• No results found

Rapport Commissie Forumfunctie- ‘Zoveel interessante mensen, maar je spreekt ze te weinig’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rapport Commissie Forumfunctie- ‘Zoveel interessante mensen, maar je spreekt ze te weinig’"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)
(3)

‘Zoveel interessante mensen, maar je spreekt ze te weinig’

Rapport

Commissie Forumfunctie

(4)

 2008. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, via internet of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, be-houdens de uitzonderingen bij de wet gesteld.

Kloveniersburgwal 29, 1011 JV Amsterdam Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam T 020-551 07 00 F 020-620 49 41 E knaw@bureau.knaw.nl www.knaw.nl

Voor het bestellen van publicaties: 020-551 07 59 isbN 978-90-6984-550-0

Het papier van deze uitgave voldoet aan ∞ iso-norm 9706 (1994) voor permanent houdbaar papier

(5)

Inhoud

Aanleiding 7

1. bestaande forumfunctie 9 1.1 Afdelingsvergaderingen 9 1.2 sectievergaderingen 13

1.3 Gezamenlijke bijeenkomsten: themabijeenkomsten en Verenigde Vergadering 14 2. Nieuwe vormen 15 2.1 Diesviering 15 2.2 Dispuutsavond 16 3. inrichting Trippenhuis 19 4. organisatie 21 bijlage

Reacties naar aanleiding van de Dispuutsavond op 11 juni 2007 23 Foto’s

Dispuutsavond 11 juni 2007 28 Diesviering 8 mei 2007 31

(6)
(7)

Aanleiding

Al zolang als de Akademie bestaat, vormt de forumfunctie een van haar voor-naamste pijlers. Maar door grootscheepse veranderingen in wetenschap en bui-tenwereld vergt deze tweehonderd jaar later een heel andere positionering dan in 1808. Leden komen al lang niet meer naar het Trippenhuis om elkaar de laatste wetenschappelijke nieuwtjes te vertellen. De specialisatiegraad der hedendaagse wetenschap maakt dat men de inhoudelijke dialoog primair aangaat met vakgeno-ten die zich veelal ver buivakgeno-ten de KNAW bevinden. Tegelijk leeft er een algemeen gevoelen dat die specialisatiegraad, plus alle schaalvergroting en globalisering van de wetenschap bij alle vooruitgang ook nadelige effecten hebben gesorteerd. Velen missen in toenemende mate het gesprek over (sub)disciplinegrenzen heen, dat vaak zo verrijkend en inspirerend kan zijn. Juist onze Akademie, met in haar gelederen de leidende beoefenaren van zoveel disciplines, zou zich bij dit gemis niet mogen neerleggen en het bewuste gesprek moeten bevorderen – eens te-meer daar het Trippenhuis daarvoor een fraaie ambiance biedt.

om deze redenen heeft de KNAW in haar strategisch Plan 2007-2010 Duurzame

Wetenschap het voornemen uitgesproken om haar forumfunctie te vernieuwen.

Die vernieuwing wil het bestuur concretiseren door onder meer de ontmoeting te stimuleren tussen de leden van het genootschap uit van elkaar verwijderde disciplines, met wetenschappers van buiten de Akademie en bij gelegenheid ook met prominenten uit andere sectoren. Een commissie van negen leden kreeg de opdracht voorstellen in deze richting te ontwikkelen. in het najaar van 2006 ging de Commissie Forumfunctie van start. Zij kreeg van het KNAW-bestuur de opdracht voorstellen te doen voor een genootschap nieuwe stijl door ‘de huidige forumfunctie van de KNAW tegen het licht te houden en waar nodig te herijken, alsook nieuwe formats uit te denken (inhoudelijk en organisatorisch)’.

De Commissie Forumfunctie stond onder leiding van Frits van oostrom en kende als leden: Pearl Dykstra, Willem Frijhoff, Martijn Katan, Jos van der Meer, Jan Vandenbroucke, Ellen van Wolde, Jan Luiten van Zanden, Robbert Dijkgraaf en Annelies ten Have (secretaris). De commissie is bijeengekomen op 12 septem-ber 2006, 24 novemseptem-ber 2006, 26 januari 2007, 14 mei 2007 en 25 septemseptem-ber

(8)

2007. op 11 juni 2007 organiseerde de commissie bij wijze van experiment een ‘Dispuutsavond’ waar KNAW-leden en De Jonge Akademie (DJA)-leden tijdens een diner met elkaar in gesprek gingen rond vier vooraf bepaalde thema’s.

De Commissie Forumfunctie hoopt in haar voorstellen een goede balans te hebben gevonden tussen behoud (en verbetering) van gerespecteerde bestaande gebruiken binnen de KNAW en, anderzijds, het beproeven van nieuwe vormen. Kenmerkende noemers van die laatste zijn: afdelingsoverschrijding, kleinscha-ligheid en ongedwongen maar stijlvolle sfeer. Het hierna volgende rapport be-handelt in vier hoofdstukken: de bestaande forumfunctie (hoofdstuk 1), nieuwe vormen (hoofdstuk 2), het Trippenhuis (hoofdstuk 3) en de organisatie (hoofd-stuk 4). Het rapport is ter discussie aangeboden in de afdelingsvergaderingen en dagelijks bestuur. De gedane suggesties hebben geleid tot enige anvullingen in het rapport. op 19 mei 2008 in de Verenigde Vergadering wordt het rapport aan de leden aangeboden ter finale bekrachtiging.

