• No results found

Doen wat we geloven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Doen wat we geloven"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderzoeksverslag | Doen wat we geloven

De verhouding tussen beleden en geleefde religie.

Datum: donderdag 16 oktober 2014

Naam: Marc Potters

Studentnr.: 995169

(2)
(3)

Voorwoord

Wellicht kent u de uitspraak ‘wat in het vat zit, verzuurt niet’ wel. Zo’n vier jaar heb ik geleefd in de veronderstelling dat deze uitspraak niet waar is. Gelukkig bleek deze uitspraak m.b.t. dit onderzoek wel te kloppen. Bij deze presenteer ik u mijn

afstudeeronderzoek!

Al in 1999 ben ik begonnen met mijn studie Godsdienst Pastoraal Werk aan de

Hogeschool Windesheim. In die tijd was Henk Blenkers de opleidingsleider en hij is dan ook degene die mij de belangrijke les heeft geleerd dat ik nooit dieper kan vallen dan in de handen van God. Samen met Henk hebben Mariska en ik het korpsvitalisatieplan

ontwikkeld. De eerste stappen van onderzoek op theologisch gebied waren daarmee gezet. Henk, bedankt voor je vertrouwen, je spiegels en je relativeringsvermogen! Gelukkig zijn er nog meer mensen die bleven geloven in de mogelijkheid dat ik mijn

diploma zou gaan halen. Heel speciaal wil ik verder nog de volgende personen bedanken: Eduard Groen, voor zijn relativeringsvermogen, zijn vertrouwen en zijn scherpe analyses. Marchien Timmerman en Theo van Leeuwen voor de tijd die ze als tweede beoordelaar hier in steken, maar ook vooral voor de lessen. Marchien bedankt voor de liefde voor de buurt die je hebt overgedragen en Theo, bedankt voor de gouden uren die ik heb

meegemaakt in de lessen over pastoraat.

Ik realiseer mij dat ik de participanten aan dit onderzoek het best moeilijk heb gemaakt. Bedankt voor jullie tijd. Jammer dat ik jullie namen niet kan noemen, want dat verdienen jullie eigenlijk wel!

Het Leger des Heils heeft al die jaren mijn opleiding betaald en mij de tijd gegeven om te kunnen studeren. Dank jullie wel voor het vertrouwen en de stok achter de deur toen het echt niet langer meer mocht duren!

Mijn ouders wil ik ook bedanken. Natuurlijk vanwege de steun, maar ook vooral voor de momenten dat ik me bij jullie kon terug trekken om te studeren. Ik was weer even echt ‘zoon’ en dat gaf veel rust en ruimte om ongestoord te werken.

En dan Mariska en de jongens. Ik ben gezegend met een liefdevol gezin! De jongens hebben vaak stil moeten zijn, omdat papa moest studeren en Mariska heeft me op haar eigen subtiele en intelligente wijze altijd gestimuleerd om het bijltje er niet bij neer te

gooien. En daarnaast heeft ze ook nog een behoorlijk aantal uren er voor uitgetrokken om de laatste interviews uit te typen. Dat moet wel echte liefde zijn!

Jongens, papa is bijna klaar en heeft eindelijk tijd om de Warhammer poppetjes met jullie af te schilderen!

(4)

Inhoudsopgave

VOORWOORD 3   SAMENVATTING 6   INLEIDING 7   DE AANLEIDING ... 7   DE CONTEXT ... 7   DE ONDERZOEKSORGANISATIE ... 7  

AANSLUITING VAN HET ONDERZOEK IN DE ORGANISATIE ... 7  

PROBLEEMSTELLING 8   WAT IS HET PRAKTIJKPROBLEEM? ... 8  

WIE HEEFT MET HET PROBLEEM TE KAMPEN? ... 8  

WANNEER TREEDT HET PROBLEEM OP EN HOE IS HET ONTSTAAN? ... 8  

WAAROM IS HET EEN PROBLEEM? ... 8  

ONDERZOEKSDOEL, ONDERZOEKSVRAAG EN LITERATUUR ... 8  

Onderzoeksdoel ... 8   Onderzoeksvraag ... 9   Literatuurstudie ... 9   DE AANPAK 13   ONDERZOEKSACTIVITEITEN ...13   Dagboeken ... 13   Interviews ... 15   RESULTATEN 15   WAT HOUDT DE HEILIGINGSTHEOLOGIE BINNEN HET LEGER DES HEILS IN? ...15  

WELKE METHODIEKEN EN MATERIALEN ZIJN ER RECENTELIJK ONTWIKKELD EN GEBRUIKT OM DE BELEDEN RELIGIE VAN HET LEGER DES HEILS MEER NADRUK TE GEVEN? ...17  

Life! Geloofsgroei, discipelschap en navolging ... 17  

Hart voor God ... 17  

WAT IS DE GELEEFDE RELIGIE VAN DE JONGEREN IN DE LEEFTIJD VAN 18 T/M 29 JAAR DIE LID ZIJN VAN HET LEGER DES HEILS? ...18  

Relatie tot God ... 18  

Relatie met anderen ... 19  

Relatie tussen spiritualiteit en gevoel ... 20  

Muziek ... 20  

Twijfel ... 20  

WAT IS ER ZICHTBAAR IN HUN ‘GELEEFDE RELIGIE’ VAN DE ‘BELEDEN RELIGIE’ VAN HET LEGER DES HEILS? ...21  

De Bijbel ... 21   Jezus ... 21   Bekering ... 22   Actie ... 22   Hoe we zijn ... 23   Wat we doen ... 24  

VAN WELKE METHODIEKEN HEBBEN DE JONGEREN GEBRUIK GEMAAKT? ...24  

CONCLUSIES 25   GEEN ALGEMENE THEORIE ...25  

KENNIS OVER DE BELEDEN RELIGIE ...25  

BELEDEN RELIGIE IN HET DAGELIJKS LEVEN. ...25  

De Bijbel ... 25   Jezus ... 25   Bekering ... 25   Actie ... 26   Hoe we zijn ... 26   Muziek ... 26   SPIRITUALITEIT EN GEVOEL ...26   SLOTCONCLUSIE ...28  

(5)

VOORUITBLIK 28  

Openstaande vragen en punten ter discussie ... 28  

Suggesties voor vervolgonderzoek ... 28  

EVALUATIE 28   BIJLAGE 1 30   INSTRUCTIES DAGBOEK ...30   Inleiding ... 30   Suggesties ... 30   BIJLAGE 2 32   ONLINE TOOL DAGBOEK ...32  

BIJLAGE 3 33   VOORBEELD VAN EEN DAGBOEK (PARTICIPANT 3) ...33  

Dag 1 | 6 juli 2014 ... 33   Dag 2 | 8 juli 2014 ... 33   Dag 3 | 9 juli 2014 ... 34   Dag 4 | 10 juli 2014 ... 35   Dag 5 | 11 juli 2014 ... 36   Dag 6 | 12 juli 2014 ... 36   Dag 7 | 13 juli 2014 ... 37   BIJLAGE 4 38   DATATABEL DAGBOEK PARTICIPANT 3 ...38  

BIJLAGE 5 41   PROTOCOL VOOR INTERVIEW ONDERZOEK GELEEFDE RELIGIE |PARTICIPANT 1 ...41  

Basis ... 41  

Geloof ... 41  

Dagboek ... 41  

BIJLAGE 6 43   INTERVIEW PARTICIPANT 3|18 JULI 2014|19:30 UUR |SKYPE ...43  

BIJLAGE 7 51   DATATABEL INTERVIEW PARTICIPANT 1 ...51  

LITERATUUR 53  

(6)

Samenvatting

Dit onderzoek kijkt naar de verhouding tussen de beleden religie van het Leger des Heils en de geleefde religie van een aantal leden in de leeftijd tussen 19 en 29 jaar. Door middel van een literatuuronderzoek wordt de beleden religie geformuleerd en door middel van het bijhouden van dagboeken en het houden van interviews ontstaat er een beeld van de geleefde religie. Uit het literatuuronderzoek komen vervolgens een aantal eigenschappen die passen bij het Leger des Heils en door het praktijkonderzoek (de dagboeken en de interviews) wordt duidelijk of en in welke mate deze elementen ook bij de participanten zijn te vinden.

De conclusie is uiteindelijk dat er een beperkte relatie is tussen de beleden en geleefde religie. Deze relatie beperkt zich echter voornamelijk tot het dienen van anderen .

(7)

Inleiding

De aanleiding

In de afgelopen paar jaren is er internationaal gezien binnen het Leger des Heils meer aandacht gekomen voor de zogenoemde ‘heiligingstheologie’ van het Leger des Heils, waarbij de nadruk ligt op het leiden van een geheiligd leven.

Ook in Nederland is deze opleving zichtbaar in de strategieherziening van het

kerkgenootschap en in het thema dat het jongerenwerk van het Leger des Heils een aantal jaren geleden heeft meegekregen: ‘Hot ‘n Holy’. Graag wil ik onderzoeken of deze

opleving ook zichtbaar is bij de jongeren van het Leger des Heils en natuurlijk ook of dit wenselijk is. Is dit bijvoorbeeld ook zichtbaar in hun dagelijkse leven.?

