• No results found

MULO-A Meetkunde 1961 Rooms-Katholiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "MULO-A Meetkunde 1961 Rooms-Katholiek"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opgaven Mulo-A Examen 1961 Meetkunde Rooms-Katholiek

Opgave 1

Daar twee ‘binnenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn’ samen 1800 zijn, volgt uit het gegeven dat 0

135

C

  dat  B 450 en om dezelfde reden volgt uit  D 1200 dat  A 60 .0

Het tekenen van de hoogtelijnen vanuit C en D op AB verdeelt het trapezium in een rechthoek FECD, een rechthoekige gelijkbenige driehoek EBC en een driehoek AFD van het type 300 – 600 – 900.

Uit het gegeven BC18 2 volgt dan direct dat BE EC 18 en dus ook DF18. Uit dit laatste volgt dan ook weer direct dat 18 6 3

3

AF  en dus AD12 3. Daar FECD een rechthoek is, is FE DC  5.

Voor AB vinden we de lengte 6 3 5 18 23 6 3.   

De oppervlakte van het trapezium vinden we uit 1 ( ) 1 (28 6 3) 18 252 54 3. 2 AB CD EC 2    

Opgave 2

De constructie zou als volgt kunnen worden uitgevoerd. 1) Teken een lijn m en kies daar een punt E op.

2) Construeer in E een loodlijn op m en pas lijnstuk EC er op af.

3) Cirkel vanuit C lijnstuk CM om waarbij het punt M op m gevonden wordt. 4) Pas lijnstuk MN af op lijn m (zodanig dat E tussen M en N komt te liggen). 5) Breng de gegeven hoek over naar M als hoekpunt en MN als eerste been.

6) Construeer door C een lijn die evenwijdig is aan m. Deze snijdt het tweede been van M in D. 7) Verleng DM met een lijnstuk MA = DM en CN met een lijnstuk NB = CN.

8) Verbind de punten A, B, C en D.

(2)

Opgave 3

1) Wanneer we de drie gelijke bogen een hoekgrootte  geven, dan geldt voor de omtrekshoeken 1 ( ) 1 1 ( ) .

2 2 2

ADB boog ABboog CD CBD

      Ofwel: BC/ /AD i.h.b BC/ /DE. Ook geldt: 1( ( ) ( )) 1(2 ) 1 .

2 2 2

E boog ABC boog CD    ADB

        Hieruit volgt BD CE / / . BCED is dus een parallellogram.

2) Voor de omtrekshoek DAC geldt 1 ( ) 1 .

2 2

DAC boog CD

  

Er geldt dus dat 1 2

E DAC

    en dus is driehoek ACE gelijkbenig.

3) Voor de omtrekshoek BCA geldt 1 ( ) 1 1 ( ) .

2 2 2

BCA boog ABboog CD CBD

     

De driehoeken ACB en AEC hebben dan twee gelijke (gemarkeerde) hoeken en zijn dus gelijkvormig. Uit de evenredigheid AC CB

AEEC volgt AC EC BC AE maar omdat ECBD kunnen we dit ook

schrijven als AC BD BC AE   .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Rijkswaterstaat Zee en Delta heeft actuele kennis van de toestand, de ontwikkeling en het functioneren van de (eco)systemen onder zijn beheerverantwoordelijkheid nodig.

Because mud deposition is quite substantial on the higher tidal flats of the Eastern part of the Dutch Wadden Sea (includ- ing Eems-Dollard) higher tidal flats will

Figuur 6 Optredende waterstanden bij Sambeek Beneden in drie situaties: referentiesituatie (normaal werkende stuw bij Grave); noodoplossing met een breedte van 5 jukken; noodoplossing

To have a first check whether the observed patterns are consistent through time, the patterns are compared to the general patterns in migration of the thalwegs (deepest line

Waterbeheerders kunnen de specifieke toepasbaarheid van remote sensing voor eigen gebruik stimuleren door deze data daadwerkelijk op te pakken voor hun vraagstukken en

4.2 Systeemrelatie voor overeenkomstige afvoerjaarmaxima van Lippe en Vecht 24 4.3 Vertalen van GRADE jaarmaxima van de Lippe naar de Vecht 27 4.4 Herijking van de Vecht

Figure 1.5 depicts the sensitivity of the posterior reliability index, a measure of the updated probability of failure, to the assumptions made for the traffic load, both for

7.4 Example 2: Prior probability of failure and reliability index comparing the exact results obtained with Monte Carlo simulation (MCS) with the approximation using fragility