What’s
in
a
name?
That which
we
call
a
rose,
bij
any
other
name...
Arie.+W. Janssen*
Van de middelbare school herinner ik mevooral de ge-vreesde woordenvan de
geschiedenisleraar,
Schuitema: “Ja, Janssen,komjij
maar eensvoorde klas”. Wat ikvoorgeschiedenis,
waarik niet degeringste belangstelling
voorhad, presteerde,
resulteerdegewoonlijk,
zoals die leraar hetuitdrukte,
“ineenpaal”
of “ineenhoepel”.
Later,bij
de mi-litairedienstkeuring
op18-jarige leeftijd
inRotterdam,
be-leefde ikeenvolgend
avontuur, datmetm’nnaamtema-ken had. Wemoesten
daar,
op diekeuring,
’s ochtendste-gen achtuur
opdraven,
en erzatenduseenveertig-
avijf-tigtal leeftijdsgenoten lawaaierig bijeen,
tewachtenopdedingen
diegingen
komen. Omprecies
achtuurging
er een deuropen,en erkwam eensergeant
(of
zoietsgeünifor-meerds) binnen,
die schreeuwde“Janssen, opstaan!!!”.
Enja,
watdoeje
in zo’ngeval:
ik stond op. Enmetmij
nog zeker 45anderen,
ook! Geenvanal die knullenwist,
dat het diedag
de‘Jan(s)se(n)-dag’
was,enikbegreep
al snel datzeelkjaar
diezelfde grap uithaalden. Erwasgeloof
ik ook nog iemand die DeJong
heette. Verderwas dat best eenleukedag.
Met z’nbijna vijftigen ‘potje-piesen’,
en eengesprek
overprivé-zaken (“Heb je
eenmeisje?
Ja? Wat doeje daarmee?”).
Uiterstprettige
mensen;zekeurdenmeaf vooralle diensten(ik
hebeenlui oog, zieje).
Hoewel
ik,
toeniknog
jong
was, best baaldevandie ‘or-dinaire’naam enalleplagerijtjes
eromheen,
ben ikerna-tuurlijk
welaangewend (ik
heb het al helemaal nietover‘Jansen,
laat depoppetjes dansen’).
Het isuiteindelijk
al-tijd
nog beter dan‘Naaktgeboren’ of,
om maar eenzijstraat
tenoemen...‘Bouterse’ ofzo.Trouwens,tegenwoordig,
nu ik in Maltawoon, doe iksomsvoor groepen nederlandse toeristeneengeologisch getinte
jeep-safari-tour-rondlei-ding
overhet mooie eiland Gozo. Enja, onvermijdelijk
Als kleinejongen
hoorde ik m’n pasomszeggen:“het isJanssenmetdubbels,we
zijn
vanderijke
tak!”Nou,
van dat‘rijke’
heb ik nooit zoveelgemerkt (ik geloof
ook niet dat die bekende heer Tilanuseenzakenrelatievanm’n va-derwas),
maar denaam ‘Janssen’is, onvermijdelijk
ui-teraard...,
wel in deloop
derjaren
aan meblijven hangen,
daar ontkom
je
nietaan.Ik herinnerme
ook,
dat ik op deleeftijd
van 10 of zoiets(1947!)
naarde Rotterdamsewelpen,
latergevolgd
door dezeeverkenners, gestuurd
werd(om
paen ma thuiswatvrijheid
op dezaterdagen
tegunnen,begreep
iklater). Bij
diepadvinders,
waarze meoverigens
zwemmengeleerd
hebbenen eenheleboel
zeemansknopen
die iktendele 60jaar
later nog steeds kanmaken,
werd iksteevast aange-duid als‘jongetje jansen’, (daar
dedenze nietmoeilijk,
gaatmendan “met Arie op safari”!