De context

Het gebied waarbinnen een dergelijk onderzoek zich afspeelt wordt door Ruard

Ganzevoort omschreven als de ‘hermeneutiek van de geleefde religie.’(Ganzevoort, 2007, p. 22) Hij noemt dit ook wel ‘de relatie van mensen tot het heilige’. (idem)

De keuze voor de jongeren is belangrijk, omdat er in de afgelopen jaren veel materiaal binnen het Leger des Heils is ontwikkeld voor jongeren om hen te helpen om de ‘beleden religie’ te verbinden aan het dagelijks leven. Zo is het onderwerp ‘Heiligmaking’ een belangrijk onderdeel geworden binnen de verschillende onderwijstrajecten die het Leger des Heils heeft ontwikkeld. Hierbij kunnen we denken aan bijvoorbeeld het aangepaste Rock Solid programma voor jonge tieners. Youth for Christ heeft dit ontwikkeld, maar het is vervolgens wel aangepast voor de jongeren van het Leger des Heils. Specifieke

hoofdstukken over ‘Heiliging’ zijn bijvoorbeeld toegevoegd. In het voorwoord schrijft de waarnemend Veldsecretaris, Annelies Dijkstra het volgende over het doel van dit

programma: “Ik hoop dat door middel van dit pakket jongeren passie krijgen voor heiliging en die passie meer en meer in hun dagelijks leven zullen gaan uitdragen.” (Youth for Christ, 2011, p. 5)

De onderzoeksorganisatie

Het Leger des Heils heeft in de afgelopen jaren veel energie en tijd gestoken om het onderwerp heiliging op de agenda te zetten. In het beleidsdocument dat de organisatie heeft uitgegeven in 2009 staat een toekomstschets voor 2012. Deze is als volgt

omschreven: “We zien een korps voor ons…, waar mensen tot geloof komen en opgebouwd kunnen worden tot een geheiligd leven…” (Leger des Heils Beleidsoverleg Kerkgenootschap, 2009, p. 8). Daarnaast staat er in dit zelfde stuk dat er een aanbod moet komen voor geloofsopbouw, speciaal voor jonge gezinnen. (Leger des Heils

Beleidsoverleg Kerkgenootschap, 2009, p. 7) En hoewel dit idee in dit rapport niet verder is uitgewerkt, kunnen we wel de inspanningen zien in de jaren die daarop volgden. In het literatuuronderzoek zal ik een overzicht geven van de publicaties en programma’s die zijn aangeleverd in Nederland.

Aansluiting van het onderzoek in de organisatie

Al met al denk ik dat we mogen concluderen dat het Leger des Heils belang hecht aan geloofsopbouw op het gebied van heiliging en dat kinderen, jongeren en jonge gezinnen een belangrijk speerpunt zijn. Toch is er in de afgelopen 5 jaar nog geen onderzoek

(8)

geweest naar de effectiviteit en de uitwerking van de genomen stappen in de

strategieherziening van de jaren 2009-2011. Een aantal statistische doelen zijn makkelijk te verifiëren, maar doelen m.b.t. geloofsgroei, beleving en spiritualiteit zijn veel minder

makkelijk boven water te halen. Mijn onderzoek zal zich specifiek richten op dit gebied, zij het ingekaderd door een beperkte doelgroep.

Probleemstelling

Wat is het praktijkprobleem?

De afgelopen jaren is er in het Leger des Heils meer aandacht gekomen voor het

onderwerp ‘heiliging’ en de theologie die daarmee gepaard gaat. In de inleiding heb ik al kort omschreven hoe deze hernieuwde aandacht vorm is gegeven. Er wordt door de beleidsmakers op het hoofdkwartier hard gewerkt om de heiligingstheologie van het Leger des Heils in beeld te laten komen. Toch is het niet duidelijk of en in welke mate al deze energie en inzet vruchten afwerpt in de vorm van een hogere mate van het ‘uitleven’ van de heiligingstheologie bij de leden van het Leger des Heils.

Wie heeft met het probleem te kampen?

De beleidsmakers en programmamakers op het hoofdkwartier hebben er baat bij als de effectiviteit van de door hen ontwikkelde of vertaalde materialen wordt onderzocht. Nu wordt er best wel veel op papier gezet binnen de organisatie, dus is het van belang dat de beleidsmakers zoveel als mogelijk is duidelijke aanbevelingen krijgen die ze binnen hun werk kunnen gebruiken.

Wanneer treedt het probleem op en hoe is het ontstaan?

Doordat er vanaf 2009 veel aandacht is geschonken door de organisatie aan een

revitalisatie van het Kerkgenootschap is ook de theologie van het Leger des Heils opnieuw voor het voetlicht gebracht. Plannen zijn gemaakt en materialen zijn ontwikkeld of vertaald vanuit andere landen waar het Leger des Heils werkt. Al met al is in deze impuls veel energie gestoken. Het is van belang voor de organisatie en bovenal voor de mensen die er zoveel energie in hebben gestoken, de beleidsmakers op het hoofdkantoor, om te weten of deze investering goed besteed is.

Waarom is het een probleem?

De effectiviteit van een bepaalde aanpak is voor het Leger des Heils een belangrijk punt. De middelen en mensen zijn beperkt en daarnaast loopt het ledenaantal nog steeds

langzaam terug. Een nieuw elan is nodig om dit tij te keren. De ingeslagen weg met nieuwe materialen en methoden is één van de manieren waarop het tij wordt gekeerd. Dit

onderzoek begeeft zich op het terrein van de vraag of dit ook werkelijk werkt.

Onderzoeksdoel, onderzoeksvraag en literatuur

Onderzoeksdoel

Het doel van dit onderzoek is om informatie en advies te geven aan de beleidsmakers over de relatie tussen de ‘beleden religie’ van het Leger des Heils tot de ‘geleefde religie’ van de jongeren van het Leger des Heils. De beleden religie staat hierbij voor de theologie van het Leger des Heils, zoals deze op schrift is gesteld, maar ook de manier waarop de theologie van het Leger des Heils zichtbaar wordt volgens de literatuur.

(9)

Onderzoeksvraag

Hoe verhoudt zich de ‘beleden religie’ van het Leger des Heils tot de ‘geleefde religie’ van de leden van het Leger des Heils in de leeftijd van 19 t/m 29 jaar.

Deelvragen

1. Wat houdt de heiligingstheologie binnen het Leger des Heils in?

2. Welke methodieken en materialen zijn er recentelijk ontwikkeld en gebruikt om de heiligingstheologie meer nadruk te geven?

3. Wat weten de jongeren in de leeftijd van 19 t/m 29 jaar die lid zijn van het Leger des Heils over de heiligingstheologie?

4. Van welke methodieken hebben de jongeren gebruik gemaakt?

5. Wat is de geleefde religie van de jongeren in de leeftijd van 18 t/m 29 jaar die lid zijn van het Leger des Heils?

6. Wat is er zichtbaar in hun ‘geleefde religie’ van de heiligingstheologie?

Literatuurstudie

In de literatuurstudie komt als eerste de simpele vraag naar voren: ‘Wat is heiliging?’ De vraag is niet zo simpel te beantwoorden, omdat er door verschillende schrijvers en denkers anders over wordt geschreven. De grote lijn is gelukkig wel hetzelfde, maar toch zijn er genoeg verschillen om verwarring in de hand te spelen. De grootste verwarring is wellicht het door elkaar gebruiken van de termen heiliging en heiligmaking. Ze worden door elkaar gebruikt en betekenen eigenlijk hetzelfde. Toch kies ik voor het woord heiliging, omdat daar voor mij meer het proces uit spreekt dat God met je gaat. Bij heiligmaking heb ik meer het idee van een maakbaarheid in het proces. Deze term legt naar mijn idee dan weer te weinig nadruk op het onderwerp genade, terwijl dat binnen het Leger des Heils juist zo’n centrale rol inneemt. Elke dag opnieuw mogen we ons best doen om meer op Jezus te gaan lijken en een geheiligd leven te leiden, maar dit is alleen mogelijk als we beseffen dat we leven vanuit de genade die God ons geeft. In de citaten worden deze termen nog wel door elkaar gebruikt, omdat ik uiteraard bij de keuze van de aangehaalde schrijvers wil blijven.

Geschiedenis

Om er achter te komen hoe de beleden religie van het Leger des Heils er uit ziet is het denk ik goed om naar drie takken van sport te kijken. Ten eerste kijk ik naar de

geschiedenis van het Leger des Heils. Ik heb er voor gekozen om de classificatie van Johan Ringelberg te gebruiken, aangezien deze ook ruimte geeft aan de spiritualiteit van het Leger des Heils. (Ringelberg, 2005, pp. 24-34)

Ringelberg identificeert drie stromingen die het gedachtegoed van het Leger des Heils direct hebben beïnvloed. De eerste is de ‘Christian Community’, een christelijke

gemeenschap in Londen, oorspronkelijk begonnen als gemeenschap van Calvinistische vluchtelingen (de Hugenoten) uit Frankrijk. Ze waren gevlucht vanwege het feit dat deze mensen door de Franse koningen werden vervolgd. Veel vluchtelingen kwamen terecht in Duitsland en Nederland, maar ook vonden enkele duizenden vluchtelingen in Londen een nieuwe plek. (Ringelberg, 2005, p. 25). De Londense Hugenoten waren sterk beïnvloed door het gedachtegoed van Calvijn. Grote waarde werd dan ook gehecht aan de volstrekte soevereiniteit van God en de manier waarop dit het dagelijkse leven

beïnvloedde. De Bijbel was hierin de belangrijkste bron van kennis. Dat is Gods Woord en daaraan ontleende men alles wat men moest weten over het dagelijkse leven. De leden

(10)

van de Christian Community waren harde werkers en leidden een bescheiden leven. Daarnaast voelden zij zich in navolging van Jezus en Calvijn verantwoordelijk voor de noden in hun dagelijkse leven en deden ze veel aan liefdadigheid. De invloed van de Community op het Leger des Heils is zichtbaar in de nadruk die ook het Leger des Heils legt op het dienen van mensen. Veel leden van de gemeenschap waren dan ook nauw betrokken bij de stichting van het Leger des Heils in 1865 (Ringelberg, 2005, p. 26) De tweede stroming is de stroming van de ‘Quakers’. De spiritualiteit van het Leger des Heils vindt zijn oorsprong voor een groot deel bij deze ‘Society of Friends’, zoals zij zichzelf

noemden. Het is een groep die zijn oorsprong vond in de 17e eeuw en die bekend stond

om de nadruk die lag op de innerlijke beleving. Over de verbinding met het Leger des Heils

rond het midden van de 19e eeuw schrijft Ringelberg het volgende: ‘Quakers waren in deze

periode nauw betrokken bij de evangelisatie onder de arme bevolking van de oostelijke stadsdelen van de Engelse hoofdstad.’ (Ringelberg, 2005, p. 28) Catherine Booth, de

vrouw van de stichter van het Leger des Heils is in de periode 1861 – 1865 meermalen bij de evangelisatie-acties van de Quakers betrokken geweest als gastspreekster. Dit geeft niet alleen een nauwe band aan tussen de twee bewegingen, maar ook een

eensgezindheid in geloof. De nadruk op bekering, het uiten van de geloofsbeleving en de ruimte voor het gevoelsleven binnen het geloof zijn de punten die het Leger des Heils in ieder geval ten dele te danken heeft aan de Quakers.