Ten slotte, voor de goede orde en de toekomst: de forumfunctie van de KNAW omvat beslist meer dan het verkeer der leden. De KNAW, haar instituten en Trippenhuis kunnen ook een belangrijke rol spelen in hun ‘externe’ forumfunc-tie: als organisator en/of plaats van handeling van symposia en alle mogelijke bijeenkomsten voor en door de wetenschap, en in verschillende gradaties van pu-bliek bereik. ook op dit gebied heeft de KNAW nog veel te winnen, desgewenst; zie alleen al de enorme belangstelling voor de in 2005 door ons georganiseerde serie over ‘Geloof en wetenschap’. De Commissie Forumfunctie heeft het voors-hands niet tot haar taak gerekend ook op dit gebied voorstellen te doen; in het navolgende gaat het derhalve om de ‘interne’ forumfunctie. Wat ons betreft mag het een opmaat zijn naar meer.

(9)

1. Bestaande forumfunctie

De bestaande bijeenkomsten van de afdelingen Letterkunde en Natuurkunde zijn de maandelijkse afdelingsvergaderingen en sectievergaderingen. Verder or-ganiseren de afdelingen jaarlijks gezamenlijk twee themabijeenkomsten, en een Verenigde Vergadering.

1.1 Afdelingsvergaderingen

De vergaderingen van de afdelingen Letterkunde en Natuurkunde kennen onge-veer hetzelfde stramien en kennen een open en een besloten gedeelte.

in het openbare programma komen aan de orde: bespreking van de notulen, twee wetenschappelijke lezingen en de herdenking van overleden leden. De le-zingen worden gehouden door leden (actieve, rustende, buitenlandse leden en correspondenten) van de ‘eigen’ afdeling, en eens per jaar wordt een spreker van de ‘andere’ afdeling hiervoor uitgenodigd. ook leden van De Jonge Akademie krij-gen de mogelijkheid een van de lezinkrij-gen te verzorkrij-gen. De afdeling Letterkunde organiseert in aanvulling op het klassieke vergaderprogramma tweejaarlijks the-mavoordrachten. Dit zijn voordrachten over een thema dat vanuit twee verschil-lende invalshoeken wordt belicht.

in het besloten deel van de afdelingsvergadering komen agendapunten aan de orde waar de leden volgens de reglementen van de KNAW besluiten over moe-ten nemen dan wel inspraak over hebben, zoals benoemingen in commissies en raden, verkiezingen van nieuwe leden en wijzigen van reglementen. ook infor-meert het afdelingsbestuur de leden in deze vergadering over de activiteiten van het dagelijks bestuur en het afdelingsbestuur, en andere actuele aangelegenhe-den in en rond de KNAW.

in aansluiting op afdelingsvergaderingen zijn er met enige regelmaat prijsuit-reikingen die in een bijzondere zitting van de desbetreffende afdeling gehouden worden.

Uit de presentielijsten van de afdelingsvergaderingen blijkt dat verhoudingsge-wijs minder actieve leden tijd vrijmaken om aanwezig te zijn dan rustende leden.

(10)

in de afdeling Natuurkunde ligt de verhouding actieve/rustende leden qua

atten-dance rond de 30/70 procent. in de afdeling Letterkunde ligt die verhouding rond

de 50/50. in het algemeen zou de aanwezigheid van leden bij de afdelingsverga-deringen hoger moeten zijn, zo leeft het brede gevoel – al was het maar omdat deze maandelijkse bijeenkomsten traditioneel de aangewezen gelegenheid zijn voor leden om hun lidmaatschap van de KNAW op genootschapsniveau vorm en inhoud te geven. Afwezigheid bij afdelingsvergaderingen staat niet zelden in spi-raalwerking met onthechting in bredere zin, met alle risico’s van een “papieren” lidmaatschap en krachtsverlies binnen de KNAW.

Nadenkend over de redenen achter dit alles, vermoedt de commissie een wis-selwerking van factoren. in de eerste plaats is er het chronische tijdgebrek waar-onder prominente wetenschappers lijden. Dit maakt dat bijeenkomsten een zeer voelbare meerwaarde moeten hebben om ze te bezoeken, zeker als er serieuze reistijd in het spel is. Minder gelukkige roostering van de vergaderingen kan dit probleem versterken, al blijkt inmiddels uit ervaring dat over de wenselijkheden in dit verband binnen onze gelederen nogal verschillend wordt gedacht, al naar gelang gebruiken, agendadruk, reistijd en wie weet bioritme. De roostering is dan ook volgens de commissie noch de oorzaak noch de oplossing van dit probleem. Als de inhoud van de bijeenkomsten voor de leden voldoende attractiviteit heeft, zal het bezoek eraan maar zelden onoverkomelijk blijken.

in welke inhoudelijke richting(en) zouden de afdelingsvergaderingen bijsturing verdienen? in aansluiting op het hierboven gestelde zou de commissie – en met alle respect voor het “Zuiver om de wetenschap” op onze gevel - het niet willen zoeken in wetenschappelijk steilewandrijden als hoogste doel. Dit zou immers, in beide afdelingen, betekenen dat gezien de tegenwoordige specialisatiegraad van wetenschap de voordrachten slechts voor een zeer klein deel van de (poten-tieel) aanwezigen op waarde te schatten zouden zijn. Voor zulke voordrachten – intussen altijd nog de kern van “academieabele” wetenschapsbeoefening – zijn inmiddels vakcongressen en waarschijnlijk ook sectiebijeenkomsten (zie hieron-der) veel geëigender fora. onverlet blijft bij dit alles dat nieuw gekozen leden zich op afzienbare termijn in de afdelingsvergaderingen zouden moeten presenteren met een voordracht over lopend werk.