Het werd
leuker,
nadat ik in 1963 op bezoekwasgeweestbij
ProfessorAnderson,
inMarburg,
omhemonzefraaiste vondstenvande beroemde Miocenevindplaats
Dingden
telaten zien. Anderson had het
manuscript
voorz’n boek overdemolluskenvande Reinbek Stufevrijwel klaar,
maarmoestertoennog weleenstukaanbreien,wantik had best eenaantalsoorten
bij
mediehij
zelf niet hadgevonden ;).
Toen het boek danuitkwam,
in 1964,bleektotm’nstom-me
verwondering,
ennietgeringe
trots,dat der Herr Pro-fessor notabeneeensoort naarmij
hadgenoemd...
Mela-nopsis jansseni...
wow!Wat
later,
toen ik eenmaal in Leidenwerkte, bij
hetRijks-museum van
Geologie
enMineralogie (nu
onderdeelvanNaturalis),
maakte ik ook kennismettoondertijd
eenmid-delbare
scholier,
inDelmenhorst, Noord-Duitsland,
dieeengrotecollectie
had,
onder anderevandegroevete
Twistrin-gen. Datwas Ronald Janssen! De naamJanssen komt in Duitsland
(vooral
inNordfriesland)
ookregelmatig
voor(hoewel
aldaaraltijd uitgesproken
als‘janzen’),
enhet wasbestgeinig,
datwedezelfdebelangstelling
en dezelf-denaamhadden,
zonder ookmaarenige
familierelatie.Ro-nald werduiteindelijk
eencollega,
ennoghedenten
dage
ishij
eenzeergewaardeerd vriend, destijds afgestudeerd
inMarburg, bij
ProfessorAnderson,
nualweerjaren
Kus-tos
(conservator)
vandemolluskenafdeling
vanhetSenc-kenberg
Museum in FrankfurtamMain.Ook had ik
toondertijd
veelengoed
contact metnogeen an-dereJanssen,namelijk
F.J.(Frans)
Janssen,eenRotterdam-se
non-professional verzamelaar,
die helaasalop28-jarige
leeftijd
in 1970 overleed(Backhuys
etal., 1970)
aan eenacuteleukemie. Toen ik in 1972
publiceerde
inScripta
Ge-ologica,
overde molluskenvanTwistringen,
wilde iknaar beidegenoemde
heren graageennieuwesoortvernoemen. Maarja,
alsje
zelf Janssenheet,
dan kanje
zo’n nieuwesoortniet
‘jansseni
’noemen,uiteraard. Enzoontstonden de nieuwetaxa
Aphanitoma fransi (genoemd
naarFransJans-sen)
enAphanitoma
ronaldi(naar
RonaldJanssen).
In datzelfdejaar
1972verscheenhet boekvanFritzNord-sieck, geschreven
op basisvan eenpaar kilogekocht gruis
vanWinterswijk-Miste.
Ondanks datik Herr Nordsieckbij-naop m’n knieen
gesmeekt
had niettepubliceren (ik
had delenvanhetmanuscript gezien,
en eenlange
correspon-dentiegevoerd
methem,
die in deloop
vandetijd
steedsboosaardiger
werd:),
deedhij
dat toch. Alspleister
opdewonde(??)
bleek dat dezeauteuralweereensoort, detwee-de,
nouja,
eenondersoort,
had vernoemdnaarmij...
Eulimapolitajansseni!
Daarwasik minderblij
mee, enikgeloof
ook niet dat dienaamveel bestaansrechtheeft, gelukkig
maar.Nordsieck
presteerde
hettrouwens in datzelfde boek omonder andere ookeennieuwesoort tevernoemen naar destraatwaarhij
woonde... Noditerebra mahnerti! In 1977 vereerde Winfried Hinschmij notabene,
door niet minder dantwee soorten naarmij
te vernoemen, Tropho-nopsisjansseni
enMenesthojansseni.
