• No results found

Onderzoek naar de toepassing van de DELFIA-techniek als screeningsmethode : interim rapport

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar de toepassing van de DELFIA-techniek als screeningsmethode : interim rapport"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT 86.30 Pr.nr. 505.0740 Onderwerp: Onderzoek naar de toepassing

van de DELFIA-techniek als screeningsmethode. Interim rapport.

Verzendlijst: directeur, directie VKA, sektorhoofd, afdeling SERH, bibliotheek (2x), projektleider, projektbeheer, circulatie.

(2)

Afdeling Spectroscopie/Electrochemie/Radioaktiviteit/

Hormonen 1985-12-23

RAPPORT 86.30 Pr.nr. 505.0740

Projekt; Ontwikkeling van immunochemische bepalingsmethoden (algemeen). Onderwerp; Onderzoek naar de toepassing van de DELFIA-techniek als

screeningsmethode. Interim rapport.

Doel;

Onderzoek naar de toepassing van de DELFIA-techniek als screenings-methode voor 17ß-estradiol in urine.

Samenvatting:

In dit rapport zijn de bevindingen weergegeven met betrekking tot de toepasbaarheid van de Delfia techniek. De screening van een tweetal Steroiden, namelijk Cortisol en 17ß-estradiol in respectievelijk serum en urine, zijn m.b.v. de Delfia methode bekeken.

Conclusie;

Cortisol is, met het door LKB Wallac geleverde kit en voorschrift, te bepalen in serum m.b.v. de Delfia-techniek.

Het bepalen van 173-estradiol, in een zelf ontwikkelde methode, in urine ondervindt storing van matrix invloeden. De absolute detectie-grens voor 17ß-estradiol bedraagt 1 pg. De relatieve detectiedetectie-grens bedraagt 10 pg/ml (10 ppt).

Verantwoordelijk ; dr W.G. de R u i g ^ Ck^ Medewerker(s)/Samensteller(s): G.D. van Bruchem? Q- Vos Projektleider : drs P.H.U. de Vries

(3)

palingsmethoden zijn toegepast, snel gegroeid. Eigenschappen als een grote selectiviteit en lage detectiegrenzen maken ook een toepassing in de residubepaling interessant. Naast de Ria (Radio-immuno-assay), die voor de detectie gebruik maakt van radioactief gelabeld materiaal, de Elisa (Enzyme-linked-immuno-sorbent-assay), waarbij enzyme-labeling spectroscopische detectie van het gevormde produkt mogelijk maakt, is de Fia (Fluorescense-immuno-assay), waarbij met fluorescerende labels gewerkt wordt, de meest gebruikte techniek.

De Firma LKB bracht onlangs de Delfia (Dissociation-enhanced-lanthanide-fluoro-immuno-assay) op de markt, die naast een t.o.v. de Fia

verbe-terde analysemethode een uitstekende instrumentatie en gegevensverwer-king biedt. Met het oog op een toekomstig gebruik van de Delfia als

methode voor de screening op stero'iden is de analyse van een 2-tal stero'iden, 0-estradiol en Cortisol in resp. urine en serum bekeken.

2. Achtergronden Delfia

De vroegere Fia-methoden ondervonden de nodige hinder van storende bestanddelen uit de achtergrond op de te meten fluorescentie.

Toepassing van een solid-phase immuno-assay onderdrukt storing vanuit de matrix voldoende, maar maakt gebruik van materialen, die zelf ook fluoresceren. LKB ontwikkelde om de invloed van de achtergrondfluores-centie tegen te gaan een antilichaamlabeling met een fluorescerende stof met een lange fluorescentie-halfwaarde tijd. Gekozen werd voor het Europiumion, dat in EDTA geligeerd aan de antilichamen werd ge-koppeld.

In het EDTA gebonden fluoresceert het Europium zwak, maar toevoeging van een "enhancement solution" brengt het Europium in oplossing alwaar het een sterk fluorescerend complex vormt.

AKS+

«nun UMI

FOMUnMWMW umuwM cmun «mui« iwiKim wam

(4)

2

-Dit complex heeft een lange fluorescentie halfwaardetijd (10.000 usee), zodat na het aanslaan van de opgeloste moleculen, gedurende de tijd, dat de achtergrond meefluoresceert, gewacht kan worden, alvorens de emissie te meten. i \ Iuftwtian X • MOntn \ Long lt**d \ flwomcMc* W m r a m n t » i

L

0 Dwtoy tint« 4 0 0 Court««« M O KMO Nvw lyria

O.i-'s ^ 0 . 6

-I

< 0.J-f\ U r | » I f h u tM*t / 1 h«i>J«iäth ». f 1 lUROFtUM J 1 CHI LAT IS / * - m\ Lwv« «acttotion

L/I

J

-. - « O ï l S 't 1 '10 M O 4 0 0 M O M O

Afhankelijk, van de grootte van het te meten molecule zijn met de Delfia een tweetal methoden uitvoerbaar:

- voor grote moleculen, waaraan meer dan 1 antilichaam molecuul tegelijk kan binden, de solid-phase-sandwich immuno assay - voor kleine moleculen; waarop slechts plaats is voor de binding van

1 antilichaam molecuul, de competitieve solid-phase immuno assay

Doel van de experimenten was om een indruk te krijgen van de methode m.b.v. een door de fabrikant geleverde cortisol-kit en van de

toepas-sing van de Delfia in zelf te ontwikkelen methoden. Voor dit laatste is geëxperimenteerd met 3-estradiol.