Maar waar het bij voordrachten op afdelingsniveau vooral om zou moeten gaan, is om vanuit het eigen specialisme de brug te slaan naar andere terreinen en de medeleden die in andere gebieden werkzaam zijn (waarbij de outreach beter ver-der kan strekken dan de naastgelegen specialismen). Wat ons betreft zou het doel van voordrachten op afdelingsvergaderingen niet gelegen moeten zijn in het voor ingewijden herbevestigen van eigen excellentie – die hoeft, na toekenning van het

(11)

KNAW-lidmaatschap, niet meer te worden bewezen. Veel beter (en zeker zo moei-lijk) is het te streven naar de begrijpelijke, boeiende presentatie van een vakge-bied/benaderingswijze voor juist het brede forum van de wetenschap, waarbij het belangrijk is te laten zien wat de persoon van de spreker wetenschappelijk drijft. Het doorgaans zeer goede onthaal van de (voordrachten bij) themabijeenkomsten wijst volgens onze Commissie evenzeer op de behoefte in onze gelederen aan deze bredere vorm van kennismaking en discussie.

Concreet stelt de Commissie Forumfunctie ten aanzien van het formaat van afde-lingsvergaderingen de volgende aanpassingen voor:

1. vermindering aantal afdelingsvergaderingen en vermeerdering afdelingsoverstijgende bijeenkomsten

De commissie stelt voor het aantal afdelingsbijeenkomsten terug te brengen naar circa vijf per jaar (thans tien) en in de vrijkomende ruimte (circa vijf) afdelings-overschrijdende bijeenkomsten in de geest van de huidige themabijeenkomsten te organiseren die tevens voor een breder publiek en pers toegankelijk zijn. 2. naast vakinhoudelijke lezingen van de leden ook gastsprekers van de

‘andere’ afdeling en sprekers/gasten “van buiten”.

De commissie stelt voor naast de vakinhoudelijke lezingen van leden ook spre-kers van de ‘andere afdeling’ uit te nodigen en sprespre-kers van buiten de Akademie. Daarbij ware rekening te houden met actuele zaken in het wetenschapsbeleid, brede maatschappelijke kwesties en beeldbepalende wetenschappelijke thema’s, zoals naar aanleiding van het Darwinjaar en Linnaeusjaar. Dergelijke actualise-ring zou ook de vorm kunnen krijgen van een akademielid dat een gezagheb-bende analytische kijk geeft op eigentijdse kwesties, zoals het gebruik van statis-tiek in de zaak Lucia de b., de impact van de hypotheekcrisis of het falen van de Hubble telescoop.

Tenslotte zouden wij ernaar kunnen streven om af en toe prominente gasten uit politiek, kunst, (wetenschaps)journalistiek en bedrijfsleven uit te nodigen voor gedachtewisseling met de leden van de Akademie. Alleen al via de president heeft de KNAW vele interessante relaties met wie de kennismaking in het Trippenhuis wederzijds verrijkend zou kunnen zijn. Peiling in die kring heeft uitgewezen dat zij, mits tijdig geagendeerd, graag bereid zouden zijn tot het gesprek met KNAW-leden in informele setting. Dergelijke onderdelen zouden onze bijeenkomsten

(12)

natuurlijk niet moeten overwoekeren; maar de commissie is ervan overtuigd dat de Akademie zou winnen met een periodiek agendapunt als ‘De KNAW in ge-sprek met….’, met gasten zoals de voorzitter VNo/NCW, directeur Rijksmuseum, president Royal society, voorzitter VsNU, directeur Teleac, voorzitter sER, burge-meester van Amsterdam e tutti quanti.

3. vermindering van het aantal buitengewone vergaderingen op de huidige afdelingsdagen vinden de gewone en buitengewone vergaderingen aansluitend op elkaar plaats. Vermindering van het aantal afdelingsvergaderin-gen naar vijf werpt de vraafdelingsvergaderin-gen op of de buitengewone vergaderinafdelingsvergaderin-gen verminderd kunnen worden en zo ja, wanneer dan de beste tijd is om ze in het jaarrooster te plannen. Vermindering van het aantal buitengewone vergaderingen naar vijf oogt misschien als een stap terug in democratische procesgang, maar daar zou volgens de commissie tegenover moeten staan de inhoud van deze bijeenkom-sten substantiëler te maken. De commissie ziet liever vijf buitengewone verga-deringen waarin echte communicatie en discussie met de leden plaatsvindt op hoofdthema’s van beleid, dan 10 vergaderingen waarin grotendeels stukken ter kennisneming staan geagendeerd. Zo zou de buitengewone vergadering bijvoor-beeld een goede gelegenheid kunnen bieden om te leden te laten delen in op stapel staande adviezen vanuit de KNAW-adviesraden. Wellicht valt te realiseren om buitengewone vergaderingen van beide afdelingen voor zulke gelegenheden bij tijd en wijle te combineren?