Helaas ben ik nietop
tijd
geweestom meterevancherenmeteensoortje
‘
hin-schi’,
maarwellicht komt daterposthuum
nogvan.Ronald Janssen had in 1979 heteerste deelvan
zijn
be-kende werkoverdelaat-oligocene
faunavanhet Noord-zeebekkengepubliceerd,
enja,
daarin wildehij
ook aleensoortvernoemen,methetzelfde
probeem: hij
heet zelfook Janssen.Hij
vonder eenoplossing
voor,enintroduceerde desoort
Cerithiopsis ariejansseni!
Dat voorbeeld werd in1987
gevolgd
doorIngemann
Schnetler(& Beyer),
met Gli-bertturriculaariejansseni,
enin 2001 zelfs nog eenkeer,
metSiphonalia ariejansseni,
en omhet aftemaken(zo
is het echt wel genoeg,Ingemann!),
in 2005 nogeenSkeneaariejansseni...
een menswordterverlegen
van.DenaamGlibert
(van Glibertturricula)
doetmetrouwensaaneenander leuk voorval denken. In het
jaar 1980,
in deWTKG-glorietijd
vanTongeren,
schreef ik eenartikeltje
inwat toennog ‘deMededelingen’ heette,
over eenfaunavanSt.
Truiden,
waarin ikeennieuwesoortNystia
glibert-heinzelini
noemde,
uiteraardnaarde beroemdepublicatie
vanGlibert & de Heinzelin de Braucourt
(1954),
overhetBelgische Oligoceen.
Ronaldreageerde
opdienaam
lache-rig
metdeopmerking
“der Name ist ein Wordmonstrum”. Maarwatniemandooitgezegd heeft,
is dat dienaamfeite-lijk onjuist geconstrueerd is, volgens
art.31 -1 -2ICZNmoeteennaam
gebaseerd
oftwee manneneindigen
op-omm,endusmoet
feitelijk
denaamNystia glibertheinzelinorum
zijn.
Waarmee,helaas,
het‘Monstrum’ alleenmaargroter wordt. Ofzoudieregel
nietgelden
voordepublicatie
vantweemannen? Iemand
suggereerde
dezerdagen
ook nog, dat desoortfeitelijk Nystia
glibertdeheinzelindebraucour-torumhadmoetenheten....Juist door dat
verhaaltje kreeg
ikcontact metDietrichKa-dolsky,
dieaanvankelijk betwijfelde (op
heel andere gron-denoverigens)
of dienaamwelcorrectingevoerd
wasengeldigheid
bezat. Later vondhij
tochnog
mogelijkheden
daarvoorendenaambestaat dus nog steeds. In 1988 be-loonde Dietrichonsplezierige
contactdooreensubgenus
in het
geslacht
Lentidium notabeneAjanssenium
te noe-men.Over ‘Wordmonstrum’gesproken!
Een paar
jaar
laterkreeg
ikvanKlaus Bandel(hoogleraar
inHamburg)
eenstapeltje
overdrukken(we
haddeneenoverdrukken-ruil-overeenkomst),
waartussen ikeen, naar ik dachtverdwaalde,
losse foto-afdruk vondvan eenmij
onbekende
gastropode. Op
deachterzijde
stondAriomp-halus
geschreven.
Paseentijd
later vroeg ik Klauswatik moest,metdie fotovan eenslak uit hetHongaarse Krijt.
Entoenhoorde ik “aber
Mensch,
das bist du! Steht wohl nicht in der Arbeit(1994),
aber du bistgemeint”.
Nouja zeg...!
De betreffendepublicatie
heb ikoverigens
nog nooit on-derogen
gehad,
hahaha. Evenmin alseenartikelvanhem(1993,
meteenzekere El-Nahkasamen),
waarineen Sca-liolajansseni
wordt beschreven(naar
menzegt).
In 1998 vond Klaus hettrouwens ooknodig
omnogeens een ge-slacht Ariellatenoemen(toen
werd het wel in depubli-catie
vermeld).
