Examen 1933
Som 1
1) Teken de gegeven hoek A.
2) Pas op een van de benen van deze hoek het gegeven lijnstuk AE af.
3) Construeer in E de loodlijn op dit been van hoek A en noem het snijpunt met het andere been B. 4) De punten E en D liggen op de cirkel met AB als middellijn (Thales). Construeer deze cirkel. 5) Cirkel BD vanuit B om en bepaal het snijpunt D met de zojuist genoemde cirkel.
6) Verleng AE en BD tot hun snijpunt C en voltooi de driehoek.
Som 2
1) Met
DAB
en
CBA
, volgt dat90
01
1
2
2
DFS
SFC
.2) Daar CD antiparallel is met AB, is
FDB
ADE
.3) Uit
EAD
180
0
en
ADE
volgt dat1
1
2
2
DET
4) Uit
DTS
DET
EDT
(st. van de buitenhoek) volgt1
1
2
2
DTS
. 5) Nu geldt(90
01
1
) (
1
1
) 90
02
2
2
2
DFS
DTS
dús
S
90
0
Som 3
Combineren van de bekende formules