3. Apparatuur

- Arcus 1230 Fluorometer, LKB Wallac - Disk drive unit, LKB Wallac

(5)

- Printer, LKB Wallac

- Was/afzuig unit, LKB Wallac

- Vari-shaker microtiter, Dynatech.

4. Experimenten met de cortisol-kit

Gebruik werd gemaakt van een door LKB geleverde cortisol-kit, die be-stond uit:

- met een cortisolconjugaat gecoate strips

- Cortisol standaarden voor het opstellen van een ijklijn

- FCA assay buffer, voor het oplossen van standaarden en antilichamen - enhancement solution - wasvloeistof 4 . 1 P r i n c i £ e _ y a n _ d £ bejaaliiig

.*„.&.. b^!*v

•3 0

Cortisol in samples

¥•

P

V

V

Solid phase Eu-labelled Incubeion Cortisol anti-cortisol IgG and weehing

+ Enhancement _ * WT \ y + « T « Ä Fluorescence

I . Solution " ^ | » ) 0 U %IÉ? m—unm*M

CP = Carrier Prossln

4 . 2 Wej[kwijjse_

De methode werd uitgevoerd volgens de door de fabrikant bijgeleverde instructies.

4.3 Resultaten

Het Cortisol gehalte van sera van met 17-3-estradiol behandelde kalve-ren is bepaald.

Bijlage no. 1 geeft de gegevensverwerking van de DELFIA weer. - Aan de linker kant staan de gegevens welke benodigd zijn voor het

opstellen van een logaritmische ijklijn; links boven de verschillen-de standaarverschillen-den (0-2000 nmol/ml) en verschillen-de gevonverschillen-den counts, er onverschillen-der verschillen-de

(6)

4

-berekende ijklijn, en de concentraties die op grond van de -berekende ijklijn aan de standaarden moeten worden toegeschreven.

- In het midden staat de ijklijn uitgeplot.

- Rechts staan de gemeten monsters, het gezonden aantal counts en de berekende concentraties.

In tabel 1 staan de cortisolgehalten van de sera van kalveren, die met 3-estradiol zijn behandeld.

Aan de hand van de wijze van toedienen is een vijftal groepen te onder-scheiden:

- groep I : controle dieren

- groep II : dieren behandeld met een implantaat met trage afgifte - groep III: dieren behandeld met een implantaat met 3x zo snelle

af-gifte als bij groep II.

- groep IV : dieren behandeld met een implantaat met afgifte snelheid tussen II en III in

- groep V : dieren behandeld met een implantaat

- groep VI : als V maar implantatie gedurende 4 i.p.v. 10 weken

Tabel 1 GR.

I

II III RIKILT nr. 5/5/4940 5/5/4941 5/5/4953 5/5/4926 5/5/4924 5/5/4944 5/5/4942 5/5/4951 5/5/4948 5/5/4927 5/5/4934 5/5/4929 5/5/4949 5/5/4937 5/5/4945 5/5/4933 5/5/4939 Pat.nr. 17 18 30

4

2

21 19 28 25

5

11

7

26 14 22 10 16 Gehalte nmol/1 261 776 256 310 371 350 234-271 199-184 251 250 201 — 219 196 153 305 282 Gehalte ng/ml 94,3 282 94,7 116 135 130 84,8-98,1 72,1-66,7 93,6 92,6 75,8 *~ 80,8 71,2 57,2 113 103

(7)

GR. IV

V

VI RIKILT nr. 5/5/4943 5/5/4938 5/5/4957 5/5/4956 5/5/4923 5/5/4935 5/5/4950 5/5/4954 5/5/4955 5/5/4931 5/5/4925 5/5/4928 5/5/4932 5/5/4952 5/5/4947 5/5/4936 5/5/4946 Pat.nr. 20 15 34 33

1

12 27 31 32

8

3

6

9

29 24 13 23 Gehalte nmol/1 215 181-202 519 182 217 316 195 243 101 254 179 219 371 271 193 300 305 Gehalte ng/ml 79,9 66,1-74 193 69,6 79,9 117 72,0 91,9 38,6 94,5 66,2 81,7 138 102 72,3 110 114 ,3

In geval van een duplo-bepaling is per monster een tweetal gemeten gehaltes vermeld.

4.4 Commentaax

Cortisol kan zonder voorbewerking m.b.v. de Delfia in serum bepaald worden. De ter beschikking gestelde kit was niet toereikend om onder-zoek te doen naar recovery, absolute- en relatieve detectiegrens, intra-en inter-assay variatie.