En de derde, meest invloedrijke stroming is de stroming van het Methodisme. Als we kijken naar de theologie van het Leger des Heils dan kunnen we al snel de invloed bemerken van het Methodisme van John Wesley en zijn wens ‘not only to make sinners

good, but to ground the saints in a good grasp of sound doctrine.’ (Clifton, 1999, p. 48)

Bekering en heiliging zijn begrippen die cruciaal zijn voor het Leger des Heils en het Methodisme. William Booth was zelf een Methodistenpredikant. In de beginperiode rond de start van het Leger des Heils hield hij zich nog niet echt bezig met de maatschappelijke ondersteuning, maar meer met evangelisatie. In de sloppenwijken van Oost-Loden riep hij mensen op om zich te bekeren en hun leven te veranderen (heiliging).

Vier principes

Na deze korte geschiedenis richt ik mij op de vier principes van de evangelische beweging. Het Leger des Heils behoort ook tot deze richting en deze principes heb ik opgenomen, omdat deze aangeven waar het Leger des Heils op het gebied van wat het gelooft de nadruk op legt. Ten eerste is het goed om te kijken of de principes zijn terug te vinden in het ontwikkelde materiaal en ten tweede ben ik benieuwd of deze ook zichtbaar zijn in de geleefde religie van de participanten aan dit onderzoek.

Het eerste principe is het centraal stellen van de Bijbel. ‘Evangelicals were Bible people’ (Bebbington, 2003, p. 300) De evangelicalen gebruikten veel tijd om de Bijbel te

bestuderen. Het was voor hen niet alleen een Christelijk boek met regels en richtlijnen, maar was het vooral het boek waarin alle geestelijke waarheid stond. (Bebbington, 1989, p. 12). Dit betekende niet dat alle evangelicalen de Bijbel letterlijk namen. Hun respect voor de Bijbel was universeel, maar de interpretatie verschilde.

Het tweede principe is het principe van de bekering. Binnen de evangelische beweging werd wel veel gediscussieerd over de waarde van aan de ene kant geleidelijke bekering en

(11)

aan de andere kant onmiddellijke bekering, maar dat bekering essentieel was, werd universeel aangenomen.

Het derde principe is de nadruk op het verzoenende werk van Jezus Christus aan het kruis (Crucicentrism). Bebbington noemt dit principe ook wel de ‘Doctrine of Atonement’ (de leerstelling van de Verzoening) (Bebbington, 2003, p. 299).

Het laatste principe en wellicht ook datgene waar het Leger des Heils het meest bekend om is, is het principe van het activisme. Aan de ene kant was dit principe zichtbaar in de schijnbaar eindeloze energie die evangelische predikers hadden terwijl ze het evangelie predikten. Wesley preekte bijvoorbeeld meer dan 40.000 keer en heeft meer dan 40 boeken en publicaties op zijn naam staan. (Bebbington, 1989, p. 11). Dit was natuurlijk ook sterk verbonden aan het principe van de bekering. Aan de andere kant werd het activisme ook zichtbaar in de wijze waarop Christelijke ethiek werd toegepast op de sociale structuren van die tijd.

Salvationism

Hoewel deze 4 principes ook voor het Leger des Heils gelden, geeft het nog slechts een algemeen beeld weer van de evangelische stroming. Om er achter te komen wat specifiek voor het Leger des Heils geldt, gebruik ik de term ‘salvationism’ oftewel heilsoldatisme. In het Engels wordt het woord Salvationism gebruikt om de combinatie van factoren weer te geven die het Leger des Heils onderscheidt van andere denominaties. Dit woord laat zich echter moeilijk vertalen. Ik heb hiervoor het woord ‘Heilssoldatisme’ gebruikt, maar het is meer de ‘natuur’ van het Leger des Heils. Heilssoldatisme is dan niet specifiek de natuur van de Heilssoldaat, maar de optelsom of combinatie van de verschillende specifieke kenmerken die onderscheidend zijn voor het Leger des Heils. Het geeft een bepaald wereldbeeld aan, een bepaalde houding. Het laat een palet van geloofswaarheden, standpunten, opvattingen en keuzes zien die als specifieke cocktail nergens anders te vinden is. (Clifton, 2004, p. 19)

Clifton omschrijft negen elementen die samen weergeven wat de uitgangspunten en waarden van het Leger des Heils zijn. Dit zijn (Clifton, 2004, p. 21)

• Realistisch • Idealistisch • Inclusief • Barmhartig • Simpel • Internationaal • Zichtbaar • Hoorbaar • Kwetsbaar

Bovenstaande elementen zijn niet direct theologische kenmerken, maar hebben wel direct te maken met de praktijk van alle dag. Daarnaast geeft Clifton aan wie het Leger des Heils is en welke kenmerken daar bij horen.

Nu weten we wat het Leger des Heils belangrijk vindt, wat het Leger des Heils is en welke kenmerken daarbij horen. Als laatste punt is het denk ik ook van waarde om te kijken wat het Leger des Heils doet, in theologische termen.

(12)

Hiervoor is het goed om te kijken naar de uitspraken die John Gowans, voormalig Generaal van het Leger des Heils, hier over heeft gedaan. Zijn gedachtegoed is nog steeds gemeengoed en zijn woorden zijn bijvoorbeeld letterlijk overgenomen door het Leger des Heils in Groot Brittannië in hun Mission Statement:

‘Called to be disciples of Jesus Christ, The Salvation Army United Kingdom Territory with the Republic of Ireland exists to save souls, grow saints, and serve suffering humanity’ (The Salvation Army, 2014)

Deze driepoot, van de hand van John Gowans, geeft dus aan wat de missie is van het Leger des Heils; wat ze doen:

1. Het redden van zielen

2. Het groeien in heiligheid (en anderen daarbij helpen) 3. Het dienen van de lijdende mensheid (anderen dienen)

Materialen

Er is binnen het Leger des Heils al behoorlijk veel materiaal ontwikkeld over de jaren. Toch is er voor de leeftijdsgroep van dit onderzoek nog niet veel ontwikkeld.

Wel is er materiaal dat specifiek ontwikkeld is voor kleine groepen, genaamd Life! (The Salvation Army Australia Eastern Territory, 2012) ‘Life!’ is ontwikkeld om tieners en jongeren te laten groeien in hun geloof in kleine groepen. Een aantal punten spelen hier de boventoon. Het eerste punt is dat ‘Life!’ gericht is op het leren hoe je de Bijbel kan toepassen in je eigen leven. (The Salvation Army Australia Eastern Territory, 2012, p. 2). Daarnaast is ook het opbouwen van gezonde relaties van belang. In het handboek staat dat als volgt omschreven: ‘Daarom gaat het in Life! nou juist om het ontwikkelen van

gezonde liefde voor elkaar – een liefde die is geworteld in de Bijbel en waarvan Jezus het voorbeeld geeft.’ (The Salvation Army Australia Eastern Territory, 2012, p. 5) In de

avonden is er een aantal ingrediënten dat altijd weer terugkomt. Zo staat de Bijbel centraal en wordt er gepraat over de relevantie van de Bijbel voor ons dagelijks leven en daarnaast wordt er ook aandacht gegeven aan de ontwikkeling van praktische

vaardigheden als bemoediging, bidden en dienstbaarheid. De praktische toepassing zelf komt ook aan bod in de vorm van een uitdaging. Hierdoor dagen de deelnemers elkaar uit om datgene wat ze hebben gezegd of beloofd ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen.

Naast het bovenstaande materiaal dat speciaal is vertaald voor de Nederlandse situatie zijn er ook in de afgelopen jaren twee boekjes vertaald die specifiek te maken met het onderwerp heiliging. Dat dit in de afgelopen twee jaar heeft plaats gevonden geeft naar mijn mening aan dat er vanuit de beleidsmakers de keuze wordt gemaakt en urgentie wordt gevoeld om dit onderwerp meer onder de aandacht van de leden van het Leger des Heils te brengen. Het behandelen van beide boeken is wat te uitgebreid voor de reikwijdte van dit praktijkonderzoek, maar ik wil toch graag even stil staan bij één van deze twee boeken

De eerste uitgave is een boekje met teksten van Samuel Logan Brengle, In het voorwoord schrijft generaal Eva Burrows het volgende over deze persoon: ‘Samuel

Logan Brengle is een begrip binnen het Leger des Heils; hij wordt beschouwd als onze ‘heiligingsapostel’ die niet alleen over heiliging heeft gepreekt en geschreven, maar het naar waarheid heeft voorgeleefd in de vele decennia waarin hij vorm heeft gegeven aan het geestelijk leven van het Leger des Heils.’ (Brengle, 2012, p. 9)

(13)

Het handzame boekje bestaat uit de volgende vijf delen:

1. Heiligheid. In dit eerste deel vinden we uitspraken van Brengle over heiligheid

en de link tussen heiligheid en de relatie met God en Jezus Christus.

