• No results found

Transcendentie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Transcendentie"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Docent: W. | Laura van Aelst

(2)

INHOUDSOPGAVE

Samenvatting Blz. 3

Voorwoord Blz. 4

Inleiding Blz. 5

Wie ben ik al leerkracht? Blz. 5

Waar sta ik op het gebied van godsdienst/levensbeschouwing? Blz. 5

Leervragen Blz. 5

Een ervaring die mij raakt Blz. 6

Onderzoeksvraag Blz. 6

Hoofdstuk 1: Is er in onze samenleving ruimte voor transcendentie? Blz. 8 Hoofdstuk 2: Wat is transcendentie volgens het christelijk geloof?

Blz. 9

Hoofdstuk 3: Hoe kun je met kinderen transcendentie verkennen? Blz. 10

Hoofdstuk 4: In gesprek met een verhaal Blz.

11

Inzichten en conclusie Blz.

13

Levensbeschouwelijke activiteiten in de praktijk Blz.

17 Reflectie Blz. 21 Literatuurlijst Blz. 23 Bijlagen Blz. 24

Wie ben ik als leerkracht?

Blz.25

Vreugde van het leven Blz.27 Daniël in de leeuwenkuil Blz. 28 Kinderyoga in de zomer Blz. 30 Zonnetje Blz. 31

Zo stevig als een boom Blz.

(3)

SAMENVATTING

In dit onderzoek is een antwoord gezocht op de volgende vraag: ‘Wat is transcendentie volgens het christendom en de maatschappij en hoe kun je dit verkennen met kinderen? Volgens het christelijk geloof is transcendentie meer dan wij direct kunnen ervaren en bevatten. In het christelijk geloof komt transcendentie voornamelijk terug in de gebeden. We weten niet precies wat God wil met de wereld en dit zorgt voor

ongelukkige gevoelens. Hier moeten we echter veel minder bij stil staan en veel meer genieten van wat we hebben.

Dit ongelukkig gevoel met betrekking tot transcendentie zie je ook terug in onze westerse maatschappij. We willen alles kunnen controleren en bewerken, mocht het ons niet bevallen. Echter is transcendentie niet bewerkbaar en dit ziet men als iets negatiefs. Daarentegen moeten we niet altijd alles in eigen hand willen hebben, want door het bijzondere te begrijpen verdwijnt het bijzondere. Tot slot is onze westerse maatschappij erg materialistisch en zijn we altijd opzoek naar meer en staan we vaak niet stil bij al het moois wat ons omringt.

Het verkennen van transcendentie met jonge kinderen vindt voornamelijk plaats door ruimte te geven aan de fantasiewereld van het kind. Verder is het belangrijk meer aandacht te besteden aan overvloed dan aan het tekort. Innerlijke harmonie is een belangrijke basisvoorwaarde voor het ervaren van een overstijgende gelukservaring. In de praktijk is duidelijk geworden dat een groot aantal kinderen rustiger, socialer en meer tevreden zijn als er oefeningen worden gedaan die gericht zijn op de innerlijke harmonie van het kind. Dit lijkt te komen doordat er bewust wordt stilgestaan bij al het moois waar we mee omringt zijn, hoe uniek en mooi ieder individu is en hoe belangrijk het is dichtbij jezelf te blijven. Als deze innerlijke harmonie gecreëerd is, komt er een opening tot het verkennen van geluksoverstijgende ervaringen. Dit heeft in de klas zijn uiting gevonden in het voeren van gesprekken.

Tot slot zijn mijn positieve en negatieve ervaringen gedurende mijn onderzoek te lezen in mijn reflectie. De positieve ervaringen zijn handvatten voor de toekomst en de negatieve ervaringen zijn leermomenten waar ik ontwikkelpunten uithaal. Op het gebied van vakinhoud en didactiek ben ik erachter gekomen dat het voor jonge kinderen prettig is om gebruik te maken van een verhaal. Tevens hebben de korte oefeningen die volledig gericht zijn op het individuele kind een positief effect. De gesprekken daarna zijn prettig voor het delen van ervaringen en bewust worden dat ‘er meer is’. Organisatorisch gezien is het verstandig verschillende werkvormen te hanteren, zodat het de flexibiliteit en de interesse van het kind stimuleert. Pedagogisch en interpersoonlijk gezien ben ik me bewust van het belang van een veilige sfeer in de klas. Het is belangrijk dat je ondanks alle tijdsdruk blijft kijken naar het individuele kind en hierop inspeelt. Wat betreft godsdienst/ levensbeschouwing ben ik gegroeid in het voeren van levenbeschouwelijke gesprekken met kinderen. Dit kan aan de hand van een verhaal, maar ook ervaringen van kinderen kunnen een startpunt zijn. Als leerkracht behoor je de ontwikkeling van een levensbeschouwelijke visie te bevorderen en de kinderen waarden en normen mee te geven.

(4)

VOORWOORD

Dit onderzoek is voortgekomen uit een afstudeeropdracht van Avans Hogeschool te Breda. Het doel van dit onderzoek is om competenter te worden op het gebied van godsdienst/levensbeschouwing, door verdieping te zoeken in een levensbeschouwelijk onderwerp vanuit de theorie en de praktijk. Tevens biedt dit onderzoek de mogelijkheid om nog beter te ontdekken wie je bent als persoon in de rol van leerkracht.

In dit onderzoek wordt antwoord gezocht op de vraag: wat is transcendentie volgens het christendom en de maatschappij en hoe kun je dit verkennen met kinderen? Dank aan Willie Hilverda, voor de begeleiding en feedback tijdens dit onderzoek.

Dank aan de kinderen van groep 1/2c van basisschool de #.

(5)

INLEIDING

WIE BEN IK AL LEERKRACHT?1

Als leerkracht heb ik een voorbeeldfunctie, maar ben ik ook een

vertrouwenspersoon voor de leerlingen. Toch ben ik nog opzoek naar hoe ik precies als leerkracht wil zijn. Er komt tijdens de stage een hoop op je af en daar buiten ben ik als persoon soms ook nog zoekende; ik ben bezig mijn identiteit te ontwikkelen.

Ik laat me graag inspireren door andere personen. Ik neem voor mij positieve elementen mee voor mijn eigen ontwikkeling. Ik moet hierbij opletten dichtbij mezelf te blijven. Verder is mijn gestructureerdheid tiperend voor mij. Hierdoor creëer ik rust voor mezelf, maar ook voor anderen. Ook vind ik een veilige sfeer erg belangrijk. Ik ben van mening dat je het beste uit kinderen kunt halen als zij zich in een optimaal pedagogisch klimaat bevinden. Tot slot zou ik meer moeten vertrouwen op mijn eigen gevoel. Ik ben op bepaalde gebieden nog onzeker en wacht te vaak op bevestiging.

WAAR STA IK OP HET GEBIED VAN GODSDIENST LEVENSBESCHOUWING? Ik vind dit een lastige vraag, want voor mijn gevoel ben ik hier zelf nog niet helemaal uit. Ik ben niet gelovig opgevoed en ik heb op een openbare basisschool

gezeten. Gedurende mijn middelbare school periode heb ik wel op een katholieke school gezeten, maar dit kwam voornamelijk tot uiting in vieringen één maal per periode. Hierbij werd een verhaal voorgelezen, maar voor ons ging het voornamelijk om de optredens verzorgt door leerlingen.

Zoals ik al aangaf ben ik er zelf nog niet helemaal achter hoe ik sta op het gebied van godsdienst. Ik denk wel dat er iets is, maar wat daar ben ik nog niet achter.

Afgelopen schooljaar heb ik me verdiept in het katholieke geloof. Wat mij erg opviel was dat ik eigenlijk een leven leid dat rijmt met het katholieke geloof. Dit komt voornamelijk terug in mijn sterke rechtvaardigheidsgevoel. Ik wil heel graag andere mensen helpen en probeer het kwetsen van andere mensen zoveel mogelijk te

voorkomen. Op deze gebieden leef ik dus eigenlijk het geloof na, maar daarentegen ga ik niet naar de kerk en bid ik ook niet. Toch vind ik het heel normaal dat je onder andere deze waarden en normen naleeft. Ik heb hier geen kerk voor nodig die mij aan deze waarden en normen herinnert.

Ik heb weinig affiniteit met de kerk en de rituelen, want ik ben hier immers nooit mee opgegroeid. Ik vind dit echter geen reden om te zeggen dat ik niet geloof. Ik geloof dus wel zeker, maar of dit nou in God is daar ben ik nog niet helemaal achter.

Mocht ik later kinderen krijgen, dan wil ik hen wel laten opgroeien in een omgeving waar ook het geloof een rol speelt. Ik vind dat ze dan als ze hier oud genoeg voor zijn zelf de keuze mogen maken. Ik wil ze in ieder geval een keuze geven, want ik vind het soms wel eens jammer deze niet gehad te hebben. Wie weet kom ik na afloop van dit onderzoek er alsnog achter hoe ik nou precies in het geloof sta.

