• No results found

Twintig jaar "Duivenvlugt" in vogelvlucht : de resultaten van het weidebedrijf van de Heer Joh. v.d. Kooy te Maasland over de jaren 1946 - 1947 t/m 1965/66

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Twintig jaar "Duivenvlugt" in vogelvlucht : de resultaten van het weidebedrijf van de Heer Joh. v.d. Kooy te Maasland over de jaren 1946 - 1947 t/m 1965/66"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N. B o g a e r d s No. 3 . 6

2 0 JAAR " D U I V E N V L U G T " IN V O G E L V L U C H T

De r e s u l t a t e n v a n het w e i d e b e d r i j f van de heer J o h . v . d . Kooy t e M a a s l a n d over de j a r e n 1 9 4 6 / 4 7 t / m 1 9 6 5 / 6 6 * DEK HAAG ^ J u l i 1 9 6 9

"

3 S

£P. I9S9

\y 6I0U0THEEK O") o L a n d b o u w - E c o n o m i s c h I n s t i t u u t A f d . B e d r i j f s e c o n o m i s c h O n d e r z o e k Landbouw

IQ^UÖ

(2)

Inhoud

Biz. WOORD VOORAF 5 § 1. Inleiding 7 § 2. Arbeid 7 § 3. Werktuigen 9 § 4. Bewerkingskosten 11 § 5. Voederkosten en voederwinning 14 § 6. Veestapel en melkproduktie 14 § 7. Kostprijs en opbrengstprijs van de melk 17

§ 8 Inkomen 18

BIJLAGEN

Gegevens en resultaten over de jaren 1946/47 t / m 1955/56 22 Gegevens en resultaten over de jaren 1956/57 t / m 1965/66 24

(3)

Woord vooraf

Zoals bekend worden door het L. E. I. regelmatig bedrijfsresultaten van landbouwbedrijven berekend en gepubliceerd. Deze gegevens zijn a l -tijd gemiddelden van groepen bedrijven. Het leek echter interessant ook eens na te gaan hoe een bepaald bedrijf zich in de afgelopen 20 jaar

- waarin zich vele en ingrijpende veranderingen in de landbouw hebben voorgedaan - heeft ontwikkeld.

Daartoe in staat gesteld door de heer Joh. v. d. Kooy, die 25 jaar lang de gegevens van zijn weidebedrijf "Duivenvlugt" te Maasland van bijna 23 ha aan het L. E. I. ter beschikking stelde, is een dergelijk onderzoek over een periode van 20 jaar uitgevoerd. Het bedrijf van de heer v.d. Kooy is geen "gemiddeld" bedrijf, maar behoort tot die bedrijven waar nieuwe ontwikkelingen snel werden toegepast. De resultaten van zijn bedrijf zijn dan ook niet maatgevend voor dit gebied als geheel.

Een woord van dank aan de heer v. d. Kooy voor het beschikbaar s t e l -len van zijn bedrijfsgegevens, alsmede voor zijn toestemming tot publi-katie hiervan, is hier zeker op zijn plaats.

Het onderzoek is verricht door de heer N. Bogaerds van de afdeling Bedrijfseconomisch Onderzoek Landbouw.

Dexp%e c t e u r>

(4)

§ 1. I n l e i d i n g

In mei 1966 werd door de heer Joh. v.d. Kooy te Maasland zijn weide-bedrijf van bijna 23 ha overgedragen aan een van zijn zoons. Het was toen juist 25 jaar geleden, dat de heer v.d. Kooy begon aan het Landbouw-Economisch Instituut gegevens te verstrekken welke de grondslagen wa-r e n voowa-r de latewa-re bedwa-rijfseconomische boekhoudingen.

Met behulp van het beschikbare cijfermateriaal is getracht van 1946 af een globale indruk te geven van verschillende ontwikkelingen in de be-drijfsvoering en van de aanpassing van dit bedrijf aan de veranderingen die in de eerste 20 naoorlogse jaren in de landbouw plaatshadden.

De heer v.d. Kooy heeft reeds van 1934 af gestreefd naar een steeds verder gaande verbetering van de bedrijfsvoering door intensivering. In verband hiermede onderhield de heer v.d. Kooy steeds nauw contact met de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst. Wilde deze intensivering echter slagen, dan moest de bodemgesteldheid verbeterd worden. De grond is nl. slecht doorlatend, zodat bij veel vocht of erge droogte de grasgroei • nadelig beïnvloed wordt.

