• No results found

Investeringen in varkens stallen doorgerekend

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Investeringen in varkens stallen doorgerekend"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V-focus oktober 2009

34

V A R K E N S

& P L U I M V E E

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus oktober 2009

35

V A R K E N S

& P L U I M V E E

a

c

h

te

rg

ro

n

d

aan de huidig toegepaste bouwwijzen en aanne-mersprijzen. De investeringen zijn berekend voor een complete stal inclusief toebehoren (ver-gunningen, leges, zeugendouche, hygiënesluis, erfverharding, kadaverkoeling, kantoor, negen maanden mestopslag, twee weken voeropslag, hogedrukspuit). Daarnaast wordt ervan uitge-gaan dat er bij de bouw geen eigen werkzaam-heden zijn verricht.

Verschillende stallen

Voor de zeugenhouderij zijn twee verschillende stallen gedefinieerd. Er is uitgegaan van een wekelijks systeem. En beide staltypen voldoen aan het Varkensbesluit 2013. Een stal met de

focus op lage investeringen en een stal gericht op het milieu. De lage-investering-zeugenstal omvat een strostal met twee wisselgroepen, aanvullend voerligboxen voor guste zeugen, vijf kraamafdelingen met 26 hokken per afdeling en zeven biggenafdelingen met 288 plaatsen per afdeling. Als milieusysteem is gekozen voor het IC-V-systeem voor zowel de gespeende biggen als guste zeugen en mestpannen bij de kraam-zeugen. De strostal voor dragende zeugen voldoet ook aan het Besluit huisvesting. De milieu-focus-zeugenstal omvat een dek/ wacht stal met 141 voerligboxen, één afdeling voor 336 dragende zeugen, vijf kraamafdelingen met 26 hokken per afdeling en zeven biggenafdelin-gen met 288 plaatsen per afdeling. De bigbiggenafdelin-gen zijn gehuisvest op 0,4 m2 per dierplaats. Als

milieusysteem is gekozen voor het IC-V-systeem voor zowel biggen als guste en dragende zeugen en bij de kraamzeugen is gekozen voor mestpan-nen. In tabel 1 zijn voor beide stallen de investe-ringen weergeven voor drie bedrijfsgroottes.

Verschillen met 2008

Ten opzichte van de berekeningen van voorgaan-de jaren is het verschil tussen voorgaan-de lage-investering-focus en de milieu-lage-investering-focus kleiner geworden. De huidige hogere huidige prijzen van bouwmateria-len en ruwbouwkosten ten opzichte van enkele jaren terug is de voornaamste reden hiervan. Voor het vleesvarkensbedrijf is één stal omschre-ven. De vleesvarkensstal heeft zeventien afdelin-gen met twintig hokken voor twaalf vleesvarkens per hok. De vleesvarkens zijn gehuisvest op 0,8 m2 per dierplaats. Daarnaast is een ziekenboeg

aanwezig. Als milieusysteem is hier gekozen voor het IC-V-systeem.

Volgens het varkensbesluit 2013 dienen de vlees-varkens op 1,0 m2 gehuisvest te worden.

Dezelf-de stal met 4.200 plaatsen waarbij Dezelf-de vlees-varkens op 1,0 m2 in plaats van 0,8 m2 worden

gehouden vraagt een investering van 440 euro per dierplaats.

Jaarkosten

Met het programma BedrijfsWijzerVarkens zijn ook de jaarkosten van deze stallen doorgerekend. De jaarkosten zijn weergegeven in tabel 3. Tus-sen beide zeugenstallen is een miniem verschil in percentages van jaarkosten (excl. kosten voor stro) gevonden.

Meer informatie is te vinden in de bundel Kwantitatieve Informatie Veehouderij 2009-2010. KWIN-V 2009-2010 en is te bestellen op www.kwin.nl.

KWIN-Veehouderij

Bert Bosma

Wageningen UR Livestock Research

Investeringen in varkens stallen doorgerekend

Voor een stal voor 550 zeugen waarin gewerkt wordt met wisselgroepen en stro in het ligbed is een

investeringsbedrag (excl. btw) berekend van 2.100 euro per zeugenplaats. Voor een stal waarin gewerkt

wordt met stabiele groepen met voerligboxen met uitloop is dat 2.420 euro. Voor een vleesvarkensstal

met 4.200 dierplaatsen is de investering berekend op 400 euro per vleesvarkensplaats.

D

e gemiddelde investeringen in

varkensstallen zijn berekend door Wageningen UR Livestock Research, in opdracht van het Productschap Vee en Vlees. Wageningen UR Livestock Research heeft samen met deskundigen enkele referentiestallen

gedefinieerd die overeenkomen met volwaardige zeugen- en vleesvarkensbedrijven die momen-teel gangbaar zijn. Met het programma Bedrijfs-WijzerVarkens zijn de investeringen van deze nieuwbouwstallen vervolgens doorgerekend. Hiervoor is van het afgelopen jaar het ruwbouw-onderdeel van BedrijfsWijzerVarkens vernieuwd

Tabel 1

Investering zeugenstal per zeugenplaats (euro, excl. btw) Gemiddeld 375 550 850 aanwezige zeugen Aantal 408 607 922 zeugenplaatsen Lage-investering- 2.250 2.100 1.900 focus Milieu-focusstal 2.560 2.420 2.260

Tabel 2

Investering vleesvarkensstal (per vleesvarkensplaats, excl. btw)

Aantal 2.208 4.200 7.332 vleesvarkenplaatsen Investering 430 400 370

Tabel 3

Jaarkosten Afschrij- Onder-ving houd Zeugenstal 5,8% 1,40% (beide systemen) Vleesvarkensstal 5,5% 1,25%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Based on the above general problems regarding the fairness of and satisfaction with the PAS, the following specific research problem was formulated: There is a

We were able to show that plasma instabilities can be recovered in particle-in-cell simulations, but their e ffect on the pair distribution function is negligible for

The aim of the study was to document indigenous knowledge on the conservation and the sustainable utilisation of plants for African Traditional Medicine (A TM)

De ondernemers geven aan dat de voordelen van een mestband ten opzichte van een luchtwasser de langere levensduur van de mestband is en dat de mest- band, door het direct afvoeren

Niet alleen fijne aggregaten, maar ook breedwerpig gestrooide zaden, granula- ten en kunstmest worden door herschikking in de grond gebracht.. Zaadonkrui- den kunnen worden

Overzicht van aantekeningen per bedrijf in 1979 van methoden van koppen en pellen, voorvrucht, eigen- of huurland en het verwachte aantal jaren dat men nog over vers land

Overigens komt het ook voor dat Nederlandse bedrijven min of meer ge- dwongen worden openheid te geven over de door het bedrijf toegepaste kennis en technologie omdat ze anders

Door van de getransformeerde scores elk jaar het landelijk gemiddelde (bepaald met behulp van de 140 beschouwde stations) voor het betreffende jaar af te trekken, kan de