• No results found

Meercellige parasieten: metazoën (9)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meercellige parasieten: metazoën (9)"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

u

T D E

z

E K E N B

<>

E G

Deel9

Meercellig

e parasieten: m

et

azoa

n

door Olga Haenen

In deze aflevering van meercellige visparasieten komen enkele geleedpotigen aan bod: allereerst twee afgevaardigden van de Branchiura, de luizen: Argulus species (visluis) en Lepeophtheirus salmonis (de zalmluis) en twee leden van de Copepoda, te weten Erga-silus species en Lernea species (ankerworm),

7. BRANCHIURA (LU/ZEN)

De luizen zetten zich vast op de huid van de vis en kunnen zo de slijmhuid beschadi-gent waarna er infecties door bijvoorbeeld bacterien kunnen optreden, Daarbij voedt bijvoorbeeld Argulus zich door zijn boor-snuit in de huid te boren en zo lichaams-vloeistoffen van de vis tot zich te nemen, Argulus foliaceus (figuur 1) is een bekende visluis, maar ook de zalmluis Lepeophthei-rus salmonis (figuur 2) is internationaal bekend vanwege z'n schadelijk effect op zalm, Argulus species komt met name in

het buitenwater voor, de zalmluis op zalm

in buitenwater, en in kooicultuur van met name zalm,

7,a ARGULUS SPECIES Bij welke vissoorten?

Argulus species komt bij allerlei vissoorten voor in het wild, maar kan eenvoudig in vij-vers worden ge'l'ntroduceerd en daar bij met name kois en goudvissen problemen

.. Figuur 1: Schematische structuur van

Argu-. Ius foliaceus (uit: Huisman, 1981).

\...L- - - - - -abdomen

(2)

geven. Dit soort parasieten heeft daarnaast een zeer brede gast-heerlijst onder de vissen. De para

-siet plant zich geslachtelijk voort met een grote snelheid.

Welke ziekteverschijnselen? Argulus species zit op de huid van

de vis vast en voedt zich door middel van zijn boorsnuit. De vis kan afwijkend zwemgedrag verto

-nen als gevolg van irritatie door de parasiet. Er ontstaat huidirrita-tie en soms treedt er

donkerkleu-ring van de huid op (hyperpigmentatie). De beschadigingen vormen een aanhech-tingspunt voor bacterie- en virusinfecties.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De diagnose wordt gesteld door de vis ma-croscopisch te bekijken en evt. een huidaf-strijkje microscopisch te bekijken bij 20-40x en te vergelijken met afbeeldingen (Figuur

1 ).

Overdracht van de infectie en preventie

De snelheid, waarmee de parasietzich voort-plant hangt af van de soort en van de water-temperatuur. Gewoonlijk is de levenscyclus 30 dagen lang. Er worden door het vrouwtje eieren gelegd op o.a. waterplanten, die bin-nen 10-50 dagen uitkomen. Juvenielen zijn 1-3 mm lang. Volwassen parasieten kunnen enkele dagen voortleven zonder gastheer. Preventie is mogelijk, als de vis binnen wordt gekweekt zonder aanraking met wilde visbestanden of buitenwater.

Is er een therapie?

Tegen Argulus species kan worden

behan-deld met organofosforverbindingen, die echter toxisch zijn voor vis: oppassen dus. 7.b LEPEOPHTHEIRUS SALMONIS (DE ZALMLUIS)

Bij welke vissoorten?

Lepeophtheirus salmonis (de zalmluis)

.. Figuur 2: Effect van de zalmluis op zalm: ex-treme huidvernietiging (uit: Bruno et aI., 1997).

komt bij zalmsoorten van aile leeftijden voor in het zoute water. Het gaat om een ectoparasiet.

Welke ziekteverschijnselen?