Er zijn in de loop van de jaren dan ook verschillende voorzieningen getroffen om de grasgroei te verbeteren. Onder meer was in de jaren 1952 t / m 1960 een beregeningsinstallatie op het bedrijf in gebruik. T e -vens werden verschillende drainage systemen beproefd en de wateraf-voer verbeterd.

De bedoeling, met deze intensieve bedrijfsvoering tot een goed r e s u l -taat te komen, is gelukt. In bijna alle jaren, waarover resultaten bekend zijn, behoorde dit bedrijf tot de bedrijven, die in het gebied Delfland de beste resultaten behaalden. Behalve aan intensivering werd op dit bedrijf veel aandacht besteed aan het opbouwen van een hoogproduktieve v e e

-stapel. Door het nauwlettend gebruiken van de cijfers van de melkcon-trole was het mogelijk door eigen aanfok een veestapel op te bouwen, die wat melkproduktie en vetgehalte betreft, ver boven de gemiddelde Delf-landse veestapel uitstak. Deze hoog-produktieve veestapel en de gedegen voederwinning droegen in belangrijke mate bij tot een relatief lage kost-prijs van de melk op dit bedrijf.

§ 2. A r b e i d

De arbeid op het bedrijf werd voornamelijk door de ondernemer en de gezinsleden verzorgd. In de loop der jaren was er wel een verminde-ring in het arbeidsaanbod door vertrek van gezinsleden naar elders, zodat de laatste jaren alleen nog één zoon (de opvolger) op het bedrijf m e e -werkte. De bedrijfsvoering werd dan ook aangepast aan het aantal be-schikbare arbeidskrachten in het gezin. Het aantal omgerekende arbeids-krachten liep terug van 4,1 in 1950/'51 tot 2,0 in 1965/'66. 1)

In grafiek 1 wordt het verloop gegeven van het aantal arbeidskrachten van 1950 af.

(5)

Grafiek 1

Verloop van het aantal volwaardige arbeidskrachten

Aant. volw. arb.kr. 5.0 4.0 3.0 2.0 1.0 r-l ia o ia co ia CM ia ia ia • * ia tr-ia co ia a> ia ao ia r H CD O CD CO co CM co ia co Tt< CO

Het aantal arbeidskrachten, dat op het bedrijf aanwezig was, is lang-zamerhand verminderd hetgeen duidelijk uit grafiek 1 blijkt. De hoeveel-heid arbeid is - althans na 1958/'59 - nog sterker gedaald daar het aan-tal arbeidsuren per man per jaar volgens de C.A.O. is verminderd van maximaal 3360 uren in 1950/'51 tot 2470 uren in 1965/*66. Hoewel een ondernemer en zijn gezinsleden vrij zijn in de te besteden uren in het bedrijf, zal ook bij hen deze vermindering niet ongemerkt blijven en ook gestreefd worden naar meer vrije tijd.

Uit grafiek 2 blijkt duidelijk, in welke mate de hoeveelheid arbeid vooral na 1955/'56 minder is geworden. Veel handenarbeid is overgeno-men door werktuigen, waardoor minder arbeidsuren benodigd waren,

(6)

daar in dezelfde tijd meer kon worden gepresteerd.

Ondanks de vermindering van het aantal arbeidsuren zijn de loonkos-ten nog aanzienlijk toegenomen als gevolg van de sterke stijging van het uurloon (zie grafiek 5)

Grafiek 2 Arbeidshoeveelheid in indexcijfers 1) (1946/'47 = 100) Verhoudings-cijfers 140,-120 100 80 60 40 20 - c-• * co • * O i oo • * i-H I ß O i n P3 m CM LO LO l O • * Irt t > l i ï co l O O l 0 0 w I - l co o co <n co CN co U3 CO • * CD 1) Berekend door de totale loonkosten per jaar te delen door het

maximum loonbedrag per uur. § 3. W e r k t u i g e n

a. Investering in werktuigen

Zoals in de vorige paragraaf is uiteengezet, werd de handenarbeid steeds meer overgenomen door de werktuigen, o. m. melkmachine. T e -vens werd paardetractie geleidelijk omgezet in motortractie; in 1946/'47 waren er nog 2 paarden op het bedrijf, in 1948 werd de eerste trekker aangeschaft en tevens een paard opgeruimd. Van 1954 af was geen paard meer op het bedrijf in gebruik.

