• No results found

H6: Recursie en differenties

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "H6: Recursie en differenties"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoofdstuk 6:

Recursie en differenties.

V_1. a. 1, 3, 9, 27, 81, 243, 729 10, 7, 4, 1, -2, -5, -8 400, 200, 100, 50, 25, 1 2 12 , 1 4 6 c. nieuwe waarde oude waarde 3

1 2

nieuwe waarde oude waarde  V_2.

a. De eerste en derde rij is meetkundig en de tweede rij is rekenkundig. b. un1 3 un met u11 1 1 3n n u    1 3 n n u u  met u110 un 10 3 (  n 1) 1 1 2 n n u  u met u1400 1 1 2 400 ( )n n u   

c. Anders is de rij nog niet eenduidig bepaald. V_3. a. 3, 6, 12, 24, … 3 2t 1 t K    b. 500, 400, 320, 256, … 500 0,8t 1 n u    c. 20, 17.8, 15.6, 13.4, … un 20 2, 2 (  n 1) d. -5, -2, 1, 4, 7, … pt     5 3 (t 1) V_4. a. k8 k44a10 4 a24 4 14 3,5 a a   k5 k43,5 13,5 b. recursieformule: kt1 kt 3,5 met k1 0,5 rangnummerformule: kn  0,5 3,5 (  n 1) V_5. a. v(3)v(1) r2 40 r2 90 2 2, 25 1,5 r r   b. v n(  1) 1,5 ( )v n met v(1) 40 v n( ) 40 1,5 n1 c. 486 18 r  3 3 27 3 r r  

recursie: un1 3 un met u12 rangnummer:

1 2 3n n u  V_6. a. 1 12 2 12 (20 24) 24 s        b. 12 12 1 2 5 20475 1 2 s     

(2)

V_7. a. 1 1 2 20 ( )n n u  10 12 10 1 1 2 1 ( ) 20 39,96 1 k k u      

b. un 0,8 0, 4 (  n 1) 10 1 2 1 10 (0,8 4, 4) 26 k k u      

V_8. a. 16 16 1 2 3 196605 1 2 s      c. 1 16 2 16 (20 13) 56 s       b. 16 16 1 0,8 500 2429,63 1 0,8 s      d. 1 16 2 16 ( 5 40) 280 s       V_9. a.

b. Voor n14 zijn de waarden van un groter

dan 500.

n 1 2 3 4 5

(3)

1.

a. Op tijdstip t0 (bij zijn geboorte) wordt het bedrag op de rekening gezet.

b. Hij krijgt 5% rente per jaar. c. Voer in: nMin0

( ) 1,05 ( 1) u n  u n ( ) 1000 u nMin  In de tabel kijken: op z’n 18e verjaardag staat er € 2406,62 op de rekening. d. 2. a.

De populatie zal uitsterven.

b. Nu neemt de populatie alleen maar toe. 3. a. u10 49,93 u20 49,88 u30 49,99 b. c. 0,8 ut 10ut 0, 2 10 50 t t u u    4. a. b t( ) 0,80 ( 1) 800 b t  met b(0) 3000 b.

c. Hij zal op den duur 4000 bomen op zijn perceel hebben staan. d. Ook dan zal hij op den duur 4000 bomen hebben.

5. a./b. 0,85 ( ) 300B t  B t( ) 0,15 ( ) 300 ( ) 2000 B t B t

 Hij heeft op den duur 2000 bomen op zijn perceel. c. Dat verandert helemaal niet; hij verkoopt er evenveel als dat hij er bijplant.

6. 7. a. 1,3K90K b. 0,99u10u aX b X  0,3 90 300 K K   0,01 10 1000 u u   (1 ) 1 X aX X a b b X a       t 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Va 400 380 356 327 293 251 201 142 70 -16 Vb 600 620 644 673 707 749 799 858 930 1016 1119 t 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 B(t) 3000 3200 3360 3488 3590 3672 3738

(4)

8. a. 1, 2 v 10v 0,8u10u 0, 2 10 50 v v   0, 2 10 50 u u  

b. De rij vt daalt en de rij ut stijgt naar de

evenwichtsstand 50. 9.

a. S t(  1) 0,97S t( ) met S(0) 100 rangnummerformule: S t( ) 100 0,97 t

b. Na 80 jaar: S(80) 100 0,97 80 8,74 natuurlijk met de rangnummerformule!