5. 173-estradiol

5.1 Chemicaliën

1. BSA-estradiol conjugaat 2. estradiol standaarden

3. anti-estradiol antilichaam (Bio-Mérieux, Roussel-Uclaf) 4. PBS (NaCl 8,5 g, Na2HPÛ4 1,07 g, NaH2P04, H2O 0,3 g, NaNß 0,5 g/l)

pH = 7,2

(8)

o

-S. Natrium carbonaat pH - 9,3 (0,1 M) 6* 0.1X BSA in PBS

7. 0,21 Tween 20 in PBS

8. EV-gelabeld anti-Rabbit IgG

9. TCA-assay buffer LKB 10. Enhancement solution 5.2 Schemati£che_Weergave Es£r£diol-b^e£aling < AS <

D

A

i n c u b e r e n

V

D

- , »

^

o<n er

Eu Eu i n c u b e r e j •.vasaen / l c c u o e r e n / /

0

fluorescentie

'fö-ß

*-**

"*"

(9)

5.3 Coating van he_t ^s^radiol jc^ji jugaa_t ^EC^)_aan_e^n_pol^styreen_we 11 De In de literatuur (7.1) beschreven bepaling van testosteron noemt een coating van 12,5 ng testosteron-conjugaat per well. Met deze vaarde als richtlijn werd gezocht naar een optimale coatingsconcentratie voor EC.

In aanwezigheid van een overmaat antilichaam wordt het aantal gemeten counts bepaald door het aantal gecoate moleculen.

Om de optimale coatingsconcentratie voor EC te bepalen werden wells gecoat met 250 ui 0,1 M natrium carbonaat buffer met 1000, 500, 100 en 50 ng EC.

Per concentratie werden steeds 2 strips met ieder 12 wells gecoat. Vervolgens werd 1 nacht op kamertemperatuur geincubeerd. Vervolgens werd de vloeistof uit de wells gezogen en werden de nog onbezette

plaatsen aan de polystyreen wand gevuld door toevoeging van 300 ui 0,1% BSA in PBS.

Na 30 minuten incubatie werden de wells gewassen: 2 x PBS, 2 x Tween in PBS, 2 x PBS.

Het antiserum (Bio-Mérieux) werd opgelost in 1 ml van de door de fa-brikant geleverde buffer en voor gebruik in stappen van 5 verdund. In elke well werd 250 ui RIA buffer gepipetteerd. Van links naar rechts per strip werd 20 ui van de telkens 5 x verdunde antiserum

op-lossing gepipetteerd. Na incubatie gedurende 1 uur bij kamertemperatuur werd gewassen met 2 x PBS, 2 x Tween in PBS en 2 x PBS. Het

anti-rab-bit IgG europiumlabel werd opgelost in 500 ui millipore water en het geheel werd met TCA buffer tot 25 ml aangevuld. Er werd aan elke well

250 ui europiumlabel oplossing toegevoegd. Na incubatie gedurende 1 uur op kamertemperatuur werd gewassen met 2 x PBS, 2 x Tween in PBS, 2 x

met PBS. Aan elke well werd 200 ui "enhancement solvent", toegevoegd. Hierna werd 5 min. geschud m.b.v. de Vari-shaker. De metingen werden 10 minuten na het schudden verricht.

De resultaten zijn grafisch weergegeven in bijlage 2.

5.3.2 CoDuaenta.ar

Er is weinig verschil te zien tussen het aantal counts bij een concen-tratie 0 (nul) van het antiserum (drooggevroren stof opgelost in 7 ml) bij coatingshoeveelheden van 1000 ng/well of 500 ng/well.

(10)

8

-De antiserum verdunningen zijn met een te grote verdunningsfaktor toe-gepast. Een verdunningsfaktor van 2 zal onderzocht moeten worden. Tegelijkertijd zal gekeken worden naar coatingshoeveelheden van 400-300-200 ng/well.

5.3.3 Ver™

1

.!

2L

a

R

£°£

t

.i

n

JL

a

R

I

e

In dit experiment werd 5.3.1 nagewerkt met EC-concentraties van 400-300-200 ng/well. Het antiserum (Bio-Mérieux) werd opgelost in 1 ml (conc. 0) RIA buffer (Bio-Mërieux) en voor gebruik in stappen van 2 verdund.

5.3.4 Commentaar

Coating met 200 ng/well gaf een signaal van 200.000 counts waarbij het antiserum in 12,5 ml RIA buffer was opgelost en er 250 ul/well was toegevoegd.

5.4 Es_tr£dio_l-1^7|_ ijklijnen

Er worden 2 ijklijnen voor 173-estradiol gemaakt:

a. een competitieve FIA (standaarden en EC competeren met het anti-serum)

b. een verdringings FIA (EC bindt antiserum, met standaarden het anti-serum van de well verdringen).

5.4.1 Werk.wijze^

Er werd overnacht géincubeerd met 200 ng EC per well (200 ng EC in 250 ui 0,1 M Na2C03 ) # Hierna werd de vloeistof uit de wells gezogen

en werden de wells gevuld met 300 yl 0,1% BSA in PBS (pH 7,2). Na in-cubatie van 30 minuten, werden de wells gewassen met 2 x PBS, 2 x Tween in PBS, 2 x PBS. Voor de competitieve ijklijn werden de wells gevuld met 125 yl standaardoplossingen, van 2 yg/ml - 0,0256 ng/ml, en 125 yl antiserum (opgelost in 6,25 ml RIA buffer). Voor de verdrin-gingsijklijn werden de wells gevuld met 125 yl RIA buffer en 125 yl antiserum. Na incubatie gedurende 1 uur, werd gewassen met 2 x PBS, 2 x Tween in PBS, 2 x PBS. De wells voor de competitieve ijklijn werden met 250 yl europiumlabeloplossing gevuld.