4. uniformeren herdenking van overleden leden

De KNAW besteedt aan de herdenking van overleden leden van oudsher goede aandacht, die zowel door leden als bezoekers zeer op prijs wordt gesteld. (Tot lang nadien: de levensberichten in ons Jaarboek vormen een niet te onderschatten bron voor wetenschapshistorici). De twee afdelingen hebben hiervoor inmiddels hun eigen gebruiken, waarvan het de commissie goed zou dunken ze te com-bineren onder vereniging van de beste elementen. Dat betekent dat tijdens de herdenking een portret van de overledene wordt geprojecteerd, en dat het levens-bericht wordt uitgesproken door het akademielid dat hiervoor het meest terzake kundig is. bovendien zouden familie en relaties van de herdachte moeten worden uitgenodigd dit deel van de vergadering bij te wonen, en vooraf kort door het afde-lingsbestuur worden ontvangen. De ervaring bij Letterkunde leert dat zij dit zeer op prijs stellen; niet zelden ontving het bestuur na afloop een bedankbrief waarin

(13)

de familie aangaf zich vereerd te hebben gevoeld, en dankzij het levensbericht nu beter te begrijpen waaraan hun dierbare altijd zo toegewijd was geweest.

1.2 Sectievergaderingen

Doorgaans annex aan de afdelingsvergaderingen, vergaderen de leden van de KNAW in sectieverband. Cruciaal is daarbij de bespreking van nieuwe kandi-daten voor het akademielidmaatschap. Daarnaast organiseren sommige secties ook vakinhoudelijke voordrachten, die doorgaans goed bevallen. Hoe vaak secties vergaderen en met welke agenda, verschilt per sectie. bij de sectievergaderingen zijn over het algemeen net als in de afdelingsvergadering de actieve leden in de minderheid. ook al verschillen de culturen nogal sterk per sectie, de Commissie Forumfunctie heeft de indruk dat de nadruk op verkiezing van nieuwe leden en een gebrek aan wetenschapsinhoudelijke zaken de actieve leden nogal eens min-der geneigd maken naar de Akademie te komen – met alle nadelen van dien, inclu-sief de beraadslagingen over en het draagvlak voor nieuwe KNAW-kandidaturen. Wellicht dat ook het dichter aanhalen van de banden tussen secties en hun vakge-noten in DJA de bijeenkomsten op sectieniveau zouden kunnen inspireren. in lijn met het direct voorafgaande en het ten aanzien van de afdelingsvergade-ringen bepleite, stelt de Commissie Forumfunctie concreet voor:

5. meer vakinhoudelijke voordrachten in de sectievergaderingen; betere banden met dja

om de deelname van actieve leden aan de sectievergaderingen te verhogen, ad-viseert de commissie nieuwe leden zo spoedig mogelijk een voordracht/zelfpre-sentatie te laten houden in de sectie waartoe ze behoren. Verder beveelt de com-missie secties aan zich te bezinnen op het intensiveren van de contacten met vakgenoten in De Jonge Akademie.

1.3 Gezamenlijke bijeenkomsten: themabijeenkomsten en Verenigde Vergadering Tijdens de themabijeenkomsten vinden lezingen plaats door leden en niet-le-den over een bepaald thema vanuit zowel de letterkundige als natuurkundige disciplines. Randvoorwaarde is dat de thema’s sterk interdisciplinair dienen te zijn, en bovendien een uitgesproken actuele dimensie moeten hebben. Zo wa-ren de thema’s in voorgaande jawa-ren onder meer Communicatie als cognitief proces,

(14)

Human Ageing, Veiligheid, Evolutie, Het Nederlandse Landschap en Onzekerheden en Klimaatverandering. De themabijeenkomsten trekken veel publiek, zowel vanuit

de leden als niet-leden. Zij worden achteraf doorgaans zeer gunstig beoordeeld, met niet zelden het gevoel dat bij een goede voorbereiding vanuit de afdeling Voorlichting (inmiddels: Communicatie) van de bijeenkomsten meer te maken was geweest op extern gebied.

Concreet stelt de Commissie Forumfunctie voor (en zie ook par. 1.2):

6. organiseer vaker themabijeenkomsten, en zorg voor een goede begeleiding vanuit de afdeling communicatie.

De jaarlijkse Verenigde Vergadering is traditioneel van opzet met eerst een beslo-ten deel waar onderwerpen aan de orde gesteld worden zoals vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening. in het openbare deel wordt een wetenschappelijke voordracht gehouden en om de twee jaar de Akademiepenning uitgereikt. De jaarrede van de president heeft in de afgelopen jaren een wat sterker opiniërend karakter gekregen, inclusief een nadrukkelijker naar buiten gerichte intentie. Gezien de reacties, lijkt de buitenwereld hiervoor ontvankelijk.

De commissie ziet voorshands geen aanleiding in de opzet van de Verenigde Vergadering wijzigingen aan te brengen.

(15)

2. Nieuwe vormen

Naast aanpassingen in het stramien van afdelingsbijeenkomsten, ziet de commis-sie veel in het introduceren van vernieuwende, minder formele en vooral klein-schaliger bijeenkomsten voor de leden, ter stimulering van ontmoeting en debat. in deze geest vonden in 2007, bij wijze van experiment, twee bijeenkomsten plaats van een nieuw type: de Diesviering en de Dispuutsavond. Verder noemen wij nog excursies zoals het bezoek aan de tentoonstelling Leporello in het Post Cs kantoor te Amsterdam, het bezoek aan Kasteel Huis bergh en de jaarlijkse institutendag die leden op een laagdrempelige wijze met elkaar en met de KNAW-organisatie in contact brengen.

