatieonderzoek werkt aan duurzaamheid. •. De smaak van morgen. Dit onderzoek richt zich op een pesticidenloze of pesticidenarme open teelt en kwaliteits-. In de toekomstbeelden staan de noodzakelijk veranderingen. poductie. Het onderzoek vindt plaats op twee locaties: op de. beschreven die op het gebied van planologie, economie en duur-. PPO Prof. Broekemahoeve in Lelystad voor de open teelten en op de PPO locatie Randwijk specifiek voor de fruitteelt;. zaamheid moeten plaatsvinden. Beide beelden gaan er van uit dat de emissies uit de landbouw laag moeten zijn of helemaal niet. •. Topsoil+. Het behoud van een goede bodemkwaliteit en duur-. meer optreden. Dat is een belangrijk transitiepunt, dat wil zeggen. zaam bodembeheer in intensieve teelten staat centraal in dit. een essentieel knelpunt dat opgelost moet worden om het toe-. onderzoek. Het wordt uitgevoerd op de PPO locatie in Lisse in. komstbeeld mogelijk te maken.. sierteeltgewassen en op akkerbouw- en vollegrondsgroenten-. Voor de open teelten zijn bedrijfssystemen gewenst die emissie-. praktijkbedrijven.. loos zijn ten aanzien van nutriënten en pesticiden en die een optimale bodemkwaliteit en waterbeheer hebben.. Deze drie projecten zijn in 2004 voorbereid en in 2005 van start gegaan. Naast de teelttechnische aspecten krijgt de maatschap-. Op basis hiervan zijn drie nieuwe systeeminnovatieprojecten. pelijke inbedding veel aandacht. Er wordt actief gewerkt aan. gestart:. draagvlak in de sector en de maatschappij door diverse onder-. •. Nutriënten Waterproof. Hierin verkennen we de grenzen van. nemers, maatschappelijke groeperingen en andere actoren bij de. open teelten met een minimale nutriëntenemissie. Nutriënten. opzet en de voortgang van het onderzoek te betrekken.. Waterproof wordt uitgevoerd op PPO locatie Vredepeel;. Wat zijn systeeminnovaties? Systeeminnovaties zijn bedrijfsoverstijgende veranderingen. Deze zijn nodig voor een transitie in de land- en tuinbouw naar duurzame productiesystemen die maatschappelijk gewenst zijn. Systeeminnovaties kunnen alleen slagen in grotere verbanden en met medewerking van alle belanghebbenden: boeren, tuinders, landbouworganisaties, maar ook ketenpartijen en maatschappelijke organisaties. Samen met deze partijen werkt Wageningen UR aan nieuwe concepten voor een duurzame agrarische productie..

(6) Gewasresten kunnen een hoge uitspoeling veroorzaken als de stikstof die vrijkomt uit mineralisatie niet meer door een volggewas benut kan worden. Door het afvoeren van gewasresten wordt deze uitspoeling voorkomen. Het effect van het afvoeren van gewasresten op de uitspoeling wordt in Nutriënten Waterproof getest.. 6 <> 7.

(7) 2. De ambitie en aanpak van Nutriënten Waterproof Nieuwe principes testen en zoeken naar samenwerking. daarom actief op zoek naar samenwerking met ondernemers,. In Nutriënten Waterproof zoeken we oplossingen voor knelpunten. schappelijke organisaties en overheden.. rondom nutriëntenemissies in de Nederlandse open teelten. In 2004 zijn, volgens de methodiek van de socio-technische. (akkerbouw, vollegrondsgroenten, bloembollen en bomen), zowel. netwerken, interviews gehouden met mensen uit diverse. voor geïntegreerde als biologische bedrijven. Door het uitwerken. organisaties in Zuidoost Nederland (provincie, waterschappen,. en onderzoeken van een aantal nieuwe principes zoeken we naar. drinkwaterbedrijven, telers, toeleverende industrie en onderzoek). doorbraken waarmee de nutriëntenemissie sterk verlaagd kan. Vervolgens is in een workshop besproken of er mogelijkheden zijn. worden. Voor die nieuwe principes moet draagvlak in de samen-. om gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen. Uit de workshop bleek. leving en economisch perspectief bestaan. De nieuwe principes. dat de nutriëntenproblematiek te breed is voor een gemeen-. moeten bijdragen aan de realisatie van de toekomstbeelden van de. schappelijke aanpak. Daarom zijn we nu in kleiner verband op zoek. open teelten en telers en de overheid helpen de gestelde doel-. naar samenwerking met partijen op deelaspecten.. stellingen op het gebied van grond- en oppervlaktewaterkwaliteit te. Telers uit Zuidoost Nederland uit de diverse sectoren (akkerbouw,. realiseren.. groenten, boomteelt, bollenteelt) van geïntegreerde en biologische. De ontwikkeling van nieuwe principes en het toepasbaar maken in. bedrijven vormen de begeleidingscommissie van Nutriënten. de praktijk kost veel tijd. Nutrienten Waterproof richt zich daarom. Waterproof. Zij komen enkele keren per jaar samen op het proef-. op de middellange termijn (10-15 jaar) en een aantal oplossingen. bedrijf om actief en kritisch mee te denken over de opzet en. zal niet direct resultaat opleveren voor de brede praktijk.. uitvoering van het onderzoek.. Om een doorbraak te forceren is soms een lange adem nodig.. Tot slot is er een projectgroep van onderzoekers uit diverse. In Nutriënten Waterproof werken we de nieuwe principes uit voor. onderdelen van Wageningen UR (Praktijkonderzoek Plant en. één of enkele gewassen tot een proof of principles. De uitwerking. Omgeving, Alterra en Plant Research International). Zij wisselen. van deze proof of principles tot praktijkrijpe strategieën voor. kennis uit over de diverse expertiseterreinen (teelt, bodem-. meerdere gewassen en omstandigheden proberen we vanuit het. processen, economie, techniek) en zorgen hiermee voor een. project vorm te geven in samenwerking met derden. We zijn. maximale inbreng van vernieuwingen in het onderzoek.. belangenorganisaties, het bedrijfsleven, ketenpartijen, maat-. PPO-locatie Vredepeel in het Zuidoostelijk zandgebied Nutriënten Waterproof wordt uitgevoerd op PPO-locatie Vredepeel. Dat ligt midden in de vierhoek Nijmegen, ’s Hertogenbosch, Eindhoven en Venlo. Deze regio op de zandgronden in Zuidoost Nederland kent een grote nutriëntenproblematiek. In het omringende gebied komen alle sectoren van de open teelten voor. Het proefbedrijf Vredepeel is in 1959 gestart op net ontgonnen grond. De grond is uitspoelingsgevoelig en aaltjesproblematiek is prominent aanwezig. Het bedrijf is goed ontwaterd met drainage. Vanaf 1989 wordt er onderzoek gedaan naar geïntegreerde bedrijfssystemen voor de akkerbouw en vanaf 1993 is het biologische bedrijfssysteem ontwikkeld. Van 20012003 is in het project Telen met toekomst al intensief aan de nutriëntenproblematiek gewerkt. Deze factoren, en het feit dat er op deze onderzoekslocatie al veel bekend is over de bodemeigenschappen, er al gewerkt is aan de afbouw van de fosfaattoestand en er percelen aanwezig zijn waarop al meerdere jaren biologisch geteeld is, gaven de doorslag voor de keus voor deze proeflocatie..