2. Hoofdzaken van het Christelijk geloof. In dit gedeelte worden voornamelijk

eerst theologische begrippen als verzoening, opstanding en getuigen behandeld. Daarnaast komt ook Jezus duidelijk naar voren. Ondanks de enigszins ingewikkelde onderwerpen wordt alles toch in eenvoudige woorden uitgelegd. Een voorbeeld hiervan is de uitleg van het begrip ‘in Christus zijn’: ‘Hij

(Paulus, red.) bedoelde dat zo’n persoon verenigd is met Christus. Christus leeft in hem. Hij gelooft niet alleen in Christus; hij is verbonden met Christus.’

(Brengle, 2012, p. 49)

3. Christelijke heiliging. In dit gedeelte wordt het eigenlijk nog praktischer,

omdat er gekeken wordt naar wat heiliging nu eigenlijk inhoudt. Ook hebben verleidingen en zonden een belangrijke plek in dit gedeelte.

4. Christelijk leven. De beweging naar onszelf toe zet zich voort in het vierde

gedeelte over het christelijk leven. Brengle gaat hierin praktische onderwerpen langs als ‘maak geen ruzie’ of ‘de gevaren van de middelbare leeftijd’

5. Christelijke dienstbaarheid. Theologie in het Leger des Heils is eigenlijk altijd

praktisch van aard en de uitleg ervan dient simpel te zijn. Daarnaast is het ook vaak gericht op de ander. Vandaar dat ook dit laatste gedeelte zo goed past bij de werkwijze van het Leger des Heils. In dit gedeelte komen onderwerpen als het begeleiden van zoekenden en het zorgen voor anderen.

Al met al is wel te zien dat de schrijver van de teksten in dit boekje in het begin van de

vorige eeuw leefde. Hoewel de teksten in onze 21e eeuwse ogen soms primitief

overkomen, spreekt er toch een ongecompliceerde gedrevenheid uit die nog steeds karakteristiek is voor het Leger des Heils.

Bovenstaande uitgaven zijn redelijk recentelijk vertaald met als doel om de

heiligingstheologie onder de jongeren te stimuleren. De relatie met de beleden religie van het Leger des Heils komt naar voren in het hoofdstuk ‘Resultaten.’

De Aanpak

Onderzoeksactiviteiten

In dit onderzoek richt ik mij uiteraard op de hiervoor genoemde onderzoeksvraag en deelvragen. De eerste twee deelvragen worden beantwoord door het

literatuuronderzoek en de laatste vier deelvragen zijn beantwoord door mijn praktijkonderzoek. Het praktijk onderzoek is vervolgens onderverdeeld in twee disciplines. Het laten bijhouden van een dagboek en het afnemen van interviews.

Dagboeken

Het was mijn eerste opzet om 12 participanten een week lang een dagboek bij te laten houden. Ik heb ze hiervoor een online tool geboden om hun dagboek bij te houden. Zie hiervoor Bijlage 2. Tijdens de uitvoering hiervan stuitte ik al op het probleem dat het heel veel tijd heeft gekost voordat de dagboeken bij mij binnen kwamen. Na een maand had ik nog maar één dagboek binnen en na tweeëneenhalve maand acht stuks. Toen ik bij een aantal deelnemers vroeg waarom het zo lang duurde, lieten ze mij allemaal weten

(14)

dat ze het moeilijk vonden om de tijd te vinden om even te zitten en hun gedachten van die dag op te schrijven Schijnbaar is het in deze tijd gewoon heel lastig om mensen te vragen om een dagboek te schrijven. Uiteindelijk ben ik dus met veel aandringen en concessies doen, uitgekomen op acht dagboeken.

In tabel 1 staat een omschrijving van de participanten die hebben meegewerkt. Ze beschouwen zich allemaal als zijnde ‘verbonden’ met het Leger des Heils, maar ze zijn niet allemaal heilssoldaat. De verhouding man-vrouw (3-5) past wel een beetje bij de verhouding van deze leeftijdsgroep binnen het Leger des Heils. De verdeling was in eerste instantie 40% mannen en 60% vrouwen, maar het zijn voornamelijk een aantal mannen geweest die er uiteindelijk voor kozen om niet mee te doen. De geografische verdeling is redelijk divers. Ik realiseer mij wel dat de meesten uit de Randstad komen, maar dat past ook wel bij de geografische verdeling van het Leger des Heils. Hoewel het Leger des Heils een landelijke organisatie is, is er wel een concentratie van het werk en van de leden in de Randstad te vinden.

Ge-slacht Beroep Opleiding Opleidings-richting Plaats Leef-tijd Heils-soldaat

Vrouw coordinator vrijwilligerswerk en leerkracht

HBO Onderwijs Schiedam 26   Ja Vrouw Keukenassistent,

huishoudelijke hulp

Havo Cultuur en maatschappij

Den Haag 23   Nee Vrouw Scholier Lagere school,

VWO Certificaten Natuur & gezondheid Amsterdam 19   Ja Vrouw Student VMBO / Mavo Pedagogisch

Werker Gorinchem 19   Nee Vrouw Jeugd- Jongerenwerker HBO PABO Almere 26   Ja Man Accountant Universiteit Accountancy Den Haag 24   Nee Man Coatinginspecteur HBO

Coating-inspecteur Urk 27   Ja Man Missionair Werker Universiteit Internationale

Politiek

Katwijk 27   Ja  

tabel 1 | Participanten Dagboek

Maar waarom heb ik nu voor deze methode gekozen? Voor het beantwoorden van de vraag: “Wat is er zichtbaar in hun ‘geleefde religie’ van de heiligingstheologie?”, is het belangrijk om er achter te komen hoe hun dagelijkse leven er uit ziet. Om er voor te zorgen dat de participanten dit zo objectief mogelijk kunnen doen is de manier van bijhouden wezenlijk! Ik heb dan ook geprobeerd om elke vooraanname en voorkeur voor religieuze onderwerpen te vermijden, zodat de uitkomsten van het onderzoek niet door mij gestuurd worden. Voor de opzet van het dagboek maak ik gebruik van het boek Sacred Stories, Spiritual Tribes.(Ammerman, 2013). Voor het coderen van deze dagboeken is vooral de vraag belangrijk of de inhoud wel of niet een link heeft met religiositeit of spiritualiteit. Ook Ammerman begon in haar, veel uitgebreidere, onderzoek met deze centrale vraag: “A central question for each narrative was the presence or

absence of ‘spiritual’ or ‘religious’ content.” (Ammerman, 2013, p. 310) Hierbij is het wel

van belang om te beseffen dat veel algemene opmerkingen en daden in het leven te maken kunnen hebben met spiritualiteit. (Ammerman, 2013, p. 310) In Bijlage 1 vindt u de opzet van het dagboek. Ik heb hier grotendeels gebruik gemaakt van de opzet van Ammerman. (Ammerman, 2013, pp. 319-321) In Bijlage 3 vindt u een voorbeeld van een dagboek en in Bijlage 4 vindt u de wijze waarop ik de dagboeken uiteindelijk naar onderwerp heb ingedeeld.

(15)

Interviews

Uit de groep van acht participanten heb ik naar aanleiding van de aangeleverde

verhalen vijf personen uitgekozen om te interviewen. In tabel 2 vindt u een overzicht van deze participanten. De keuze om juist deze mensen te interviewen heeft te maken met de onderwerpen die in hun dagboeken naar voren kwamen en daarnaast wilde ik weer zo’n divers mogelijke groep interviewen.

Ge-slacht Beroep Opleiding Opleidings-richting Plaats Leef-tijd Heils-soldaat

Vrouw coordinator vrijwilligerswerk en leerkracht

HBO Onderwijs Schiedam 26   Ja Vrouw Scholier Lagere school,

VWO Certificaten Natuur & gezondheid Amsterdam 19   Ja Vrouw Student VMBO / Mavo Pedagogisch

Werker

Gorinchem 19   Nee Man Accountant Universiteit Accountancy Den Haag 24   Nee Man Coatinginspecteur HBO

Coating-inspecteur Urk 27   Ja

tabel 2 | Participanten Interviews

Deze interviews zijn bedoeld om dieper in te gaan op de verhalen uit het dagboek. Ik heb hierbij gekozen voor een ‘eenmalige, minder gestructureerde methode’ van

interviewen. (Donk & Lanen, 2012, pp. 208-209) Voor de interviews heb ik een protocol samengesteld dat voor iedereen hetzelfde was, maar waar wel nog een topiclijst aan was toegevoegd die aangepast was naar aanleiding van de dagboeken. (zie Bijlage 5) Dit protocol heb ik gevolgd tijdens de interviews, zodat de participanten de gelegenheid kregen om hun levensverhaal in grote lijnen te volgen en verhelderend en verdiepend in te gaan op de verhalen die zij hebben opgeschreven in hun dagboek. In het protocol heb ik daarnaast nog vragen opgenomen die verwijzen naar de 4 principes van de evangelische beweging: de Bijbel, Jezus, Bekering en Actie en vragen die specifiek over hun geloof gaan. Bij mijn conclusies zal ik er dan ook rekening mee moeten houden dat antwoorden die bij deze vragen zijn gesteld enigszins beïnvloed zijn door de vragen zelf.

Resultaten

In dit hoofdstuk bespreek ik de behaalde resultaten van het onderzoek. Hieronder staan de belangrijkste analyseresultaten per deelvraag.

Wat houdt de heiligingstheologie binnen het Leger des Heils in?