En dan komt opeens nogeen
‘naamgenoot’ tevoorschijn,
namelijk
Anton Janse. Gezien despelling
vanzijn
naammoet
hij
welvan een verarmde takafkomstig zijn,
maar datniettegenstaande
hebben Antonenik leukedingen
ge-daan,
samen. Zo schreven we, in1983,
eenartikeltje
over de Miocene molluskenvanWinterswijk-Stemerdink.
Ik had aleens fantastische ideeëngehad
overeenartikeltje
van Janse, Janssen &Janssen,waarineennieuwe genus Jans-senia benoemdzouworden,
met als type-soorteenjans-seni of
janseni, janssei, jansei,
whatever. Zoietszou dan heten,voluit: Jansseniajanseni
Janse,Janssen & Janssen. Dat is welaardig bedacht, natuurlijk,
maarniet echt rëeel. Een echte kans opeenleukenaam,zoalsbijvoorbeeld
deprachtvondst
Abra cadabra door Eames & Wilkins(1957),
doet zichmaarzeldenvoor.Ikweetook,
daterverscheidenepersonen
zijn
dieazenopeennieuwesoortin hetgeslacht
Philippia,
omdie dan.Philippia
bouchetitekunnennoemen,naarde befaamde
malacoloog
vanhetParijse
natuurhisto-risch museum.Is nog nietgelukt,
zoverikweet.Toen AntonenikonsStemerdink-verhaal
schreven,
vonden wewel datwe ietsmetdietwee namen,JanseenJanssen, moesten doen. En Anton kwam ophet lumineuzeideeom eensin deKuifje-albums
te neuzen,naaruitspraken
vanhet bekende detective-tweetal JansenenJanssen. Enhij
vond inderdaadiets,
eenuitspraak
dieons‘op
hetlijf’
geschre-venwas,endie hetmottovandat verhaal werd;
Nou
ja,
niet lettenopde kleine verschillen in
spelling;).
In datzelfde verhaal hebben Antonen iksoortjes
vernoemd naaronder anderezijn
dochterAnita,
naardeStemerdink-locatie,
ennaarde boervanStemerdink,
Hesselink.An-tonkomt trouwens
verderop
in dit verhaal nogeens aan bod,letop!
In 1996 vonden Dorothee
Spiegler
enKarlGürs,deopvol-gervanW. Hinschaanhet
Geologisches
LandesamtSchles-wig-Holstein
inFlensburg (heet
nuheelanders, natuurlijk)
nogweer eenanderemogelijkheid. Hij
introduceerde desoort
Periploma ariei,
endat viel ingoede
aardekenne-lijk,
wantdezelfdesoortnaam kozen zowel FrankWesse-lingh (Dyris
arieiWesselingh, 2006),
voor eenslakje
uit hetAmazone-gebied,
als GüntherWienrich,
met Striote-rebrum arieiWienrich,
2006. En ik hoorde vagegeruchten
overeenArchitectonicaariei,ook vanGünther... ofzou erergens nogeenArie in de molluskenwereld
rondlopen?
Misschienisposthuum
ArieDogterom
bedoeld? Ik heb de betreffendepublicatie
nietgezien,
nog...In het
jaar
1997ging
ikmetvervroegd pensioen...
enopde zegmaar
‘afscheidshappening’
hieldFreddy
van Nieulan-deeenvoordracht,
die ook in deAfzettingen gepubliceerd
werd.Hij
‘introduceerde’daarin de‘nieuwesoort’Vaginel-la malthusiana
jansseni.
Dat ‘malthusiana’uiteraardnaar
mijn toekomstige
woonoord Malta. In feite voerdehij
na-tuurlijk
twéénieuwenamenin, Vaginella
malthusianamal-thusianaen V. malthusiana
jansseni.
