Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
ARTHRITIS, NATIEF GEWRICHT:
ACUTE, SEPTISCHE INFECTIE NA EEN INTERVENTIE
• Klinische aspecten en commentareno Na intra-articulaire injectie, arthroscopie, ....
o Meestal acute presentatie met gezwollen en pijnlijk gewricht.
o Aanzienlijke morbiditeit: tot 50% van de patiënten heeft een blijvende verminderde functie of mobiliteit van het geïnfecteerde gewricht.
o Bij negatieve initiële kweek en onvoldoende klinische respons: niet tuberculeuze mycobacteriële infectie in overweging nemen. • Betrokken pathogenen o Staphylococcus aureus. o Coagulase-negatieve stafylokokken. o Propionibacterium spp. o Enterobacteriaceae. o Pseudomonas aeruginosa. o Mycobacteriën. o Fungi.
• Empirische anti-infectieuze behandeling
o Regimes (zo nodig aan te passen aan de lokale epidemiologie). Vancomycine + cefepime.
Vancomycine + ceftazidime.
o Standaard posologieën. Cefepime: 2 g iv q8h. Ceftazidime: 2 g iv q8h.
Vancomycine: oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door een intermittent infuus q12h getitreerd om dalserumconcentraties te bereiken van 15 tot 20 µg/ml.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: afhankelijk van de betrokken pathogeen en het al dan niet aanwezig zijn van een vreemd lichaam.