Lepeophtheirus salmonisveroorzaakt

wit-grijze vlekjes op de huid bij de keel en langs de basis van de rugvin. Naarmate de luis zich voedt verschijnen er steeds meer zweren op de huid met bloedingen, tot in het spierweefsel toe (Figuur 2). De slijm-productie is verhoogd. Secundaire infec-ties treden op en de vis verliest zijn condi-tie. Er treedt sterfte op, door secundaire infecties en osmotische stress.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met het blote oog zijn de zalmluizen zicht-baar. Verder kan men de luis bestuderen, door een huidafstrijkje microscopisch te bekijken bij 20-40x en te vergelijken met af-beeldingen.

Overdracht van de infectie en preventie

De zalmluis heeft een geslachtelijke voort-planting van vis naar vis, in grote lijnen analoog aan die van Argulus. Preventie is moeilijk, omdat contact met wilde vis be-standen en buitenwater moeten worden vermeden en dat in de zalmteelt onmoge-lijk is.

(3)

Is er een therapie?

Tegen Lepeophtheirus salmonis werd vroeger dichlorvos ingezet. Dit gaf echter allerlei problemen met de ecosystemen van de fjorden, waarin de zalmkooien han-gen. Men ontdekte, dat lipvissen de zalm-luizen actief van de huid van zalm eten. Probleem: deze dragen weer allerlei ziek

-ten met zich mee en dragen die over. Nu is men internationaal druk doende, chemi-sche therapeutica op de markt te zetten, die het ecosysteem in het fjord niet nega-tief be'lnvloeden.

B. COPEPODA

De groep van de Copepoda is groot en ge-varieerd .. Ze betreffen bijna uitsluitend ec-toparasieten, die voorkomen op de huid, kieuwen, ogen en in de bek van vissen. Ze hechten zich via zuignappen, haken of ver-ankerde aangroeisels. De wijfjes zijn goed zichtbaar met het blote oog door hun eier-zakken.

B.a ERGASILUS SPECIES

Bij welke vissoorten?

Ze komen bij voornamelijk zoetwatervis-soorten voor op de kieuwen, maar kunnen ook in het mariene milieu worden gevon-den. Door hun parasitisme op de huid ver-oorzaken ze tal van huidinfecties. Ze zijn meestal minder dan 22 mm lang en heb-ben een conische vorm en een gesegmen-teerd lichaam.

Welke ziekteverschijnselen?

Allerlei huidontstekingen treden op als se-cundair effect van de parasiet. In de kieu-wen ontstaan bloedingen en eveneens plaatsen, waar secundaire infecties optre

-den. Soms vertonen de vissen schuurge-drag en zwemmen ze schichtig door de vij-ver als gevolg van de infectie.·

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De eierzakken van het wijfje zijn met het blote oog zichtbaar. Verder kan men de

pa-30

rasiet bestuderen, door een huidafstrijkje en kieuwpreparaat microscopisch te bekij-ken bij 20-40x en te vergelijbekij-ken met afbeel-dingen (Figuur 3).

Overdracht van de infectie en preventie

De levenscyclus is als voigt: In april komen de naupliuslarven uit de eieren, die zich, afhankelijk van de watertemperatuur di

-rect ontwikkelen tot volwassen copepo-den. De mannetjes blijven maar 2 weken leven en sterven direct na de bevruchting. De vrouwtjes zoeken in juni de gastheer op (vis) en leggen elk tot 200 eieren. Hierdoor stijgt de infectiedruk op de vis tot in sep

-tember. Intussen zijn 2 tot 3 generaties ontwikkeld. Onder de 14°C neemt het aan

-tal parasieten snel af. In de winter blijven de eieren over. Preventie houdt het vermij-den van contact met wilde vis en buiten-water in.

eierzakken

• Figuur 3: Schematische voorstelling van Er-gasilus sieboldii (naar: Huisman, 1981).

(4)

Is er een therapie?

Tegen Ergasilus soorten kan worden

be-handeld met organofosforverbindingen,

die echter toxisch zijn voor vis: alweer op-passen dus.