LEERVRAGEN

In eerste instantie had ik het idee dat ik in mijn leven weinig bezig was met levensbeschouwing. Nu ik me echter meer in de literatuur heb verdiept, van voornamelijk het katholieke geloof, kom ik tot de conclusie dat ik wel degelijk bezig ben met

levensbeschouwing. Ik ben echter nog wel heel erg opzoek naar mijn identiteit. Wat betekent het leven voor mij? Wat vind ik de belangrijkste waarden en normen? Hoe wil ik de rest van mijn leven invullen? Ik stel mezelf dan ook iedere dag levensbeschouwelijke

(6)

vragen. Zeker nu ik op het punt sta een nieuwe weg in te slaan, want na dit jaar ben ik immers afgestudeerd.

Wat betreft godsdienst/levensbeschouwing ben ik n.a.v. het bestuderen van de literatuur meer te weten gekomen over de achterliggende gedachten van het geloof. Nu ik beter weet wat het geloof inhoud, kan ik me hier ook gemakkelijker mee identificeren. Ik ben tevens door deze literatuurstudie tot de conclusie gekomen, dat een duidelijke godsdienstige overtuiging geen voorwaarde is voor het geven van

godsdienst/levensbeschouwing. Zeker in de huidige tijd met erg veel verschillende culturen in de klas, zie ik het juist als een positief punt. Ik zie nu in ieder geval minder op tegen het geven van godsdienst/ levensbeschouwing dan voorheen. Mijn eigen

onzekerheid wat betref het geloof, is namelijk niet direct een negatief punt.

Nu ik me zekerder voel wat betreft het geven van godsdienst/ levensbeschouwing is mijn interesse in dit vak ook toegenomen. Ik moet echter nog veel leren vakdidactisch gezien. Ik heb me hier de afgelopen jaren weinig in verdiept en ik heb weinig van het vak godsdienst/ levensbeschouwing gezien in mijn voorgaande stages.

Ik hoop mede door de kernopgave identiteit meer handvatten te creëeren wat betreft de vakdidactische kant van het vak godsdienst/ levensbeschouwing.

Mijn ontwikkelpunten:

- Kan ik aan de hand van andere culturen en welvaren de kinderen laten nadenken over de voorwaarde voor geluk?

- Hoe kan ik de kinderen begeleiden bij het leren kijken naar de werkelijkheid vanuit zingeving?

- Kan ik aan de hand van Bijbelverhalen samen met de kinderen een koppeling maken naar de normen en waarden in de klas?

EEN ERVARING DIE MIJ RAAKT

Vorig jaar februari ben ik voor vier maanden in Ghana geweest. Ik heb hier

gezeten met verschillende studenten van de pabo, maar ook van andere opleidingen van het ROC. Ik wilde al van af jongs af aan een keer ontwikkelingswerk doen. Ik ben iemand die erg graag andere mensen helpt en mijn rechtvaardigheidsgevoel is groot.

Echter viel het in eerste instantie erg tegen. Ik heb toch zeker wel een week in een cultuurshock gezeten. Sommige noemen het naïef, want je wist immers dat er armoede was. Echter vind ik dat je het echt pas kan voelen, als je daadwerkelijk deze erbarmelijke omstandigheden meemaakt. Ik was in eerste instantie heel erg geschrokken van de armoede, echter als je enkele weken leeft in deze omgeving dan ga je ook de andere kant bekijken. Ik kwam er juist achter dat de mensen heel gelukkig waren.

Ondanks de omstandigheden waar we vier maanden in hebben gezeten. Heb ik voor het eerst in mijn leven overstijgende geluksmomenten bewust ervaren. Ik heb er in Ghana meerdere gehad. Eén ervan kan ik me nog goed herinneren. Ik zat in een heel gammel oud busje; een trotro. Het was een mooie zonnige dag, ik zat bij het raam en we reden levensgevaarlijk hard over de weg. Ik had deze rit immers al zo vaak gedaan, dat ik de angst van me af had gezet en genoot van het uitzicht. Af en toe en dorpje en voor de rest landschap. Voor een ander misschien niets bijzonders, maar ineens had ik het gevoel… Ik voelde me een moment zo intens gelukkig, een tinteling ging door me lijf. Zo snel het was gekomen, was het ook weer weg. Echter hebben deze gelukservaringen mijn leven veranderd. Ik vond het apart: hoe kon ik nou zo intens gelukkig zijn in deze

omstandigheden. Ghana heeft mij dichterbij de natuur gebracht en hetgeen waar het echt omgaat. Niet het materialistische en stressvolle Nederland, maar de rust en het bewust genieten van hetgeen wat je hebt. Door mijn leven in Nederland, koppelde ik geluk teveel aan materialen.

(7)

Sinds ik terug ben in Nederland heb ik dit gevoel niet meer zo sterk gehad. Ik zit nu weer compleet in het Nederlandse leven van stress, bewijzen en altijd beter willen. Je moet zoveel doen, dat ik mezelf de tijd niet gun om volledig tot rust te komen en te genieten van hetgeen wat ik heb. Ik hoop dat zodra ik afgestudeerd ben, echt mijn eigen leven kan gaan leiden op de manier die ik wil.

Ik wil de kernopgave identiteit gebruiken om zelf meer te weten te komen over transcendentie. Maken andere dit ook mee? Heeft transcendentie een plaats in onze maatschappij? En ook wil ik proberen met kinderen deze gelukservaringen te verkennen. De kinderen in ieder geval meebrengen dat ze bestaan. In het mooiste geval dat de kinderen zichzelf weer een stukje beter leren kennen.

In het onderstaande woordweb probeer ik duidelijk te maken wat voor mij voorwaarden zijn voor het beleven van een gelukservaring:

ONDERZOEKSVRAAG

Wat is transcendentie volgens het christendom en de maatschappij en hoe kun je dit verkennen met kinderen?

Het begrip transcendentie kan worden bekeken vanuit verschillende invalshoeken: - Maatschappelijk: Is er in onze samenleving ruimte voor transcendentie?

- Godsdienst/ Levensbeschouwing: Wat is transcendentie volgens het christelijk geloof?

- Pedagogisch: Hoe kun je met kinderen transcendentie verkennen?

De reden dat ik gekozen heb voor de maatschappelijke invalshoek, is mijn vraag of het mogelijk is overstijgende gelukservaringen te hebben in onze maatschappij. Wij zitten in een materialistische wereld en dit brengt veel stress met zich mee. Ik ben benieuwd hoe transcendentie een plaats vindt in onze maatschappij.

De godsdienst/ levensbeschouwelijke invalshoek komt voort uit mijn nieuwsgierigheid, want ik ben benieuwd hoe het christendom tegen transcendentie aankijkt.

Tot slot wil ik kijken of het mogelijk is om met kinderen transcendentie te verkennen. Kan ik hen kennis laten maken met transcendentie en welke basisvoorwaarden zijn hiervoor nodig?

HOOFDSTUK 1: IS ER IN ONZE SAMENLEVING RUIMTE VOOR TRANSCENDENTIE? Stil staan bij

Kleine dingen Tevredenheid Rust van binnen in Liefde voelen Dichtbij mezelf zijn Klimaat Lekker in je vel zitten Gewaardeerd voelen Transcendentie: gelukservaring

(8)

Als ik bij mijn vrienden het woord transcendentie laat vallen dan weet eigenlijk niemand de betekenis van dit woord. Ik merk dat eigenlijk weinig mensen in mijn omgeving hier weet van hebben. Na een nadere uitleg hebben enkele wel een

geluksoverstijgende ervaring meegemaakt. Als ik de literatuur bekijk op het gebied van transcendentie zijn er veel verschillende verhalen. Ik denk mede doordat het niet

zintuiglijk waarneembaar is, want transcendentie is meer dan wij direct kunnen ervaren en bevatten.

In onze maatschappij komt transcendentie in zijn meeste concrete vorm terug in de meditatie. Men noemt het transcendente meditatie. Het volledig tot rust komen en geluksmomenten ervaren. Er zijn al verschillende onderzoeken over de hele wereld gedaan naar de voordelen van Transcendente Meditatie. Zo is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat Transcendente Meditatie stress vermindert en het geluk van middelbare scholieren verhoogt (Benn, 2003). Tevens is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat Transcendente Meditatie positieve effecten heeft op de gezondheid, hersenfuncties en cognitieve ontwikkeling van studenten (Haaga, 2012).

In ons nuchtere Nederland wil men vaak de waarheid weten. Eerst zien dan geloven is een vaak gebruikt gezegde. Transcendentie in combinatie met de waarheid is een lastig aspect. De mens zoekt naar ware betekenissen, maar kan die niet altijd zelf bepalen en plaatsen.

Volgens Alma wordt bij transcendentie de omgeving niet langer beoordeeld op grond van haar nut voor ons, maar de omgeving wordt waargenomen in haar intrinsieke waarde. Dit betekent dat transcendentie het vertrouwde denkkader van alledag doorbreekt, waarin het persoonlijke nut dominant is, en het open staan voor wat ons als anders en vreemd tegemoet treedt.