10. a. 0,75X 500X 0, 25 500 2000 X X   b. c. 2250 3000 0,75 168822500,75 126616880,75 949 1266 0,75 712949 0,75

De groeifactor is vrijwel constant (exponentieel) en kleiner dan 1 (afname).

d./e. X t( ) 2000 3000 0,75 t 10 10 (10) 2000 3000 0,75 (10) 2000 3000 0,75 X X       f. X(20) 2000 3000 0, 75 20 2010 11. a. 63 1 0,7 210 u      b. 210 (1000 210) 0,7t 210 1210 0,7t n u          c. u15  204, 26 12. a. 600 1 0,92 7500 X  b. X t( ) 7500 (200 7500) 0,92 t 7500 7300 0,92 t c. De 100-ste term: X(99) 7498,1 13. a. B t(  1) 1,04B t( ) 200 met B(0) 200 . b. 200 200 1 1,04 1 1,04 ( ) (200 ) 1,04t 5000 5200 1,04t B t        c. Over 10 jaar: B(10) 5000 5200 1,04 10 € 2697, 27

d. Als ze elke keer € 300,- overmaakt dan heeft ze na 10 jaar € 4045,91 op de bank staan.

t X(t) X(t) - 2000 0 5000 3000 1 4250 2250 2 3688 1688 3 3266 1266 4 2949 949 5 2712 712

(5)

14. a. a0,7 b. 1 0,7 1000 b   0,3 1000 300 b   c. X(0) 1000 500  (0) 1500 X15. a. 10 0,9n n u   b. 10 0,9 n 0,01 0,9 0,001 65,6 n n  

Dus voor n66 zijn de termen van de rij kleiner dan 0,01 c. 20 19 20 0 1 0,9 10 87,84 ( ( ( ), , 0,19)) 1 0,9 k k s u sum seq u n n        

d. 71 70 0 1 0,90 10 99,94 1 0,90 k k u      

e. Als n heel groot wordt, gaat 0,9n

naar 0. De breuk 1 0,1 1 0,9 10 1 0,9 n  en de som nadert 100. 16. a. b.

c. De prijs stabiliseert zich rond 1500,75€ 28,57

d. W t( ) 28,57 3, 43 ( 0,75)   t

e. De groeifactor a is negatief. Dat betekent dat voor de even dagen de prijs boven de

evenwichtsprijs liggen en voor de oneven dagen onder de evenwichtsprijs.

17. a. 6 6 1 1 1 (2 1 1) ( 1) 3 1 ( 1) 3 ( 1) n n n n u                

b. De rij ziet er als volgt uit: 2, 4, 2, 4, 2, 4, … 18.

a. A: 100, 102, 104, 106, 108, … toenamen zijn steeds 2.

B: 100, 130, 169, 219.7, 285.61, … toenamen: 30, 39, 50.7, 65.91, 85.68 C: 100, 132, 173.6, 227.68, 297.98, … toenamen: 32, 41.6, 54.08, 70.30, 91.40 b. Vn t( )n t(  1) n t( ) 1,3 ( ) n tn t( ) 0,3 ( ) n t c. Vn t( )n t(  1) n t( ) (1,3 ( ) 2) n t  n t( ) 0,3 ( ) 2 n tt 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 W(t) 32 26 30,50 27,13 29,66 27,76 29,18 28,11 28,92 28,31 28,77

(6)

19. a. VA t( )A t(  1) A t( ) (3 A t( ) 5) A t( ) 2 A t( ) 5 b. Vunun1un 1,89 un un 0,89un c. VK p( )K p(  1) K p( ) ( ( ) 1,9) K p  K p( ) 1,9 20. a. n t(  1) n t( ) 2,8 ( ) 1,5 n t  b. u n(  1) u n( ) 12 0,3 ( )  u n c. un1un 3,1 ( 1) 3,8 ( ) 1,5 n t  n tu n(  1) 0,7 ( ) 12u nun1un3,1 21. a. 12 1 1,3 40 k     b. Vk t( )k t(  1) k t( ) 1,3 ( ) 12 k t  k t( ) 0,3 ( ) 12 k t

c. Voor de evenwichtswaarde is k t(  1) k t( ) 40 en dan is Vk t( ) 0 . 22. a. VA t( ) 1,3 A t( ) b. B t(  1) B t( ) 1, 2 B t( ) 5 2, 2  B t( ) 5 met B(0) 12 . c. VA(1) 1,3 A(1) 1,3 2,3  A(0) 1,3 2,3 12 35,88    (1) 1, 2 (1) 5 1, 2 (2, 2 (0) 5) 5 1, 2 2, 2 12 1, 2 5 5 42, 68 B  B    B          V : grootste waarde. 23. a. K t(  1) 1, 026K t( ) en VK t( ) 0,026 K t( )

b. K(t) geeft de rente aan van jaar t.