(11)

De wells voor de verdringingsijklljn werden met 125 yl RIA buffer en 125 yl standaardoplossingen, van 2 yg/ml - 0,0256 ng/ml, gevuld. Voor belde ljklijnen werd 1 uur ge'lncubeerd. Er werd met 2 x PBS, 2 x Tween In PBS, 2 x PBS gewassen. Aan de wells van de competitieve ijklijn werd 200 yl "enhancement solvent" toegevoegd en 5 min. geschud.

De competitieve ijklijn werd 10 minuten na het schudden opgesteld. Aan de wells van de verdringingsijklljn werd 250 yl europiumlabeloplossing toegevoegd en 1 uur ge'lncubeerd. Er werd met 2 x PBS, 2 x Tween in PBS,

2 x PBS gewassen. In de wells werd 200 yl "enhancement solvent" gepi-petteerd en gedurende 5 min. geschud. De verdringingsijklljn werd 10 minuten na het schudden opgesteld.

5.4.2 Re£ultaten

De competitieve ijklijn leverde een meetbaar verschil op In counts voor de verschillende standaarden. Het lineaire deel van de ijklijn lag tussen 400 - 0,64 ng/ml (7000-80.000 counts). De verdringingsijk-lljn vertoonde geen afname van het aantal counts bij een toename van de 3-estradiol concentratie.

5.5 Er werden urines van het CLRW en sera van de met estradiol behan-delde kalveren op 17ß-estradiol onderzocht. Hierbij werd geen recovery experiment uitgevoerd.

5.5.1 Mejthode

5.5.1.1 V^oiorbehande^ 11ng urines

300 yl urine werd gehydrolyseerd met 400 yl suc d'helix pomatia in hy-drolyse buffer (0,2 M NaH2PÛ4 H2O pH 4,8) gedurende 1 uur bij 37°C. Na

afkoelen werd het reactiemengsel geëxtraheerd met 1 ml ether (30 sec. vortexen). De fasen werden gescheiden door 5 min. te centrifugeren bij 3000 rpm. De monsters werden in een ijsbad geplaatst. Nadat de waterige fase was bevroren werd de ether overgegoten in een ander buisje. Deze extractie werd nog éénmaal herhaald en de verzamelde etherfrakties werden drooggedampt. Het residu werd in 250 yl RIA buf-fer opgelost.

(12)

10

-5.5.1.2 Déifia

Er werd, in de met EC gecoate wells, 125 yl RIA buffer of 125 yl stan-daardoplossing of 125 yl serum of 125 yl urine extract gepipetteerd. Daarna werd er 125 yl antiserum (opgelost in 6,25 ml RIA buffer) toe-gevoegd en werd vervolgens 5.4.1 toegepast.

5.5.2 Resultaten Soort monster serum serum serum serum serum urine urine urine urine urine urine urine urine urine urine RIKILT nr. 5/5/4930 5/5/4938 5/5/4941 5/5/4942 5/5/4951 U 4463 U 4464 U 4465 U 4466 U 4467 U 4468 U 4469 U 4471 U 4472 U 4473 Gehalte 3,35 2,34 62,33 1,39 12,61 1,89 1,71 3,13 2,19 5,26 21,56 1,71 3,96 1,37 9,19 -in ng/ml 3,36 2,09 57,7 1,46 11,56 2,19 1,63 2,16 1,56 5,68 20,48 1,49 3,71 1,57 8,08 Opmerkingen 1 rund (VR) 4 jaar rund (VR) 3 jaar rund (VR) 3 jaar rund (VR) 4 jaar rund (VR) 4 jaar rund (VR) 5 jaar mnl 1,5 jaar rund (VR) 2,5 jaar rund (VR) 2,5 jaar rund (VR) 3 jaar

5 . 6 Sp>ecif_iek 17j3-es_trad 1o_l an_tijsejrum

Het door Bio-Mêrieux geleverde antiserum was ontoereikend en daarom moesten andere antisera werden gebruikt. De antisera zijn als volgt genummerd, 3, 4 en 5. Op grond van de aangegeven werkverdunning kreeg nr. 3 een verdunningsreeks van 1:1000-1:2000-1:4000-1:8000-1:16.000-1:32.000-1:64.000. De nummers 4 en 5 kregen een verdunningsreeks van 1:500-1:1000-1:2000-1:4000-1:8000-1:16.000. Er werd overnacht gecoat met 200 ng EC per well. De titratiecurve van a.s. nr. 3 liep van

350.000 tot 85.000 counts. De titratiecurve van a.s. nr. 4 liep van 35.000 tot 180.000 counts. De titratiecurve van a.s. nr. 5 liep van 300.000 tot 220.000 counts.

5.6.1 £ommentaar

De drie antisera zijn bruikbaar in de Delfia-techniek voor estradiol. Antiserum nr. 3 zal gebruikt worden daar het met grootste verdunning 1:25.000 (125 yl/well) kan worden toegepast.

(13)

5.7 £oat^ngsJiojîV£e_lhjBde_n_en i^jjçli Jü.eü

De literatuur (7.2) beschrijft dat wanneer de wells voor coating ge-activeerd worden met glutaaraldehyde de assay mogelijk gevoeliger en reproduceerbaarder kan worden.

5.7.1 We£kwijze

De wells werden met 250 ui glutaaraldehyde-oplossing (250 ui GA ver-dund met 24,75 ml 0,1 M Na2(03> gevuld en gedurende 2 uur in de stoof

bij 56°C geplaatst. Hierna werd de GA-oplossing afgezogen en werd er gecoat met EC 1000 ng per well, 100 ng/well en 20 ng/well. De methode staat verder beschreven onder 5.4.1.