Levinas stelt dat we de overstijgende gelukservaring niet moeten willen begrijpen, want door het begrijpen van het bijzondere,verliest men het bijzondere.

Tot slot stelt Prevos dat het kenmerkend is voor de huidige moderne westerse cultuur dat de werkelijkheid in eerste plaats wordt ervaren als bewerkbaar materiaal. Transcendentie is echter niet bewerkbaar en hierdoor neemt men er afstand van. Men begrijpt het

“goede” en het “kwade” waar niet altijd iets aan te doen valt niet. Dit leidt uiteindelijk tot een minder gelukkig leven.

(9)

HOOFDSTUK 2: WAT IS TRANSCENDENTIE VOLGENS HET CHRISTELIJK GELOOF? Volgens de Schepper is transcendentie meer dan wij direct kunnen ervaren en bevatten. Het ‘meer’ ligt voor de één totaal buiten onze dagelijkse ervaring. Anderen zien het ‘meer’ juist in de dagelijkse ervaring. De Schepper stelt dat het zien van transcendentie onder te verdelen is in het negatieve en het positieve. Bij het positieve moet je denken aan het vermoeden van een groter geheel waarin deze grenzen en onvolkomenheden ‘opgelost’ worden, als je de wonderen ervaart van de natuur of van menselijke goedheid. Bij het negatieve gaat het om het ervaren van grenzen: je bent zo klein tegenover de grote wereld, zo beperkt in je kennen en je kunnen, je leven is kort. Tevens gaat het hierbij om ervaringen van onvolkomenheid, zoals ziekte, rampen en oorlogen.

Volgens Jef de Schepper wordt transcendentie nooit herleid tot de dagelijkse ervaring: God valt niet samen met de medemens. Volgens de Schepper zijn daarom symbolen en symbolisch denken onmisbaar. Alleen in die taal kun je bijvoorbeeld het wonder van de liefde uitdrukken en je gevoelens bij de geboorte van een kind.

Niet iedereen is het eens met het gegeven dat God transcendent is; verheven boven iedereen. Sommigen menen dat God juist immanent is; een kracht die in alles verheven is. Het immanente gaat over de materialistische wereld, het transcendente over de niet- materialistische wereld, want het overstijgt immers de materialistische wereld (Prevos, 1998).

Ook is men in het godsdienstige opzoek naar een transcendente werkelijkheid. Dit is zichtbaar in het gehoor geven aan de goddelijke preken (Tongeren van, 1998). Echter ontstaat er een steeds grotere afstand naar het transcendente. Het aantal kerkgangers neemt erg af en het transcendente buiten de kerk komt verreweg niet op de eerste plek. Petros stelt verder dat ook in het geloof men de transcendentie enigszins wil beïnvloeden. In het katholieke geloof is dit terug te vinden in de zeven sacramenten. Ook is dit in andere geloven terug te vinden. Een voorbeeld is de regendans. Er wordt immers aan de goden (transcendent) gevraagd om de aarde te voorzien van water (immanent).

Tot slot stelt Petros als conclusie dat het erg veel moed vergt om de verbreding van het werkelijkheidsbesef te internationaliseren. Dan moeten immers een hoop zekerheid opgegeven worden en in de huidige westerse wereld zijn we daar niet goed in.

Ondanks alle onvolkomenheden in de wereld die men niet begrijpt, moet men genieten. De mens is simpel weg niet instaat om God zijn bedoelingen te begrijpen. Men heeft hier het vermogen niet voor en daarom moet men genieten en geloven in Gods goedheid (Schepper de, 2006).

Tobit 5 vers 20

‘Laten we toch tevreden zijn met leven dat de Heer ons gegeven heeft.’ 1 Timoteüs 6 vers 6

‘Kinderen, onthoud wat je geleerd hebt en wees tevreden. Welk nut hebben verborgen wijsheid en een onbereikbare schat?

(10)

HOOFDSTUK 3: HOE KUN JE MET KINDEREN TRANSCENDENTIE VERKENNEN? Bij jonge kinderen kun je het besef van transcendentie bevorderen door ruimte te geven aan de fantasiewereld van kleuters. Kritische vragen moet je nog buiten beschouwing laten, want hier zijn jonge kinderen nog niet aan toe (Schepper de, 2006).

Verder stelt de Schepper dat voor het besef van transcendentie het belangrijk is dat je kinderen ook grenzen laat ervaren en hen leert die te accepteren. Besteed meer aandacht aan het overvloed dan aan de tekorten, want dit zal het besef van transcendentie versterken.

Jonge kinderen kunnen realiteit en symbool nog niet onderscheiden. Wel kun je aan de hand van symbolen, zoals water en licht het symbolisch denken voorbereiden. Tevens spelen voor het symbolisch denken verhalen een grote rol: fantasieverhalen waarin symbolen een rol spelen, maar ook de kracht van symbolen in ervaringsverhalen (Schepper de, 2006)

Uit wetenschappelijke onderzoek zijn al de verschillende voordelen van Transcendente Meditatie gebleken. Ook kwam hierbij het onderwijs voorbij. Kinderen schijnen positief te reageren op deze vorm van meditatie.

Transcendente meditatie is geen religie, maar Pater Len Dubi stelt wel dat Transcendente Meditatie cultureel, neutraal en vergroot de waardering voor het leven, vanuit welk perspectief of geloof je het ook bekijkt.

Twee keer per dag ongeveer een kwartier transcendente meditatie zou als gevolg minder stress en een gelukkiger leven met zich meebrengen.

Transcendente Meditatie zou een hulpmiddel kunnen zijn om de kinderen beter in vel te laten zitten, minder stress te ervaren en gelukkiger te zijn. Als ik naar de effecten van Transcendente Meditatie kijk zou dit een goed hulpmiddel zijn om een belangrijke voorwaarde te creëren voor een gelukservaring, namelijk rust.

Om de innerlijke harmonie in een kind te herstellen heeft het kind veel behoefte aan rust en stilte2. Kinderen weten vaak niet hoe ze dit zelf moeten doen, dus helpt het om enkele

oefeningen te doen. Kinderen laten zich ook vaak leiden door angst. Het gevoel kunnen ze vervolgens niet plaatsen en het gaat op deze manier zijn eigen werkelijkheid krijgen. Het is dan ook goed om met kinderen te oefenen dicht bij henzelf te blijven. Door kinderen zich hiervan bewust te maken, zullen zij tevens meer rust ervaren.

Tot slot zou kinderyoga een goede manier zijn om kinderen tot rust en beter in balans te laten komen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat yoga positieve effecten heeft op bijvoorbeeld astma, ADHD, zelfbeeld en cognitieve ontwikkeling (Raaijmakers, S. 2008).

(11)

HOOFDSTUK 4: IN GESPREK MET EEN VERHAAL

Prediker 9, 1-12 (De vreugde van het leven) uit de Nieuwe Bijbelvertaling 2004/2007 gevonden op

http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Prediker+9%2C1-12&id18=1&l=nl&set=10

Het verhaal heeft de naam ‘De vreugde van het leven’3. Ik verwacht dat het verhaal gaat

over hoe mooi het leven eigenlijk is. Ik denk dat het ook te maken heeft met tevreden zijn met wat je hebt. Een overstijgende gelukervaring hebben past hier denk ik ook goed in. Op het moment dat je tevreden bent geeft dit een gelukzalig gevoel. De titel sprak me erg aan, omdat we vaak klagen en altijd meer willen in onze westerse wereld, maar we staan maar zelden stil bij hetgeen wat we al hebben bereikt. Ik ben gedurende het onderzoek van identiteit erachter gekomen dat voor mij rust en balans essentieel is voor het ervaren van een overstijgende gelukservaring.

Tijdens het lezen van het verhaal gaat het eerste stuk om hoe blij we moeten zijn dat we leven ten opzichte van de doden. Ik merk dat ik dit totaal niet had verwacht. Ik vind het zelfs een beetje teleurstellend, want het heeft voor mij gevoel een negatieve lading. Er staat dat we maar blij moeten zijn dat we nu nog kunnen kiezen, maar uiteindelijk gaan we toch allemaal dood.

Vervolgens wordt het verhaal wat positiever. Je moet genieten van alles, ondanks het harde werken. Het gaat niet altijd eerlijk, maar hoe jij leeft is God zijn keuze. Ga dus genieten van wat je hebt en ben niet altijd op zoek naar meer. Dit laatste komt wel weer heel erg overeen wat ik in eerste instantie had verwacht.

Over God wordt er gezegd dat hij heeft gekozen voor jou welke weg je zal bewandelen en hier moet je tevreden mee zijn. Hij geeft aan dat niet altijd alles, zoals gepland gaat. Het blijft het onverwachte, want zo wint niet altijd de held de oorlog.

Verder kun je tussen de regels door lezen dat het genieten een “cadeau” van God is. Op deze site4 staat dat op het moment dat je in de gelegenheid bent om te eten en te

drinken en te genieten van het leven dit een gave van God is.

Als ik ga kijken naar de achtergrond informatie over de prediker dan past dit heel erg in dit verhaal.