Dat diteen zeer ge-waardeerde grapwasis geenvandeaanwezigen
ontgaan,maardoor
publicatie
vanzijn
tekst in deAfzettingen
is de naamweldegelijk
in deZoological
Records terecht geko-men! Het‘holotype’,
zeerkunstig
doorFreddy
persoon-lijk vervaardigd, hangt
trouwensnog steeds aandemuur in
mijn
werkkamer.Met datsoort
grapjes
moetje
dus weloppassen.Een
ver-gelijkbaar
voorval vondplaats
in1993,
ineenfeest-afle-vering
vandeAfzettingen
WTKG(nr
14-4),
tergelegen-heidvanhet
30-jarig
bestaanvande WTKG. De illustere Prof. Dr. Vermin Achepubliceerde
in dieaflevering
een, voor dekenners,
sensationeleontsluiting
in debelgische
provincie Luik,
waarin eenspleetopvulling
een mollus-kenfaunaaangetroffen
werd dieeenmariene,
laat-eoceneverbinding
aantoondetussenNoord-België
enhet MainzerBekken,
dwars door het Ardennen-massief.Geruime
tijd
nahetverschijnen
vandieaflevering kreeg
ikeen
telefoontje
van eengerenommeerde
vlaamsehoogle-raar-geoloog
metdevraagof ik die
ontsluiting
kendeen er nadereinformatieoverhad. Ik heb hemtoen moetenwijzen
opwatop de
titelpagina
vandieaflevering
vanAfzettingen
fijntjes
stond vermeld; Niets uit dezeuitgave
magserieus genomenof anderszins als waarheid worden beschouwd...
Deman aande andere
zijde
vande telefoonmoethebbengelachen,
...alseenboermetkiespijn.
Een heel ander
voorval,
waarvanzoafentoehet schaam-roodmenog op de kakenkomt, gebeurde
pas enkelej
arengeleden. Wegens
de 90steveijaardag
vanHansKuiper,
de bekendePisidium-specialist,
wilde de NederlandseMala-cologische Vereniging
eenfeestbundeluitgeven,
met arti-kelenvanalzijn collega’s.
Ik mocht ookmeedoen,enkooservoor om eennieuwe
pteropode
uit het MioceenvanMal-tanaarhemtevernoemen.Omdat ik vermoedde dat
derge-lijke
nieuwesoortenmeerzouden voorkomen in diebun-del,
envastwel allemaal‘kuipen’ genoemd
zouden wor-den(dat
bleek ookzolater),
bedacht ikmedat hetlatijnse
woordvoor‘kuiper’,
vatenmakerdus,
best weleensaar-dig
zoukunnen klinken.Nu ben ik niet zo’n
latinist,
maar eenblik inmijn
Neder-lands-Latijns woordenboekje
leverde inderdaadeenmooie naamop;kuiper
-calumniator,
klinkt dat evenmooi,
of niet? Ik schreef dusmijn verhaaltje,
met de nieuwesoortbenoemd als E. calumniator. En
goddank!...
hetmanus-criptje
stuurdeik,
zoalsaltijd (het
genusJohnjagtia
be-staat
natuurlijk
nietvoorniets!),
tercontrolevanhetEn-gels,
naarJohnJagt.
Totmijn
stommeverbazing reageerde
Johnmetde
opmerking:
“Maarwaarom noemje
hemeenintrigant?”...
Watbleek....je
kan het woord‘kuiper’
ook opvattenals iemand dieaan‘kuiperij’ doet,
wattotaal niettotme was
doorgedrongen.