Het geïnvesteerde vermogen in werktuigen is aanmerkelijk gestegen, de trekker en bijbehorende werktuigen waren duurder dan de paarden en paardewerktuigen. Tevens kwamen er nieuwe machines op het bedrijf, waardoor veel werk sneller en doelmatiger kon gebeuren. Deze nieuwe

(7)

machines vereisten echter ook weer een grotere investering.

Zowel de prijsontwikkeling in de sector van de werktuigen als de ver-nieuwing en uitbreiding van het werktuigenpark, leidden tot een aanmerkelijk hogere investering in werktuigen dan in de eerste naoorlogse j a -ren.

Een en ander blijkt duidelijk uit grafiek 3. Grafiek 3

Verloop van het geïnvesteerde vermogen in werktuigen, trekkers en paardenin indexcijfers (1946/'47 = 100) Verhoudings-cijfers 5 0 0r 4 0 0 3 0 0 -200 100 c-•* co •^ Ci •* oo •^ I-C in o m eo m <N m in m . •* in c-in co . in os U Î oo in i-t co o co co co <N co m co •* co

b. Werktuigkosten (afschrijving, rente, onderhoud van werktuigen een aanschaffing van kleingereedschap)

De werktuigkosten vertonen, evenals de investeringen in werktuigen, een grote stijging (grafiek 4). Door de toename van de investeringen zijn zowel rente als afschrijving gestegen; het onderhoud is uiteraard door de algemene kostenstijging en de uitbreiding van het werktuigenpark ook aanmerkelijk gestegen.

(8)

In de boekjaren 1956/'57 en 1957/'58 waren d e werktuigkosten belang-rijk hoger dan in de voorgaande en volgende jaren. In de desbetreffende jaren waren op het bedrijf 2 trekkers en de kosten voor onderhoud en r e -paratie waren aanmerkelijk hoger dan in de andere jaren.

Grafiek 4

Verloop van de werktuigkosten (incl.kosten paarden) in indexcijfers (1946/'47 = 100) Verhoudings-cijfers 500 r 400 300 200 100 1) t-•* ^^ co •* C5 •* \ 00 <tf I-I in \ o lO C3 in \ CM in lO in \ •* m t-in ^^ CD in 05 w \ 00 in r-l CD \ O CO co co • * —s CM CO in co ~-v •* co

1) Werktuigkosten 1949/'50 waren niet apart berekend. § 4 . B e w e r k i n g s k o s t e n

De kosten van arbeid, werktuigen en werk door derden vormen geza-menlijk de bewerkingskosten. In de paragrafen 2 en 3 is het verloop van

(9)

de arbeids- en werktuigkosten besproken. In deze paragraaf zal nu wor-den nagegaan, in hoeverre door het vervangen van hanwor-denarbeid door machinearbeid de bewerkingskosten gestegen zijn en de vermindering van het aantal arbeidskrachten voldoende was om de gestegen loonkosten op te vangen.

In grafiek 5 wordt het verloop van de bewerkingskosten weergegeven in verhoudingscijfers, waarbij de totale bewerkingskosten in 1946/'47 op 100 zijn gesteld. Grafiek 5 De bewerkingskosten in indexcijfers (1946/47 =100) Verhoudings cijfers 400,3 0 0 -200 _ 1 0 0

-werk door derden werktuigkosten arbeidskosten

(10)

Uit grafiek 5 blijkt, dat de totale stijging van de bewerkingskosten voor het grootste gedeelte werd veroorzaakt door de stijging van de a r -beidskosten ten gevolge van loonstijging. Duidelijk komt in de grafiek tot uitdrukking dat in 1952/'53, 1958/'59 en 1959/'60 het aantal arbeids-krachten minder was dan in het voorafgaande jaar (zie ook grafiek 1). De berekende kosten per arbeidsuur stegen echter dermate, dat na enige j a -ren ondanks vermindering van het aantal arbeidskrachten de loonsom weer gelijk of zelfs hoger werd. De werktuigkosten vertoonden ook wel een aanmerkelijke stijging (zie ook grafiek 4), deze invloed op de totale bewerkingskosten was evenwel minder dan die van de duurder wordende arbeidskosten.

In grafiek 6 wordt aangegeven, in welke mate het gefnve steer de v e r -mogen in werktuigen per arbeidskracht in de loop van de jaren is toege-nomen.