Op deze site5 staat uitgelegd dat degene die het boek geschreven heeft op zoek is naar

de zin van het leven. Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat alles ‘leegte’ is en ‘het najagen van de wind’.

Voornamelijk dit laatste zie je terug in het eerste stuk van het verhaal. Uiteindelijk gaan we allemaal dood, ondanks wat we allemaal hebben gedaan in het leven.

Als ik kijk naar de interpretatie van Nico ter Linden (2002) is deze veel meer vanuit het geloof bekeken. Het verhaal wordt dan voornamelijk gezien dat we God dankbaar moeten zijn voor wat we hebben gekregen. Dit is niet altijd hetgeen wat wij voor ogen hebben, maar we moeten blij zijn dat we inderdaad kunnen genieten van het eten en drinken wat wij hebben.

Ik denk dat ik in eerste instantie een beetje teleurgesteld was, omdat het verhaal zo ‘eerlijk’ begon. Het is inderdaad waar dat we allemaal een keer dood gaan en daar veranderd niemand iets aan. Dit gaf mij even een gevoel van onmacht.

Uiteindelijk zie ik van dit verhaal ook erg het positieve in, namelijk het genieten van het leven ondanks de obstakels die je tegenkomt. Soms is het leven niet eerlijk en loopt het niet zoals je er van droomt. Hierdoor ben ik snel van slag, want ik vind teleurstellingen 3 Zie bijlage pagina 27 voor de volledige tekst.

4 http://www.goedbericht.nl/OT/Prediker/3-tijden.html#genieten%20is%20een%20gave

%20van%20God

(12)

niet fijn. Ik zie nu wel in dat zelfs dat eigenlijk niet erg is. Het leven is best kort en aan genieten heb je veel meer dan medelijden met jezelf hebben.

(13)

INZICHTEN EN CONCLUSIES

Maatschappelijk perspectief: Is er in onze samenleving ruimte voor transcendentie? In onze materiële wereld kunnen wij duidelijk niet zelf tot rust komen en hebben hier hulp bij nodig, zoals bijvoorbeeld meditatie. Dit verklaart enigszins waarom ik de ervaring zelf kon hebben in Ghana, de veel minder materialistische wereld.

Tevens zijn wij Nederlanders erg nuchter en willen we concreet bewijs. Dit moeten we niet altijd willen, want soms door het bijzondere te begrijpen verdwijnt het bijzondere.

Tot slot willen wij alles kunnen controleren en kunnen bewerken mocht het ons niet bevallen. Transcendentie is niet bewerkbaar en dit ziet men in als iets negatiefs. Godsdienstig/ levensbeschouwelijk perspectief: Wat is transcendentie volgens het christelijk geloof?

Transcendentie is volgens het christelijk geloof meer dan wij direct kunnen ervaren en bevatten. In het christelijk geloof komt transcendentie voornamelijk terug in de gebeden. Echter wil men ook bij het christelijk geloof de transcendentie meer begrijpen. Hierdoor wordt het vaak gekoppeld naar het immanente. We weten niet precies wat God wil met de wereld en dit zorgt tot ongelukkige gevoelens. Hier moeten we echter veel minder bij stil staan en veel meer genieten van wat we hebben.

Pedagogisch: Hoe kun je met kinderen transcendentie verkennen?

Het verkennen van transcendentie met jonge kinderen vindt voornamelijk plaats door ruimte te geven aan de fantasiewereld van het kind. Verder is het belangrijk meer aandacht te besteden aan overvloed dan aan de tekorten. Met oudere kinderen kun je gaan werken met symbolen. Eén van de voorwaarde voor het ervaren van een

overstijgende gelukservaring is een innerlijke harmonie. Verschillende oefeningen

kunnen kinderen helpen te ontspannen en op deze manier meer bij hun zelf te blijven. De stress en haast in onze wereld even weghalen is erg goed voor kinderen. Het verkennen van transcendentie begint dan ook met het creëren van rust bij kinderen.

Onderzoeksvraag: Wat is transcendentie volgens het christendom en de maatschappij en hoe kun je dit verkennen met kinderen ?

Na het bestuderen van de bronnen is duidelijk geworden dat transcendentie in onze materialistische wereld als lastig wordt ervaren. We willen graag alles bewerken en dit kan met transcendentie niet, want het is het ‘overstijgende’. Hierdoor wordt het vaak gezien als iets negatiefs.

In onze westerse wereld vindt men het erg lastig om zelf tot rust te komen. Er worden dan ook veel hulpmiddelen voor gebruikt, zoals meditatie en yoga.

Het hebben van gelukservaringen ligt ook heel erg aan de manier waarop je in het leven staat. De één ziet geld als geluk, de ander een lekkere maaltijd. Het tevreden zijn is hierbij doorslaggevend. Op het moment dat men tevreden is dan zal men veel sneller stil staan bij het geluk wat zij hebben.

Ik probeer me continu te focussen op het geluk in mijn leven. Ik merk wel dat ik het lastig vind, want tot rust komen in Nederland vind ik lastiger. Voornamelijk dit jaar vind ik lastig, het continu bewijzen en eigenlijk altijd bezig zijn met wat gaat komen i.p.v. het nu. Ik zit pas echt lekker in mijn vel zit als ik in balans ben. In de toekomst zou ik Transcendente Meditatie dan ook graag een keer proberen.

(14)

De inzichten die ik heb verworven tijdens dit theoretisch onderzoek zijn erg waardevol voor mij, want ik besef me de essentie van rust nu heel erg goed. Ik wil me dan ook focussen op het creëren van innerlijke rust bij kinderen, het dicht bij jezelf blijven en vervolgens het verkennen van gelukservaringen bij kinderen.

(15)

GLOBALE OPZET PRAKTIJK

Algemene doelstelling voor de praktijk:

Ik voer met de kinderen enkele lesactiviteiten uit t.b.v. de innerlijke harmonie van het kind. Na de activiteiten weten de kinderen hoe het is om zelf tot rust te komen, waarom het belangrijk is dicht bij henzelf te blijven en stil te staan bij het geluk wat ze omringt. Algemene beginsituatie:

De kinderen zitten op een katholieke basisschool en dit komt voornamelijk tot uiting in de waarden en normen die worden nageleefd binnen de school. Dit wordt concreet gemaakt met behulp van de methode ‘Leefstijl’, waar de school per groep leefregels aan heeft gekoppeld. Daarnaast wordt er iedere vrijdag uit de kinderbijbel voorgelezen, maar verdere verdieping in het verhaal blijft meestal uit. Extra aandacht wordt besteed aan Kerst, d.m.v. een kerstviering.

Ten aanzien van transcendentie verwacht ik niet dat kinderen het woord kennen. Dit is ook niet zo zeer mijn doel. Ik wil hen voornamelijk bewust maken van het geluk om hen heen en kijken of het mogelijk is voorzichtig kennis te maken met transcendentie. Echter wil ik in eerste instantie de nadruk leggen op een belangrijke voorwaarde voor

transcendentie, namelijk innerlijke harmonie. Tevens wil ik aandacht besteden aan het nut van dicht bij jezelf blijven en we gaan voornamelijk uit van het overvloed en niet van de beperking.

1. Bijbelverhaal: Daniël in de leeuwenkuil6

Ik vind dat dit verhaal heel erg mooi aansluit op het dicht bij jezelf blijven en dat je niet mag vergeten waar je vandaan komt. Vanuit het verhaal wil ik dan ook starten en d.m.v. vragen uitkomen op het dicht bij jezelf blijven. Vervolgens wil ik de koppeling maken naar het individuele kind: wat heb jij nodig om dicht bij jezelf te blijven? Wat moet je volgens jou niet doen? Wat zijn de verschillen in de klas?.

2. Stiltemoment: één minuut volledig stilte.

http://www.yokidoki.nl/2008/01/17/stilte-oefening-meditatie-met-kinderen/

Het doel is even pas op de plaats en stil staan bij wat je hebt. Waar dacht je aan? Wat hoorde je? Wat voelde je?

3. Angst oefeningen: negatieve energie omzetten in positieve energie.

http://www.zoninstituut.nl/healingcentrum/tips-en-oefeningen.html

Uiteindelijk wil ik de gevoelens van de kinderen bespreken n.a.v. de oefening. Wanneer kunnen ze deze activiteit zelf inzetten?

4. Kinderyoga in de zomer7: om tot jezelf te komen en te ontspannen.

5. Aarden: het los laten van energie, tot rust komen en in balans komen.

http://www.zoninstituut.nl/healingcentrum/tips-en-oefeningen.html

Kinderen handvatten te geven om lichamelijk en geestelijk tot rust te komen en daarbij een juiste ademhaling te hanteren.

6. Tot slot wil ik met de kinderen geluksoverstijgende ervaringen bespreken, o.a. met behulp van de tips van Jef de Schepper. Ik wil met de kinderen praten over het onderwerp geluk en wat zij hieronder verstaan. Ik zal dit doen na één van de

6 Zie bijlage pagina 28 voor de volledige tekst 7 Zie bijlage pagina 30 voor de volledige tekst

(16)

oefeningen, maar ook tussendoor de andere lessen. Ik ben benieuwd of de oefeningen invloed hebben op de gelukservaringen van de kinderen.