Nadere studievandelatijnse
taal leverdetoeneenander woordop,voor de ‘echte’ va-tenmaker:
‘doliarius’,
en zoheet desoortdusnuE. dolia-rius, Ikblijf
John m’n hele leven dankbaardathij
medat debaclebespaard
heeft! Naverschijning
vande bundel alssupplement
vanBasteria(2006)
vertelde ik HansKuiper
ineenbriefvanwat er wasgebeurd,
en waarik(en hij!)
aanontkomenwas.Ik kon hem vanuit
Frankrijk
in Malta horen lachen...!Funny names
Alsutrouwens eenswat
grappige, merkwaardige,
of ge-woonanderszins interessantenamenin dezoölogie
zou willenzien,
zoalsbijvoorbeeld
eenlange
soortnaam:Gammaracanthuskytodermogammarus
loricatobaica-lensisDybowski,
1926of ook:
Brachyta interrogationis interrogationis
var.nigro-humeralisscutellohumeroconjuncta
Plavltstshikov,
1936)
of
gewooneen
grappige:
Aha haMenke,
1977La cucuracha
Blezynski,
1966Montypythonoides
Smith &Plane,
1985Zigzagiceras zigzag
Buckman,1902of
onuitspreekbaar:
Ekgmowechashala (Macdonald,
1963)
Pimeliaphilus podapolipophagus
Tragardh,
1905Yamagutiplectognathotrema Yamaguti,
1971Jurassosaurus
nedegoapeferkimorum (Dong Zhiming,
1993).
ofsoms
eentje
metnogal
watauteurs:Afipia felis
Brenner,Hollis, Moss, English, Hall,
Vin-cent,Radosevic, Birkness, Bibb, Quinn, Swaminathan,
Weaver, Reeves,
O’Connor, Hayes, Tenover,
Steiger-walt, Perkins, Daneshvar,
Hill, Washington,
Woods,
Hunter,Hadfield, Ajello, Kaufmann,
Wear and Wen-ger,1992,
neusdanmaar eensrond op de
volgende
websites...Nog
eenlaatstevoorbeeld,
vanhoe hetbijvoorbeeld
fout kan gaanmet de tochzosimpele
naamJanse.... Ons ge-waardeerd vlaams medelid RobertMarquet
publiceerde
in 1998eenboekover de Pliocenegastropodenfauna
van Kallo.Hij
benoemde daarineenslakje
naar ons evenzeergewaardeerd
medelid,
AntonJanse,bij
lezersvandeAf-zettingen
welbekend. Denaamvandiesoortwerd gepu-bliceerd alsRaphitoma antonjanseni.
Terecht stelden
Marquet
& Landau in2006,
ineenartikel in CainozoicResearch,
dat denaamonjuist gevormd
was.Letterlijk
staaterin hun tekst; ‘Thenameantonjanssenei,
whichwasgiven originally
tothisspecies (dat
is dubbel nietwaar, wantdeoorspronkelijk
gegevennaam wasan-tonjanseni),
isincorrect,
because it is derived fromJanse; thereforeithastobechanged
inantonjansseV
,maar
dat is
natuurlijk
óókonjuist!
Ook in desoortenlijst
op
pagina
49staat
antonjanssei.
Devolgens
deregels gevormde
naam,Raphitoma antonjansei,
staatin hetzelfde artikeltrouwenswèl
goed
vermeld in detekstverklaring bij figuur
9-3. Maar deformele,
correctecorrectiemoetnog komen...Wateen
gedonder toch,
metal dienamen endieJans(s)e(n)’s!
En dan heb ik heternog nieteens overgehad,
dat veelBel-genme wensenaante
spreken
met‘menierJanssens’!
Als-oftweeessennog niet genoeg is...!Deboekjes
Ache,
V., 1993. Een Eocenespleetopvulling
in de Car-rière du Mont-Rire(prov. Liège, België)
alsindica-torvoor een
zeeverbinding
in het Laat-EoceentussenNoord-België
enhet Mainzer Bekken. -Afzettingen
vande
Werkgroep
voorTertiaireenKwartaireGeolo-gie, 14(4):
pp. 4-9.Anderson,
H.-J., 1964. Die miocaneReinbek-Stufe inNord-undWestdeutschlandund ihre Molluskenfauna.- Fort-schritte in derGeologie
vonRheinland undWestfalen,
14:
pp. 31-368.