2.1 Diesviering

De Diesviering op 8 mei 2007 was een voor de Akademie nieuwe en onconven-tionele bijeenkomst die veel belangstelling van de leden trok. De bijeenkomst draaide om de ontmoeting tussen het aloude genootschap en De Jonge Akademie, en het thema was hieraan gerelateerd: ‘Generaties in de wetenschap’. Dankzij met name de verfrissende inbreng van DJA gelukte het om de bijeenkomst anders-dan-anders te doen zijn, met als gevolg dat er op 8 mei een zeer aangename wind woei door het Trippenhuis. Zowel de programmaopzet (korte opening, filmpje, rondetafelgesprek, workshops en ‘speeddating’), als de informele en betrokken sfeer bleken zeer productief. Het feit dat de programmaonderdelen relatief kort waren zorgde voor een goede dynamiek. De dag heeft bovendien geleid tot allerlei vervolgcontacten tussen genootschapsleden en DJA.

De Commissie Forumfunctie hecht er zeer aan dat deze Diesviering in de KNAW een nieuwe traditie wordt. Het zou de ideale gelegenheid zijn om, op zijn minst een keer per jaar, de ontmoeting tussen het genootschap en DJA te verankeren – iets waar aan beide kanten duidelijk behoefte aan bestaat, maar nog te weinig structuur voor is geschapen. De Diesviering zou aldus een spil kunnen worden in het verkeer op hoog niveau tussen ervaring en vernieuwing: een mooie

(16)

vorm van collegialiteit en een niet te onderschatten bijdrage aan duurzame we-tenschapsbeoefening.

Concreet stelt de Commissie Forumfunctie voor:

7. maak van de diesviering op 8 mei een jaarlijkse traditie, met als kern de ontmoeting tussen genootschap en dja.

om de levendigheid te bevorderen, schatten wij in dat voor de inhoudelijke pro-grammering van de dies DJA het best het voortouw zou kunnen nemen, met dien verstande dat de dies uitdrukkelijk een gezamenlijke onderneming en ver-antwoordelijkheid moet zijn. in het jaar 2008 is de datum 8 mei uiteraard reeds bezet voor het hoogtij van KNAW 200; de eerstvolgende ‘traditionele’ diesviering die derhalve op de rol staat, is die op vrijdag 8 mei 2009.

2.2 Dispuutsavond

op 11 juni 2007 heeft bij wijze van experiment de zogenoemde Dispuutsavond plaatsgevonden. De opzet was om rond de onderwerpen Wetenschappelijk

be-wijs in soorten en maten, Wat doet prestatiedruk met wetenschap en wetenschapper?, Voortgang of vooruitgang? en Toeval in de wetenschap een inspirerend gesprek in

een ontspannen, sfeervolle ambiance en juiste groepsgrootte te organiseren. Per onderwerp konden maximaal twaalf deelnemers (uit genootschap en DJA) zich via de KNAW-website aanmelden. Het Trippenhuis was voor de gelegenheid fees-telijk aangekleed en verlicht. De avond werd geopend door de president met een glas champagne in de Tussenbibliotheek, waarna de deelnemers zich begaven naar een van de vier stijlkamers alwaar gedekt was voor een (Thais) diner. Na een korte introductie van het dispuutsonderwerp door twee inleiders (uit zeer verschillende vakgebieden) bracht de catering de maaltijd binnen, waarna het gesprek tijdens het eten gevoerd werd. Na ongeveer twee uur verzamelde men zich weer in de Tussenbibliotheek, alwaar de president de avond afsloot en men ervaringen deelde bij een digestief.

De commissie kijkt met grote voldoening op de dispuutsavond terug, daarin gesterkt door vele spontane reacties van deelnemers. (Zie voor een bloemlezing de bijlage)

(17)

Concreet stelt de Commissie Forumfunctie voor:

8. zet de lijn van vernieuwende en kleinschalige bijeenkomsten voort, te beginnen met nieuwe dispuutsavonden.

Wat de frequentie betreft denkt de commissie aan twee dispuutsavonden per jaar (in voor- en najaar), met bij voorkeur zes thema’s per avond. De feestelijke am-biance maakt integrerend deel uit van (het succes van) deze avonden. overigens zou de commissie zich goed kunnen voorstellen dat bepaalde dispuutsgesprek-ken een vervolg krijgen, binnen of zelfs buiten de Akademie, en kunnen uitstra-len naar afdelingsvergaderingen, secties, discussiefora op het web of studium generale-achtige initiatieven. De KNAW zou dit niet moeten willen regisseren, maar in voorkomende gevallen wel moeten proberen te faciliteren.

(18)
(19)

3. Inrichting Trippenhuis

En dan het Trippenhuis. Het Akademiegebouw is een unieke en mooie locatie om de ontmoetingsfunctie te realiseren. Echter: de inrichting – vooral entree, lounge, foyer en meubilair in diverse vertrekken – is feitelijk niet optimaal toege-rust om de forumfunctie tot zijn recht te laten komen. De commissie zou deze graag uitnodigender willen zien voor zowel leden als gasten. Natuurlijk brengt zoiets complicaties en (eenmalige) kosten met zich mee; het komt ons echter voor dat deze alleszins de moeite waard zijn in verhouding tot het grote doel: de KNAW hoogwaardig forum te laten zijn.

