• No results found

Patient portals, the consequences for the workload of healthcare professionals

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Patient portals, the consequences for the workload of healthcare professionals"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

|

Patiëntportalen, de consequenties voor de

werkdruk van zorgprofessionals

Een kwalitatief onderzoek in drie N ederla ndse ziekenhuizen

Naam: Lotte van Drie | Studentnummer: 11021403 M&I/Partners

Dagelijkse begeleider: Rutger Leer | Supervisor: Marieke Sijm Datum: 30 mei 2018

(2)

Inhoudsopgave

Abstract ... 3 Introductie ... 4 Methode ... 5 Onderzoekseenheid ... 5 Dataverzameling ... 5 Data-analyse ... 5 Resultaten ... 6 Respondenten... 6 E-consulten ... 6 Impact op werkdruk ... 6

Verschillen tussen zorgprofessionals ... 7

Discussie ... 9

Evaluatie en vervolgonderzoek ... 9

Patiëntportalen in de toekomst ... 9

Mogelijkheden voor een PGO ... 10

Conclusie ... 10

Literatuur ... 11

Bijlage 1: Interviewschema... 12

Begin vragen... 12

Inhoud extra vragen ... 12

Eventuele gevolgen van de extra werkdruk (stressniveau, impact op mentaal welzijn, tijdsdruk) ... 12

Het patiëntportaal (e-consulten) ... 12

Rol van de medische specialist ... 13

(3)

Abstract

Inleiding. De afgelopen jaren is elektronische gegevensuitwisseling in de zorg aanzienlijk

toegenomen. Dit is mede mogelijk middels een patiëntportaal, waarin patiënten hun eigen medische gegevens kunnen inzien. Als patiënten meer informatie tot hun beschikking hebben, kunnen hierdoor vragen ontstaan die patiënten willen stellen aan zorgprofessionals om meer duidelijkheid te krijgen. In dit onderzoek tracht antwoord gevonden te worden op de vraag wat voor een impact zorgprofessionals ervaren op hun werkdruk als gevolg van patiënt gestelde vragen naar aanleiding van het openstellen van het patiëntportaal.

Methode. Het onderzoek wordt uitgevoerd door middel van elf kwalitatieve interviews in drie

Nederlandse ziekenhuizen.

Resultaten. Acht zorgprofessionals ontvangen vragen van patiënten door het openstellen van

het patiëntportaal. Deze vragen worden niet face-to-face gesteld, maar via een e-consult, een asynchroon communicatiemiddel binnen het patiëntportaal tussen zorgverlener en patiënt. Twee zorgprofessionals ervaren extra werkdruk, waarvan er een ook het gevoel heeft om 24/7 beschikbaar te moeten zijn voor patiënten.

Discussie/conclusie. Een goede maatregel is het inplannen van e-consulten tijdens het

spreekuur van de zorgprofessional in combinatie met goede promotie en ondersteuning van het patiëntportaal.

(4)

Introductie

In dit onderzoek tracht antwoord gevonden te worden op de vraag wat voor een impact zorgprofessionals ervaren op hun werkdruk als gevolg van patiënt gestelde vragen naar aanleiding van het openstellen van het patiëntportaal. Het onderzoek wordt uitgevoerd door middel van kwalitatieve interviews in Nederlandse ziekenhuizen.

In de wetenschap bestaat er een gemis omtrent het gebruik van het patiëntportaal en de impact hiervan op de ervaren werkdruk van zorgprofessionals. Er is nog weinig kwalitatief

onderzoek gedaan naar de ervaringen van zorgprofessionals. Dit terwijl kwalitatief onderzoek juist contextualiteit en particulariteit voortbrengt in de zorgpraktijk (1).

Het patiëntportaal is “een online toegangspoort die de patiënt via meerdere websites en/of functionaliteiten regie geeft bij het vergaren en delen van informatie over zijn gezondheid” (2). Om patiënten meer regie te geven over hun eigen gegevens, is het vanaf juli 2017 verplicht om patiënten te informeren over elektronische gegevensuitwisseling. Er is 103 miljoen euro vrijgemaakt om deze digitale inzage toegankelijk te stellen aan patiënten (3). De patiënt moet daarbij toestemming geven om medische gegevens via een elektronisch systeem beschikbaar te stellen (4). Door gebruik van het patiëntportaal wordt de patiënt meer

betrokken bij het eigen zorgproces en ontstaat er een betere informatievoorziening. De patiënt krijgt meer verantwoordelijkheid, waardoor de machtsrelatie tussen zorgverlener en patiënt verschuift (5). Een voorbeeld hiervan is het ‘shared-decision-making’, waarbij patiënt en medisch specialist samen beslissingen nemen omtrent het zorgproces van de patiënt. Hierdoor krijgt de patiënt steeds meer regie over de eigen zorg (5).