24.

a. K t(  1) 1, 026K t( ) met K(0) 1500 en VK t( ) 0,026 K t( ) 1500

b. K(t) geeft nu de rente plus de storting aan.

25. a. De groeivoet is 0,125 en de groeifactor 1,125 b. recursievergelijking: R t(  1) 1,125R t( ) met R(0) 500 differentievergelijking: R t(  1) 0,125R t( ) directe formule: R t( ) 500 1,125 t 26. a. recursievergelijking: u n(  1) 3, 2 ( )u n met u(0) 20 directe formule: u n( ) 20 3, 2 n b. 10 10 20 20 3, 2 1023536, 28 ( ( ( ), , 0, 9)) 1 3, 2 s     sum seq u n n27. a. 0,3x14x 0,7 14 20 x x   b. Vu t( )u t(  1) u t( ) 0,3 ( ) 14 u t  u t( )  0,7 ( ) 14 0,7(20u t   u t( ))

(7)

c. Dat zijn de afstanden van de termen van de rij tot de lijn y20: de mogelijke groei. d. De termen van u(t) naderen 20. De verschillen tussen de opeenvolgende termen worden

steeds kleiner. 28.

A beschrijft asymptotische groei; B niet. 29

a. Er wordt 5% afgebroken per minuut, dus de groeifactor is 0,95. En elke minuut komt er 6 mg bij.

b./c. VA t( )A t(  1) A t( ) 0,95 A t( ) 6 A t( ) 0, 05A t( ) 6 0, 05 (120   A t( )) d. De concentratie wordt op den duur 120 mg.

30.

a. De groei is eerst toenemend stijgend en daarna afnemend stijgend. Bij opdracht 27 wordt de groei meteen geremd.

b. 1,8x0,02x2 x 2 0,02 0,8 0,02 ( 40) 0 0 40 x x x x x x          De grenswaarde is 40. c. 3,52 2 1,76 6,09 3,52 1,73 10,22 6,09 1,68 16,30 10,22 1,60 24,03 16,30 1, 47

Voor 0 t 3 zijn de groeifactoren vrijwel gelijk, dus is de toename bij benadering exponentieel. d. 2 2 1 1,8 0,02 0,8 0, 02 0,8 (1 0,025 ) t t t t t t t t t t uu  u  uu  u  uuu   u  V 0,8 (40 ) 40 t t u u   

e. 2 ut 40, dus de groeiruimte is groter dan 0 (als ut 40) en kleiner dan 40 2 38 40  40 (als

2

t

u  ).

f. Naarmate ut groter wordt, wordt deze factor steeds kleiner. Vut nadert naar 0, dus de groei

wordt geremd. 31. a. ( ) ( 1) ( ) 1,5 ( ) (1 0,001 ( )) 1,5 ( ) 1000 ( ) 1000 n t n tn t n t  n t   n t  n t   V b. De grenswaarde is 1000.

( 1) 0,8 ( ) 10

u t

 

u t

( ) 1,3 ( 1) 15

u t

   

u t

t 0 1 2 3 4 5 6 7 u(t) 2 3,52 6,09 10,22 16,30 24,03 31,71 36,97

(8)

32. 1 600 1,8 1,8 (1 0,0017 ) 600 t t t t t t t n nn  n  n     nn V 2 2 1 1,8 (1 0,0017 ) 1,8 0,003 2,8 0,003 t t t t t t t t t n  n   nn  n  nn   nn

33. De groeifactor per twee jaar is 50

12 4,17. Dan is de groeifactor per jaar

1 2 4,17 2,04 2 2 2 1 2000 1,04 1,04 (1 0, 0005 ) 1, 04 0,00052 2000 1,04 0,00052 2,04 0, 00052 t t t t t t t t t t t t t m m m m m m m m m m m m m                       V 34.

a. Bij afwezigheid van soort B groeit soort A met 10% per jaar: g1,10 en bij afwezigheid van soort A neemt het aantal dieren van soort B met 10% per jaar af: g0,90

b. De aanwezigheid van soort B belemmert de groei van soort A (dus -) en soort B heeft soort A als aanvulling op zijn voedselvoorziening nodig (dus +).

c. A(1) 1,10 A(0) 0, 05 B(0) 3250 B(1) 0,90 B(0) 0,10 A(0) 1200 (2) 1,10 (1) 0, 05 (1) 3515 A  A  BB(2) 0,90 B(1) 0,10 A(1) 1405 d. e. 35. a. W t(  1) 0,95W t( ) 0, 20 N t( ) en N t(  1) 0,80N t( ) 0, 05 W t( ) b.

c. Op den duur zal het percentage van de mensen die de clip kent 80% naderen en het percentage van de mensen dat de clip niet kent zal 20% worden.

