• No results found

Ureum als instrument om eiwitvoeding te sturen nog niet betrouwbaar: Kengetal ureumgehalte beter benutten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ureum als instrument om eiwitvoeding te sturen nog niet betrouwbaar: Kengetal ureumgehalte beter benutten"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ureum als instrument om eiwitvoeding te sturen nog niet betrouwbaar

Kengetal ureumgehalte

beter benutten

H

et melkureumgetal is een veelge-bruikte graadmeter voor de stik-stofbenutting door melkvee. Bovendien wordt het melkureumgehalte gebruikt voor het evalueren en optimaliseren van de rantsoensamenstelling.

Recent startte de Animal Sciences Group (ASG) een project om in kaart te brengen wat de oorzaken van variatie in het melk- ureumgetal zijn. ASG wil daarmee veran-deringen en verschillen in melkureum beter leren begrijpen en een rekenmetho-de ontwikkelen die rekenmetho-de betekenis van het melkureumgetal verheldert. Het project wordt gefinancierd door het Product-schap Zuivel, het ProductProduct-schap Diervoe-der, het ministerie van LNV en ASG zelf. Het onderzoek wordt grotendeels uitge-voerd door Wouter Spek, die over vier jaar op dit onderwerp hoopt te promove-ren aan Wageningen Universiteit.

Ureum en wetgeving

Het melkureumgetal (mg melkureum per 100 g melk) geeft een indruk van de eiwitvoeding van melkvee en de hoeveel-heid stikstof die in de urine terechtkomt. De lever zet een groot deel van de oeb, de onbestendigeiwitbalans, en in mindere mate een deel van het darmverteerbaar eiwit (dve) om in ureum. Dit ureum wordt afgegeven aan het bloed, getrans-porteerd naar de nieren en grotendeels uitgescheiden via de urine.

Wat kunnen melkveehouders met het ureumgehalte in melk?

Het kengetal zegt iets over de stikstofbenutting, maar is als

instrument om de eiwitvoeding van melkkoeien te sturen nu

nog onvoldoende betrouwbaar. Wageningse onderzoekers

pogen daar verbetering in te brengen.

tekst Wouter Spek, André Bannink, Jan Dijkstra

Bij een negatieve onbestendigeiwitba-lans komt ureum juist weer terug in de pens. Ook komt er via diffusie een klein deel van het bloedureum in de melk. De concentratie van het ureum in de melk wordt daardoor vergelijkbaar met die in het bloed. Melkureum is daarom een af-spiegeling van de dagelijkse ureumspie-gels in het bloed (figuur 2).

De relatie tussen melkureum en zowel eiwitvoeding als stikstofexcretie is al de-cennialang bekend. De huidige mestwet-geving maakt al gebruik van deze relatie door de normen (forfaits) voor stikstofex-cretie afhankelijk te stellen van melk-productie en het melkureumgetal. De relatie is echter niet erg nauwkeurig. Er is daarom een zogeheten handreiking gekomen voor de melkveehouders. Op basis van verschillende bedrijfsgegevens, zoals voer, kuilanalysen, aanwezig vee en melkproductie, mag een bedrijfsspe-cifieke excretie (bex) berekend worden (zie figuur 1).

Welke methode veehouders ook kiezen (forfaitair of bex), de berekende excretie is de basis om te bepalen of er sprake is van een mestoverschot en of er mest moet worden afgevoerd. Een mestover-schot brengt kosten met zich mee en drukt het financiële bedrijfsresultaat.

Sturen van eiwitvoeding

Ook al kan melkureum een ruwe indica-tie geven van de stikstofexcreindica-tie, daar-mee is het nog geen instrument om de eiwitvoeding van melkvee te sturen. Toch is het sturen van de eiwitvoeding van groot belang om te voorkomen dat melkvee onnodig veel eiwit opneemt en hogere stikfstofexcreties en ammoniak-emissies veroorzaakt dan nodig is. An-derzijds is het ook belangrijk om hoog-productief melkvee niet te weinig eiwit aan te bieden. Dat kan een negatief

ef-fect hebben op voeropname en de presta-ties, zoals melkeiwitproductie.

Op dit moment wordt vooral de relatie gebruikt tussen melkureum en de eiwit-voeding (oeb- en dve-benutting, figuur 2). Er zijn ook nog andere factoren die melkureum beïnvloeden, zoals het voer-opnamepatroon, de beweidingsstrategie en de recycling van ureum naar de pens bij een lage oeb.

Als we melkureum willen gebruiken om de eiwitvoeding van het melkvee te stu-ren, moeten we deze factoren kunnen incalculeren. Op dit moment kunnen we dit niet. Het doel van het promotieon-derzoek van Wouter Spek is dan ook om deze factoren beter in kaart te brengen. Uiteindelijk willen we de belangrijkste invloedsfactoren met elkaar in verband brengen, om aan te kunnen geven hoe beter gebruikgemaakt kan worden van de informatie die het melkureumgetal geeft over de eiwitvoeding en de eiwitbe-nutting door melkvee. Dan levert melk- ureum betrouwbare informatie op om tussentijds bij te sturen. Dit verdient al-tijd de voorkeur boven het aan het eind van een boekjaar constateren dat het an-ders had gekund.

