• No results found

Geschiedenis 4e, 5e klas en 6e klas: verantwoording en achtergronden.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geschiedenis 4e, 5e klas en 6e klas: verantwoording en achtergronden."

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Geschiedenisperiode vierde, vijfde en zesde klas

November - december 2005

L.S.,

We begonnen de geschiedenisperiode in de vierde klas met de eigen geschiedenis van elk kind. En de eigen geschiedenis kan je het best aflezen aan het eigen lichaam. Littekens zijn dan ook het ideale vertrekpunt om kinderen duidelijk te maken wat geschiedenis is. In feite is geschiedenis niets anders dan het bestuderen van de littekens die de mensheid heeft nagelaten in de natuur en in de cultuur.

Via de eigen geschiedenis leidden we het kind naar de geschiedenis van de eigen familie, van de eigen omgeving om zo te komen tot de geschiedenis van Kalmthout (de school ligt nu eenmaal in Kalmthout) en omgeving.

Dan kwam er een kort intermezzo over de tijdrekening. Wat is een maand, een jaar, een lustrum, een decennium, een jubileum, een eeuw en zo verder? De eeuwen brachten ons tot het besef dat we al zovele eeuwen lang de geschiedenis opdelen in eeuwen. Daarom gingen we een kijkje nemen in de eeuwen die het dichtst bij onze tijd lagen: 19e, 18e, 17e eeuw en zo verder terug in de tijd, - steeds aan de hand van grote bekende figuren - tot we in de middeleeuwen waren beland en de vierde klas kon aansluiten bij vijfde en zesde klas.

Vijfde en zesde klas bekeken de geschiedenis niet van zichzelf uit, maar uitgaande van wat de mensheid aan cultuur heeft verworven sinds de vroegste tijden. Dit schooljaar begonnen we bij Herodotos, de eerste geschiedschrijver, die nog vooral legenden en verhalen noteerde. Hij

informeerde over de Etrusken en andere volkeren. Zo kwamen we bij de Romeinen, hun verhalen en geschiedenis. Die leidden dan weer rechtsreeks naar de middeleeuwen, waar we grote figuren leerden kennen als Clovis, Karel de Grote, Godfried van Bouillon en vele anderen tot Keizer Karel toe.

Waar ging het nu om in deze geschiedenisperiode?

Het ging in de eerste plaats om de legenden te leren kennen die rond al die grote figuren zijn geweven. Historie en legenden gaan in de lagere school steeds hand in hand. Het ging dus nog niet om een exact tijd- en ruimtebesef, al werd dit voortdurend erbij betrokken. Tijd en ruimte komen op een veel nauwkeuriger manier aan de orde in de middelbare school. De lagere school drijft op verhalen en dat moet zo, verhalen zijn de voedingsbodem voor de interesse. Loutere feitenkennis fnuikt de interesse, daar deden we dus niet aan mee. Verhalen zijn ook de kapstokken om later de belangrijkste historische figuren en gebeurtenissen aan vast te hangen. Zonder verhalen lukt dat niet. Daarom dat we daaraan ook zoveel aandacht besteedden en dat de kinderen er ook moesten over schrijven en tekenen. Deze twee varianten binnen de opdrachten moesten ervoor zorgen dat de verhalen en de beelden enige houvast kregen. Dagelijks schrijven - opstel en dictee - is niet alleen van belang in het historische kader, maar is ook een gegeven in de taalontwikkeling van het kind. Daarom kwam dit ook zoveel aan bod. Voorlezen is daarvan ook een facet.

Inhoudelijk moet ik nog vermelden dat het hoofdzakelijk een cultuurgeschiedenis was die we brachten. Oorlogen, verdragen, verbonden en zo verder kwamen zelden aan bod.

En tot slot: geschiedenis is steeds verbonden met heden en toekomst. Daarom werden er ook elke dag links gelegd met het heden en wat daaruit kan voortvloeien. Een voorbeeld: de

Guldensporenslag heeft meer gevolgen gehad voor de Vlaamse ontvoogdingsstrijd vanaf de negentiende eeuw dan in de middeleeuwen zelf. Tot op de dag van vandaag dragen we er de gevolgen van. En daarbij kwam dan nog een ander facet van geschiedenis aan bod: hoeveel toeval en hoeveel vergissingen en misverstanden hebben onze geschiedenis niet bepaald? Daarvan enig bewustzijn hebben is ook een noodzaak.

Hadewijch Devillé, Luc Anthonissen, Kathleen Verleysen, Toon Huwels, Hilde Duynslaeger, Ilona Duerloo, Luc Cielen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Knijp de spons (volledig) uit (zodat er geen aanhangend vocht meer is) en meet de hoeveelheid BFA in de spons.. Uit het experiment blijkt dat: de hoeveelheid BFA in de spons groter

De lichtblauwe kleur wordt veroorzaakt door gehydrateerde koper( II )ionen die met de formule Cu(H 2 O) 4 2+ kunnen worden weergegeven.. Uit deze formule blijkt dat elk koper(

Hij ziet dat het ijzer in de zoutoplossing sneller bruin wordt / wordt aangetast / ‘roest’ (dan het ijzer in water waarin geen zout is opgelost). 2p 32 IJzerionen worden omgezet

Doordat er een evenwicht ontstaat, wordt niet al het zwaveldioxide en alle zuurstof in de reactor omgezet.. Hierdoor ontstaat een

Een onderhoudsbeurt kost 200€, als een taxi in onderhoud is kan hij gedurende die week voor 6u niet gebruikt worden.. Bedrijf huur parkeerplaatsen van 16 m^2 voor 1000 euro

Global limits will obstructs the maximum degree of globalization: transverse lines on the Cone axes indicate the constraints on the cost and network advantages and hence show

Hoe zou jij het organization chart aanpassen om beter prestaties mogelijk

De culturele elementen leggen een orde (nomos) op aan wat anders een onleefbare en vormeloze chaos zou zijn (mentaal en praktisch): door alles een naam te geven wordt