Grafiek 6

Geïnvesteerd vermogen in werktuigen per arbeidskracht

Bedrag x 100 gld. 200 180 160 140 120 100 80 60 _ 40 20 -I-I m ^^ o m cj LO \ O] in w in • • • ^ • * in t-m \ to m a> in \ oo in i-i <x> ^ o cc 00 to \ ca to in to ^ v • * to 13

(11)

Kon men in 1950/'51 volstaan met een investering in werktuigen van f. 3 300,- per arbeidskracht bij 4,1 arbeidskrachten, in 1965/'66 was het geïnvesteerde vermogen per arbeidskracht f. 18 800,- bij 2 arbeidskrach-ten . Het aantal arbeidskracharbeidskrach-ten is in 16 jaar dus gehalveerd, terwijl het geïnvesteerde vermogen per arbeidskracht bijna zesmaal zo groot is g e -worden.

§5. Voederkosten en voederwinning

Uit grafiek 7 blijkt de ontwikkeling sinds 1946/'47 van alle componen-ten, die betrekking hebben op de voederwinning en het voederverbruik. Tot het boekjaar 1959/'60 waren de uitgaven voor krachtvoer aanmerke-lijk lager dan voor ruwvoer (inclusief stro). Dit is ook de periode, waar-in het voor dit bedrijf optimale aantal melkkoeien per ha bereikt wordt; de oppervlakte gemaaid grasland voor wintervoeding bereikt eveneens zijn hoogtepunt; het een en ander o. m. door een voor de streek hoge

stikstofgift. Van boekjaar 1959/'60 af verandert de gehele voedersituatie. De krachtvoeraankopen nemen toe en de ruwvoeraankopen komen op een lager niveau te liggen dan voorheen. Het stikstofverbruik neemt af, a l s -mede de gemaaide oppervlakte voor hooi en kuilvoer. In dit jaar is ook het aantal melkkoeien per ha bijna 20% lager dan in de voorafgaande 7 j a -ren. Met het geringere aantal arbeidskrachten was het blijkbaar niet meer mogelijk het tot 1958/'59 gevoerde beleid van intensieve voeder-winning voort te zetten. Vandaar dat in de volgende jaren de veestapel niet meer toeneemt en steeds meer krachtvoer gekocht wordt.

§ 6. V e e s t a p e l e n m e l k p r o d u k t i e

De melkproduktie per koe heeft zich op dit bedrijf, dank zij hoog-produktieve dieren, steeds op een niveau bewogen, dat belangrijk hoger was dan het gebiedsgemiddelde. Van 1949/'50 tot 1960/'61 lag de gemid-delde melkproduktie per koe boven 5 000 kg en was de melkvetproduktie per koe gemiddeld meer dan 200 kg (grafiek 8). In 1960/'61 en de twee daarnavolgende jaren moesten verschillende hoog-produktieve koeien vanwege abortus worden opgeruimd. Om de veestapel op peil te houden, moest toen voor het eerst sinds 16 jaar overgegaan worden tot het kopen van vee. De produktie van de aangekochte dieren was echter aan-merkelijk lager, zodat de melkproduktie per koe in die jaren 10% lager was dan voor 1960. In het boekjaar 1965/'66 is de melkproduktie weer op het niveau van voor 1960 gekomen (grafiek 8).

De omzet en aanwas per koe (grafiek 9) werd aanmerkelijk beïnvloed door de prijzen, die bij verkoop van jongvee gemaakt konden worden. Vandaar dat er enkele jaren zijn waarin de omzet en aanwas hoger is dan in de omliggende jaren. Gemiddeld bedroeg de omzet en aanwas ruim 20% van de totale opbrengsten.

(12)

Grafiek 7 Gld. 400i3 0 0 2 0 0 1 0 0 -600 500 400 300 200 100 Gld7 Krachtvoer in gld. p e r koe K g N 200T 150 100 50 140 105 70 351-Aaj 1,50 1,00 0,50 46/7 W Ö 50/1 52/3 54/5 Aangekocht ruwvoer in gld. per koe W 7 W Ô 60/1 62/3 64/5 Kg stikstof (N) p e r ha Percentage v.d. opper-vlakte gemaaid voor hooi, kuilvoer e.d.

m' 'in—T=-^ f 'in—T=-^ <&• ^ ta lo m iß m Aantal melkkoeien p e r ha 15

(13)