36.

a. A t(  1) 1,05A t( ) 0, 05 B t( ) en B t(  1) 0,90B t( ) 0,10 A t( ) Met de gegeven beginwaarden zullen beide populaties naar 220 naderen. b.

-c. Wanneer je op B gaat jagen moet je de factor 0,90 kleiner maken. Je krijgt dan geen evenwicht. A A B B t 0 1 2 3 4 5 W(t) 0 20 35 46 45 61 N(t) 100 80 65 54 55 39

(9)

37.

a. Diersoort P sterft vrij snel uit, waardoor

Q dan ook langzaam uitsterft.

b. Dan groeien beide diersoorten even snel. c. Dan blijven de twee populaties even

(10)

38. a. W 0,95W 0, 20N N 0,80N0,05W 0,05 0, 20 4 W N W N   0, 20 0,05 4 N W N W   b. W N 100 4 5 100 20 80 N N N N en W      39.

a. 2 ouders, 4 grootouders en 8 overgrootouders. b. 21222324 30 voorouders. c. 20 1 2 20 1 2 2 2 ... 2 2 2097150 1 2        

d. Antwoord b is wel betrouwbaar, maar c niet meer. 40.

a. M t(  1) 0,70M t( ) 120 met M(0) 120 en t de tijd per 12 uur. b. Na 3 dagen (t6) zit er minstens 350 mg medicijn in het lichaam.

c. 120 1 0,7 400 Mmg. d. M t( ) 400 280 0,7 t e. Na 3 weken: M(42) 400 280 0,7 42 400 mg. 41.

a. y t(  1) y t( )b houdt in dat de afname lineair is en dat klopt niet met deel 1 van de tekst. ( 1) ( )

y t  a y t houdt in dat er een vast percentage oerwoud verdwijnt, maar dat wordt wel steeds minder. Maar in 1990 was de afname 1,5 keer zo groot.

b. Op 1 januari 1990 was er nog 2900 miljoen tropisch oerwoud over: y(10) 2900

Op 1 januari 1991: y(11) 1,0414 2900 137 2883    miljoen tropisch oerwoud. Er is in 1990 ongeveer 17 miljoen hectare verdwenen.

c. Voer in: nMin0, ( ) 1, 0414 (u n  u n 1) 137 en u nMin( ) 2900 en kijk in de tabel: (42) 1061

u  en u(43) 968

Dus in het jaar 2032is er minder dan 1000 hectare oerwoud over. d. ( ) 3309 409 1,0414t

y t   

In 1980 verdween er y( 10)   y( 9) 11,3 hectare tropisch oerwoud. Dat is ongeveer 1,5 keer zo weinig als in 1990.

42. ( ) ( ) 340 ( ) 340 y t y t  c y t   V 20 85 2 340 (18) 340 170 (18) (18) 170 85 20 340 340 0, 235 ( 1) ( ) 0, 235 ( ) (1 0,0007 ( )) 1, 235 ( ) 0,0007 ( ) y y c y c c c y t y t y t y t y t y t                        V

(11)

43.

a. Overdag neemt de hoeveelheid ureum met 500 gram toe.

Het zwembad bevat 1000000 liter water en men ververst 30000 liter: dat is 3%. De hoeveelheid ureum neemt ’s avonds dus af met 3%: groeifactor is 0,97.

b. begin dag 1: 0 gram eind van dag 1: 500 gram begin dag 2: 500 0,97 485  gram eind dag 2: 985 gram begin dag 3: 985 0,97 955, 45  gram

c. Er komt eerst 500 gram bij en dan wordt er pas ververst: ( 1) ( ( ) 500) 0,97 485 0,97 ( )

u t  u t     u t met u(1) 0

d. Voer in: nMin1, ( ) 0,97 (u n  u n 1) 485, (u nMin) 0 en kijk in de tabel: op de 5e dag wordt de wettelijke norm overschreden.

e. Er wordt dan 200 1000

1000000 100 20% ververst.