De heiligingstheologie is in de literatuurstudie al ruimschoots ter sprake gekomen. Een samenvattende omschrijving is ook te vinden in het boekje Hart voor God van Brengle. Hij omschrijft Heiliging als volgt: ‘Heiligmaking is het wegnemen van alle boosheid en

zonden en het vullen van het hart met liefde voor God en mensen.’ (Brengle, 2012, p. 18) Brengle gebruikt de termen heiliging en heiligmaking trouwens door elkaar. Ik

vermoed dat dit voornamelijk een keuze is van de Nederlandse vertaler en dat Brengle ‘Holiness’ gebruikt als term. Helaas heb ik de oorspronkelijke teksten niet terug kunnen vinden, zodat ik niet kan nagaan of mijn vermoeden klopt.

(16)

Tijdens het onderzoek heb ik er toch voor gekozen om enigszins van deze deelvraag af

(17)

te wijken en mij hier te richten op de ‘beleden religie’ van het Leger des Heils. De heiligingstheologie alleen is een te beperkt begrip om de geleefde religie van de leden mee te vergelijken. Maar wat is die beleden religie dan? Als we de verschillende

elementen uit de literatuurstudie in een schema verwerken dan zien we dat er een soort taartbodem of etagère ontstaat die in één oogopslag aangeeft wat het Leger des Heils belangrijk vindt, wat het Leger des Heils is en wat het Leger des Heils doet. Kortom: het geeft een beeld van de beleden religie van het Leger des Heils.

Welke methodieken en materialen zijn er recentelijk ontwikkeld en gebruikt om de beleden religie van het Leger des Heils meer nadruk te geven?

Life! Geloofsgroei, discipelschap en navolging

De in de literatuurstudie genoemde materialen heb ik bekeken en vergeleken met de elementen die in figuur 1 staan omschreven. In de introductie van het materiaal ‘Life!’ staat de volgende zin: ‘Het gaat over levensvaardigheden ontwikkelen die passen bij

een leefwijze, zoals God die van ons vraagt, zoals elkaar bemoedigen, naar elkaar luisteren en voor elkaar bidden. Wat centraal staat is leren hoe je dingen uit de Bijbel kunt toepassen in je leven.’ (The Salvation Army Australia Eastern Territory, 2012, p. 2)

We zien dus gelijk al een aantal elementen die ook in de beleden religie naar voren komen. Het levensvaardigheden ontwikkelen past bij het ‘Groeien in heiligheid’ En zelfs in de inleiding wordt dit gelijk al simpel en realistisch uitgewerkt. Daarnaast speelt ook de Bijbel een cruciale rol in dit materiaal.

Als we gaan kijken naar de onderwerpen die behandeld worden in dit materiaal, dan zien we aan de ene kant de onderwerpen die je mag verwachten in materialen voor kleine groepen, zoals God en de kerk, maar ook het actie-aspect van het Leger des Heils komt naar voren in de lessen over ‘Samen doen wat we geloven’. God, kerk en samen doen zijn dan ook de drie hoofdonderwerpen die in deze serie naar voren komen. Als we de onderwerpen van deze methode naast figuur 1 leggen, dan zien we dat er van de vier onderwerpen die we belangrijk vinden (de onderste schijf) alleen de Bijbel en Actie duidelijk naar voren komen. Jezus zit als het ware wel verweven in het materiaal, maar komt niet expliciet naar voren, terwijl God, de Vader wel in verschillende aspecten naar voren wordt gebracht. Het actiegedeelte komt vooral naar voren in de laatste serie over het samen doen.

Hart voor God

De link van dit boek naar de beleden religie heb ik al grotendeels bij de literatuurstudie gemaakt. Voor de overzichtelijkheid volgt hier nog wel even een samenvatting.

Ten eerste zien we verbindingen naar de onderste schijf. Jezus staat voorop in het hoofdstuk ‘Hoofdzaken van het christelijk geloof’. En in het laatste deel is het juist de bekering en de actie waartoe wordt en moet worden opgeroepen. De Bijbel wordt eigenlijk door het hele boekje heen veelvuldig aangehaald. De Bijbel wordt niet direct besproken, maar is wel de basis waarop het boekje is gebaseerd. Ten tweede past dit boekje bij hoe het Leger des Heils is, omdat de tekst simpel en realistisch is. Er is aandacht voor de zelfkant van de samenleving en gaat eerlijk in op problemen die we als christenen in ons geloof kunnen tegenkomen. De taal is daarbij eenvoudig.

(18)

zeldzame zelfspot. Hij is eerlijk over zijn eigen tekortkomingen en dat maakt zijn verhaal gelijk sterker. Als we als laatste de derde schijf (Wat we doen) over het boekje leggen, dan zien we dat het voornamelijk gaat over Persoonlijke Heiliging. Groeien in heiligheid heeft dan ook duidelijk de bovenhand. Het dienen van anderen en het winnen van zielen is wel aanwezig, maar minder expliciet en voornamelijk in het laatste deel.

Wat is de geleefde religie van de jongeren in de leeftijd van 18 t/m 29 jaar die lid zijn van het Leger des Heils?

Zowel in de dagboeken als in de interviews wordt er iets zichtbaar van de geleefde religie van de deelnemers. Omdat er niet echt specifiek is gevraagd naar spiritualiteit of religie bij de instructie voor het bijhouden van het dagboek, denk ik dat er een reëler beeld is ontstaan van de geleefde religie van de participanten. Immers, als er in het onderzoek naar spiritualiteit wordt gevraagd, dan is er ook meer zichtbaar in de

dagboeken dan wellicht in werkelijkheid het geval is. Bij de interviews, waar geloof een belangrijk gespreksonderwerp was, is veel meer spiritualiteit te merken. Hieronder omschrijf ik de geleefde religie van de participanten. Om het enigszins leesbaar te houden heb ik het in vier onderwerpen onderverdeeld die zowel in de interviews als de dagboeken naar voren kwamen. Als eerste komt de relatie met God naar voren, dan de relatie met anderen en de invloed hiervan op de spiritualiteit. Verder komt de relatie tussen spiritualiteit en gevoel aan bod en zijn er aparte kopjes voor muziek en twijfel.

Relatie tot God

In de dagboeken zie ik bij drie van de acht participanten dat zij specifiek woorden geven aan hun spiritualiteit. Als we het hebben over de relatie met God, dan omschrijft

participant 6 dit bijvoorbeeld als volgt:

“Ja God is mijn mattie, ik hou echt enorm van Hem. Omdat hij altijd voor mij en mijn gezinnetje klaar staat. Een trouwere Vriend kan je je niet wensen.” (Participant 6,

Persoonlijke communicatie, 19 juli 2014)

Hier spreekt een directe relatie uit. Het past ook bij de taal die de participant gebruikt om zijn geleefde religie mee aan te duiden. In het interview met hem geeft hij

bijvoorbeeld ook aan dat zijn relatie met God belangrijker is dan de relatie met zijn vrouw, waar hij overigens wel zielsveel van houdt. In zijn dagboek speelt God eigenlijk elke dag wel een rol, hetzij als hij God dankt voor de moed van een meisje of als hij schrijft over zijn eigen gebedstijd.

Ook participant 8 is bewust bezig met haar geloof. Dingen die ze in het dagelijks leven meemaakt, brengt ze bij God in haar gebedsleven en daarnaast denkt ze na over hoe haar leven er uit zou moeten zien. Hieronder een voorbeeld uit haar dagboek:

In de bijbelstudie hebben we het over Petrus dat die op bepaalde momenten een bepaalde opdracht kreeg van God. Dat deze opdrachten op dat moment van zijn leven

paste. Als ik terug kijk op mijn nog best korte leven zie ik dat ook gebeuren. Soms ook onbewust maar toch dit is wat ik moet doen. Maar als je dan zo'n stap neemt moet je ook naar een andere plek en loslaten. Ik moet zeggen daar ben ik nog niet zo goed in.

(19)

Participant 8 schrijft niet direct over haar gebedsleven, hoewel ze wel vermeldt dat ze in de ochtend de tijd neemt om even de Bijbel te lezen via haar telefoon. Daarnaast

spreekt ze in bovenstaand citaat wel uit dat ze opdrachten van God heeft gekregen. Ze voelt zich als het ware geroepen. In bovenstaand fragment lees ik een directe relatie tot God gekoppeld aan zelfreflectie.

In de dagboeken staat eigenlijk verder nog maar één korte opmerkingen over de relatie met God. Participant 1 noemt in haar dagboek (Participant 1, Persoonlijke

communicatie, 2 juli 2014) dat ze haar frustraties bij God heeft gebracht in het gebed, maar dat God maar geen antwoord geeft. Hier is zeker sprake van een relatie met God. In het interview heeft participant 1 het bijvoorbeeld over een daadwerkelijke

Godservaring tijdens een tijd van ziekte. (Participant 1, Persoonlijke communicatie, P1, 15 juli 2014). Maar daarnaast laat ze in het dagboek ook ruimte voor twijfel.

Je merkt natuurlijk ook goed dat de participanten heel verschillend zijn. Waar

participanten 1 en 6 direct schrijven over God, schrijft participant 8 weer over haarzelf in relatie tot God.

Relatie met anderen

Een andere manier waarop spiritualiteit naar voren komt is in de relatie met anderen. Zo kiest participant 9 er voor om niet direct over God te schrijven, maar meer over de mensen om hem heen en hoe hij daar God in ziet. Zo zegt hij over één van zijn medewerkers het volgende:

Zij is ontzettend belangrijk voor het team. Met veel energie, geloof, en simpelweg zichzelf zijn zorgt ze voor een goede sfeer in het team. En ook voor het opbouwen van

mensen (in het team). ‘She gets things done’ en ze heeft een aantrekkingskracht, dat zowel in het team als ook daar buiten een positief effect heeft. (Participant 9,

Persoonlijke communicatie, 19 augustus 2014)

Participant 9 haalt een groot deel van geloofsopbouw uit de relatie met anderen. Daarbij gebruikt hij woorden als ‘opbouwen’, ‘aantrekkingskracht’ en ‘positief effect.’ Ook bij andere participanten zie ik dat de religie vaak geleefd en gevoeld wordt als daar andere mensen bij betrokken zijn. Een voorbeeld hiervan vinden we bij participant 2. Ze geeft in het interview aan eigenlijk niet te geloven.