(8) Bedrijfsbrede aanpak met meetbaar resultaat. zoeksaanpak bestaat uit registratie, evaluatie, testen en ver-. Nutriënten Waterproof wordt uitgevoerd volgens de principes van. beteren. Aan het eind van ieder teeltseizoen worden de behaalde. het systeemonderzoek. Door de bedrijfsbrede aanpak kan op. resultaten vergeleken met de streefwaarden. Als de streefwaarden. planmatige wijze voortgang geboekt worden op meerdere doel-. niet gehaald zijn, wordt gezocht naar een aanpassing in het. stellingen tegelijk. Op basis van de toekomstbeelden zijn kwantifi-. systeem. Deze aanpassing wordt in het volgende teeltseizoen. ceerbare ambities omgezet in maatstaven en streefwaarden. Door. getest. Systeemonderzoek wordt vrij grootschalig uitgevoerd op. het benoemen van belangrijke thema’s in de bedrijfsvoering. semi-praktijkschaal. Daardoor is het niet mogelijk om herhalingen. (ecologische, milieutechnisch en sociaal-economisch) is verzekerd. aan te leggen. Om dit manco gedeeltelijk te ondervangen is op de. dat de drie P’s van duurzaamheid (People, Planet en Profit) in de. helft van ieder perceel ruimte voor verdiepend onderzoek dat we. ambitie van Nutriënten Waterproof zijn verankerd. Via een proces. zoveel mogelijk in samenwerking met andere onderzoeks-. van ontwerp en praktische ontwikkeling zal de gewenste innovatie. programma’s, overheid en bedrijfsleven uitvoeren.. op deze wijze versneld en planmatig tot stand komen. De onder-. Burgers Maatschappelijke organisaties. Consumenten. Netwerken Maatschappij. Overheid. Ketenpartijen. Onderzoeksprogramma’s. Systeeminnovatie Projecten. Netwerken Onderzoek. Toeleveranciers en afnemers. Netwerken Praktijk. Onderzoeks-. Ondernemers. instellingen Landbouworganisaties. In Nutriënten Waterproof neemt samenwerking met diverse partijen een belangrijke plaats in.. 8 <> 9.