(17)

LEVENSBESCHOUWELIJKE ACTIVITEITEN IN DE PRAKTIJK

Achter iedere lesactiviteit staat vermeld aan welke levensbeschouwelijke vaardigheden in desbetreffende activiteit wordt gewerkt.

Lesactiviteit 1: Bijbelverhaal ‘Daniël in de leeuwenkuil’8 (communicatie:

perspectiefwisseling)

Doel: de kinderen kunnen zich inleven in anderen (in dit geval de personages uit het verhaal), benoemen de achterliggende gedachte van het verhaal en betrekken dit op zichzelf.

Beginsituatie: sommige kinderen zullen het verhaal kennen, want het komt uit de

kinderbijbel die wekelijks wordt voorgelezen. Echter zijn de kinderen nog niet in klassikaal verband dieper op het verhaal in gegaan. Het stukje dicht bij jezelf blijven is ook nieuw voor de kinderen, gekeken naar de lesactiviteiten in de klas de afgelopen maanden. Werkvorm: kring

Introductie: Wat voor verhaal is het? Waar zal het over gaan? Hoe zal het aflopen? Waarom wel/niet?

Kern: Vertel dat je na het verhaal vragen gaat stellen over Daniël. Lees het verhaal voor. Wie komen er in het verhaal voor? Wie vind jij het belangrijkst en waarom? Wat voelt deze persoon? Wat er gebeurt er eerst en dan daarna? Wat heeft God gedaan? Hoe voel je je en waardoor komt dit gevoel?

Slot: Vervolgens maak je een koppeling naar de ervaringen van de kinderen zelf. Wat betekent dicht bij jezelf blijven? Wat heb je ervoor nodig en wat niet? Wat zijn de verschillen in de klas?

Concludeer dat het belangrijk is dichtbij jezelf te blijven.

Reflectie: Ik was vooraf bang dat de achterliggende gedachte te ver gezocht zou zijn voor de kinderen. Dicht bij jezelf blijven kon tevens als te vaag worden ervaren door de

kinderen, waardoor mijn doel niet bereikt zal worden. Gelukkig was dit niet het geval. De kinderen hadden in eerste instantie een negatieve gedacht over de afloop van het

verhaal. Na afloop van het verhaal was de positieve afloop duidelijk en dit gaf veel van de kinderen een goed gevoel. Ze wisten te benoemen dat Daniël het had overleefd, doordat hij altijd aan God is blijven denken. Vervolgens heb ik zelf de koppeling gemaakt naar het dicht bij jezelf blijven. Dit vertaalde de kinderen naar dat je niet altijd mee moet lopen met de stoerdere kinderen als zij dingen doen die niet mogen. Er werden hierbij zelf voorbeelden uit de praktijk naar voren gehaald. Ik wilde het graag in het positieve houden, dus toen hebben we het gehad over wat je dan wel moet doen. Hierbij kwam voornamelijk naar voren het helpen van elkaar en als er iets vervelends gebeurt je dit moet melden bij de juf of je ouders.

Mijn doel is behaald en ik merk dat het verhaal hier toe heeft bijgedragen. Door het verplaatsen in anderen is het gemakkelijker om dit te koppelen aan eigen ervaringen. Ik heb het gesprek als fijn ervaren, want er hing een veilige sfeer en kinderen hebben veel van zichzelf bloot gegeven. Voornamelijk op de momenten dat zij zelf voorbeelden gaven uit de praktijk.

Lesactiviteit 2: stiltemoment (verbeelden en redeneren: benoemen van ervaringen)

Doel: het bewust creëren van stilte t.b.v. de innerlijke harmonie van het kind.

Beginsituatie: We hebben vorig keer een start gemaakt met de lessenreeks. We hebben het toen voornamelijk gehad over het bij jezelf blijven en dat je mag zijn wie je bent. Werkvorm: kring

(18)

Introductie: Terugkoppeling naar vorige activiteit: blijf bij jezelf en het is goed zoals je bent. Wat betekent dit?

Kern: Stel 1 minuut de tijd in. Kinderen sluiten hun ogen en zijn één minuut volledig stil. Vervolgens vraag je de kinderen hoe ze zich voelen. Wat heb je gehoord? Waar dacht je aan? Waarom maakt dit jou zo gelukkig? Maakt dit jou over een jaar nog steeds gelukkig? Waarom wel/niet? Wat voel je als je hieraan denkt?

Slot: Leg de nadruk op het mooie wat de kinderen allemaal al hebben. Zorg voor een materialistische inbreng, maar ook zeker niet- materialistisch.

Reflectie: Ik verbaas me erover hoe een hectisch bestaan kleuters al hebben. Alles moet snel en ze vliegen door de dag heen. Ze zitten nu al op verschillende sporten en je merkt dat kleuters veel stress ervaren. Het bewust creëren van dit rust moment had op

sommige kinderen een speciale uitwerking. Zo waren kinderen die normaal gesproken erg druk zijn, na deze minuut heel rustig. Sommige waren even heel moe, andere werden er nog een beetje ongeduldig van. Bij het bespreken van de gedachten kwamen er mooie ervaringen naar boven. Dit varieerde van materialistische dingen, zoals het krijgen van een fiets voor mijn verjaardag tot niet- materialistisch, zoals het krijgen van een broertje of zusje. Hieruit werd vervolgens concludeert dat het materialistische maar voor een bepaalde tijd gelukkig maakt, want de speelgoedauto die hij vroeger zo mooi vond, vindt hij nu niets meer.

Je merkt dat de oefening voor sommige kinderen een direct positief effect heeft, andere kinderen hebben langer de tijd nodig. Zij kunnen nog geen volledige rust ervaren. Hier zullen meerdere activiteiten voor nodig zijn.

Lesactiviteit 3: angstoefening: negatieve energie omzetten in positieve energie (verbeelden en redeneren: benoemen van ervaringen)

Doel: negatieve energie omzetten in positieve energie

Beginsituatie: De kinderen hebben vorige keer onder woorden gebracht waar ze aan dachten toen ze één minuut stil waren. Hieruit kwamen fantasieën naar voren, positieve en negatieve ervaringen en geluiden die ze in deze minuut gehoord hadden. Sommige kinderen vonden het lastig om tot rust te komen.

Werkvorm: kring

Introductie: Terugkoppeling naar vorige activiteiten: blijf bij jezelf en het is goed zoals je bent. Wat betekent dit? Wat gebeurde er vorige keer met je toen we 1 minuut stil waren? Kern: Laat de kinderen de ogen sluiten en zorg dat ze goed door hun buik ademen. Lees het verhaal ‘Zonnetje’9 voor.

Vervolgens vraag je de kinderen naar hun gedachten en hoe ze zich voelen. Het is hierbij belangrijk dat de klas het pratende kind respecteert. Daarnaast moet de leerkracht interesse tonen, vragen stellen, positieve feedback en non-verbale reacties geven. Slot: Ga nog eens met de kinderen na hoe ze zelf dit zonnetje in hun zelf kunnen laten schijnen.

Reflectie: Ik heb deze oefening als zeer positief ervaren. Het was weer goed om bewust stil te staan en niet door te racen. De kinderen werden er heel rustig van en er kwamen aanmerkelijk meer positieve ervaringen en fantasieën naar boven dan bij lesactiviteit 2. Reacties van kinderen waren ondermeer:

- ‘Ik denk aan de mooie dingen die ik al mee heb gemaakt.’ - ‘Het behalen van mijn strikdiploma.’

- ‘Dat ik toch wat aardiger moet zijn voor mijn broer’. - ‘Mijn lichaam werd heel erg warm’.

Vervolgens zijn we weer teruggekomen op het verhaal van Daniël dat je altijd bij jezelf

(19)

moet blijven. Ook hebben we het gehad over hoe je een zonnetje in jezelf kan laten schijnen als je bang bent.

Wel merk ik dat sommige kinderen nog wat terug houdend zijn in het naar buiten brengen van hun gedachten. Dit vind ik echter geen probleem, want als het zij/hij hier geen

behoefte aan heeft, dan zal ik dit ook niet forceren.

Lesactiviteit 4: kinderyoga in de zomer (handelen: durven uitvoeren)

Doel: om tot jezelf te komen en te ontspannen

Beginsituatie: De kinderen hebben al een aantal activiteiten achter de rug, waarbij innerlijke harmonie en positieve ervaringen en fantasieën centraal staan. Hierbij wordt iedere keer terug gepakt naar het belang van dichtbij jezelf blijven. Je ziet een steeds grotere groep kinderen ontspannen en hiervan genieten. Zo zie je dat de gesprekken heel gemoedelijk verlopen en de kinderen elkaars verschillen accepteren. Tevens zie je tijdens de oefeningen een steeds individuelere aanpak, want kinderen zoeken elkaar steeds minder op en zijn echt even met zichzelf bezig. Voor enkelen blijft het lastig en zij moeten niet bij elkaar in de buurt zitten tijdens de oefeningen.