De recursievergelijking wordt dan: u t( ) 0,80 ( u t 1) 400. De evenwichtswaarde is

400

1 0,8 2000, dus aan het begin van elke dag wordt aan de wettelijke norm voldaan.

f. Voer in: nMin1, ( ) 0,80 (u n  u n 1) 400, (u nMin) 0 en kijk in de tabel wanneer de hoeveelheid ureum aan het begin van de dag groter is dan 1500 gram: op de 8e dag.

T_1. a. un1  2 un 1 met u1100 u10 51711 b. un10,1un met u110000 u10 0,00001 c. un1  2 un 4 met u11 u10 2556 d. un1un8 met u18 u10  64 T_2. a. N t(  1) 1,02N t( ) met N(0) 50 000 b. 50 000 1, 02 t 70 000 Voer in: 1 50 000 1,02 x y   en y2 70 000 intersect: x17jaar

(12)

c. N t(  1) 1,02N t( ) 500 met N(0) 50 000 d. 500 500 1 1,02 1 1,02 ( ) (50000 ) 1, 02t 25000 25000 1, 02t N t            e. 25000 25000 1, 02 t 70000 Voer in: 1 25000 25000 1, 02 x y    en y2 70000 intersect: x29,7 jaar

f. De vangst moet gelijk zijn aan de aanwas: 0, 02 50000 1000  vissen. T_3.

a. De groeivoet is 0,5 en dus is de groeifactor 1,5

b. 1 50 50 ( ) 1 0,02 ( ) 1 ( ) 50 m t m t m t      . Het verzadigingsniveau is 50. c. Na ruim 4 3 12  dagen zijn er ongeveer 25 muggen.

T_4.

a. Vw t( 1) 0, 40w t( ) 6 met w(0) 10

b. De recursievergelijking wordt: w t(  1) w t( ) 0, 4 ( ) 6 0, 6 ( ) 6 w t   w t  en dat hoort bij asymptotische groei. De maximale concentratie is 6

1 0,6 15 liter/m2.

T_5.

a. Methode A is exponentieel. De groeifactor is 1,2; de groeivoet 0,2. b. Na 6 weken is de naamsbekendheid

volgens B voor ’t eerst groter.

c. A(4)A(3) 10,368 8, 64 1, 728   % en (4) (3) 9, 282 6, 62 2, 662

BB    %.

Dus bij B het grootst. T_6. a. De evenwichtswaarde is 20oC. b. 1 20 b a   88 a 100 (20 20 ) 80  aa20 (1 ) 20 20 20 b  a   a 80 68 0,85 3 a a en b    ( ) 20 80 0,85t V t    c. V t(  1) 0,85V t( ) 3 met V(0) 100 T_7. a. K t(  1) 0,90K t( ) 0,15 H t( ) en H t(  1) 0,85H t( ) 0,10 K t( ) b. K(1) 0,90 1000 0,15 3000 1350     en H(1) 0,85 3000 0,10 1000 2650     c. K 0,90K0,15H K H 4000 0,10 0,15 2 3 K H K H   2 2 8000 5 8000 K H H    1600 2400 Hen KT_8.

a. Als b0 is er sprake van exponentiële groei en als a1 van lineaire groei.

b. 1 0 1 1 (11 ) 1

b a

b ab b

a a a a

u     a u b a  b   Je krijgt dan een constante rij.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat betreft de specifieke situatie op de stations Zevenbergen en Lage Zwaluwe, is het zo dat de perrons van station Zevenbergen inmiddels op de juiste hoogte zijn gebracht voor

Jezus’ hart brak aan het kruis Roepend in de zwartste nacht Hij gaf zijn eigen leven prijs Omdat Hij aan de toekomst dacht Hij overwon, is opgestaan. Hij draagt ons op, op weg

Er lijkt dus nog weinig onderzoek te zijn gedaan naar de manier waarop nudging en handhaving niet alleen gedragsverandering, maar ook een verandering in motivatie en intentie om

Koninklijke Philiphs Electronics N.V.. Mital Steel

I Gebruik je in verschillende PHP scripts vaak dezelfde functies. Stop ze in een apart

Overtredingen met als basisboete een percentage van de betrokken omzet Deze systematiek wordt toegepast op de boetebepaling bij overtredingen van het kartelverbod van artikel 6 van

Wij hebben binnen het toezicht aparte expertisecentra ingesteld waar alle kennis en ervaring rondom toezicht op operationele risico’s, financiële risico’s,?.

Na het besluit van de raad om het plan vrij te geven voor de inspraak, heeft het plan vanaf 9 mei 2008 gedurende 6 weken ten behoeve van de inspraak ter inzage gelegen..