Backhuys,
W.,R.E. Hamstra & A.W.Janssen, 1970. In me-moriamF. J. Janssen.-Correspondentieblad
vande Ne-derlandseMalacologische Vereniging,
pp. 139: 1539.Bandel, K.,
1998. Scissurellidae als Modell fur die Varia-tionsbreite einer natürlichen Einheit der Schlitzband-schnecken(Mollusca, Archaeogastropoda).
- Mitteilun-genausdemGeologisch-Palaontologischen
Institut der UniversitatHamburg,
81: pp. 1-120.Bandel, K., & H.A.
El-Nakhal,
1993. Thehistory
andre-lationship
ofScaliola,
agastropod
thatcementsparti-cles toits shell.
Mitteilungen
desGeologisch-palae-ontologisches
Institut der UniversitatHamburg:
177: pp. 171-191.Bandel, K.,
& F.Riedel,
1994. The Late Cretaceousgas-tropod
fauna ffomAjka (Bakony
Mountains,Hunga-ry):
arevision.-Annalen des naturhistorischenMuse-ums
Wien,
96A: pp. 1-65.Eames,F.E. & G.D.
Wilkins,
1957. Sixnew molluscan spe-cies ffom the alluvium of Lake HammarnearBasrah.-Proceedings
of theMalacological Society
ofLondon,
32: pp. 198-2 03.Glibert,
M.,& J. de Heinzelin deBraucourt, 1954.L’Oli-gocène
inférieurbeige.
-Mémoir de 1’ Institutroyal
des Sciences naturelles deBelgique,
Volume JubilaireVic-torvanStraelen: pp. 281-438.
Hinsch, W.,
1977. DieFaziesverteilung
und Mesofauna im Miozan des Unterelbe-Gebietes.-Geologisches
Jahr-buch,
A40; pp. 115-153.Hinsch, W.,
1977. Die Molluskenfauna desSyltiums
vom Morsum-Kliff.-Schriften des naturwissenschaftlichenVereins
Schleswig-Holstein,
47: pp. 39-56.Janse,
A.C.,
& A.W.Janssen,
1983. The mollusc fauna of the Stemerdink Bed(Miocene, Reinbekian)
ffomout-crops in the
Slinge
brookatWinterswijk-Brinkheume
(The Netherlands, province
ofGelderland).
-Medede-lingen
van deWerkgroep
voorTertiaireenKwartairede websites:
Curiosities of
Biological
Nomenclature(Etymologies, Puns, Wordplay)
-
http://home.earthlink.net/~misaak/taxonomy
CuriousScientificNames-http://cache.ucr.edU/~heraty/yanega.html#Curious%20Scientific%20Names
Funny
orCuriousZoological
Names-http://cache.ucr.edu/~heraty/menke.html
Cephalopodcast
-http://cephalopodcast.com/blog/2006/! 2/22/curiosities-of-biological-nomenclature
Null
hypothesis
-http://www.null-hypothesis.co.uk/science/strange-but-true/joking/nutty_taxonomy_silly_names
Bizarre BeetleBranding
- An OverView-http://www.bbc.co.uk/dna/h2g2/Al
1485019What’s inanAnimal’s Name?-
http://findarticles.eom/p/articles/mi_m0GER/is_2000_Fall/ai_66240373)
Procrastin-http://www.procrastin.fr/blog/72005/10/10/41-taxonomie
Can the Decline of the Latin Name be Halted?-
http://serc.carleton.edu/
files/nagt/jge/abstracts/sarjeant-v48n2p.pdf
En tenslotte:weest u maar
blij
datunietgeïnteresseerd
bent inorganische
chemie...wantdecomplete
naam voorhet uit aminozuren bestaandetryptophan (Ci289H205iN343O37sSg)
is:Janssen, A.W., 1972. Die Mollusken-Faunader Twistrin-ger Schichten
(Miocan)
vonNorddeutschland.-Scripta
Geologica,
10; pp. 1-96(herdrukt 1987).
