MULO-B Meetkunde RK 1957
Opgave 1
Op het lijnstuk AB als middellijn beschrijft men een cirkel M. De straal MC maakt met MB een hoek van 42 12 'o . De rechte door C evenwijdig met AB snijdt de cirkel in D. Het midden
van AC is N. De rechte door N evenwijdig met AB snijdt AD in P. a. Bewijs, dat vierhoek AMNP een koordenvierhoek is. b. Als AB20cm, bereken dan met goniometrie MN en MP.
Opgave 2
Van driehoek ABC is C 72o. Als van deze driehoek zijde AB9, 2 cm en de halve
omtrek = 12,1 cm, construeer dan a) de straal van de ingeschreven cirkel b) driehoek ABC
Opgave 3
In de scherphoekige driehoek ABC trekt men de hoogtelijnen AD, BE en CF. Men tekent de cirkel M door A, B en het hoogtepunt H. De rechte CF snijdt cirkel M behalve in H nog in G. Bewijs: a) AGAC