Grafiek 8

Gemiddelde melkproduktie per koe per jaar Kg melk 5 500r 5 0 0 0 -4 5004 0 0 0

-1

J L J I I L_J I I I I I I L

Gemiddelde melkvetproduktie per koe per jaar 210^. 2 0 0 - 190-180 _ 170 160 i i i i J L J I I I I I I I L t-•* co" •* 05 • * o> •* i-H in ^ m co m ^ w in m ^ in t> in c2r in os m ^ m iH co ^ to co co ^ to in co > co J L

Grafiek 9 5-jaars voortschr. gemiddelde

Omzet en aanwas rundvee in gld. per koe Gld. 500 r 400 300 |_ 200 100 h CO co O in in

S

«o in co tn o co CM CO co 16

(14)

§ 7 . K o s t p r i j s e n o p b r e n g s t p r i j s v a n ' d e m e l k De kostprijs van de melk van dit bedrijf heeft zich altijd op een laag niveau bewogen; in de 20 jaren van onze waarnemingen was alleen in 1962/'63 de kostprijs hoger dan de opbrengstprij s (grafiek 10). Grafiek 10

Kostprijs en opbrengstprijs p e r 100 kg melk

1) Negatief saldo.

Opbrengstprijs Positief saldo Kostprijs

Uit grafiek 10 blijkt, dat zowel dé kostprijs als de opbrengstprijs per kg melk in de loop der jaren zijn gestegen maar dat het verschil tussen kostprijs en opbrengstprijs niet hoger is geworden en alleen in 1965/'66 het hoge niveau van de jaren 1948/'49 en 1949/'50 bereikt.

(15)

Aangezien de öpbrengstprijs in de loop van de jaren aanzienlijk is ge-stegen, is de nettowinst per 100 kg melk, uitgedrukt in % van de op-öpbrengstprijs, sinds 1948/'49 gedaald, zoals duidelijk uit grafiek 11 blijkt.

Grafiek 11

Winst per 100 kg melk in procenten van de öpbrengstprijs

Procenten 40,-30 20 10 to oo o to 00 in o tD to to § 8. I n k o m e n

Het netto-overschot (verschil tussen alle opbrengsten en kosten) is op het bedrijf in de 20 jaren van onze waarnemingen alleen in 1962/'63 ne-gatief geweest. Ondanks steeds stijgende loon- en werktuigkosten is het de heer v. d. Kooy dus steeds gelukt goede resultaten te bereiken door middel van aanpassingen in de organisatie van zijn bedrijf. Over het a l -gemeen was het inkomen per arbeidskracht aanmerkelijk hoger dan het inkomen van een landarbeider-veeverzorger volgens de C A . O. Dit blijkt duidelijk uit grafiek 12.

(16)

Grafiek 12

Arbeidsinkomen per arbeidskracht per jaar en C.A.O.-loon landarbeider-veeverzorger per jaar

Gld 20 000 18 000 16 000 14000 12 000 10 000 8 000 6 000 4 000 2 000 o co o «o CO CD Arbeidsinkomen C.A.O.-loon 19

(17)

BIJLAGEN

(18)

CD +-> a w Ö PQ K ) l O O ) I N © © CO CO CO o 0 0 CO CO I > CO I N © I ß "<# CM CM Tt* r H CM CO CD © t - ^ CM co* i ß co t > CO fr- fr- I I co H en cc «J . • a

•s

-c " > E o §•3 3 . 8 a * c S O - . CD I I •"** m I I CO 1 m • t f CD I I CO

- s

C - © © CM © © I r H CM © CO CM © < t H o s t o o s t - m < Tj* 0 0 CO CO CO I CM CO I 0 0 c o c - c o i-H a s O fr- CO 0 0 OS i H O O H H W H CM t - r H - t f CO fr-CM CO CM t - © O O OS t - o t o œ w o ) i n t - i n TJ< c o c o fr- 0 0 r H CO CO © t - i CM in in rH © © © rH t> 00 o m co m 00 i-t in co o t> 00 CM ti* co co rH CM © . 0 m co o _ co C M co 00 in •<*» CO rH CM © CO CM t- OS CO ^ CO CD © C O H H M CO CM - ^ CM CC OS CM TC HH m co r H 1-1 ^ CM CM 0 0 •<* m rH iH CO © CO CO CO CM •«* I OS fr- " ^ fH CO •<*» rH © fr- I CM CD CM r H t> ^ iß © m CD fr- © I © •*}• rH I CM CM" CO CO CO © t-CM OS rH OS rH OS t- C M m ^4 OS CM co co m -4* C M m rH CM «3« co m © TJ< CM CO CO Tf C O m © in ^ c o C - C O CO CM C O ^ c- co 00 © in C M m CO CO 00 CM CD CM CO rH CM CO © OS CM CO CM CO I N co 10 ' t m t -© CM rH -© CO CO © rH rH CM CM m m cc . © CM ^ fr- © r H CM CM C O S