Werkvorm: gymzaal

Introductie: Terugkoppeling naar vorige activiteiten: blijf bij jezelf en het is goed zoals je bent. Welke oefeningen hebben we al gedaan? Wie heeft al een keertje zelf de zon in zichzelf laten schijnen?

Kern: Voer de lesactiviteit uit ‘Kleuteryoga in de zomer’10

Slot: Bespreek met de kinderen wat het met hun deed. Ben hierbij bewust van de eigen houding!

Reflectie: De werkvorm waren de kinderen niet gewend in combinatie met deze oefening. De gymzaal is voornamelijk gericht op inspanning in plaats van ontspanning. Hierdoor begonnen de kinderen onrustig aan de oefening. In het vervolg moet ik de kinderen hier beter op voorbereiden. Uiteindelijk verliep dat oefening wel zoals gepland. Ik moest echter wel opletten dat de kinderen die behoefte hadden aan de ontspanning, niet gestoord werden door de kinderen die deze ontspanning lastig vonden en hierdoor de rust verstoorde. Wat ik erg mooi vond was dat kinderen op het einde echt in gedachten verzonken waren en je af en toe een glimlach kon bespeuren op het gezicht van de kinderen.

Lesactiviteit 5: aarden (verbeelden en redeneren: benoemen van ervaringen)

Doel: het loslaten van energie, tot rust komen en in balans komen.

Beginsituatie: De kinderen zijn inmiddels gewend dat er af en toe oefeningen worden gedaan m.b.t. het creëren van innerlijke rust, waarbij positiviteit en dichtbij jezelf staan centraal staat. De kinderen krijgen nu een andere oefening aangeboden om tot hun zelf te komen en in balans te komen. De boom die in deze oefening gebruikt wordt sluit goed aan bij ons huidig thema ‘onder de grond’.

Werkvorm: kring

Introductie: Terugkoppeling naar vorige activiteiten: blijf bij jezelf en het is goed zoals je bent. Wat kun je allemaal doen om te ontspannen? Hoe kun je vervelende ervaringen omzetten in fijne ervaringen? Hoe ademen we? Wat vind jij het fijnste?

Kern: Laat de kinderen ontspannen staan met hun ogen dicht. Lees het verhaal ‘Zo stevig als een boom’11 voor.

Slot: Bespreek met de kinderen wat de oefening met hun deed.

Reflectie: De oefening verliep heel rustig en de kinderen waren even alleen met zichzelf bezig. Bij het nabespreken kwam ook naar voren dat je dit kunt doen als je bang ben en 10 Zie voor volledige tekst bijlage bladzijde 32

(20)

dat je op deze manier de vervelende gevoelens via de wortels weg kan laten glijden en zorgen dat je heel sterk wordt. Door de kinderen te laten realiseren dat ze daadwerkelijk stevig stonden heb ik sommige kinderen onverwachts een duw gegeven, zij stonden heel stevig en vielen niet om! De reacties van enkele kinderen:

- ‘Ik heb hele zware benen’. - ‘Ik sta echt heel stevig’. - ‘Ik word er wel moe van’.

Voor mij was het effect daadwerkelijk duidelijk toen een ouder naar mij toe kwam en zich afvroeg welke oefeningen ik met de kinderen deed, omdat haar zoon thuis vertelde over de oefeningen en deze ook uitvoerde.

Lesactiviteit 6: bespreken van geluksoverstijgende ervaringen (redeneren: waarderen van het leven biedt)

Doel: het besef van transcendentie bevorderen, door ruimte te geven aan de fantasiewereld van kleuters.

Beginsituatie: Kinderen hebben verschillende oefeningen gedaan waarbij ze tot hun zelf kwamen. Hierbij werden bijzondere ervaringen van de kinderen besproken. Een steeds groter gedeelte van de kinderen ontspant volledig, echter is dit effect nog niet zichtbaar bij alle kinderen.

Werkvorm: kring

Introductie: Terugkoppeling naar vorige activiteiten: blijf bij jezelf en het is goed zoals je bent. Wat kun je allemaal doen om te ontspannen? Hoe kun je vervelende ervaringen omzetten in fijne ervaringen? Hoe ademen we? Wat vind jij het fijnste? Kies de voor jou fijnste oefening en voer deze uit.

Kern: Ga het gesprek aan over gelukservaringen van de kinderen. Laat de kinderen vrij of ze deze ervaring willen delen met de klas. Het is in dit gesprek belangrijk dat je geen kritische vragen stelt en bedenkingen uit t.o.v. de ‘bovennatuurlijke wereld’, want op deze manier kun je het besef van transcendentie onderuit halen bij jonge kinderen. Zorg dat je bespreekt dat er meer is dan wij zintuiglijk kunnen waarnemen. Dit kun je goed doen met behulp van de fantasieën van kinderen. Het gaat dus om ervaringen, maar ook om fantasieën. Daarnaast is het belangrijk dat je let op de voorwaarden die er zijn m.b.t. de communicatie met een groep kinderen over een levensbeschouwelijk onderwerp (zie lesactiviteit 3).

Slot: Benadruk dat iedereen mooi is en het goed is zoals je bent.

Reflectie: Ik vond het in eerste instantie best spannend om dit gesprek aan te gaan met kinderen, omdat ik me sterk afvroeg in hoeverre dit mogelijk is met kleuters. Ik was echter positief verrast. Veel kinderen durfden zich kwetsbaar op te stellen en vertelden hun verhaal. Dit varieerde sterk van materialistische tot niet- materialistische ervaringen. Het gevoel werd voornamelijk omschreven als zo ontzettend blij dat je eigenlijk niet weet wat je moet doen. Het realiseren dat er meer is dan wij zintuiglijk waarnemen werd besproken aan de hand van fantasieën van de kinderen. Het mooiste vond ik dat kinderen elkaar in hun waarden lieten. Fantasieën werden niet afgeraakt, maar juist positief

(21)

REFLECTIE

WAT HEB JE ONTDEKT OVER JE ONDERZOEKSVRAAG IN THEORIE EN PRAKTIJK?

‘Wat is transcendentie volgens het christendom en de maatschappij en hoe kun je dit verkennen met kinderen?’

In mijn theorieonderzoek kwam ik erachter dat innerlijke harmonie een belangrijke basisvoorwaarde is voor het ervaren van een overstijgende gelukservaring. Volgens het christelijk geloof is transcendentie meer dan wij direct kunnen ervaren en bevatten. In mijn theorieonderzoek ben ik er tevens achter gekomen dat transcendentie moeilijk wordt geaccepteerd in onze westerse samenleving. Dit kom doordat wij alles willen controleren en bewerken, mocht het ons niet bevallen. Transcendentie is echter niet bewerkbaar en dit ziet men als iets negatiefs.

Daarnaast leven wij in een erg materialistische samenleving en zijn we altijd opzoek naar meer. We staan weinig stil bij hetgeen wat we al hebben, want we kunnen moeilijk zelf rustmomenten creëren. Voor het creëren van deze rustmomenten wordt er hulp gezocht door middel van meditatie. Als je deze innerlijke rust hebt kun je

overstijgende geluksmomenten ervaren. Mist deze innerlijke rust, dan racet men vaak door het leven en staan we niet stil bij al het moois waar we mee omringt zijn.

In de praktijk blijkt dat zelfs kleuters een zeer gejaagd bestaan hebben en altijd opzoek zijn naar meer. Ik heb ervaren dat er bij kleuters grote behoefte is aan het creëren van innerlijke harmonie. Is deze innerlijke harmonie aanwezig zijn kinderen socialer en meer tevreden. Het is echter wel zaak de oefeningen vaak te herhalen, want kinderen vallen snel weer terug in het gejaagde leven. Kinderen hebben kennisgemaakt met oefeningen die het creëren van de innerlijke harmonie bevordert. Hierbij nam het dichtbij jezelf blijven een belangrijke plaats in. Tevens hebben zij stil gestaan bij de

geluksmomenten in hun leven en hun eigen fantasieën. Bij het bespreken van levensbeschouwelijke onderwerpen is het belangrijk dat de klas het pratende kind respecteert, interesse toon, vragen stelt, positieve feedback en non- verbale reacties geeft.

HOE IS DE SITUATIE TEN AANZIEN VAN DE ALGEMENE BEGINSITUATIE EN DE ALGEMENE DOELSTELLING?

Het verschil met de algemene beginsituatie is dat door de verschillende lesactiviteiten kinderen zich bewust bezig hebben gehouden met het creëren van innerlijke rust, het belang van dichtbij jezelf blijven en het geluk wat hen omringt. De kinderen hebben verschillende oefeningen gedaan m.b.t. het creëren van een innerlijke harmonie. Tevens hebben zij ervaren dat er ruimte is in de klas voor het bespreken van negatieve en positieve ervaringen en fantasieën. Hierbij is belangrijk geweest dat de kinderen hebben ervaren dat er een zodanig veilig klimaat heerst, dat ze deze ervaringen/ fantasieën kunnen delen. Tot slot is de nadruk op het dichtbij jezelf blijven goed geweest, want het meelopen met de zogenaamd ‘stoerdere’ werd hierdoor minder.