Het patiëntportaal biedt veel mogelijkheden op het gebied van zorg, toch lijkt de invoer van het patiëntportaal ook een keerzijde te hebben. Het is de vraag of zorgprofessionals door extra vragen een impact ervaren op hun werkdruk. Als patiënten meer informatie tot hun

beschikking hebben, kunnen hierdoor vragen ontstaan die patiënten willen stellen aan

zorgprofessionals om meer duidelijkheid te krijgen (1). Een oncoloog werkzaam bij het UMC (1) ervaart dat patiënten een groter aantal vragen stellen. Dit zijn voornamelijk kritische vragen met meer kennisverdieping. Het beantwoorden van deze vragen kan van invloed zijn op de werkdruk van zorgprofessionals. De druk die zorgprofessionals ervaren kan zich uiten in stress, slecht mentaal welzijn en een gevoel van tijdsdruk, wat uiteindelijk kan leiden tot een burn-out (6-7). Naast de toename in werkdruk als gevolg van extra vragen, kan werkdruk ook ontstaan doordat zorgprofessionals ervaren om 24/7 beschikbaar te moeten zijn. Patiënten hebben met het portaal altijd toegang tot hun informatie, maar dit staat niet gelijk aan de beschikbaarheid die zorgprofessionals geacht zijn te tonen. Manager (R) van het UMC (1) ondervindt dat patiënten wel in de veronderstelling zijn dat de organisatie altijd bereikbaar is. Dit geeft extra druk voor zorgprofessionals om patiënten tevreden te stellen.

(5)

Methode

Onderzoekseenheid

Er zijn 15 zorgprofessionals benaderd in drie Nederlandse ziekenhuizen (in dit onderzoek opgenomen als ziekenhuis A, B en C). Dit is een representatief aantal om binnen de gewenste tijdsduur genoeg ervaringen te verkrijgen van verschillende zorgprofessionals. Elke

zorgprofessional levert unieke informatie en de onderzoekseenheid is groot genoeg om informatie met elkaar te vergelijken (8). Per ziekenhuis heeft een projectmanager contactgegevens doorgegeven van vijf zorgprofessionals, waarmee persoonlijk contact opgenomen is. Tijdens het onderzoek ligt de grootste focus op de medisch specialist. Deze keuze is gemaakt omdat de gedeelde informatie in een patiëntportaal vaak gegenereerd wordt door de specialist. Daarnaast zijn een Physician Assistent (PA) en een Verpleegkundig Specialist (VS) geïnterviewd, omdat zij tijdens hun dagelijks werk ook te maken krijgen met het patiëntportaal, maar eventueel wel andere ervaringen hebben dan specialisten. In dit onderzoek wordt daarom de algemene term zorgprofessional gebruikt. De zorgprofessionals verschillen naast specialisme ook in aantal jaar werkervaring. Elk interview vindt plaats in het ziekenhuis en heeft een tijdsduur van circa 30-60 minuten. Alle interviews worden met

toestemming opgenomen met behulp van een geluidsrecorder. Dataverzameling

Voorafgaand aan het interview is literatuuronderzoek verricht om de actuele stand van zaken rondom dit onderwerp te onderzoeken. Op basis van deze literatuur is daarna het

interviewschema opgesteld. Er is gekozen voor semigestructureerde diepte-interviews. Tijdens de interviews worden dezelfde vragen gesteld, maar er is wel ruimte om door te vragen. Hierdoor is de insteek bij elk interview hetzelfde maar kan de uitkomst wel verschillen (9). Er is mede voor deze vorm gekozen omdat er in de literatuur vergelijkbare onderzoeken gevonden zijn, maar patiëntportalen nog maar een korte tijd in gebruik zijn. Daarnaast is er weinig vergelijkbaar kwalitatief onderzoek gedaan (5). De vragen worden vastgelegd in een interviewschema. Het volledige interviewschema is te vinden in de bijlage. De vragen zijn gelabeld per onderwerp, gekoppeld aan de onderzoeksvraag. Deze zijn

verdeeld in de volgende categorieën: - Inhoud van extra gestelde vragen

- Gevolgen van de extra werkdruk (stress, burn-out, slecht mentaal welzijn, tijdsdruk) - Het patiëntportaal (e-consulten)

- Rol van de zorgprofessional

- Verbeteringen/ patiëntportalen in de toekomst Data-analyse

Na het afnemen van de interviews worden alle interviews teruggeluisterd en getranscribeerd. Met behulp van het kwalitatieve data-analyse programma ATLAS.ti 8 worden de ervaringen van de zorgprofessionals geïnterpreteerd. Hierbij worden alle antwoorden van de

zorgprofessionals gelabeld. Deze labels worden daarna gekoppeld aan de hierboven

genoemde onderwerpen. Relevante informatie verkregen tijdens de interviews die niet onder een van deze categorieën valt, wordt gelabeld onder een nieuw, extra onderwerp. Door middel van het analyseren en vergelijken van deze gegevens worden de resultaten opgemaakt (9).