(9) 3. De kaders van het onderzoek De gewasopbrengsten in de Nederlandse landbouw vertonen de. Een deel van de hoge stikstofuitspoeling in de open teelten wordt. laatste 50 jaar een forse stijging. Na de tweede wereldoorlog is er. veroorzaakt door stikstofoverschotten door te grote giften en/of. op Europees en op nationaal niveau veel geïnvesteerd in productie-. inefficiënte gewassen en/of het niet gebruiken van. technieken die gericht waren op maximalisatie en economisch. groenbemesters of vanggewassen.. rendement. Nederland heeft niet alleen de hoogste dichtheid van. Uit de cijfers van RIVM en Telen met toekomst wordt ook duidelijk. bevolking, industrie en transport in Europa, maar ook de meest. dat een deel van de problematiek wordt veroorzaakt door het. intensieve veehouderij en open teelten. Als gevolg daarvan is in. (verre) verleden waardoor de mineralisatie van de bodem hoog is,. Nederland de belasting van bodem, (grond)water en natuur met. ook beneden de bewortelbare zone en in perioden wanneer de. zuur, stikstof en fosfaat het hoogst van Europa. Om te kunnen. gewassen geen stikstof opnemen.. voldoen aan Europese milieukwaliteitseisen zijn daardoor in. Een deel van de stikstofuitspoeling wordt veroorzaakt door. Nederland veelal verdergaande technische maatregelen nodig dan. depositie van stikstof in perioden dat het gewas het niet kan. gemiddeld in de EU.. opnemen. Bronnen van deze depositie zijn de veehouderij, industrie en verkeer. Uit metingen in natuurgebieden blijkt dat de stikstofuitspoeling door deze hoge depositie vergelijkbaar kan zijn met de. Nutriëntenproblematiek in de open teelten. uitspoeling in landbouwgebieden. Tussen de 20 en 30% van de. Door de hoge producties, de toename van de mestproductie en de. natuurgebieden in Nederland voldoen niet aan de nitraatnorm.. toename van het gebruik van kunstmest is er in Nederland een. Verschillende oorzaken liggen dus ten grondslag aan de. nutriëntenprobleem ontstaan. De problematiek rond de emissies. nutriëntenproblematiek. Telers staan voor de moeilijke opgave om. van stikstof en fosfaat uit de landbouw verschilt sterk per regio.. de stikstofverliezen te beperken en toch een goede productie en. De problemen zijn het grootste in de zandgebieden met veel. voldoende financieel resultaat te halen. Nieuwe oplossingen zijn. intensieve veehouderij (Noord-Brabant, Noord Limburg en de. hard nodig om dit mogelijk te maken.. Veluwe).. Ook biologische bedrijven voldoen niet allen aan de toekomstige. In de Nederlandse landbouw werd in 2002 gemiddeld 353 kg N/ha. normen voor nutriëntenverliezen, al is de spreiding tussen de. en 108 kg P/ha aangevoerd met meststoffen en hulpmaterialen.. bedrijven groot. In de biologische sector blijkt dat veel bedrijven. Dit is fors minder dan in de jaren ’80 werd aangevoerd maar het. moeite hebben om een bemesting uit te voeren die enerzijds de. levert nog steeds overschotten op (141 kg N/ha en 40 kg P/ha). gewassen van voldoende nutriënten voorziet en anderzijds de. die tot grote nutriëntenemissies kunnen leiden. De stikstofconcen-. verliezen beperkt. Ook hier hebben met name de bedrijven op. traties in het oppervlakte- en grondwater zijn de afgelopen jaren. zandgronden hoge overschotten. Deze overschotten zijn. wel gedaald maar de daling moet verder doorgezet worden om aan. landbouwkundig (en milieukundig) niet nodig, gezien de bodem-. de gewenste waterkwaliteit te kunnen voldoen. De stikstofconcen-. vruchtbaarheid van de percelen.. tratie in het drainwater gemiddeld in Nederland overschrijdt in veel. Op de proeflocatie Vredepeel is van 2001-2003 in het project Telen. gevallen nog vijf tot zes keer de (voorlopige) oppervlakte. met toekomst gewerkt aan het verminderen van nutriënten-. waternorm (2,2 mg N/l).. emissies. Met de standaard geïntegreerde strategie bleek de. Geschat wordt dat 56% van de gronden in Nederland fosfaat-. stikstofconcentratie in grondwater rond de 100 mg nitraat/l te. verzadigd zijn. Verwacht wordt dat bij blijvende fosfaatoverschotten. liggen. Deze strategie verschilt weinig van de strategieën zoals. deze fosfaatverzadiging blijft toenemen. De concentraties van. die door telers in de praktijk gebruikt worden. Er werd bemest. fosfaat in grond- en oppervlakte water dalen ook (nog) niet.. volgens het geldende bemestingsadvies en er werden geen. Hoewel het grootste deel van de akkerbouwbedrijven aan MINAS. groenbemesters geteeld vanwege aaltjesrisico’s. In een meer. voldoet (93% in 2002) blijkt dat slechts 30% van de bedrijven op. experimentele strategie werden meer verregaande maatregelen. zandgrond en 60% van de bedrijven op kleigrond te voldoen aan de. genomen zoals maximaal inzet van groenbemesters, verlaging van. nitraatrichtlijn. Deze percentages zijn tussen 1992 en 2002 wel. de bemesting en aanpassing van de vruchtwisseling (geen dubbel-. gestegen. De ervaringen op de Telen met toekomst praktijk-. teelt erwt boon). Hiermee kon de uitspoeling verlaagd worden tot. bedrijven in Zuidoost Nederland geven eenzelfde beeld als de. de nitraatnorm van 50 mg/l met behoud van goede opbrengsten. hierboven gepresenteerde landelijke cijfers van RIVM.. maar wel met extra kosten: ongeveer t 200-300 per ha..

(10) Met een rijenbemesting of beddenbemesting komt de stikstof dicht bij de plant. Hierdoor wordt een besparing van circa 20% op de totale gift gerealiseerd doordat er geen stikstof meer valt op plaatsen waar de plantenwortel niet bij kan komen.. 10 <> 11.