5.7.2 jtesul t£ ten

Het lineaire deel van de ijklijn met een coating van 1000 ng/putje en een AS-verdunning van 1:25.000 (125 ui), verloopt van 95 ng/ml (35.000 counts) tot 3,125 yg/ml (5000 counts). Blanco 220.000 counts. Het lineaire deel van de ijklijn, met een coating van 100 ng/putje en een AS-verdunning van 1:25.000 (125 pi), van 87,5 pg/ml (34.000 counts] tot 11,25 ng/ml (5.500 counts). De waarde voor de blanco bedraagt

35.000 counts. Het lineaire deel van de ijklijn, met een coating van 20 ng/well en een AS-verdunning van 1:25.000 (125 ui), verloopt van 1,36 pg/ml (50.000 counts) tot 0,7 ng/ml (20.000 counts). Blanco 40.000 counts. Het lineaire deel van de ijklijn met een coating van 1000 ng/putje was het beste reproduceerbaar.

5 .8 Anti^e^umyerdunninge_n _bij_ _ve£S£hillende^ c.oa.t_ings_hoeyeejLheden Dit was een herhaling van 5.6 met het verschil dat de antiserumverdun-ning was veranderd voor de verminderde coatingshoeveelheid.

5.8.1 Resul t_at en

De ijklijn, met een coating van 1000 ng/well en een AS-verdunning van 1:250.000 (125 ui) verloopt met een onregelmatige daling van counts van 87,5 pg/ml (16.000 counts) tot 45 ng/ml (4000 counts). Blanco 25.000 counts. Het lineaire deel van de ijklijn, met een coating van 20 ng/well en een AS-verdunning van 1:500.000 (125 ui) verloopt met een zeer kleine daling in counts van 2,73 pg/ml (14.000 counts) tot 1,4 ng/ml (6.000 counts). Blanco 12.000 counts.

(14)

12

-5.9 IJ k ijnenjne t_la ge_ £oa ting shoe veelheden

De coatingshoeveelheid is verlaagd om vast te stellen of hierdoor 6 stijlere ijklijnen te verkrijgen zijn (ook met GA-precoating).

5.9.1 Re£ultaten

Het lineaire deel van de ijklijn, met coating van 10 ng/well en een AS-verdunning van 1:100.000 (125 ui), verliep met een zeer kleine da-ling in counts van 1,4 ng/ml (14.000 counts) tot 45 ng/ml (5.200

counts). Blanco 22.000 counts. Het lineaire deel van de ijklijn, met een coating van 4 ng/putje en een AS-verdunning van 1:500.000 (125 pi), verliep zeer onregelmatig en vlak.

5.10 Es^rjKliol ^o^voeg_in.ge_n_aan_water_eji urine

Door toevoeging van estradiolstandaarden (opgelost in RIA buffer) aan water, water/urine en urine kan na hydrolyse een indruk verkregen wor-den van de recovery.

5.10.1 Werkwijze^

De activatie met GA staat beschreven in 5.7.1. De coatingshoeveel-heid is 1000 ng EC per well. De monstervoorbehandeling van water, water/urine en urine werd uitgevoerd zoals beschreven in 5.5.1.1 met dien verstande, dat voor de hydrolyse de standaarden werden toege-voegd. De Delfia-procedure staat beschreven onder 5.5.1.2 en 5.4.1.

5.10.2 Resultaten Soort monster water water water water water water water water/urine 1/1 water/urine l/l water/urine 1/1 water/urine l/l water/urine l/l Toevoeging 0 2,44 ng/ml 4,87 ng/ml 9,75 ng/ml 19,75 ng/ml 39,5 ng/ml 78 ng/ml 0 2,44 ng/ml 4,87 ng/ml 9,75 ng/ml Gevonden gehalte in ng/ml « 1 - << 1 9,5 - 8,6 12,2 - 13,5 25,5 - 28,0 38,0 - 36,5 80 - 95 150 - 140 11,8 - 13,5 115 - 165 280 - 220 18,3 - 19,8

(15)

Soort monster urine (mn rund) urine (mn rund) urine (mn rund) urine (mn rund) urine (mn rund) urine (mn rund) urine (mn rund) U 4822 vr. rund U 4823 vr. rund U 4825 mn. rund Toevoeging 0 2,44 ng/ml 4,87 ng/ml 9,75 ng/ml 19,5 ng/ml 39 ng/ml 78 ng/ml 0 0 0 Gevonden 85 400 > 1000 > 1000 > 1000 > 1000 > 1000 7,5 3,6 90 gehalte in 122 - > 1000 - > 1000 - > 1000 - > 1000 - > 1000 - > 1000 8,5 2,1 100 ng/ml 5.10.3 jCommentaar

Toevoegingen van standaarden aan water en urine hebben op het te meten estradiolgehalte een onverklaarbare invloed.

5.11 Jiange van _1 jk.l^jri _b±j_ diy^Jî8.6. £^oatJ_ng_sho^vee_lhed£n

Er is onderzocht met welke coatingshoeveelheid het grootste bereik van standaarden tot stand kan worden gebracht. Dit is gedaan met coa-tingshoeveelheden van 10 ng EC per well - 100 ng/well en 1000 ng/well zowel met en zonder precoating met GA.