De wensenlijst van de commissie bevat in dit verband suggesties als de volgende: Maak de entree van het Trippenhuis uitnodigender

Plaats goede zitgelegenheid alsmede een leestafel in de ontvangstruimte –

Richt de lounge zodanig in dat gasten daar aangenaam kunnen verblijven –

Verplaats de bar, zodat de gasten uit de Tinbergenzaal makkelijker kunnen –

doorstromen

Probeer recepties vaker te doen plaatsvinden in de stijlvolle Rembrandtzaal –

en/of de tussenbibliotheek

breng sfeervolle verlichting aan in de ontvangstruimtes –

Richt in de tussenbibliotheek een

fellows room in, zoals de Royal society

schaf comfortabeler, maar uiteraard ook stijlvol meubilair aan, met respect –

voor de stijl van de historische ruimten

streef naar verbetering van de akoestiek in sommige ruimtes –

installeer een draadloos netwerk voor internet in de lounge en stijlkamers –

Maak videoconferencing mogelijk –

Verrijk de mogelijkheden van het Trippenhuis als locatie voor lunches en di-–

(20)

Concreet stelt de Commissie Forumfunctie voor:

9. verzoek directie, facilitaire dienst en trippenhuiscommissie in goed overleg een voortvarend project te maken van ‘forumfunctie

trippen-huis‘ en hiertoe geëigende aanpassingen te (doen) volvoeren. Mocht men bij dit project behoefte hebben aan concrete voorbeelden, dan zou een werkbezoek aan de Royal society in Londen alleszins verantwoord en inspire-rend kunnen zijn: een zusterakademie waar in een majesteitelijk (kantoor)pand klassieke en nieuwe mogelijkheden elkaar verrijken.

(21)

4. Organisatie

Eigenlijk zijn de hierboven genoemde voorstellen samen te vatten als meer lijn en levendigheid te brengen in onze forumbijeenkomsten. Daarvoor is wel regie nodig, al was het maar om te voorkomen dat verschillende initiatieven onvol-doende zouden sporen.

Concreet stelt de Commissie Forumfunctie voor:

10. stel een programmacommissie in, die de kalender en de inhoud van de (interne) forumactiviteiten van de knaw superviseert.

Deze programmacommissie dient in elk geval te bestaan uit de twee afdelings-voorzitters/vice-presidenten plus enkele leden (ook uit DJA). De vergaderfrequen-tie zal waarschijnlijk rond de twee keer per jaar liggen. De ondersteuning van de programmacommissie zal logischerwijs bij het secretariaat afdelingen liggen. Het zal duidelijk zijn dat de programmacommissie meer dan één jaar vooruit zal moeten kijken. bij de start zal de commissie een goede afweging moeten maken welke vernieuwingen in welke volgorde invoering verdienen, al was het maar om te voorkomen dat nieuwe vormen elkaar gaan verdringen.

(22)
(23)

Bijlage

Reacties naar aanleiding van de Dispuutsavond

op 11 juni 2007

1. ik wil ook graag nog even vastleggen dat ik de dispuutsavond bijzonder ge-slaagd vond. in zo’n breed gezelschap kom je misschien meer tot verbre-ding dan tot verdieping, maar ik vond het vooral heel inspirerend om door al die vakgebieden heen dezelfde gedrevenheid van de mensen die ermee bezig zijn te herkennen. belangrijkste gevoel bij de terugreis: wij zijn uitzonder-lijk bevoorrechte mensen.

2….het moet me van het hart, dat ik de dispuutsbijeenkomst laatst bijzonder op prijs heb gesteld. ook belangrijk was dat de aankleding tot in de puntjes ver-zorgd was. bedank de dames en heren maar die hiervoor verantwoordelijk waren! Het was een heerlijke avond die eindelijk recht doet aan wat een aca-demie behoort te zijn – een oase waar je over wezenlijke wetenschappelijke zaken kan brainstormen en een gelegenheid om de politiek even te vergeten. ik hoop dat er nog veel meer van dit soort gelegenheden zullen volgen. Als we elkaar allemaal wat beter leren kennen kan het ook nog wat minder stijfjes toe-gaan.

3. Eveneens een enthousiaste reactie van mijn kant. Vanaf het eerste moment van binnenkomst was de stemming anders dan in de afdelingsvergadering: geani-meerd, open naar elkaar, druk pratend. Een verademing. ik heb niet echt opge-merkt dat het aantal vrouwen gering was. in ons dispuut miste ik wel de DJA-ers, maar voor de rest vond ik de bijeenkomst zo geslaagd dat ik dit al bijna weer vergeten was.

4. in ‘mijn’ dispuut miste ik inderdaad de DJA’ers. Mbt M/V weet ik het zo net niet. in ons dispuut was de inbreng van Ellen van hoog niveau, maar ik schrijf

(24)

dat eerder toe aan haarzelf dan aan iets algemeen-vrouwelijks. Wat ik verder in discussie wil brengen is het tijdstip. Voor veel actieve leden is maandag volgens mij de slechtst mogelijke dag, met veel werkbesprekingen en vergaderingen. Mij lijkt zaterdag van 11:00 tot 13:00 geschikter; het interfereert minder met het werk en je houdt toch het grootste deel van de zaterdag nog vrij. Kunnen we niet eens enquêteren wat met name de actieve leden en de DJA de meest geschikte dag vin-den? Er zijn webprogrammaatjes die dat automatisch doen, je stuurt de leden een email met een link naar de site plus een mededeling hoeveel vragen je wilt stel-len, hoeveel minuten het ze naar schatting zal kosten, en dat hun privacy strikt wordt gerespecteerd. Als je niet teveel vragen stelt (3 of 4 is genoeg) verwacht ik een hoge respons.