(11) Wet- en regelgeving voor water en nutriënten. plannen om tot de gewenste toestand in de stroomgebieden te. Vanaf de jaren negentig wordt door EU- regelgeving en nationale-. komen moeten in 2009 operationeel zijn. Doelstellingen voor de. en regionale wetgeving getracht de milieubelasting door de. chemische kwaliteit worden in de komende jaren per stroomgebied. landbouw te verminderen. De belangrijkste regelgeving van de. vastgesteld. Deze doelstellingen zullen ook overgenomen worden. Europese Unie zijn de EU-Nitraatrichtlijn, de EU-Kaderrichtlijn Water. als doelstellingen in Nutriënten Waterproof.. en van Nederland het Nationaal Milieubeleidsplan 4 en de mestwetgeving vanaf 2006.. Mestwetgeving vanaf 2006 Vanaf 2006 is de nieuwe mestwetgeving in werking. In deze. EU-Nitraatrichtlijn. wetgeving is een stelsel van gebruiksnormen opgenomen per. De EU-nitraatrichtlijn geeft aan dan het nitraatgehalte in het. gewas voor werkzame stikstof, fosfaat en stikstof uit dierlijke. grondwater onder de norm van 50 mg/l moet blijven in zoge-. mest. Het gebruiksnormen stelsel komt in de plaats van MINAS.. naamde kwetsbare gebieden. Nederland is als geheel als. Het voldoen aan de stikstofgebruiksnormen is geen doelstelling. kwetsbaar gebied aangemeld waardoor deze norm landelijk van. binnen Nutriënten Waterproof. Wel toetsen we de resultaten van. toepassing is. Nederland past de norm toe voor het bovenste. Nutriënten Waterproof aan de gebruiksnormen.. grondwater (1 m diepte). De EU-nitraatrichtlijn kent ook het gebruik van een aantal middelvoorschriften zoals het gebruik van. Nationaal Milieubeleidsplan 4. een maximale hoeveelheid dierlijke mest (170kg N/ha). De EU-. Het nationale beleid moet minimaal voldoen aan de doelstellingen. nitraatrichtlijn is een onderdeel van de EU-kaderrichtlijn water. van het EU-beleid. Doelstellingen die afwijken van het EU-beleid of. geworden. De nitraatnorm in de richtlijn is één van de belangrijke. die specifiek gelden voor de Nederlandse situatie, staan. doelstellingen binnen Nutriënten Waterproof.. beschreven in het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4). De Nederlandse overheid heeft een streefwaarde voor nitraat in het. EU-Kaderrichtlijn Water. grondwater vastgesteld van 25 mg/l. Dit gaat dus verder dan de. De EU-Kaderrichtlijn water integreert alle bestaande wetgeving op. nitraatrichtlijn. Verder zijn MTR-waardes voor eutrofiëringgevoelige. het gebied van waterkwaliteit. Volgens deze richtlijn mag de. stagnante wateren (meren en plassen) vastgesteld voor fosfaat. ecologische waterkwaliteit op stroomgebiedsniveau niet achteruit. (0,15 mg/l) en stikstof (2,2 mg/l). Om de bestrijding van. gaan. Dit stelt ook eisen aan de chemische waterkwaliteit. Ook. eutrofiering daadwerkelijk te kunnen realiseren gelden. richt de kaderrichtlijn zich op herstel en bescherming van water-. streefwaarden van 0,05 mg/l totaal fosfor en 1 mg/l totaal. systemen. Voor Nederland zijn vier internationale stroomgebieden. stikstof voor stilstaand water in plassen en meren.. onderscheiden: Rijn, Eems, Schelde en Maas en deze zijn weer. Gedifferentieerde normen voor verschillende gebieden en. verdeeld in deelstroomgebieden. De doelstelling is dat alle wateren. watertypen blijven mogelijk. Doelstellingen uit het NMP4 zijn in. in 2015 de “goede toestand” hebben bereikt. De Nederlandse. Nutriënten Waterproof overgenomen in afwachting van normen vanuit de EU-Kaderrichtlijn Water..