5.11.1 Resultaten

- Coating met 10 ng/well en een antiserumverdunning van 1:400.000 (125 yl) leverde een horizontale ijklijn op. De ijklijn loopt van 2,7 pg/ml (4.000 counts) tot 780 ng/ml (2.000 counts). De ijklijn die zonder GA tot stand was gekomen, was wel reproduceerbaar. - Coating met 100 ng/putje en een antiserumverdunning van 1:100.000

(125 yl) levert eveneens nagenoeg een horizontale lijn op. De ijklij loopt van 2,73 pg/ml (8.000 counts) tot 780 ng/ml (2.000 counts). De ijklijn die zonder GA tot stand was gekomen is beter reproduceerbaar - Coating met 1000 ng/putje en een antiserumverdunning van 1:25.000

(125 yl) geeft een redelijk goede ijklijn (zie bijlage 3 ) . De ijklij verloopt van 11 pg/ml (180.000 counts) 400 ng/ml (10.000 counts). De ijklijn die zonder GA tot stand is gekomen is reproduceerbaar.

5.11.2 Opmerklngen

Er is met een coating van 1.000 ng/ml een rechte ijklijn voor estra-diol te construeren van 10 pg/ml tot 400 ng/ml, geen activatie met

(16)

14

-GA, wel post-coating met 0,1% BSA in PBS en een AS-verdunning van 1:25.000 (125 yl).

5.12 Estradiol £oey£egijng_aan_u£ijie_na ^e£ajnd£r^e_yoo£behande^_ijig Wells werden gecoat met 1000 ng EC per well en overnacht bij

kamer-temperatuur. Vervolgens werden de wells leeggezogen en gevuld met 300 pi 0,1% BSA in PBS.

5.12.1 Mons_te_ryoo£behandeling

Naast 1 ml urine werden verschillende EV-standaarden bij de urine in een reageerbuis gepipetteerd. Vervolgens werd er 50 ui azijnzuur/water 1:2 toegevoegd (pH + 5 controleren!) en de oplossing werd geschud.

Vervolgens werd 1 ml enzyme-oplossing (4 ml Helix + 23 ml water + 23 ml 2M acetaatbuffer pH 5,2) aan de urine toegevoegd. Er werd gedurende 1 uur gehydrolyseerd bij 37°C. De waterige oplossing werd twee maal met 4 ml ether geëxtraheerd (snapp freeze methode). De eerste

ether-fractie werd drooggedampt. Het residu werd opgelost in de tweede etherfractie en hieraan werd 1 ml 10% Na2C03~oplossing toegevoegd. Dit werd 30 seconden geschud en de waterfase werd verwijderd. Nogmaals werd 1 ml 10% Na2<X)3 aan de ether toegevoegd en geschud. De waterige fase werd opnieuw verwijderd en de etherfase werd droog gedampt. Het residu werd in 1 ml RIA buffer opgelost en gedurende 30 minuten ge-schud.

5.12.2 Delfla

De wells werden gewassen met 2x PBS, 2x Tween in PBS, 2x PBS. In de wells werd 125 yl RIA buffer of 125 yl E2-standaard of 125 ui

voorbe-handelde urine (5.12.1) gepipetteerd. Vervolgens werd 125 yl antiserum (nr. 3, 1:25.000) in de wells gepipetteerd. Er werd gedurende 1 uur

onder uitsluiting van licht ge'incubeerd en vervolgens werden de wells gewassen met 2x PBS, 2x Tween in PBS, 2x PBS.

De wells werden gevuld met 250 yl europiumlabel (5 yg opgelost in 500 yl water en aangevuld met 24,5 ml TCA buffer). Er werd 1 uur ge-incubeerd. Vervolgens werden wells met 2x PBS, 2x Tween in PBS, 2x PBS gewassen. In de wells werd 200 yl "enhancement solvent" gepipetteerd en er werd gedurende 5 minuten geschud. De ijklijn werd 10 minuten na het schudden opgesteld en van de monsters werd het gehalte vastgesteld.

(17)

5.12.3 Re suIt at jen

Er werd een urine genomen dat van het CLRVV afkomstig was namelijk U 5131 (vr. rund 2 jaar). Toegevoegd in ng/ml 0 0,014 0,056 0,225 0,900 3,6 15,6 62,5 250 1000 Berekend in ng/ml 1,1 - 1,4 - 0,88, 0,7 - 0,56 2,7 - 1,1 3,5 - 2,15 5,1 - 3,4 13,0 - 13,0 20,0 - 20,0 65,0 - 75,0 105 - 88 90 - 80 1,05 5.13 Zu£e_h£d£oly£e_van_urine

Met behulp van zure hydrolyse is getracht betere resultaten, zoals hierboven staan beschreven, te verkrijgen.

Wells werden gecoat met 1000 ng EC/well en overnacht bij kamertempera-tuur. Vervolgens werden de wells leeggezogen en gevuld met 300 ui 01,% BSA in PBS.