“Ik heb eerlijk gezegd nog niet echt God gevonden, dus... (Participant 2, Persoonlijke Communicatie, N7, 20 juli 2014)

Maar daarnaast schrijft ze wel in haar dagboek dat ze ook haar stageplek als ‘heilige grond’ ervaart. De plek is speciaal voor haar en ze kan daar heel erg van genieten. De bewoording ‘heilige plaats’ heeft ze daar vervolgens zelf aan toegevoegd. (Participant 2, Persoonlijke communicatie, 1 juli 2014) In het interview voegt ze nog de opmerking toe dat ze op haar plek is op de stageplek. (Participant 2, Persoonlijke communicatie, N38, 20 juli 2014) Het gaat haar dan niet om de plek, maar ze voelt zich vooral thuis bij de kinderen die ze begeleidt.

(20)

Relatie tussen spiritualiteit en gevoel

Dit onderwerp is iets dat pas naar voren kwam toen ik bezig was met het labelen van de interviews en de dagboeken. Ik zie namelijk dat de participanten die veel schrijven over spiritualiteit en hun relatie met God, weinig tot geen ‘negatieve’

karaktereigenschappen of gevoelens in hun dagboek schrijven. Zo heeft participant 8 geen ervaringen opgeschreven die vallen onder de labels gestrest, onzeker,

gefrustreerd of teleurgesteld, terwijl ze wel regelmatig over haar relatie met God schrijft. Dit geldt ook voor participant 6 en participant 9. Daarentegen zie ik juist onzekerheid en frustratie bij participanten die niet over hun spiritualiteit schrijven.

Muziek

Ik heb het kopje muziek specifiek toegevoegd, aangezien dit een terugkerend thema is bij veel participanten. Zo speelt en zingt participant 2 in verschillende muziekgroepen en zegt participant 3 het volgende op mijn vraag waarom ze denkt dat het Leger des Heils haar plek is:

Muziek, mensen. Ik denk dat muziek wel echt een bindende factor is. Als ik kijk naar hoe ik het vond in T. (korps dat ze als gast bezocht. red.) dan is het toch wel een issue dat ik de muziek gewoon niet leuk vond. (Participant 3, Persoonlijke communicatie, S65, 18

juli 2014)

Ook participant 5 en 6 hebben iets met muziek in de kerk. Participant vijf heeft

bijvoorbeeld een ervaring in het buitenland waarbij hij instrumenten naar Zambia heeft gebracht. Daarnaast maakt het iets in hem los als hij wordt toegezongen.:

Ondanks dat je de taal niet spreekt, maakt dat toch een bepaalde emotie bij je los, zeker als je de manier hoort waarop het gezongen wordt en de emotie die in het lied gelegd

wordt. (Participant 5, Persoonlijke communicatie, 8 juli 2014)

Participant 6 schrijft er op een aantal plekken in zijn dagboek expliciet over. Hieronder één van de passages die duidelijk de importantie van muziek in zijn leven aangeeft.

Ja, leger muziek. Dat is muziek met een boodschap en wat voor 1. Als ik boos ben of gefrustreerd of verdrietig (dat gebeurt niet zo vaak) en ik zet “Fire in the blood” of "Immortal" op dan kom ik tot rust geniet ik met volle teugen en kan ik de hele wereld

weer aan. (Participant 6, Persoonlijke communicatie, 19 juli 2014)

Twijfel

Dit blokje speelt een belangrijke bij het merendeel van de participanten. De twijfel is natuurlijk verschillend, maar vijf van de acht participanten twijfelen er over of God wel echt bestaat. Bij deze vijf is er wel een basisgeloof. Zo zegt participant 2 dat ze God nog niet echt heeft gevonden (Participant 2, Persoonlijke communicatie, N7, 20 juli 2014) en 7 dat er wel ‘iets’ is, maar dat het moeilijk is om het op je eigen leven te

betrekken en dat een echte ervaring met God of een zekerheid dat Hij bestaat er niet is. (Participant 7, Persoonlijke communicatie, J4, 23 juli 2014) De andere drie geloven wel dat God bestaat, maar ervaren Hem niet in hun leven en zijn nog op zoek naar Gods

(21)

bedoeling in hun leven. En toch zijn alle participanten, inclusief participant twee en

zeven heel actief binnen hun plaatselijke korps.1

Wat is er zichtbaar in hun ‘geleefde religie’ van de ‘beleden religie’ van het Leger des Heils?

In deze deelvraag neem ik ook de volgende deelvraag mee: Wat weten de jongeren in

de leeftijd van 18 t/m 29 jaar die lid zijn van het Leger des Heils over de

heiligingstheologie?. Dit doe ik omdat de twee deelvragen teveel overlappingen hebben

als ik de resultaten ga bespreken. En daarnaast is er qua resultaat weinig te melden over de kennis over beleden religie, aangezien dit in de interviews en de dagboeken niet zichtbaar werd.

Hieronder vindt u de verschillende aspecten van de beleden religie zoals ze in figuur 1 zijn omschreven. Daarbij geef ik gelijk weer hoe deze aspecten zichtbaar worden bij de participanten.

De Bijbel

Participant 9 zegt het volgende over de Bijbelstudie die hij houdt samen met zijn teamleden:

Vooral leuk en interessant zijn de verzen of dingen die er voor de teamleden (en mezelf) uitspringen, of die (opnieuw) indruk maken. (Participant 9, Persoonlijke communicatie,

21 augustus 2014)

Niet alleen bij participant 9 speelt de Bijbel een belangrijke rol. Ook participant 8 is druk bezig met de Bijbel. Naar eigen zeggen komt dit door dat ze een Bijbelstudie aan het voorbereiden is. Het wordt niet helemaal duidelijk of de Bijbel regelmatig gelezen wordt. Zowel bij participant 8 als bij participant 9 wordt er alleen maar over de Bijbel gesproken in professionele zin. De Bijbelstudie die participant 8 aan het voorbereiden is, is bedoeld voor haar werk en hetzelfde geldt voor de teambijbelstudie van participant 9.

In de interviews heb ik specifiek gevraagd naar de betekenis van de Bijbel voor de participanten. Ik vond het opmerkelijk dat het beeld dat ze hadden van de Bijbel vrij homogeen was. Alle vijf participanten zien de Bijbel niet als een boek dat letterlijk waar is. Wel is het een leidraad in het leven. Participant 1 en 5 gebruiken zelfs letterlijk deze bewoordingen, hoewel participant vijf wel eerlijk over zichzelf zegt dat hij de Bijbel zelf nog niet zo gebruikt. Participant 6 noemt de Bijbel zijn ‘gids voor het leven’ (Participant 6, Persoonlijke communicatie, H82-83, 10 september 2014) Participant 2 is de enige die helemaal niets met de Bijbel doet. Ook participant 1 heeft moeite met de Bijbel, maar meer omdat ze moeite heeft met lezen.

Jezus

Het woord Jezus komt in alle dagboeken slechts één keer voor bij participant 8. En daar is het niet meer dan een terloopse opmerking over een Bijbelstudie. In de

interviews heb ik specifiek de vraag gesteld wie Jezus is. Voor participant 1 is Jezus als

(22)

het ware de toegang tot de hemel. Het kruis wordt hier verder niet bij genoemd. Ze maakt wel zelf de kanttekening dat de nadruk op de hemel ook kan komen, doordat ze recentelijk met ziekte en sterven geconfronteerd is geweest. Participant 2 heeft niet zo’n duidelijk beeld van wie Jezus heeft en heeft naar eigen zeggen juist weer meer met God. Bij participant 3 komt Jezus dichterbij en is Hij iemand waar je mee kunt praten. Hij zegt alleen niets terug. Daarnaast is participant 3 de enige die aangeeft dat je Jezus ook in andere mensen kunt vinden. Participant 5 heeft moeite met het begrijpen en aanvaarden van de waarde van de kruisdood. Hij ziet Jezus als de belangrijkster figuur in de Bijbel, maar aangezien hij niet precies weet wat de Bijbel in zijn leven kan

betekenen geeft hij aan dat Hij ook moeilijk de waarde van Jezus kan inschatten.

(Participant 5, J16, 23 juli 2014) Het offer van Jezus en zijn kruisdood worden genoemd door participant 2 en participant 5, maar dan wel gelijk met de opmerking dat dit

moeilijk te begrijpen is. Participant 2 geeft daarnaast ook aan dat ze de drie-eenheid niet begrijpt en dan meer heeft met het concept God als met Jezus.

Bekering

Binnen de evangelische beweging van de 18e en 19e eeuw lag de nadruk op de

noodzaak tot bekering of dit nu een moment was of een proces. In de dagboeken is niets terug te vinden over een bekeringsproces. Ze schrijven niet over zichzelf, maar ook niet over mensen in hun omgeving. Op de vraag in het interview of ze bekeerd zijn geven drie van de vijf geïnterviewde participanten aan dat dit niet het geval is. Bij deze drie is er naar eigen zeggen ook geen geleidelijk proces ingezet. Participant 5 omschrijft het als volgt:

ik denk dat bekering gewoon de bewuste keus is dat je gaat voor God en zijn weg wilt volgen of in ieder geval met Hem het leven wilt delen, zeg maar. Hmm, voor mezelf vind

ik dat nog lastig. (Participant 5, 23, J19, 23 juli 2014)

In het verdere verloop van het interview geeft hij aan dat hij niet echt een godservaring kent. Wel is er bij alle geïnterviewde participanten een verlangen naar die godservaring, bekeerd of niet.