(12) 4. Nieuwe principes Sluiten van nutriëntenkringloop staat centraal. De beschikbare hoeveelheid stikstof uit mineralisatie wordt. In Nutriënten Waterproof ligt de nadruk op het minimaliseren van. berekend. De stikstofgift wordt berekend volgens de balans-. verliezen door het sluiten van de nutriëntenkringloop. We streven. methode. De aanvoerposten zijn: N-min in de bodem, netto. naar een stabiel systeem waarbij het verschil tussen de input aan. mineralisatie, depositie, stikstof in plant- en pootgoed, stikstof-. nutriënten door meststoffen, plantmateriaal en pootgoed en de. binding uit de lucht en de stikstofgift. De afvoerpost is de gewas-. afvoer van de geoogste producten zo klein mogelijk is. Belangrijke. opname. De stikstofbenutting verschilt per gewas, en wordt. aspecten zijn een efficiënte bemesting en een vruchtwisseling. geschat op basis van modelberekeningen en proefresultaten.. waarin de gewassen en groenbemesters de reststikstof uit een. Stikstof kan efficiënt plaats- en gewasspecifiek bijbemest worden. vorige teelt optimaal benutten.. met behulp van. Behalve een landbouw zonder nutriëntenverliezen, zijn in de. •. een stikstofbijmestsysteem (NBS), waarbij regelmatig tijdens. toekomstbeelden nog andere gewenste eigenschappen voor de. de teelt wordt bijbemest op basis van de Nmin voorraad in de. landbouw aangegeven. Onder andere een goede bodemkwaliteit,. bodem en de N-behoefte van het gewas;. levering van energie, vermindering van CO2 uitstoot en ruimte. •. verwachte stikstofopname door het gewas;. kringlopen van nutriënten, water en energie weet te sluiten. Op basis van deze uitgangspunten zijn voor Nutriënten Waterproof. de Cropscan-methode, voor het meten van de actuele stikstofstatus van het gewas en het schatten van de. bieden voor waterberging. Kortom een landbouw die de regionale •. efficiënte bemestingstechnieken als fertigatie en rijenbemesting, bij teelten waar dit tot een betere. de nieuwe principes op een rij gezet.. stikstofbenutting leidt.. De nieuwe principes toegelicht. Minimaliseren van de bodemmineralisatie Wanneer de mineralisatie van de bodem teruggebracht kan. Inspelen op variatie in ruimte en tijd. worden, zal er minder stikstof mineraliseren in periodes dat er. In Nutriënten Waterproof wordt met een combinatie van bodem-. geen gewasopname is. Dit kan de uitspoeling beperken. De. kartering, gewassensoring en plaatsspecifieke bemesting een. mineralisatie kan worden teruggebracht door de aanvoer van. hogere stikstofefficiëntie nagestreefd. Door meststoffen toe te. organische stof te minimaliseren: geen gebruik van organische. dienen op het moment dat, en op de plaats waar het gewas er. mest en zoveel mogelijk afvoeren van gewassen en gewasresten.. behoefte aan heeft is een betere benutting van stikstof mogelijk en. Het is echter mogelijk dat er door het verlagen van de aanvoer van. kunnen stikstofverliezen naar het milieu verminderen. Alle ruimte-. organische stof problemen op gaan treden met de. lijke informatie van de percelen wordt hiertoe opgeslagen in een. bodemstructuur, het watervasthoudend vermogen en. geografisch informatie systeem (GIS).. bodemgebonden ziekten en plagen.. Nieuwe principes voor vermindering van nutriëntenemissie: 1. Verhogen efficiency bemesting -. Inspelen op variatie in ruimte en tijd (beschikbaarheid van- en behoefte aan nutriënten). -. Minimaliseren van mineralisatie. -. Nieuwe rassen en gewassen. 2. Optimaliseren organische stofkringloop -. Afvoeren en composteren gewasresten. -. Samenwerking met veehouderij: afvoeren en co-vergisten gewasresten, gebruik passende mestproducten. Nutriëntenmanagement in de plantaardige productie.. 3. Hergebruik en/of zuivering van nutriënten in drainwater. 12 <> 13.

(13) In ieder bedrijfssysteem en bij ieder gewas wordt gekeken welke organische mest het beste past bij de specifieke gewasbehoefte. In het boomteelt-akkerbouwsysteem is compost een goede organische stof bron waarmee relatief weinig nutriënten aangevoerd worden.. Nieuwe rassen en gewassen. vergisting van gewasresten. Vaak zal dat in combinatie met mest. In Nutriënten Waterproof zoeken we rassen die efficiënter omgaan. zijn. Hierbij is samenwerking met veehouders noodzakelijk. Door. met nutriënten; alternatieve voedergewassen die met een. mestvergisting kunnen verschillende mestproducten gemaakt. vergelijkbaar teeltdoel efficiënter zijn met nutriënten en groen-. worden die beter aansluiten bij de nutriëntenbehoefte vande. bemesters die snel de reststikstof in de bodem kunnen opnemen,. gewassen dan de standaard mestsoorten. Mogelijk kunnen. winterhard zijn en geen negatief effect hebben op de ontwikkeling. gewasresten ook afgezet worden als veevoer.. van de aaltjespopulaties. Hergebruik en/of zuivering van nutriënten uit drainwater Afvoeren en composteren gewasresten. Als de genomen maatregelen onvoldoende effect hebben kunnen. De stikstof die vrijkomt uit mineralisatie van gewasresten kan. uitgespoelde nutriënten met het drainwater worden opgevangen,. uitspoelen naar het grondwater. Gewasresten mineraliseren ook in. gezuiverd of hergebruikt als beregeningwater. Op de proeflocatie. een periode wanneer er geen gewassen op het land staan. Met. zijn drie verschillende typen zuiveringssystemen aangelegd. Het. name gewasresten die in de herfst achterblijven, dragen veel bij. drainwater van de meest uitspoelinggevoelige teelten wordt. aan de nitraatuitspoeling in de winterperiode. Door deze. opgevangen, tijdelijk opgeslagen en vervolgens gedoseerd door de. gewasresten af te voeren kan de nitraatconcentratie in het. filters gevoerd. De zuiveringssystemen filteren de uitgespoelde. grondwater tot 25% verminderen. Door composteren kunnen de. nutriënten, vooral stikstof, uit het drainwater. De verschillende. gewasresten weer omgezet worden in bruikbare meststoffen.. zuiveringssystemen worden getest op effectiviteit, praktische mogelijkheden en eventuele knelpunten.. Samenwerking met veehouderij: co-vergisten gewas-. In 2006 worden ook moerasbufferstroken aangelegd en getest op. resten, gebruik passende mestproducten. hun effectiviteit.. In plaats van composteren kan ook gekozen worden voor.