5 . 1 3 . 1 Mons te£V£o rb ehajide l i ng

Naast 1 ml urine werden verschillende E2-standaarden bij de urine in een reageerbuis gepipetteerd. Vervolgens werd er 50 ui azijnzuur/water 1:2 toegevoegd. Er werden urines niet gehydrolyseerd, gehydrolyseerd met 150 ui HCl g e c o n c bij kamertemperatuur en gehydrolyseerd met

150 ui HCl geconc. bij 55°C. Vervolgens werden de oplossingen ge-ëxtraheerd met ether en de verdere procedure zoals beschreven onder 5.12.1 werd nagewerkt. 5.13.2 Resultaten Toegevoegd aan urine 0 0,98 ng/ml 3,9 ng/ml 15,6 ng/ml 250 ng/ml Gevonden gehalte in ng/ml Geen hydrolyse 0,40- 0,31 1,34- 0,79(-0,36) 3,87- 3,24(-0,36) 12,21-12,14(-0,36) 116-119(0,36) Hydrolyse KT 0,55-0,44 0,87-0,62(-0,50) 3,81-3,58(-0,50) 15,74-17,5(-0,50) 99 - 133(0,50) Hydrolyse 55°C 0,60-0,66 0,88-0,50(-0,63) 3,46-l,85(-0,63) 13,87-12,07(-0,63) 136 -116(-0,63) , 0p< ki< i i gecorrigeerd

(18)

16

-5.13.3 Commentaar

Er lijkt geen hydrolyse te hebben plaatsgevonden.

5.14 Estradiol ^o£^v£e£in.gen_aa:n_wat«_en urine _op_ng_/ml_niyeau

Er zijn opnieuw estradiolstandaarden aan water en urine (U 5131) toe-gevoegd zowel oude als nieuwe standaarden met suc d'hélix pomatia op-nieuw gehydrolyseerd ter bevestiging van eerdere resultaten (5.12.3).

5.4.1 Me^hod£

De methode wordt beschreven in 5.12, 5.12.1 en 5.12.2.

5.14.2 Resultaten Monsternr. 1 (water) 2 (water) 3 (water) 4 (water) 5 (water) 6 (water) 7 (water) 8 (U5192) 9 (U5192) 10 (U5192) 11 (U5192) 12 (U5192) 13 (U5192) 14 (U5192) Toege-voegd 0 0,49 0,98 3,91 15,6 62,5 250 0 0,49 0,98 3,91 15,6 62,5 250 Oude standaarden | Gevonden in ng/ml 0,26 0,87 1,36 7,03 26,38 100 211 1,04 1,79 2,77 9,59 28,47 109 225 Gecorr. 0,61 1,10 1,10 6,77 26,12 99,7 211 0,75 1,73 8,55 27,43 108 224 *nieuw standaard. Gevonden in ng/ml 0,55 1,09 1,80 4,26 17,35 63,8 209 0,51 0,85 2,79 6,22 21,02 87 243 Gecorr. 0,54 1,25 3,71 16,8 63,2 208 0,34 2,28 5,71 20,51 86,5 242 6* Eindconclusie

Cortisol is, met het door LKB geleverde kit en voorschrift, te bepalen in serum m.b.v. de Delfia-techniek.

Het bepalen van 178-estradlol, in een zelf te ontwikkelen methode, in urine ondervindt storing van matrix invloeden. De absolute detectie-grens voor 173-estradiol bedraagt 1 pg. De relatieve detectiedetectie-grens bedraagt 10 pg/ml (10 ppt).

(19)

7. Literatuur

7.1 E. Bertoft, J.U. Eskola, V. Näntö and T. Lövgren. (1984),

Competative solid-phase immunoassay of testosterone using time-resolved fluorescence, FEBS, 173, 213-216.

7.2 Douglas J. Ford, Amadeo J. Pesce, 1981,

Reaction of gluturaldehyde with proteins, pages 54-66 from Enzyme immunoassay, Igaku-SHOIN, Tokio.

7.3 R. van Zoest. April 1985,

Delfia (TR-FIA): "time resolved" fluorescentie immunotechniek in het klinisch chemisch laboratorium, lab ABC, 6^, 30-33.

7.4 T. Lövgren e.a, (1984),

Determination of hormones by time-resolved fluoroimmunoassay, Talanta, 3JL» 909-916.

7.5 E.A. Klasen, A. Rigutti, A. Bos and L.F. Bernini,

(1982), Development of a screening system for detection of somatic mutations I. Enzyme immunoassay for detection of antibodies against

specific hemoglobin determinants, J. Imm. Meth., 54, 241-250.

7.6 E.A. Klasen, A. Rigutti, A. Bos and L.F. Bernini.

(1983), Development of a screening system for detection of somatic mutations II. The use of peptides and insoluble protein fragments in a non-competative solidphase enzyme immunoassay, J. Imm. Meth., 59, 281-287.