B.b LERNEA SPECIES (ANKERWORM)

Bij welke vissoorten?

Lernea species wordt ook wei de

anker-worm van vissen genoemd. le komen bij

overwegend zoetwatervissoorten v~~r. De

worm verankert zich met 4 kopuitsteeksels

diep in de huid en kieuwen van de vis. le

zijn langgerekt, wormachtig van vorm en kunnen bijvoorbeeld bij vissoorten voor-komen, die na het paaien naar zee

zwem-men. Ook bij terugkeer naar het zoete

wa-ter voor een tweede maal paaien kan nog de schade aan de kieuwen worden

waar-genomen.

Welke ziekteverschijnselen?

De parasiet boort zich in de huid en kieu-wen en veroorzaakt daardoor allerlei ont-stekingen en bloedingen, waar de vis uit-eindelijk aan kan sterven. De eierzakken

zijn weer goed zichtbaar met het blote ~Og.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

lie Ergasilus species. Lernea species heeft wat langwerpiger eierzakken: zie figuur 4.

Overdracht van de infectie en preventie

De overdracht is vergelijkbaar met die van

Ergasilus. Preventie bestaat uit het mijden van wilde visbestanden en buitenwater. Is er een therapie?

Tegen Lernea soorten kan worden

behan-deld met organofosforverbindingen, die

echter toxisch zijn voor vis: weer oppassen

dus.

Referenties

Bruno, D.W., D.J. Alderman and H.J.

Schlot-feldt, 1997. What should I do. A practical

gui-de for the marine fish farmer. E.A.F.P.,

Aber-AQUA

,r;;'-;':;:-

3/99

deen, Scotland, 64 pp.

Huisman, E.A., 1981. Visziekten.

Collegedic-taat naar: R. Bootsma en P. van Banning. LH

Visteelt en Visserij, 60 pp. '

Noga, E.J., 1995. Fish Disease: diagnosis and treatment. Mosby Year Book Inc., Missouri, USA. 367 pp.

Reichenbach-Klinke, H.-H., 1980. Krankhei-ten und Schi:idigungen der Fische. Gustav Fi-scher Verlag, Stuttgart, 472 pp.

anker

eierzakken

.. Figuur~: Schematische voorstelling van

Ler-ne~ cypnnacea van karperachtigen. (naar: HUIsman, 1981).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

www.inbo.be Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2019 (29) 33 Figuur 16: Histogram van de jachtintensiteit op het niveau van de WBE voor de 116 WBE’s met

Echter, in een situatie van krapte op de arbeidsmarkt zijn maatregelen gewenst die zorgen voor vergroting van het arbeidsaanbod om daarmee te zorgen voor het behoud van

4p 2 Ga met een berekening na of de hoeveelheid energie in de puls van figuur 3 bij de weerstand van 25 Ω tussen de elektroden onder deze waarde blijft.. In noodsituaties

4p 2 Ga met een berekening na of de hoeveelheid energie in de puls van figuur 3 bij de weerstand van 25 Ω tussen de elektroden onder deze waarde blijft. In noodsituaties

Deze gedachte is niet nieuw, zij werd in feite reeds in 1927 door Dijker naar voren gebracht, zij het dat hij hetgeen in de praktijk ,,gemiddeld” werd verricht tot

Vul de tabel in door in de kolommen van soort 1 en soort 2 in steekwoorden te noteren welk voordeel (voordelen) en/of welk nadeel (nadelen) de relatie oplevert voor de

Onze methode is onlosmakelijk verbonden aan niveau vier binnen de preventiepiramide, namelijk de probleemaanpak (zie 3.3). We creëerden samen met de kinderen een time-outhoek. Daar

Hij sprak met drie gepeste leraren en geeft op basis van hun verhalen advies om pesten tussen collega’s tegen te gaan.. men bang was dat het verhaal door het bestuur of directie