Actie

Ik heb in de literatuurbespreking al gezegd dat het Leger des Heils het meest bekend is om zijn dienstbaarheid naar anderen. De meeste participanten hebben ook wel iets met dienstbaarheid. De meeste participanten hebben of een beroep gekozen waar ze met mensen werken of ze doen hierin veel in hun vrije tijd. Participant 1 is leerkracht en werkt in de schuldhulpverlening. Participant 2 doet een opleiding voor pedagogisch werker in een kinderdagverblijf . Participant 3 is nog scholier, maar doet wel weer

vrijwilligerswerk bij een missiepost op de Wallen. Participant 5 is accountant, maar heeft daarnaast ook een stichting die muziekinstrumenten naar Afrika brengt. Participant 6 is coatinginspecteur, maar is in het proces om officier te worden van het Leger des Heils en ondersteunt verschillende mensen in zijn woonplaats. Participant 7 heeft hier niet veel over geschreven, maar in de week dat ze haar dagboek bij hield speelde er ook veel in haar persoonlijke leven. Participant 8 doet ook in haar werk als Jongerenwerker veel voor andere mensen en Participant 9 is missionair werker in de binnenstad van Amsterdam. De dienstverlening aan anderen is in ieder geval meer aanwezig in de dagboeken dan evangelisatie.

(23)

In de interviews heb ik nog specifiek de vraag gesteld hoe de participanten handen en voeten geven aan hun geloof in het dagelijks leven. Participant 1 geeft hierbij het volgende aan als ze vertelt wat een bepaalde christelijke conferentie voor haar heeft betekend:

En het heeft me wel gebracht dat ik er (het geloof, red.) echt wel vrijer over spreek... en dat ik het gewoon normaal vind... (Participant 1, Persoonlijke communicatie P5, 15 juli

2014)

Door haar wordt de actie wel verbonden met het vrij praten over haar geloof. Daarnaast is ze ook altijd heel bewust voor anderen bezig en heeft ze dat in haar opvoeding mee gekregen:

Het is me natuurlijk met de paplepel ingegoten... Wij waren altijd voor anderen bezig. (Participant 1, Persoonlijke communicatie, P48, 15 juli 2014)

Participant 2 heeft geen antwoord op mijn vraag en geeft aan dat ze eigenlijk geen handen en voeten aan haar geloof geeft. En waar participant 1 vrijer over haar geloof praat geeft participant 3 juist aan dat ze niet de hele dag aan het evangeliseren is. (Participant 3, Persoonlijke communicatie, S51, 18 juli 2014) Wel vindt zij het belangrijk om open te staan voor anderen en een luisterend oor te zijn. Participant 5 vindt het heel belangrijk dat je je geloof ook handen en voeten geeft, maar doet het naar eigen zeggen zelf nog niet echt. Participant 6 heeft het bij dit onderwerp net als participant 3 over een luisterend oor bieden, maar ook over taakjes doen voor mensen in zijn omgeving. (Participant 6, Persoonlijke communicatie, H91, 10 september 2014)

Hoe we zijn

Van de negen eigenschappen waarmee Shaw Clifton aangeeft hoe het Leger des Heils is, komt er maar een beperkt aantal bij de participanten voor. Vooral de participanten die in de dienstverlenende sector werken zijn wel realistisch over de wereld. Een goed voorbeeld hiervan is participant 1. In het werk zit ze bijvoorbeeld in een lastig pakket als een hulpvrager zich niet aan de afspraken houdt en ze toch deze persoon wel wil helpen, omdat de hulp wel hard nodig is. (Participant 1, Persoonlijke communicatie, 30 juni 2014). Verder kom ik deze eigenschap niet veel tegen, waarbij ik natuurlijk niet kan zeggen dat het niet voor komt. Er is alleen niet over geschreven en dus ligt het in de lijn der verwachting dat het geen in het oog springende eigenschap is.

Het idealisme wordt door Shaw Clifton vooral uitgelegd als de eigenschap die er voor zorgt dat mensen volhouden om in anderen blijven geloven. ‘Salvationism thus involves

an unquenchable, burning conviction that no person is beyond the love and salvation of God revealed in Jesus Christ.’ (Clifton, 2004, p. 23) Als het om relaties gaat, dan zie ik

dat de particpanten over het algemeen trouw zijn. Zo is particpant 3 trouw aan haar vader, hoe moeilijk ze dat ook vindt en steekt participant 9 veel tijd in coaching. Wederom niet expliciet, maar het is er wel.

De eigenschappen inclusief en barmhartig heb ik qua resultaten al besproken hiervoor bij de paragraaf over actie. De gedachte dat we tot een internationaal leger behoren kom ik niet echt tegen in het dagelijkse leven van de participanten, maar buiten mijn

(24)

onderzoek om is hier wel veel aandacht voor. Zo zijn er afgelopen jaar 15 jongeren naar Cuba geweest en 40 naar een Europees congres. Dit onderzoek vond voor deze

activiteiten plaats, waardoor ik hier geen gegevens over heb

Hoorbaar en zichtbaar zijn als eigenschappen onlosmakelijk verbonden met

barmhartigheid. De participanten steken stuk voor stuk hun lidmaatschap van het Leger des Heils niet onder stoelen of banken. Zo weten de collega’s van participant 5 heel goed dat hij christen is en daar voert hij het gesprek dan ook regelmatig over. (Participant 5, Persoonlijke communicatie, J8, 23 juli 2014). Frappant is wel dat de hoorbaarheid en zichtbaarheid gaan over het Leger des Heils en niet zozeer over het geloof. De collega’s van participant 5 weten dat hij bij het Leger des Heils is, maar het delen van het geloof komt niet voor in de dagboeken en de interviews. Zie hiervoor ook de paragraaf over actie.

De laatste eigenschap is ‘kwetsbaar’, wederom een lastige eigenschap om te

herkennen bij de participanten. Toch geloof ik dat al deze participanten zich kwetsbaar hebben durven opstellen, door aan dit onderzoek mee te werken. Ik heb hun, naar eigen zeggen, tekortkomingen en kwetsbaarheid kunnen lezen in de dagboeken en kunnen horen in de interviews. Eén voorbeeld hiervan vinden we bij participant 7 die schrijft dat ze nog wat onzeker is bij de Bijbelstudie. (Participant 7, Persoonlijke

communicatie, 21 juli 2014). Een ander voorbeeld is participant 6 die schrijft dat hij het lastig vindt om examens af te leggen of te auditeren. (Participant 6, Persoonlijke

communicatie, 19 juli 2014). Dezelfde participant laat ook zijn emoties zien tijdens het interview als hij het heeft over het overlijden van zijn opa. Daar spreekt ook

kwetsbaarheid uit. (Participant 6, Persoonlijke communicatie, H72, 10 september 2014)

Wat we doen

Van de bovenste schijf over wat we doen (zie figuur 1) is hierboven de gedeelten over ‘anderen dienen’ en ‘winnen van zielen’ al behandeld, omdat dit ook een sterke link heeft met de onderste schijf (bekering en actie). Dan blijft het gedeelte ‘groeien in heiligheid’ nog over. Als we het hebben over persoonlijke geloofsontwikkeling dan zie ik bij participant 1 dat ze zich meer heeft ontwikkeld in de praktische uitwerking van het geloof (Participant 1, Persoonlijke communicatie, P32-34, 15 juli 2014). Bij participant 3 is het geloof meer een constante factor. Wel zegt ze hier nog bij dat je je natuurlijk wel blijft ontwikkelen (Participant 3, Persoonlijke communicatie, S29-35, 18 juli 2014). Ook participant 6 ziet dat zijn geloof over de jaren is ontwikkeld. Eerst zag hij zichzelf meer als een consument in de kerk en nu ziet hij dat zijn karakter is veranderd en hij niet zo boos meer is. Daarnaast is zijn verlangen naar God ook gegroeid en is hij steeds

bewuster met het geloof bezig. (Participant 6, Persoonlijke communicatie, H57 en H81, 10 september 2014)

Van welke methodieken hebben de jongeren gebruik gemaakt?

Uit het onderzoek komt naar voren dat geen van de ondervraagde jongeren de aangeleverde methoden hebben gebruikt. De methoden komen niet voor in de dagboeken en worden ook bij de interviews niet vermeld.

(25)

Conclusies

Geen algemene theorie

Een belangrijke opmerking om als eerste te vermelden is dat een algemene theorie over de jongeren van het Leger des Heils niet te formuleren is op basis van dit onderzoek. Het enige dat vastgesteld kan worden is dat er wel of niet een bepaalde relatie ligt tussen de beleden religie van het Leger des Heils en de geleefde religie van deze acht participanten.

Kennis over de beleden religie

Zowel in de dagboeken als in de interviews is de beleden religie niet expliciet genoemd. Dit doet vermoeden dat er geen relatie zou kunnen bestaan tussen deze twee. Toch geloof ik dat dit niet direct het geval hoeft te zijn. Het kan ook zijn dat jarenlange lidmaatschap van het Leger des Heils er voor heeft gezorgd dat de beleden religie als het ware een tweede natuur is geworden. In dit onderzoek is er wellicht niets over gezegd en geschreven, maar het is te beperkt om daar een algemene conclusie aan te verbinden. Wel kunnen we zeggen dat bij deze participanten de recente materialen, waarvan ik er ook een paar in dit onderzoek heb besproken, niet genoemd zijn en dus te onbelangrijk zijn gebleken om te benoemen. De vraag blijft dan staan wat het nut is om alleen geschreven materiaal aan te bieden als de reikwijdte ogenschijnlijk gering is.

Beleden religie in het dagelijks leven.