(20)

i s«

à

s

3 ~ * 3 o » a 5 â Ü S 2 2 1 S! S! "» * 4 s s 5 a Ï a s « R ;• s « a a s A s B i »• o i'<4 j l a g e 3 m ui M 1 a * «A 3 S)

5 i

CM a a ui ui * m Jt ft » * 4 4 «• ut 4 r * 4 * •* IÜ 4 « UI >N Ul -O -/ « * 3 — *•«• ?ï ; P ci m a» a > ai « - i '2 ô f*l J* 3 Ä 2 f*» « a •N f «"•

ii

M M * S S M r«î « ». Q r »•• i S iN s a

il

ut *» ? ** * « s a 8 * g a s » * M 3 S S S 8 S «• uj w n o j « i 3 s i ui m !- <J nn j ( T . C « K > ^ J I < ä | •• « c > > i s s s s s t : s s ! Ht g I 22 3 _ 3 w t a u 3 3 8 3 8 8 " » • M M O « <*• M C# 04 M 3 8 8 8

if

s

3 3 3 3 3 8 8 3 8 !

m us

siî

s

fi a o m « s a a U> (A » a | " « = 2 1 i X UJ

si

LU m 3? ï 5 3

- i

Sil

(A S 9 UJ Mm 3 58e» a ci 3 3 0* M J 1 * -5 3 3 SR 8S 3 3 3 8 i * -8 Ü Ï S3 SSfl i A 9 f >

"31

3 3

ii

SS3 3 S 3 »i - S 38 33 §§ M »

II

1 1

i 33

(21)

§ 0 0 0 0 0 0 0 o o o o o O O O O o 2 o o o o — o- -£ ~ O - • • H H " ' r f l - T r l r T » » 'S * • * 3 W M t C Ö Ö B C -O. O Q O O O IA O 1AO t— T * — ir i r n IT 0 x 1 + 1 1 1 1 1 i . t- . t~ 1 t 1 1 1 t 1 1 0 x 1 + *>_ to o o o o o 2 p o o o o o o o o o •T en i i i o o o o o o ' O O C O ^ -O vTl T CO CN ^ Ô ÇX^jV20_2_

WI5sïtt3?ÏÏT

(22)
(23)

SU* ** t/t ff" «/. *> -fi r-*• « M rt AS S 04 ?5 — . -•s o h O- J 9-- Ht •6 •J « o r*> 10 t> ua •* 2 « I*) • CS ut

I;

i~ c3 3 53 a 5 ! Ü S 5 It! r- « Z M M « RS5 » ff » U i 3 C O — ' ,N f* rt n i n c i • * • * - * n S Ï R S | = 5 * 5 ' | * * $ 5 3 5 •- oc z < -> > Si J J 2 0. O -«1 _l J 5 - 5 o u a. - U) U) «s« a. ui ui •0 J i O -* m r*i — v- — O O 8 gg° a s o o' o . 6 •l u> m -> •0 -d O G

1 «,

« < 5 o o- ri ui o o N 0-f- — •"-, N -O 10 — Ifi •o a >r m — — N r* -0 3 <i *fl P-O P-O O O in i«i Z < 4 -r 0> « K-•r O >• » o •i -0 -0 4) r* f» 0-<M l i l -C -oo .1- r- 0-. 0-. KI i -<o j :0 m J ^< •0 41 a a 0- i> ro i*i é j . o 3 « Oi ï« •0-41 r* f" z « • — i —r~ i — • " " r — — i — ' — r — ' — ï — ' — i — ' — i — ' — i — ' — i — S 8 < ? S g S 8 S S 5 2 ° t 3 I < UJ I O X i m N O 'N o o o i<i •< »"4 «i •i -e -r r. ••* o-•c c 0-tt : u> ui ' M M < <

» S S f f f H S I i i S

S Si O j • U S I ' i 2 « M m n * z < • • l -« -« 3 o a J! • • ' -0 4 •<> o O O o'£ m m jy a â !«) •'4 -a 0-' • * "4 • • -•# r-- # • •4 rs. 4 41 4 -Ù r* •Û -0 > 0- l> -r O -0 t/i Ji 3 <0 -0 > O C a n « •0 * 0- » 'N ' 1 ui u J1 -c UJ M 3 a a m m u 5 § r* • | * a » « 0 = 0 * 'N m •0 -a tr Jl SI <r * Ul 10 c O

s

* ui o o • M -f N fr r* -*4 10 -t Ul Jl U 10 — .*4

s

t •e I* • • ft N 4J Kl "• Kl « » 10 f i 41 « 10 u Kl •* S

a

* Kl K- « r* i^ U) U) m 4 Kl 0-•a S * •0 1/1 So • a U) 10 3 S * S? m f < 0. o

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(A) Bij een osmolaliteit van onder 200 mosmol/kg lyseren erytrocyten en worden niet door de UF-100 als erytro- cyten geteld.. ‘Getelde ery’s’, de door de UF-100 getelde ery-

Voor het verzamelen van een portie urine laat u het eerste deel van de urine in het toilet lopen.. Vang daarna de urine op in het potje (minimaal

[r]

Dit is uiteraard dezelfde hoogte als de maximale springhoogte van de vis. De waterval mag dus maar maximaal 2 keer de maximale springhoogte van de vis zijn: 2,54 meter. Voor

listisch winststreven ondergeschikt gemaakt wordt aan de bloei, het aanzien en de continuï- teit van de sociale positie der kapitaalbezitters. In tijden van opkomst en bloei

1. Doe 200 mL ochtendurine in de kom. Noteer de geur en de kleur. Deze gaan tijdens de reactie veranderen. Bepaal de pH met een pH-teststrip en noteer deze. Maak een

• berekening van het aantal mol magnesiumionen in 100 mL urine: 0,02 (g) delen door de massa van een mol magnesiumionen (24,31 g) 1. • berekening van het aantal

Verwoestijning heeft twee oorzaken: de aarde wordt warmer door versterking van het broeikaseffect en er komen steeds meer mensen die de grond intensief gebruiken.. Daardoor wordt