si

G CU co co a> co felons J5p§P§ 8SÄ ». Cg • O 3 _ CO Ct> a t. ». S S S « o S > g CO S 3 « g CO h ü ed-9 > ffi H N C O ^ I O 13(0l~Q0ffiOHWP5^u5c0 C S a œ co O ' S •SP-3

Si

CD CM CO CD r H CO OS fr-m 00 CM CO r H m CO r H CD r-t - CM i H CD r H 0 0 CM r H © © T f t -CM T f 0 0 i H 0 0 CM OS CO m CD OS m CD O S CM C D m CM •<* co 55 C O os m © © C D m m OS m m r H m CM CM CO CO © 0 0 r H © ri OS © r H © CO m co r H CM fr-CM © ri OS co © r H m CM © CM CM ri C O © CM r H i n m - ^ O S C M r H O m r H r H C O C O 0 0 •* © © i-H CO C O m fr-0 fr-0 fc-i-H CM CM CM fr-0 fr-0 r H CO r H O © © © i-H CM 0 0 0 0 «H i n CM fr-OS CO O S 0 0 fr-OS r H m m co m r H CO r H CM fr- r H © CO c o < * r H r H CM CO © 0 0 CM © r H TJ< CO CM r H CM CO 0 0 © m fr- © © r H m CM © m m fr- © CO fr-CQ - ^ ^ o 0 0 rt< - * r H r H *4* I A © T J * 0 0 © CO H ^< i | r-t m © in © CO r H CM CM © CO «tf r H CM CM i * fr-m © 0 0 © © r H m © CO fr- r H CM © © Tj< r H r H CO r H © CO CM Q> * a to •S S co a> I Ï

i.lfs

XI a o S g-O r4

»S.

è

ed o 0) J 3 < O © © os" m CM •>* co © CO © © r H r H © i n © O J O C O H © r H r H CM r H r H r H CO 0 0 © m • * r-i © CM r-i © fr- © © i n r H CM CM CM CM © CO CM © ^ * © co m © r H © CM fr- fr-© r H CM CM in © i * co © r H fr- © © © m © m CM m co CM © ^ m © - ^ © © © © CM fr-c o ^ fr-c fr-c o o a c •s ïï ü eè •S tg * 0 - S r ï 2 ? bc O T3 h § • ü ™ , M co c M CO — iSP I « « > H « O f - t C M C O T ^ U Î C O i ^ C - « * H i - ( r H r H r - t i - t t H U » - t , J8 c CQ O AI hf 3 S u

s

js c 0 c M V *ja 22

(19)

bp O w o < E t > I ß r H 3 3! M CO CM i H t -C S H -CO H O Î U5 N ( O W CM CO 0 0 O CO CD .-t es ttf m CM I M t o o n «M CO co m os o m 00 CM m l O C ß O m ^ H i r H CO m t o « r H -<* t O r H «tf CO tD 2J CM m CM « i o n CM -tf O ^ O H oo in en i-C c o CD © o •<*< co © O CM oo oo m os o co oo CM co CM «o „ r CM * ~ m ,. -, w m co 1 0 S CM CM O O CO 00 OS rH Cl O CM in - C M m o 0 0 O O H C O O i H CD «5 O O CM O O . H * CM * O © r H E - © O i-t O O CS 0 0 0 0 « « r H -- * 0 > ^ CM S ri « O m \ CS n o ^ t O r H r H r H CM r-t t -CM CO r H O CD O © TH CS r H CM o m ^ C i t o O CM CS m co CM r H CS 0 0 C - CO CO CS t - CO CO r H - ^ CS CM OS CS r H t - CS CD 0 5 CD C -• ^ t > CO CM OS O r H t > CM CD O O O O OS CO C - r-i i-i 0 0 r H CO - CM ,* -e ^ O O r H - ^ OO O O O O T f " C M m os ^ O O 0 0 ^ o O 0 0 O O r H o c- ^ r « CM' m oo ^ M O O 0 0 CM - * CM r H OS CO OS * i H o o m o 0 0 O 0 0 0 0 CO 0 0 " r H ^ C D W O O ^ r H r H CS C - CO CO O " r H ^ m n r i « 23