De Bijbel

De Bijbel staat centraal in de beleden religie van het Leger des Heils. Het Leger des Heils ziet de Bijbel als het resultaat van de interactie tussen de heilige kracht van God en het menselijk antwoord. (The Salvation Army, 2010, p. 5) Maar waar het in de beleden religie centraal staat en de eerste leerstelling over de Bijbel gaat, is dat bij mijn participanten over het algemeen niet het geval. De Bijbel wordt omschreven als een symbolisch boek dat belangrijk is, maar ook een boek dat moeilijk is om te lezen, dat op meerdere manieren kan worden uitgelegd en waarbij het lastig is om vol te houden om er in te lezen.

Jezus

Naast de Bijbel is de kruisdood van Jezus en de daaruit voortkomende verzoening een cruciale theologische waarde binnen het Leger des Heils. Ook dit zie ik niet terug bij de participanten. Jezus is wel iemand waar de meeste participanten iets mee hebben, maar het kruis wordt alleen maar genoemd in de context dat het maar moeilijk te begrijpen is.

Bekering

Bekering is een belangrijk onderwerp in de beleden religie van het Leger des Heils. De zevende leerstelling gaat hier ook over:

Wij geloven, dat bekering tot God, geloof in de Heer Jezus Christus en wedergeboorte door de Heilige Geest noodzakelijk zijn tot ons behoud. (Leger des Heils, 2014a)

(26)

Toch speelt dit onderwerp amper een rol in de levens van de participanten. Drie van de acht participanten geven aan dat ze zelf geen ervaring van bekering hebben

meegemaakt en bij alle participanten is het onderwerp niet te vinden in de dagboeken.

Actie

De participanten zijn allemaal in meer of mindere mate maatschappelijk of dienstbaar betrokken. Dit is eigenlijk de grootste gemene deler tussen de participanten en dit past ook heel goed bij de beleden religie van het Leger des Heils. Toch zijn ze er zich niet van bewust of vinden ze het de gewoonste zaak van de wereld. Vaak is dienstbaarheid bij de participanten geen keuze, maar lijkt het als het ware in hun DNA te zitten.

In de beleden religie is van het Leger des Heils is evangelisatie en getuigen van je geloof heel belangrijk. Bij de participanten kom ik dit eigenlijk amper tegen. Er wordt wel over het geloof gepraat, maar eigenlijk niet met anders-gelovigen of niet-gelovigen.

Uitzonderingen zijn daarin Participanten 1 en 3 die een relatie hebben met iemand die niet gelooft. Daar vindt het gesprek wel plaats, maar meer door de situatie dan door een ‘innerlijke drang’ om het geloof te delen.

Hoe we zijn

Over de karaktereigenschappen is maar moeilijk iets te zeggen. Hierboven heeft u al iets kunnen lezen over het onderwerp dienstbaarheid, waar ik ook ‘barmhartigheid’ en ‘zichtbaar’ en ‘hoorbaar’ onder voeg. Verder lijkt er ook een verband te zijn tussen de beleden en geleefde religie op het gebied van kwetsbaarheid. Dit verband wil ik echter niet overschatten, omdat de relatie ook inherent is aan het bijhouden van dagboeken en het houden van diepte interviews. Het is mijn vermoeden dat mensen überhaupt

geneigd zijn om zich kwetsbaar op te stellen in een soortgelijke situatie.

Muziek

Muziek heeft altijd een belangrijke rol ingenomen in het Leger des Heils. Op één na zijn alle participanten meer dan gemiddeld actief in de muziek, hetzij als zanger of als

muzikant in een brassband. Hoewel dit geen theologisch kenmerk lijkt, ervaren de leden van het Leger des Heils wel dat hun geloof tot uiting komt in het samen muziek maken. Op de website van het Leger des Heils staat het als volgt:

‘Muziek speelt sinds jaar en dag een belangrijke rol in de manier waarop het Leger des Heils haar geloof beleeft.‘ (Leger des Heils, 2014b)

Muziek speelt een belangrijke rol in het leven van de deelnemers. Het is één van de belangrijkste bindende factoren tussen de beleden religie van het Leger des Heils en hun dagelijkse praktijk.

Spiritualiteit en gevoel

Bij deze 8 participanten is er een relatie te zien tussen hun gevoel en hun

spiritualiteitsbeleving. Als de participanten meer over hun spiritualiteit of geestelijk leven schrijven, dan wordt er minder geschreven over onzekerheid en frustraties. En als er niet geschreven wordt over hun spiritualiteit, dan is er juist meer onzekerheid en frustraties te lezen in de dagboeken. Een voorzichtige conclusie kan dan zijn dat hier een relatie tussen bestaat. Meer onderzoek hiernaar is natuurlijk wel nodig voor hardere conclusies.

(27)
(28)

Slotconclusie

Is er een relatie tussen de beleden religie en de geleefde religie van de participanten? Die is er, maar beperkt. De beleden religie van het Leger des Heils is orthodox en best radicaal. In de praktijk van alledag wordt de soep niet zo heet gegeten of wordt er water bij de wijn gedaan. Het is maar van welke kant je het bekijkt. De grootste verbinding zit ook precies bij de eigenschap waar het Leger des Heils zo bekend om is: zijn

dienstbaarheid aan anderen.

Vooruitblik

Openstaande vragen en punten ter discussie

Een klein praktijkonderzoek als deze laat vaak meer vragen over dan dat het

beantwoordt. Ook hier is dit het geval. Om er achter te komen hoe de geleefde religie er uit ziet, moet er eigenlijk meerdere weken in het jaar een dagboek worden bijgehouden. Een interview met elke participant is daarnaast nodig om de dagboeken goed te

kunnen duiden.

De belangrijkste vraag die overblijft en de vraag die ook voor het Leger des Heils belangrijk kan zijn is: ‘Gelden de uitkomsten van dit onderzoek ook breder dan alleen voor deze acht participanten?’ Dit onderzoek is slechts een tipje van de sluier als het gaat om de geleefde religie van het Leger des Heils. De legitimiteit van de conclusies is wellicht beperkt, maar de eventuele kloof tussen beleden religie en de geleefde religie kan wel op termijn zorgen voor een identiteitsprobleem. Als leden niet in enige mate zichzelf kunnen vereenzelvigen met een beleden religie, dan zal dat negatieve gevolgen kunnen hebben voor het lidmaatschap.

Suggesties voor vervolgonderzoek

Vervolgonderzoek is nodig om de kloof tussen beleden religie en geleefde religie in kaart te brengen. Ammerman heeft al uitgebreid onderzoek gedaan naar de geleefde religie in Noord-Amerika. (Ammerman, 2013) Veel van haar methodes zijn zeer bruikbaar voor het Leger des Heils in de Nederlandse maatschappij. Onderzoek naar andere

leeftijdsgroepen en de stand van zaken met betrekking tot de geleefde religie in andere kerken is daarbij wenselijk.

Evaluatie

Als ik terug kijk naar dit onderzoek dan merk ik vooral dat het lezen van de dagboeken en het afnemen van de interviews er bij mij voor gezorgd heeft dat ik anders ben gaan kijken naar de participanten. Wat een voorrecht om even een kijkje in hun leven te mogen nemen. Toch zijn er al evaluerend wel een aantal verbeterpunten voor een volgende keer.

Ten eerste zie ik nu dat ik in de onderzoeksopzet nog kritischer had mogen kijken naar de afbakening van het onderzoek en de deelvragen. Deze zijn in het uiteindelijk

onderzoek nog behoorlijk veranderd en dat proces van verandering heeft best wat tijd gevergd.

(29)

Daarnaast bleek het lastig om de participanten te motiveren. Hoewel de participanten allemaal hadden toegezegd om mee te werken, bleek het voor hen in de praktijk toch nog best lastig en tijdrovend om de dagboeken bij te houden. Wellicht had ik ze daar beter op kunnen voorbereiden of had ik ze nog meer tools kunnen aanbieden om het nog makkelijker te kunnen bijhouden.

Het gebruik van dagboeken bij een onderzoek naar geleefde religie is heel waardevol gebleken, maar ik vond het wel heel lastig om de dagboeken goed te labelen en de hoofdzaken van de bijzaken te scheiden. De valkuil van een overkill aan informatie en het gebrek aan overzicht heeft altijd op de loer gelegen.

Het belangrijkste punt van evaluatie is voor mij toch echt de tijdsdruk en tijdsinvestering gebleken. Door het door elkaar lopen van werk en studie had ik vaak maar korte

momenten om tijd te besteden aan dit onderzoek. Het elke keer opnieuw opstarten en weer inlezen heeft de effectiviteit en goede tijdverdeling geen goed gedaan. Voor een onderzoek is een afgebroken periode dat er tijd in kan worden gestoken noodzakelijk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tenslotte is in paragraaf 3.21 voor elk van de gecontingenteerde soorten tong, schol, makreel, horsmakreel en haring een figuur opgenomen die de vangst van die soort voor

Vanuit IGJ hebben wij gekeken of bijgaande wijziging consequenties heeft voor het toezicht en de handhaving van de IGJ of dat wij als gevolg van deze wijziging consequenties

De integrale aanpak manifesteert zich volgens een corporatiemedewer- ker ook in het minder gescheiden aanpakken van verschillende zaken rond hetzelfde pand: ‘Als er sprake is van

Dekker weet dus als geen ander wat erbij komt kijken om een goede boom te produceren, maar weet ook feilloos de bokken van de schapen te scheiden als het gaat om kwaliteit..

De kostennor- men in het Normenboek zijn berekend door de vastgestelde tijdnormen te combineren met de uurtarieven voor arbeid en materieel die daarbij worden ingezet..

These examples illustrate a subject-object asymmetry under negation and in yes-no questions: in contrast to who/what, which are fine across the board, if which-N in Cantonese

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Argus Clou Natuur en Techniek | groep 7/8 | Je ziet het niet, maar het is er wel?. ARGUS CLOU NATUUR EN TECHNIEK | LESSUGGESTIE |

Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen of bewoners van CPO projecten inderdaad meer tevreden zijn wanneer zij veel keuzevrijheid hebben gehad tijdens het