Janssen, A.W., 1980. A mollusc-fauna with ‘Pseudamni-cola’ helicella
(Braun)
from the Atuatuca Formation(Oligocene)
atSt. Truiden(Belgium, province
ofLim-burg).
-Mededelingen
vandeWerkgroep
voorTertiai-reenKwartaire
Geologie, 17(2):
pp.43-55.Janssen,A.W.,2006. Notesonthe
systematics, morphology
andbiostratigraphy
of fossilholoplanktonic Mollusca,
15.
Description
of Edithinelladoliarius sp.n.(Gastro-poda, Euthecosomata),
from the Miocene(Langhian)
of the Maltesearchipelago.
-Basteria, supplement
3: 46.Janssen, R.,1979. Die Mollusken des
Oberoligozans
(Chat-tium)
imNordsee-Becken,
1.-Archiv fürMollusken-kunde,
109(1-3):
pp. 137-227.Kadolsky, D.,
1988.Stratigraphie
und Molluskenfaunen von ‘Landschneckenkalk’ und ‘Cerithienschichten’ im Mainzer Becken(Oberoligozan
bisUntermiozan?).
Stratigraphische, palaogeographische
undpalaoöko-logische Ergebnisse.
-Geologisches
Jahrbuch,
Al 10: pp. 69-133.Marquet, R.,
1998. De Pliocenegastropodenfauna
van Kal-lo(Oost-Vlaanderen, België).
-Publicatievande Belgi-scheVereniging
voorPaleontologie,
17; pp. 1-246.Marquet,
R., & B.Landau,
2006. Thegastropod
fauna of the Luchtbal Sand Member(Lillo Formation, Zanclean,
Early Pliocene)
of theAntwerp region (Belgium).
- Cai-nozoicResearch, 5(1-2):
pp. 13-49.
Nieulande,
F.A.D. van, 1997.Vaginella malthusiana
jans-seninova
species.
-Afzettingen
vande
Werkgroep
voor TertiaireenKwartaireGeologie, 18(2):
pp. 27-28.Nordsieck, F.,
1972. Die miozane MolluskenfaunavonMis-te-Winterswijk
NL(Hemmoor). Stuttgart (Fischer):
1-187.Schnetler, K.I.,
2001. The Selandian(Paleocene)
mollusc fauna fromCopenhagen,
Denmark: the Poul Harder 1920 collection.-Geology
ofDenmark,
Sur-veyBulletin,
37: pp. 1-73.Schnetler,
K.I.,2005. The Mollusca from thestratotypeof the Gram Formation(Late Miocene, Denmark).
-Pa-laeontos,
7:pp.62-189.
Schnetler,
K.I.,
& C.Beyer,
1987. A LateOligocene
(Chat-tianB)
mollusc faunafrom theclay-pit
of Galten Brick-works atNorreVissing, Jylland,
Denmark.-Medede-lingen
vandeWerkgroep
voorTertiaireenKwartaireGeologie, 24(3):
pp. 193-224.Spiegler, D.,
& K.Gürs,
1996. Der miozaneGlimmer-ton von Grofi
Pampau,
Schleswig-Holstein
(Mollus-ken,
Foraminiferen undBolboformen).
-Meyniana,
48: pp. 135-164.Wesselingh, F.P.,
2006. Molluscs from the Miocene Pe-bas Formation of Peruvian and ColombianAmazonia.-
Scripta Geologica,
133; pp. 19-290.Wienrich, G.,
2006. The genus StrioterebrumSacco,
1891 in the Hemmoorian and Reinbekian(Middle Miocene)
of theNorthSeaBasin. -CainozoicResearch, 5(1-2):
pp. 3-12.
ArieJansseni,