(20)

Ü ffi OS I CO C q ^ < CD I H « O W œ I C M O ) H c o c o OO I C c o ^ . C S CC> r H CM 0 0 O CV] GO ^ { C t ^

M

© f-l bc • 3 >—t 3 O a > 3 - H c

si

0) c S ~ * OJ 0) 8) h v > « a bc > CD o m os oo o co o» © CM t - 00 CM m H W CO CO • ^ es i n os 0 0 r H CM CM ^ m ^ co t ^f o t -0 -0 r H -*t* fr fr CS t -r H -r H CO -r H fr- 0 0 CO CO fr- H U5 O l O l i ß i ß OD CM W W O D O ' * C l CD CM - ^ OH • * O - ^ < CM O l N C ß O l O l O I 0 0 CO r - l I O CO CM TP CO < CO CO I I N OS l O O CO < 0 0 r H CO C I 0 0 I i n o i o co r-i i t - CD CM ^ 0 0 < <M CO I 0 0 CO l O O C O l t M OS • CO OS I ß « O OS I O l c o o s • i ß O CM • * C© < CM CO I O CO ^ O W l OS t - 0 0 OS I ß < r H CD I OS CD i H « I ß CO r H - ^ t - I CM CM < O0 H CM O CO ' o i •<*» co os i n • CM CM I O l CO ^ < ^ t - H ^ l 0 0 I CM CM < O CO CM CM O 00^ CM CM O 00 CM CM O CO CM CM ^ l ß CM 00 CO lO CO CM^t-T CO rH - ^ co'in Iß 00 CO ^ CM rH CM CO rH ^ rH 00 CD rH CD i-I CM CO in rH 1^ CO rH CD fr-iH t-O rH Iß rH CO Iß CM iß T H • ^ CO CM Ol rH • ^ O CO o CM iß CO O I-l o fr-Ol CM rH CO CO o *H CD iß CO OS o fr-CO OS CO I ß CO rH CD CM CD OS CD CO CO CM fr-CO - ^ fr-^ T H ee OS CO CO t-CM CM CO <* OS CO CM t- •"# OS CO CO CM CO CM CM fr-CM C-^ CO o CO rH O I ß CM CO 00 CO OS 00 CO CD Iß CO 1 1 1 I ß CM CD ** CM CM CM CM iß O CO t - fr-O Iß O S fr-C D i-l ^ fr-o fr-o rH Iß CM iß •"* eo O CM rH CO 00 CM CO CO «tf CD S CD CO eo CD • * CO rH CO - ^ eo CO i ß CM O l O 0 0 i ß CO - ^ CM O l CO fr- r-r CO CM i ß i ß OS T p CD ^ CO O CO r H fr- r H CO I ß CO CD i ß i ß I ß CM CM CO fr- i ß t - eo co CO i H i ß OS CO i - ( ^ r H 0 fr- CO C O H O 0 1 - * CO o o i n c o OS OS o O t - 0 0 i ß OS CO ^ CO <N I ß r H CO CO ^ Ttf CD O CM fr- CO O N H O H t O t -CO I ß Tj< -CO CO fr- r - t CO I ß I ß t - OS OS r H CM CO i ß CD CO frOS CO CO t -^ * CS -^ fr— Q O f f l O H CO CM CO r j * CM O fr-fr- fr-fr- 0 0 i H O ^ i ß CM N H O O fr- r H CM O CM OS i ß r H CO CS CO CO O CO CD ^ CO - ^ ^ CO i rH CD iß CD CS fr-C O fr-CS rH O •"* CO fr- rH r H CO -<tf CO CD fr- CO I ß co m co tr-os i> co o so t -ocToo CM cn oo m C O -l ß r H i ß O O CD t H i ß O CO CO ^ * CO r H CO fr-CO fr-CO I ß O CD O I ß r H CO CD O0 t -r H i ß CM O fr- r H CM CO O r H CD r H OS OS ^ CO i ß CM CO r t * r H CO CO fr- r H r H CM CM CM OS CO CO O OS CO CO 0 0 0 0 O CO CO CM CO CO r H CM CO * H CM " * CO CD CM T t l O Tt* CO CD CO CS CS r H fr- CD r H CO rH OS OS fr-fr- rH OS Iß CO rH Iß OS CO rH CD fr- CS Ol rH CO *tf rH Ol Iß CO CM rH " ^ fr— CO Ol CO 00 iß - ^ CO t-CM CO O 00 CS OS t-O Ct-O CD rH t- CO CS O O O CD CO CM CM CO rH CD CM O O •<* rH iß fr- CM * * rH rH CO Iß CS CS - ^ CO 00 rH CM O tH CM 13,3 5 14,4 5 •o c c 0) 0) M •" a> a 3 l .s » a . § » g s c j » (0 C TJ O •o tu 15 m r< •8