5. Ter vergadering had ik willen zeggen hoe geweldig de dispuutsavond was: High Table in het Trippenhuis! ik heb uitermate veel genoegen beleefd aan de –

inbreng van de DJA (en aan de overigen ook natuurlijk). De aanwezigheid van de DJA moeten we erin houden! Het over-de-afdelingen-heen karakter moeten we ook handhaven.

Jan Vandenbroucke en ik zaten in hetzelfde dispuut: hij vond het aantal van 12 –

te groot; ik niet; het grotere aantal bood additionele gezichtspunten en meer gelegenheid om apart (bij de borrel na afloop) op een aantal thema’s door te gaan.

We hebben er mijns inziens goed aan gedaan om brede thema’s te kiezen ipv –

specifieke onderwerpen zoals de kwaliteit van het onderwijs of klimaatver-anderingen. Voor mij is het nog een open vraag of we nog een keer dezelfde onderwerpen moeten aanbieden maar dan met andere inleiders, of dat we compleet nieuwe onderwerpen moeten bedenken.

ik was teleurgesteld in het lage aantal vrouwen; ik geloof wel dat het percen-–

tage vrouwen overeenkwam met het percentage dat lid is van de Akademie. Een (vrouwelijk) lid vertelde me dat ze de uitnodiging ‘onvriendelijk’ vond. Waarom? omdat het maximum aantal deelnemers zo expliciet werd genoemd (‘toen hoefde het voor mij niet meer’).

6. Kort wat gedachten terugkijkend op de disputenavond, die wat mij betreft op-merkelijk succesvol was.

Contacten, gesprekken en debat verlopen gemakkelijk naar aanleiding van een –

wetenschappelijk inhoudelijk thema als dat een zekere intellectuele breedte heeft. Het thema “toeval” voldeed naar mijn mening uitstekend aan dit cri-terium. Wie had gedacht dat dit zo sterk leefde onder arabisten en mediëvis-ten?

(25)

informele interacties, die we allen zo hoog waarderen, gaan juist goed in de –

beslotenheid van het genootschap.

De inbreng van emeriti en DJA-leden was voortreffelijk en droeg bij aan de –

rijkdom van de avond. De aankleding was feestelijk. –

Jammer dat er toch enkele afzeggingen op het laatste moment waren, in het –

bijzonder voor degene op de wachtlijst.

7. ben geheel akkoord met de positieve evaluatie van de dispuutsavond, het lijkt me een goede aanleiding om nu ook op het punt van de organisatie van de af-delingsvergaderingen de voorstellen te doen (zoals eerder besproken) die veel meer uitwisseling tussen secties en de twee afdelingen mogelijk gaan maken - dit momentum moet daarvoor goed benut worden ik vond overigens de groep van 12 deelnemers niet te groot.

8. Alles bijeen een uitstekende ervaring. De aankleding van de tafel in de bilderdijkkamer was bijzonder stijlvol, echt indrukwekkend.Verbeterpunten:

Wij hadden 11 mensen en dat vond ik wat veel. Je kunt dan niet spontaan dis-–

cussiëren, ik moest als voorzitter regelmatig aanwijzen wie het woord kreeg. ik denk dat 6-8 mensen beter is.

Wij hadden geen jongeren (DJA), dat was jammer –

Eten: misschien makkelijker als het al op het bord ligt, dan hoef je niet tijdens –

de discussie schalen rond te geven

Voor de toekomst zou het goed zijn als we de discussie via het web konden voort-zetten. Wat vinden jullie van een forum per dispuutsonderwerp? Voor wie forums niet kent hier een link [www.pdatotaal.info/forum/showthread.php?t=14469] naar een forum van de PDA vereniging dat ik wel eens gebruik, maar er zijn na-tuurlijk veel mooiere forums op het web, ik ken ze niet allemaal.

9. Het was echt forum in fantastische entourage. Wat ik jammer vond is dat de eindborrel niet iets meer stijl had: liever port en cheddar, dan van alles wat en op het laatst nog de bitterbal

10. Mijn evaluatie van de avond is zeer positief, met dank aan iedereen voor alle inspanningen. Graag echo ik de gedachte van collega Hemker op de receptie: toen wij pas bij de KNAW benoemd waren dachten wij dat dit de bedoeling zou zijn – over vakgebieden heen discussiëren over algemeen wetenschappelijke the-ma’s – eigenlijk maakten we nu voor de eerste keer mee wat we gehoopt hadden te vinden. Zelf wil ik daaraan toevoegen dat het mij in hoge mate het oxfordse

(26)

‘high table’ gevoel gaf – iets waarvan ik dacht dat het in Nederland onmogelijk zou zijn.

Als ik toch een punt van mogelijke verbetering probeer te formuleren: zelf vond ik de groep net een tikje groot om tot werkelijke diepgang te komen. iedereen ver-trekt immers van eigen uitgangspunten en wetenschappelijke ervaringen die in eerste instantie abstract en absoluut worden geformuleerd. Alvorens iemand dan op basis van vragen door middel van voorbeelden heeft geëxpliciteerd waarom zij (hij) iets op een bepaalde wijze ziet, ben je al met een volgende idee bezig – omdat er dan al iemand anders is tussengekomen. Dat laatste geeft grote levendigheid, maar onderbreekt de gedachtewisseling die tot verheldering kan leiden van de gedachtegang van de vorige spreker.

Maar, zeker voor herhaling vatbaar, ook ongewijzigd! Vraag is of we zelfde the-ma’s laten terugkomen met andere inleiders, dan wel andere thethe-ma’s vragen aan de leden (die op de wachtlijst bijvoorbeeld).