(14) Op Vredepeel worden drie verschillende typen helosytenfilters getest op effectiviteit en toepasbaarheid op het agrarisch bedrijf. Deze zuiveringsystemen filteren de uitgespoelde nutriënten uit het drainwater.. 14 <> 15.

(15) 5. Doelstellingen en streefwaarden •. De hoofddoelstelling van Nutriënten Waterproof is het ontwikkelen. energieproductie met biomassa (co-vergisting van gewasresten). van bedrijfssystemen met een minimale emissie van nutriënten •. (vooral stikstof en fosfaat) naar grond- en oppervlaktewater.. water vasthouden in het systeem en minimale beregening toepassen. De systemen moeten voldoen aan de strengste toekomstgerichte beleidsdoelstellingen op het gebied van water en nutriënten.. De randvoorwaarden voor dit alles zijn dat er voldoende kwaliteit en. Het einddoel ‘emissieloos’ zal waarschijnlijk niet haalbaar zijn in een. kwantiteit van productie moet zijn en perspectief voor een. niet-gesloten teeltsysteem. Naast de hoofddoelstelling zijn enkele. economisch rendabele bedrijfsvoering in de toekomst.. nevendoelstellingen benoemd waarmee een koppeling met de. De doelstellingen staan concreet verwoord in maatstaven en. toekomstbeelden is gemaakt:. streefwaarden. In het bedrijfssystemenonderzoek is hiervoor een. •. minimale gasvormige verliezen van ammoniak en lachgas. methodiek ontwikkeld waarbinnen vijf thema’s zijn onderscheiden,. •. optimale bodemkwaliteit: chemische, biologische en fysische. namelijk schoon milieu (nutriënten en pesticiden), duurzaam. vruchtbaarheid. beheer van productiemiddelen, kwaliteitsproductie, continuïteit van. sluiten van kringlopen door hergebruik van afvalstromen, door. de bedrijfsvoering en multifunctionaliteit.. •. gebruik van restproducten en door minimaal gebruik van niet vernieuwbare grondstoffen (fosfaat, kali, fossiele energie) Overzicht van de maatstaven en streefwaarden in Nutriënten Waterproof.. Maatstaf. Streefwaarde. Dimensie. Bron streefwaarde. <5,6 / 11,2 <0,4 <1 / 2,2 <0,05 / 0,15 <18,5 ? <50. mg N/l mg P/l mg N/l mg P/l kg/ha CO 2 eq/ha kg/ha. EU-nitraatrichtlijn NMP4 NMP4 NMP4 NMP4 Nog afleiden uit Kyoto/NMP4/ IPPC Adviesbasis bemesting akkerbouw en vollegrondsgroenten. 20-30 11-17 1500-2000 ? ?. mg P2O5/l kg EOS/ha CO 2 eq/ha ?. Adviesbasis bemesting akkerbouw en vollegrondsgroenten Bedrijfssystemenonderzoek PPO Nog afleiden uit Kyotoverdrag Maatstaf nog invullen. >1 >1. -. Kwantiteit en kwaliteit productie moeten gelijk zijn of beter dan goede productieniveau’s in regio. 100 Systeemspecifiek. t Uren/ha. Bedrijfssystemenonderzoek PPO Alleen specifieke taken (onkruid etc). 0 <0,5 totaal <0,1 per middel 0,42/0,08 0. % toep. > 10 p. ppb ppb kg/ha % toep. > 100 p.. CLM EU EU NL Gewasbeschermingsbeleid 2005/2010 CLM. 5. %. Bedrijfssystemenonderzoek PPO. Schoon milieu nutriënten 1a. 1b. 2a. 2b. 3a. 3b. 4.. N-uitspoeling grondwater P-uitspoeling grondwater N-uitspoeling opp. water P-uitspoeling opp. water Ammoniakemissie naar lucht Broeikasgasemissie (N2O) Kalioverschot. Duurzaam beheer productiemiddelen 5. 6. 7. 8. 9.. Pw K-getal Organische stof balans Energieverbruik Waterverbruik. Kwaliteitsproductie 9. Kwantiteit productie 10. Kwaliteit productie Continuïteit van de bedrijfsvoering 11. Opbrengst pers t 100 kosten 12. Uren handwerk Schoon milieu pesticiden 13. BMI • MIP-oppervlaktewater leven • MIP-grondwater • •. MIP-lucht MIP-bodemleven. Multifunctionaliteit 14. Oppervlakte ecologische infrastructuur.