Ten aanzien van de algemene doelstelling hebben we de eerste stappen gezet. Voor sommige kinderen is veel herhaling van de oefeningen nodig om tot innerlijke rust te komen. Anderen kunnen deze oefeningen al zelf en hebben hierbij geen hulp meer nodig. Voor mij is er sowieso winst behaald, omdat ik heb ervaren dat gespannen kinderen tijdens deze oefeningen echt ontspannen. Daarnaast is naar mijn gevoel het klimaat in de klas veiliger geworden door de verschillende oefeningen en gesprekken. Tot slot is er een voorzichtige verkenning met transcendentie geweest , door het voeren van gesprekken over bijzondere ervaringen/ fantasieën van kinderen.

WAT ZOU IK ANDER DOEN TEN AANZIEN VAN DE ACTIVITEITEN?

In grote lijnen ben ik tevreden over de ontwikkeling tot nu toe. Echter zou ik de oefeningen frequenter toe willen passen om een duidelijker beeld te krijgen over alle kinderen in de klas. Daarnaast zou ik de activiteiten meer aan verhalen willen koppelen en vanuit een verhaal een koppeling maken naar de leefwereld van het kind. Bij de eerste lesactiviteit heb ik gemerkt dat een verhaal handvatten en duidelijkheid kan geven. Niet

(22)

voor alle kinderen is dit nodig, maar juist voor de kinderen die de oefeningen als lastig ervaren is het fijn om handvatten aan te reiken.

Tevens werd er veel gepraat tijdens activiteiten. Voor de jongste kinderen was dit soms lastig om erbij te blijven. In het vervolg zou ik bijvoorbeeld de kinderen hun gedachten en gevoelens kunnen laten uittekenen, zeker omdat kleuters heel gemakkelijk fantasie tekeningen kunnen maken. Ook zou ik dan kunnen werken met symbolen en kleuren. WAT HEEFT DIT ONDERZOEK JE GELEERD OVER JEZELF IN DE ROL ALS LEERKRACHT? Ik ben me er heel bewust van geworden hoe belangrijk innerlijke rust en het stilstaan bij wat je hebt is voor mij als persoon en als leerkracht. Tevens is n.a.v. mijn onderzoek duidelijk geworden dat deze behoefte ook geldt voor kinderen. Ik ben me tevens bewust geworden van de onrust die in sommige kinderen leeft. Het hierbij stilstaan kan

verlichting geven voor het kind en voor mij als leerkracht. Het is belangrijk dat je hiervoor tijd vrij maakt. Tevens heb ik ervaren dat je bij kleuters niet teveel vrijheid in het

denkproces moet geven, want dit zorgt voor chaos. Met een onzichtbare hand moet je de kinderen kunnen sturen.

Verder heb ik geleerd om een levensbeschouwelijk verhaal te verwerken in het onderwijsaanbod en vervolgens te betrekken op het individuele kind. Ik besteed hierdoor aandacht aan de levensbeschouwelijke ontwikkeling van het kind. Hierin komen de verschillende tussen individuen naar voren, maar tevens de overeenkomsten. Door het uitwerken van verschillende activiteiten op het gebied van godsdienst/

levensbeschouwing ben ik competenter geworden op het gebied van vakinhoud, didactiek, pedagogiek en organisatie. Ik heb nagedacht over het wat, hoe, waar en wanneer van de verschillende activiteiten.

WAT BETEKENT DIT VOOR JE VERDERE HANDELEN?

Ik wil bewust tijd nemen voor het creëren van innerlijke rust bij kinderen. Tevens wil ik stilstaan bij overstijgende gelukservaringen van kinderen. Het dichtbij jezelf blijven is hierbij belangrijk. Ik wil uitdragen dat iedereen uniek en mooi is en daar mag je naar mijn mening best tijd aan besteden.

Tevens wil ik zelf meer genieten van het leven en stilstaan bij het geluk wat mij omringt. Ik kan erg bezig zijn met wat nog komen zal en vergeten wat er in het nu

gebeurt. Ik vind het zelf ook lastig om innerlijke rust te creëren. N.a.v. mijn onderzoek wil ik in de toekomst dan ook de Transcendente Meditatie uitproberen.

Tot slot ben ik me nog meer bewust geworden hoe belangrijk het is dat de klas een veilige en warme plek moet zijn voor kinderen. Respect en vertrouwen naar elkaar is essentieel. Tevens moet je de fantasie van kinderen stimuleren en denken in

mogelijkheden. Ik wil in de toekomst dan ook meer gaan werken met verhalen en gebruik gaan maken van symbolen.

(23)

Alma, H. (2011). Aisthesis en transcendentie over beleving en zingeving. Gevonden op 17 april 2012 op

http://vkc.library.uu.nl/vkc/integon/Lists/Announcements/Attachments/21/Alma %20Aisthesis%20en%20transcendentie.pdf

Benn, R. (2003). Ph.D., Director of Education, Complementary & Alternative Medicine Research Center, University of Michigan. National Institutes of Health in Bethesda, Maryland.

Biblija. (2007). Prediker 9. Gevonden op 7 januari 2012 op

http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Prediker+9%2C1-12&id18=1&l=nl&set=10

Biblija.(2007). Robit 5 vers 20. Gevonden op 5 januari 2012 op

http://www.biblija.net/biblija.cgi?

q=tevreden&idq=19&l=nl&set=10&q1=1&qall=1&qids=fffffffffffffffffffffff

Biblija.(2007). Timoteüs 6 vers 6. Gevonden op 5 januari 2012 op

http://www.biblija.net/biblija.cgi?

q=tevreden&idq=19&l=nl&set=10&q1=1&qall=1&qids=fffffffffffffffffffffff

Haaga, D. (In druk). Ph.D., Professor and Director of the James J. Gray Psychotherapy Training Clinic, American University.

Levinas, E. (1990). God en de filosofie. Boekencentrum

Linden, N. ter (2002). Het verhaal gaat…: deel 5 De geschriften. Amsterdam: Balans. Maschwitz, G. (2005). Met kinderen stilte ontdekken. Ankh- Hermes B.V.

Prevos, G. P. D. (1998). Omgaan met het transcendente. Gevonden op 22 december 2011 op http://prevos.net/cultuur/c32212/verlee.pdf

Raaijmakers, S. (2008). Kinderyoga in het basisonderwijs: weet jij wie je bent?. Gevonden op 17 april 2012 op

http://tm.thiememeulenhoff.nl/assets/documentenservice_zen/jsw/archief/2008/05_januari _2008/jrg92-januari2008-raaijmakers-kinderyogainhetbasisonderwijs-weetjijwiejebent.pdf

Schepper, J. de (2006). Wat christenen geloven. Tielt: Lannoo

Tongeren, P van (1998). Omgaan met transcendentie. Gevonden op 22 december 2011 op

http://prevos.net/cultuur/c32212/prevos.pdf Overige sites: http://www.hemels-brood.nl/Database%20publicaties/Bijbelstudies/Achtergrondinformatie %20bij%20het%20boek%20Prediker.htm http://www.tm.nl/wetenschappelijk-onderzoek/ http://www.yokidoki.nl/2008/01/17/stilte-oefening-meditatie-met-kinderen/ http://www.zoninstituut.nl/healingcentrum/tips-en-oefeningen.html BIJLAGE

(24)

Vreugde van het leven Blz. 27

Daniël in de leeuwenkuil Blz. 28

Kinderyoga in de zomer Blz. 30

Zonnetje Blz. 31

Zo stevig als een boom Blz. 32

(25)

WIE BEN IK ALS LEERKRACHT?

Als leerkracht heb ik een voorbeeldfunctie, maar ben ik ook een

vertrouwenspersoon voor de leerlingen. Toch ben ik nog opzoek naar hoe ik precies als leerkracht wil zijn. Er komt tijdens de stage een hoop op je af en daar buiten ben ik als persoon soms ook nog zoekende; ik ben bezig mijn identiteit te ontwikkelen.

Ik laat me in mijn ontwikkeling als leerkracht, maar ook als mens, inspireren door mijn mentoren. Niet met iedere mentor heb ik dit gehad, maar ik heb wel altijd geprobeerd de, voor mij, positieve elementen mee te nemen. Mijn mentor van vorig jaar was echt een voorbeeld voor mij. Zij handelde op een manier die ook goed bij mij paste. Heel kort gezegd kwam het neer op geordendheid en een duidelijke structuur, maar tegelijkertijd was de veiligheid optimaal in de klas. Deze manier van handelen inspireerde mij. Ik had namelijk deze twee elementen nooit zo dicht naast elkaar gezien, gekeken naar mijn vorige stages. Ik kan me makkelijk laten inspireren door personen, want ik leer graag. Ik moet er alleen aan werken dat ik bij mezelf blijf. Ik was erg geneigd om het gedrag van mijn mentor te kopiëren. Totdat ik me realiseerde dat dit helemaal niet bij mezelf paste en ik me er eigenlijk niet prettig bij voelde. Afgelopen jaar ben ik erg mee bezig geweest om een eigen stijl te ontwikkelen, maar zoals ik al eerder aangaf ben ik hierin in

ontwikkeling. Ik moet er dus gedurende mijn ontwikkeling opletten dat ik dichtbij mezelf blijf. Ik doe het immers voor mezelf en niet voor degene die mij een beoordeling geeft. Verder kunnen mensen mij erg inspireren dat ze ondanks alle negatieve ervaringen het positieve blijven zien en juist hier de kracht uithalen.