11. Gisteravond ben ik met het uitermate voldane gevoel van ‘daar doe je het voor!’ naar huis gereisd. Dat lag aan de kwaliteit van het gesprek, aan de entourage en aan het gevoel een nieuwe weg ingeslagen te zijn. En dat toch in contrast tot de ledenvergadering van ‘s middags.

Waar het mij nu om gaat is het gevoel dat we op deze wijze – makkelijker dan ik eerst dacht- veranderingen kunnen bewerkstelligen.

Wanneer we dingen in beweging willen zetten die afdelingsoverstijgend en generaties overbruggend zijn is een een stuk praktijk kennelijk de gouden sleu-tel (ontmoeting KNAW/DJA en dispuutsavond). Reglementen kun je altijd ach-teraf aanpassen met verwijzing naar een gegroeide praktijk. Als dat top-down geprobeerd wordt, gaan de hakken in het zand.

Met een dergelijk perspectief zou de functie van de afdelingsvergadering op-nieuw bekeken kunnen worden. iets meer weg van de saaiheid. ik ga naar af-delingsvergaderingen om iets uit andere secties te horen. Met de themabijeen-komsten zijn we wel op de goede weg, maar het echt leuke van gisteren was het spontane gesprek na een korte inleiding over het breed geformuleerde thema. En als de Akademie laat zien dat zo iets zinvol kan gebeuren, doe je iets om die ellendige kloof tussen alfa, bèta en gamma niet alleen te dichten maar er ook een meerwaarde uit te halen. op deze weg heb je uiteindelijk de scheiding tussen de afdelingen niets eens meer nodig.

Als je dit soort gesprekscultuur ook in de afdeling zou kunnen introduceren kun je veel actueler zijn dan tot nog toe. Wat gisteren in het bestuur aangekaart werd over de adviesfunctie was een voorbeeld van de top-down constructie. ik zou

(27)

mij kunnen voorstellen dat de vragen die achter een advies zitten in een gespreks-ronde zoals gisteren een basis krijgen voordat de echte experts aan het werk gaan. En zo is er nog veel meer te bedenken.

12. Hierbij wil ik jou en de forumcommissie bedanken voor de dispuutsavond, die we gisteravond over het onderwerp ‘Prestatiedruk in de wetenschap’ gehad hebben. De ongedwongen en informele sfeer van de discussies met deelname van KNAW leden uit zeer uiteenlopende disciplines zijn door mij als zeer plezie-rig ervaren. Uit gesprekken met de deelnemers van de andere disputen heb ik ge-merkt, dat ook deze zeer geslaagd waren. Het uitstekende idee van een dispuuts-avond dient m.i. dan ook voortgezet te worden!

13. En dan ook maar even wat opmerkingen over gisteren 1. het was inspirerend; een plezier om met mensen uit andere disciplines van gedachten te wisselen. bij ons (bewijs) een heel goed gekozen thema waar iedereen actief over meepraatte 2. trekker was attente en vriendelijke gastvrouw die zo slim was om een ander tech-nisch voorzitter te maken (die dat ook weer heel goed deed). 3. Aankleding was heel mooi; eten was lekker. Enige kleine ‘min’ was dat het eten net iets te weinig was en de bediening pas laat (na 30 minuten, schat ik) kwam vragen of we meer wilden. Toen had iedereen het bestek echter al neergelegd hadden. overigens was bediening uitstekend. 4. ik kan alleen maar vermoeden hoeveel werk er achter de schermen verzet is. Complimenten echter want het was een goed geoliede machine.

14. Aan alleen die zich hebben ingezet voor deze avond: veel dank!

15. brilliant idea! Mathematicians, biologists, social scientists and judges have VERY different ideas of what constitutes proof!

16. Graag wil ik stellen voor een eventuele evaluatie dat ik het initiatief zeer appre-cieer en dat het best een jaarlijkse of halfjaarlijkse traditie zou kunnen worden. in principe zal ik zeker in de toekomst participeren. Wanneer, wat mij goed lijkt, de groepen meermalen in dezelfde samenstelling bijeenkomen, zou ik graag bij de groep blijven, waarbij u mij heeft ingedeeld.

17. Graag was ik aangeschoven op 11 juni.

(28)
(29)
(30)
(31)
(32)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor ree stemt de eigen observatie overeen met de beschrijving van De Marinis & Asprea (2006a) (Figuur 16), maar voor damhert werd een regelmatige golf

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

In de afdelingen moet meer ruimte komen voor vrije discussie en meningsvorming n er moet ruimte komen voor activiteiten die zijn afgestemd op de verschillende groepen leden

14Voorgesteld wordt om hiervoor preferenties te reserveren die uit de uit- zonderingsmarge der industriële landen komen.. eventueel begeleidt door additionele hulp15. Tegen

- Het is onduidelijk welke inventarisatiemethode gevolgd wordt: op welke manier de trajecten afgebakend worden en welke kensoorten (gebruikte typologie) specifiek worden

Op basis van de recent door het CBS en WODC gepubliceerde Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld 2020 wordt inzicht gegeven in de prevalentie van huiselijk geweld en

Nu er vanaf september 2020 nog één pastoor en één diaken zijn die samen benoemd zijn in twee pastorale eenheden, is een herschikking van het aantal weekendvieringen nodig.. Dit

BPF hoeft niet bij alles betrokken te zijn, initiatief ligt in principe bij de bewoners.. De Gemeente seint ons wel in als er iets speelt, maar geen verplichte