(16) 6. Onderzoek in vier verschillende bedrijfstypen Het onderzoek van Nutriënten Waterproof wordt uitgevoerd in vier verschillende bedrijfstypen met ieder een eigen vruchtwisseling. De gekozen gewassen staan model voor een groep vergelijkbare gewassen wat betreft nutriëntenbehoefte en –benutting, teeltperiode en productie van gewasresten. De vier verschillende bedrijfssystemen in Nutriënten Waterproof.. Geïntegreerd. Biologisch. Grootschalig. Boomteelt-akkerbouw. Vollegrondsgroenten. Aardappel. Buxus + roos. IJsbergsla 2x. Aardappel. Triticale. Buxus + roos. Prei. Luzerne. Lelie. Suikerbiet. Broccoli 2x. Broccoli + prei. Erwt - prei. Zomergerst. Stamslaboon. Suikerbiet + zomergerst. Snijmaïs. Tulp + bos- en haagplantsoen. Suikerbiet. Zomergerst + bos- en haagplantsoen. Tijdens het uitspoelingsseizoen wordt de concentratie van stikstof en fosfaat in het grondwater regelmatig gemeten.. 16 <> 17.

(17) Geïntegreerd grootschalig bedrijfssysteem. jaar. Om meer stikstof in het systeem te krijgen en de mest-. Dit bedrijfssysteem staat model voor de grootschalige open. aanvoer beperkt te houden is het gewas luzerne opgenomen in de. teelten. Akkerbouw, industriegroenten, grootschalige intensieve. vruchtwisseling. Luzerne past als stikstofbinder aaltjestechnisch. vollegrondsgroenten en bollen staan in een zesjarige vrucht-. beter dan (gras/)klaver. De luzerne wordt ingezaaid na een vroege. wisseling. Een vergelijkbaar systeem komt niet als bedrijf voor,. aardappelteelt (oogst eind juni/begin juli). Na de luzerne volgen. maar al deze gewassen komen wel op verschillende bedrijven voor. broccoli en prei: twee groenteteelten met een hoge nutriënten-. in de regio en kunnen door huur en ruil wel in een vergelijkbare. behoefte. Verder zijn opgenomen de akkerbouwgewassen suiker-. volgorde geteeld worden. In dit bedrijfssysteem zijn twee deel-. biet en zomergerst, tulp en bos- en haagplantsoen. Deze laatste is. systemen aangelegd om het effect van een afname van de. een tweejarige teelt.. mineralisatie te onderzoeken. In deelsysteem 1 (geïntegreerd grootschalig hoog) handhaven we het organische stofgehalte en streven we naar gelijkblijvende mineralisatie. In deelsysteem 2 (geïntegreerd grootschalig laag) wordt het organische stofgehalte verlaagd. Deze verlaging heeft een lagere mineralisatie tot gevolg. De gevolgen van deze verlaging op de bodemvruchtbaarheid, de bodemstructuur, bodemgebonden ziekten en aaltjes en de uitspoeling van nutriënten worden nauwlettend gevolgd.. Boomteelt-akkerbouw bedrijfssysteem. Grootschalig geïntegreerd handhaven mineralisatiecapaciteit Grootschalig geïntegreerd afbouwen mineralisatiecapaciteit Geïntegreerd intensief boomteelt – akkerbouw Geïntegreerd intensief vollegrondsgroenten Biologisch. Het boomteelt-akkerbouw bedrijfssysteem is een geïntegreerd intensief systeem waarbij een hoge kapitaals- en arbeidsinzet nodig is. Hier is een vierjarige rotatie opgezet met buxus, roos, suikerbiet en zomergerst. Boomteelt kent een organische stofproblematiek door de relatief geringe mineralenopname en de afvoer van gewassen met kluit. Om die afgevoerde organische stof te compenseren moet veel organisch materiaal toegediend worden, waarmee vaak ook veel nutriënten aangevoerd worden.. Vollegrondsgroenten bedrijfssysteem Het vollegrondsgroenten bedrijfssysteem is ook een geïntegreerd intensief systeem met een hoge kapitaals- en arbeidsinzet. Ook hier betreft het een vierjarige rotatie. Veel vollegrondsgroentegewassen laten veel stikstofrijke gewasresten op het land achter na oogst en gaan niet efficiënt om met stikstof. In beide geïntegreerd intensieve systemen (boomteelt-akkerbouw, vollegrondsgroenten) wordt drainwater opgevangen en gezuiverd in zuiveringssystemen.. Biologisch bedrijfssysteem In dit systeem staat het behalen van een goede kwaliteitsproductie en een uitgekiende bemesting centraal. Alle sectoren zijn in het biologische systeem vertegenwoordigd: akkerbouw, vollegrondsgroenten, bloembollen en boomteelt, zowel grootschalige als intensieve gewassen. De vruchtwisseling omvat twaalf. Overzicht van de verschillende bedrijfssystemen van Nutriënten waterproof met de vruchtwisseling in 2005..

(18) In 2005 is onderzoek gedaan naar plaatsspecifieke bemesting in aardappel met behulp van de cropscan. De cropscan meet de stand van het gewas en de stikstofinhoud en op basis daarvan wordt een plaatsspecifieke bijmestgift bepaald. In het onderzoek is vooral gekeken of het verschil in de stand van het gewas ook daadwerkelijk met een verschil in de stikstofbeschikbaarheid te maken had.. 18 <> 19.