Kenmerkend voor mijn handelen is mijn gestructureerdheid. Hier kan ik rust in vinden en op deze manier overzicht behouden, dit maakt mij op deze manier ook flexibel. Een ander kenmerk is de waarde die ik hecht aan een veilige sfeer in de klas. Ik ben van mening dat als een kind zich prettig en veilig voelt in de klas, hij/zij zich vrijer voelt en hierdoor betere prestaties kan leveren. Een kind moet durven fouten te maken, want op deze manier kan het kind tot nieuwe innovatieve oplossingen komen.

Mijn inzichten en overtuigingen zijn mede bepaald door mijn omgeving. Ik ben opgegroeid in een omgeving waarbij normen, waarden en respect naar elkaar een grote rol speelden. Ik heb hierdoor ook een sterk rechtvaardigheidsgevoel ontwikkeld. Pesten vind ik echt verschrikkelijk, vandaar dat ik erg veel aandacht besteed aan een veilige sfeer in de klas.

De afgelopen jaren ben ik gegroeid wat betreft het leraarschap. Ik heb veel geleerd op het gebied van klassenmanagement en ook vakdidactisch ben ik een hoop te weten gekomen. Dit zijn voor mij essentiële onderdelen om me te focussen op andere punten. Voor mij persoonlijk is het essentieel dat de organisatie en de lesinhoud in orde is, voordat ik bijvoorbeeld experimenten uit kan voeren. Ik vind het persoonlijk fijn dat ik weet dat ik aan de eisen voor de hoofdvakken voldoe, daar word je immers nog steeds op afgestraft. En daarbij denk ik dat het belangrijk is dat we de kinderen structuur bieden, zodat ook zij weten waar ze aan toe zijn.

Ik denk wel dat ik af en toe af mag stappen van de methode en het even anders te doen om de kinderen te prikkelen. Ik mag over het algemeen wel iets meer risico’s nemen als dit bevorderlijk is voor de kinderen.

Als leerkracht wil ik een voorbeeld zijn, met een open en veilige sfeer, zodat de kinderen durven te fantaseren en fouten kunnen maken. Als leerkracht wil ik een creatieve en innovatieve omgeving ontwerpen.

Mijn ontwikkelpunten zijn daarbij dicht bij mezelf blijven en af en toe wat meer in mezelf geloven. Ik heb vaak de bevestiging nodig van buiten af dat het écht oké is, terwijl ik soms ook zelf dit antwoord kan geven. Tot slot mag ik wat meer voor mezelf opkomen. Ik

(26)

vind heel veel leuk en ben altijd erg enthousiast en zeg hierdoor te vaak ‘ja’ op dingen die mij gevraagd worden. Gedurende het proces kom ik er achter dat het toch net iets teveel was en dit heeft dan zo zijn consequenties.

Wat ik altijd fijn vond gedurende mijn basisschooltijd was het huiskamer gevoel dat er hing in de klas. Deze veilige sfeer wil ik de kinderen ook bieden. Ik wil geen politieagent zijn, maar meer een begeleider die stuurt waar nodig is. De kinderen zelf de klas laten managen aan de hand van verschillende waarden en normen. Een omgeving waar de kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Hier wil ik naar streven als

leerkracht en ik denk dat ik inmiddels aardig op weg ben.

Vreugde van het leven – Prediker 9

1 Ik vestigde mijn aandacht op het volgende en heb het onderzocht: Wat de wijzen en rechtvaardigen tot stand brengen, is in de hand van God. Ook hun liefde, ook hun haat.

(27)

Geen mens kan in de toekomst zien. 2 Hij weet alleen dat ieder mens hetzelfde lot wacht. Ben je een rechtvaardige of zondaar, goed en rein of onrein, offer je wel of offer je niet, ben je goed of zondig, durf je makkelijk een eed te zweren of ben je bang een eed te zweren – 3 alle mensen treft hetzelfde lot. Dat is zo triest bij alles wat de mensen doen onder de zon; en hoe triest ook dat hun hart hun leven lang vol kwaad en dwaasheid is, en dat hun leven eindigt bij de doden. 4 Voor wie nog leven mag, is er nog hoop; beter een levende hond dan een dode leeuw. 5 Wie nog in leven zijn, weten tenminste dat ze moeten sterven, maar de doden weten niets. Er is niets meer dat hun loont, want ze zijn vergeten. 6 Hun liefde en hun haat, alle hartstocht die ze ooit hebben gehad, ging allang verloren. Ze nemen nooit meer deel aan alles wat gebeurt onder de zon.

7 Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. 8 Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. 9 Geniet van het leven met de vrouw die je bemint. Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven. 10 Doe wat je hand te doen vindt. Doe het met volle inzet, want er zijn geen daden en gedachten, geen kennis en geen wijsheid in het dodenrijk. Daar ben je altijd naar op weg. 11 Ik heb onder de zon opnieuw gezien dat niet altijd een snelle hardloper de wedloop wint, een sterke held de oorlog, dat hij die wijs is niet altijd zijn brood heeft, en hij die inzicht heeft de rijkdom, hij die bekwaam is het respect. Zij allen zijn afhankelijk van tijd en toeval. 12 Nooit weet de mens wanneer zijn tijd gekomen is: zoals de vissen verraderlijk worden gevangen door de fuik en de vogels door de val, zo wordt de mens verrast door de verraderlijke tijd, wanneer die als een klapnet op hem valt.

(28)
(29)
(30)
(31)

ZONNETJE

‘Stel je voor dat er in je buik een warme zon is. Hij schijnt warm, zacht, vriendelijk en liefdevol in je buik. Dat zonnetje stroomt tot in je benen en je voeten, en alles wordt daar ook warm en vriendelijk. Het warme zonnetje glimlacht lief en vriendelijk naar je en jij lacht terug. Nu komt er een lieve, zachte glimlach op je gezicht. Dan komt er ook een zonnetje in je hart, en als je de deuren van je hart opent komt ook het zonnetje in je hart. Het warme zonnetje schijnt naar binnen en komt dieper in je hartje, het stroomt ook in je borst en in je keel, en komt in je gedachten die nu heel vriendelijk worden. Het is daar nu warm en zonnig en héél zacht. Dan glimlach het zonnetje vrolijk, vriendelijk en lief en jij lacht terug naar het zonnetje. Nu is er een zachte en warme glimlach op je gezichtje.’

(32)

ZO STEVIG ALS EEN BOOM

‘Het kan zijn dat je wat zwaarder wordt, ook je voeten. Ook je adem gaat steeds

langzamer en rustiger, tot dat je voelt dat je heel rustig wordt. Stel je nu voor dat je een boom bent, het kan zijn dat het een dikke boom is, een stevige boom of een dunne boom. Het maakt niets uit want die boom dat ben jij en je bent mooi zoals je bent. Ga dan een in je gedachten omhoog ‘kijken’ naar de bovenkant van de boom. Hoe ziet de boom eruit? Ga dan naar de wortels van de boom, elke boom heeft wortels anders kan de boom niet leven. Volg je wortels tot heelmaal in de diepte van de aarde, tot je het midden van de aarde bereikt zover je kunnen je wortels groeien in de grond. Je boom is stevig en alle spanning is door de wortels de grond ingegaan. Je bent heel sterk, zoals je nu bent… geniet daarvan.’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is het gebruik van één van deze technieken interessant om voor deze data voorspellingen te maken. Met lineaire regressie is er

Plaats één hand tussen de schouderbladen, de elleboog wijst naar het plafond (hou je hoofd mooi

Tijdens de oefening blijf je met je voeten op de grond staan.. Beweeg rustig op en neer vanuit je benen en

oefeningen (Tendon gliding exercises; TGE’s) kunnen deze peesverklevingen en stijfheid verminderen..

Student en slb ’er zijn beide aan het woord en stellen samen de afspraken vast. De slb ’er stelt vragen en geeft adviezen om

Uw hoofd afwisselend voorover en achterover buigen en naar links en rechts draaien, met de ogen open en dicht.. Wanneer u met name bij het draaien in bed of bij het draaien van uw

● Hoofd en romp afwisselend naar links en rechts draaien.. ● Afwisselend naar links en naar rechts op bed

Kijk maar toe hoe al die mooie dingen over deze persoon lopen … Kies nu een derde persoon en plaats ook hem onder een grote douche van liefde, vreugde en geluk … Nu mag je