Het weglekken van ureum van bloed naar melk is niet alleen afhankelijk van de dagelijkse hoeveelheid ureum die via het bloed langs de uier en naar de nieren stroomt. Ook andere factoren spelen een rol. Vooral de dynamiek waar-mee de verschillende processen plaats-vinden, is belangrijk. Het onderzoek is eind vorig jaar gestart en gaat zich rich-ten op de dynamiek van de ureumstro-men in de uier, de ureumuitscheiding door de nieren en de terugstroom van ureum vanuit het bloed naar de pens (fi-guur 2).

Ureum weinig betrouwbaar

De behoefte van de melkveesector om nutriënten en mineralen efficiënter te benutten neemt almaar toe. Over het algemeen wordt met de aanvoer van eiwitrijke producten ook fosfaat op het bedrijf aangevoerd. De fosfaatproblema-tiek staat dus niet los van die van

stik-stof. De verwachting is dat het, ook ge-redeneerd vanuit het zo veel mogelijk sluiten van de fosfaatkringloop, steeds belangrijker wordt om zo goed mogelijk te sturen op de eiwitvoeding van het melkvee.

Voeding bepaalt sterk de stikstofexcre-tie en stikstof in vooral urine is de bron van ammoniak. Als men nu scherp wil managen op stikstof, fosfaat, maar ook ammoniak, dan is het nodig om op tijd bij te kunnen sturen op basis van be-drijfsgegevens.

Het melkureumgetal is zonder meer erg praktisch en eenvoudig beschikbaar, maar op dit moment nog onvoldoende betrouwbaar bij de eiwitvoeding. Die kennis rondom variatie in melkureum ontbreekt nog, evenals de kunde om de betekenis van melkureum te interprete-ren. We proberen dit te verhelpen, zo-dat de sector in de toekomst meer en beter gebruik kan maken van melk- ureum als informatiebron. Dit zou in principe ver kunnen gaan, zelfs tot het volgen van individuele dieren en auto-matische melkureumanalyse tijdens de melking.

Het melkureumgetal blijft een zeer in-teressante en eenvoudig te verzamelen indicator die het verdient om er meer uit te halen dan op dit moment gebeurt. Dit staat of valt met het begrijpen van de veranderingen in het melkureumge-tal. l

Internationaal

voersymposium ASG

De uitdaging voor de melkvee- en voersector is het combineren van een goede diergezondheid, economisch rendement, een hoogwaardige melk-kwaliteit en een efficiënte nutriënten-benutting. Over dit thema houdt de Animal Sciences Group (ASG) op 21 april in Wageningen een Engelstalig internationaal voersymposium.

Kijk op www.asg.wur.nl

Dr. ir. J. Dijkstra, universitair docent leerstoelgroep Diervoeding, Wageningen Universiteit

Ir. W. Spek, assistent in opleiding leerstoelgroep Diervoeding, Wageningen Universiteit

Dr. A. Bannink, onderzoeker divisie Veehouderij, Animal Sciences Group, Wageningen UR

stikstofexcretie urine (g per dag)

melkureum (mg ureum/dl melk)

0 10 20 30 40 50 60 70 80 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 0 10 20 30 40 50 60 70 80 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 0 10 20 30 40 50 60 70 80 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 0 10 20 30 40 50 60 70 80 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 0 10 20 30 40 50 60 70 80 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 0 10 20 30 40 50 60 70 80 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 stikstoftrappen gras

laag eiwit bierbostel 1bierbostel 2 zouten 1zouten 2

Figuur 1 – De relatie tussen melkureum en stikstofexcretie voor verschillende factoren

1. de ureumconcentratie in bloed 2. ureumtransport en melkvorming in uier 3. ureumuitscheiding met urine

4. recycling van bloedureum naar de pens

Figuur 2 – De ureumstromen in de koe melkeiwit eiwit dve bloedureum oeb 4 melkureum

urinestikstof

1 2 3 2 8 V E E T E E L T j a n U a r i 1 / 2 2 0 0 9 V O E D i n G 2 8 V E E T E E L T a p r i l 1 2 0 0 9 V E E T E E L T a p r i l 1 2 0 0 9 2 92 9

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoe kunnen gemeenten, woningcorporaties, Rijk, markt en andere partijen een intensiever gebruik van de bestaande woningvoorraad stimuleren!. Platform31 onderzocht hoe de

Lees deze folder dan samen met iemand die de informatie voor u vertaalt of uitlegt.. Please note: This leaflet contains information that is important

Kenmerkend voor deze vorm van dementie zijn veranderingen in gedrag, taal(gebruik), emoties en motoriek.. Frontotemporale dementie komt minder vaak voor en meestal op

Bij hirsutisme groeien donkere, stugge haren op de bovenlip, de kin, op de borst, de rug, de buik en de bovenbenen zoals bij mannen.. Het gaat dus niet om extra veel groei van

Men vindt dat als er snoeiafval naast wordt gelegd de gemeente dat eigenlijk gewoon meteen moet meenemen (ipv te wachten op klachten uit de buurt en dan een aparte rit hiervoor

1 Bron: Rapport Duurzaamheidseffecten Beter Benutten Vervolg, Goudappel Coffeng.. Beter Benutten Zwolle Kampen is een gezamenlijk initiatief van het regionaal bedrijfsleven,

Langs diezelfde weg zijn ze echter ook op het spoor gekomen van een vreugde en een voldoening die zoveel groter zijn, omdat ze komen uit het Rijk van God, de enige zaak

TenneT aanvaardt geen aansprakelijkheid voor (vermeende) schade, voortvloeiend uit deze PowerPoint, noch voor de gevolgen van. activiteiten die worden ondernomen op basis van