(19) 7. Perspectief van de systemen Uitspoeling. door de vele gewasresten die afgevoerd worden en door de teelt. Na het ontwerp van de systemen is verkend in hoeverre de. van groenbemesters. In het biologische systeem worden hoge. systemen kunnen voldoen aan de doelstellingen. Met behulp van. kosten (ruim € 1100/ha) gemaakt, deze komen voor 80% voor. het computermodel XCLNCE is een schatting gemaakt van de. rekening van de fertigatie in de tulp. Ook de kosten voor de. uitspoeling in het geïntegreerde grootschalige en het biologische. meststof (biologische gefilterde dunne mest) zijn erg hoog. Zonder. systeem. Dit model berekent voor zowel het geïntegreerd groot-. deze kosten zijn de kosten in dit systeem vergelijkbaar met de. schalig hoog systeem als het geïntegreerd grootschalig laag. geïntegreerde systemen. Een vergelijk met standaard kon voor het. systeem een uitspoeling van ongeveer 85 mg nitraat per liter in. biologische systeem niet gemaakt worden door de afwijkende. het bodemvocht. Uitschieter naar boven is de lelieteelt met een. opzet van het systeem. De vraag is nog wel of de opbrengst en. concentratie in het bodemvocht van 130-170 mg nitraat/l. Voor. kwaliteit van de productie met de gehanteerde bemestings-. het biologisch systeem wordt een uitspoeling berekend van 75 mg. strategie in Nutriënten Waterproof vergelijkbaar is met de. nitraat per liter. Dit ligt in beide gevallen nog ver boven de norm. standaard praktijk. Dit is wel het uitgangspunt geweest in de. van 50 mg nitraat/l in grondwater (nitraatrichtlijn). Metingen zullen. berekeningen en zal in de komende jaren bewezen moeten worden.. de waarde van het model moeten toetsen. Het model berekent ook weinig verschillen in organisch stofgehalten op lange termijn. Testen in de komende jaren. tussen de twee deelsystemen van geïntegreerd grootschalig.. In de jaren 2005 tot 2008 zullen de plannen uitgetest worden op PPO Vredepeel. De bemesting en de opbrengsten worden. Gebruiksnormen. geregistreerd en de uitspoeling gemeten. Dan zal blijken of de. Alle systemen voldoen volgens plan ruim aan de stikstof- en. ontworpen systemen met alle opgenomen vernieuwingen kunnen. fosfaatgebruiksnormen uit de nieuwe mestwetgeving (zie tabel).. voldoen aan de gestelde waterkwaliteitsnormen met behoud van opbrengst en kwaliteit. Ook zal het onderzoek inzicht opleveren in. Kosten. de kosten van deze systemen. Tijdens de projectperiode vindt. De kosten van de meeste systemen zijn vergelijkbaar met de. jaarlijks een evaluatie van de resultaten plaats. Wanneer blijkt dat. kosten van standaard geïntegreerde strategieën. De kosten voor. niet voldaan wordt aan de streefwaarden worden de plannen voor. bemesting zijn lager door de lagere inzet van meststoffen. De. het volgende jaar bijgesteld. De resultaten van elk jaar zullen op. kosten voor na-oogstmaatregelen zijn hoger door meer gebruik. diverse wijzen bediscussieerd worden met diverse actoren. Ook dit. van groenbemesters en het afvoeren van gewasresten. De kosten. kan tot bijstelling van de plannen zorgen.. van het geïntegreerde vollegrondsgroentensysteem zijn wel hoger. Verkenning haalbaarheid doelstellingen.. Dimensie Berekende uitspoeling. mg NO 3-/l. Stikstofgebruiksnorm 3. kg N/ha. Stikstofaanvoer. kg N/ha. Streefwaarde 50. GGH 1. GGL. BOOM. VGV. BIO. 88. 85. Nb. Nb. 75. 213. 213. 109. 308. 143. 88. 110. 49. 141. 30. 60. 47. 16. 23. 48. 38. 0. -21. -78. -7. 163. Nb. systeemspecifiek. volgens gebruiksnorm 5 Fosfaataanvoer. kg P2O5/ha. volgens gebruiksnorm Meerkosten strategie NWP t.o.v.. t/ha. standaard geïntegreerde strategie. 1. • Meerkosten bemesting. t/ha. -97. -128. -37. -27. Nb. • Meerkosten na-oogstmaatregelen. t/ha. 75. 51. 30. 196. Nb. GGH = geïntegreerd grootschalig hoog, GGL = geïntegreerd grootschalig laag, BOOM = Boomteelt-akkerbouw, VGG = vollegrondsgroenten en BIO = Biologisch systeem.

(20) systeem innovatie.

(21)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

being a valuable part of the team. A negative environment lacks this feeling – the employees will feel they are performing work that does not serve a purpose. Without a sense

 The majority of MBA students at the Potchefstroom Business School who view Lecture Development as important to the overall quality of a lecture also believe that Effectiveness

It is anticipated that these recommendations may be used as guidelines for the government (Department of Agriculture) and other stakeholders involved in irrigation

Since FDI plays a vital role in the promotion of economic development for developing countries, it is extremely important to evaluate how various types of risk

Although in philosophical circles the gradual recognition of the humanities has been a well-known factor to deal with, in South Africa a sort of ‘positivist’ approach to

Keywords: Learner Attainment Improvement Plan; National Senior Certificate results; Further Education and Training; Participatory Action Research, Implementation

In exploring the questions of Paul as a Biblical Model for Contextualization, this dissertation will be limited to consideration of a desirable direction of contextualization from