1

<" S > <u .<D S c n «

51

2'S S Ï H > > g f t O H m M r H r - l t - l i - i r - l r - l i - t •S st; •S s S è

s

c S-bo=5 g c œ g o s n ^3 . . S - t - oo O rH rH "SaS-g

è

l« O D h » > H ^ 5 < Ü C3 * <u -a a c ( H ^ P M ci S"

â

1

1

•a bo o T3 o "S ^ 2 bO m ^ , V _H rîP » S3 O C h S O , 3 0 ) O œ M > H 10 A ' (N C5< .2-S c c 2 4

(21)

CO CO 0 0 CO CO CO 0 0 Tt< 01 0 1 co • ^ CO OO 1 N « 5 0 5 1 O O C - ~CM l O 0 0 ^ O O CO T J I C D " CO CO CM O i H CO i H O CO t - " ^ CO I D r H ^ CO C I O CD O •^ ^ O O Tf CO oi o oi en CO CO ^ r - l -^ co o o CM CM^ l O o " CO c o H W O 00 t - co rt* co c-0 c-0 0 0 t - O l m 0 1 lO CM rj< CO O O 0 0 CD C - CM O l 0 0 CD 0 0 " r - t _ u ^ W Tt1 t -O -O C - C l t-H O CO CO co i - r e i i n co co (N CO O O tr- ïrt &gïrt; O Ol ïrt

-^ 2 «

r t ^ i t > 1 O '.. CD -0 -0 Ol CM CM Ol CD t -lO Ol i ß CM CO i H - ^ CD O l I M W H CO CO O O IN Ttf oo cq o oo Tjl t - ^ eo -<# m i H , CD t > •^4 CO O O CD CO CM CO O l O i - l CD * < N Ä « , CO m oo o o t - i-t t - m CM CM i-H O ^ m t - -3* CO r f m co -o c -o ^ -o O t - CD CO CO CM 0 0 0 .-H CO 01 ^ Ol O iH i n 'CM i n oo w O O Ol m co co m co H t - O Ol m rH I O O CO Ol H O O f f i O co m " CM w o " o CM O l CM O CO CM CM t > m CD co t - CM CO CO m co o o co o CO CO O O O l t - " CM • ^ O l o o t > 0 0 .-H oo" CO CM 0 0 D - CM 01 CO CO O O CM CD CO CM O O i-H CM " CM m o " * O o CM 0 0 CD CM CM CM o

t

to w O < « e 2 «i • " « c e a » bor1 N e > bO _ . S 8% e » g > S S 6 Ö B 01 0) b c M Q> M £ C n • O H ffl snS n O • * • * 25

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This study may contribute by improving staff appraisal practices at the LCE and may serve to empower academic staff (lecturers) to work in a new organisational culture in

niger as 'n meer stabiele karboniumioon reageer. Dit word i) 'n Minder stabiele karboniumioon sal vin=. aangene~m dat die oorgangstoestand, wat ook al die rede vir die

Die drie blinde musiekleerkragte wat in die onder- soek betrek is, word as verteenwoordigend van die blinde musiekpersoneel in die land beskou, aange- sien een leerkrag met

Modelling of 43 ligands when coordinated. to a

Geen enkele vorm van promotiemateriaal voor voedingsmidde- len en dranken voor zuigelingen mag toegestaan worden binnen de gezondheidsdiensten. • De zwangere vrouwen ontvangen

De gebruiker is voor een groot deel vrij in het kiezen van namen voor de bestanden (files) waarop hij zijn informatie wil plaatsen. In de komende voorbeelden wordt deze vrijheid