(6)

Resultaten

Respondenten

De onderzoekseenheid bestaat uit elf zorgprofessionals met verschillende specialismen (tabel 1). Twee van de 15 zorgprofessionals hadden te weinig ervaring met het patiëntportaal. Een zorgprofessional gaf aan dat hij geen tijd had door persoonlijke omstandigheden en een heeft niet binnen de gewenste tijd gereageerd.

Zorgprofessional Specialisme

1 Neurologie

2 Interne geneeskunde

3 Maag-, darm- en Leverziekten

4 Kindergeneeskunde 5 Urologie 6 Chirurgie 7 Chirurgie 8 Interne geneeskunde 9 Neurologie 10 Physician Assistent 11 Verpleegkundig specialist

Tabel 1: Specialisme per zorgverlener

E-consulten

Van de elf ondervraagden ontvangen acht zorgprofessionals vragen van patiënten door het openstellen van het patiëntportaal. Deze vragen worden niet face-to-face gesteld, maar via een e-consult. De drie artsen die geen extra vragen ontvangen zijn allen werkzaam bij ziekenhuis A. Dit ziekenhuis heeft nog geen e-consult functionaliteit binnen het portaal. Een arts bij ziekenhuis A maakt gebruik van het BeterDichtbij platform. Dit is een initiatief van de Vereniging van Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) waarbij patiënten op een veilige manier vragen kunnen stellen aan zorgprofessionals, vergelijkbaar met een e-consult. Dit platform is echter niet gekoppeld aan het EPD van ziekenhuis A. De vragen die

zorgprofessionals ontvangen tijdens een e-consult zijn gerelateerd aan medicatie dosis, medicatie bijwerkingen, labuitslagen of het delen van hun informatie tussen verschillende zorginstellingen. Daarnaast stellen zij aanvullende vragen over een poli gesprek of advies vragen over de aandoening die zij hebben.

Impact op werkdruk

De gemiddelde tijd die zorgprofessionals kwijt zijn aan e-consulten is 30 minuten per week (zie figuur 1).

Figuur 1: aantal minuten besteding aan e-consult per week (uitsluiting van zorgprofessionals 1, 6 en 7 door missende e-consult functionaliteit van ziekenhuis A)

(7)

Twee zorgprofessionals ervaren daadwerkelijk extra werkdruk doordat zij vragen van patiënten via het portaal moeten beantwoorden. Een van de twee heeft het gevoel om 24/7 beschikbaar te moeten zijn voor deze patiënten. De werkdruk ervaren zij als vervelend, maar zij hebben hierdoor geen stress ontwikkeld. Zorgverlener 3: ‘Het probleem is dat het een

nieuwe, extra manier is om te corresponderen met de patiënt. Extra mogelijkheid om contact te hebben, maar daar hebben we geen tijd voor ingeroosterd, dus dat komt er weer bij. En dat is het waarom het als extra druk voelt.’ Er is geen verband tussen de ervaren werkdruk en het

aantal minuten dat per zorgprofessional besteed wordt aan e-consulten. Hoewel

zorgprofessional 3 en 9 extra werkdruk ervaren, besteedt zorgprofessional 9 niet meer dan het gemiddelde aantal minuten aan e-consulten.

Om e-consulten niet als extra last te ervaren, kunnen ze worden ingepland binnen het spreekuur van zorgprofessionals, wat kan leiden tot minder werkdruk. Zorgverlener 3: hele

simpele vragen, of hele simpele verzoeken, daarvoor hoeft iemand niet meer voor naar de poli te komen. En medicatie verzoeken, en herhaalrecepten vind ik ook prima als dat zo

binnenkomt.’ Als telefonische consulten en eventuele poli bezoeken voorkomen kunnen

worden, kan een patiënt veel beter en sneller op afstand zijn zorgproces beheren. Tijdens de interviews gaf 50% van de ondervraagden aan dat inplannen van e-consulten niet nodig is vanwege de geringe werkbelasting. De andere 50% zegt dat het wel essentieel is om e-consulten nu al in te plannen.

Uit het onderzoek blijkt dat promotie van de patiëntportalen kan bijdragen aan een groeiend percentage e-consulten. Maar liefst 91% van de zorgprofessionals zegt dat er weinig tot geen promotie is. Van de elf zorgprofessionals geven acht aan dat zij geen aansturing krijgen om het patiënportaal te stimuleren. Ook hebben alle geïnterviewde geen besef van het aantal gebruikers van het portaal en is het patiënportaal zelf ook niet bij alle zorgprofessionals goed bekend. Zorgprofessional 1: ‘Ik wist al geen eens meer wat het portaal ook alweer was’. Verschillen tussen zorgprofessionals

Hoeveel vragen zorgprofessionals krijgen en hoeveel werkdruk zij ervaren kan afhangen van verschillende variabelen. Er is tijdens het onderzoek rekening gehouden met verschil in specialisme en werkervaring. De snijdende specialisten (chirurgie) hebben minder contact met patiënten. Zij geven aan geen tijd te hebben om tussendoor e-consulten te doen. De

beschouwende specialisten hebben daarentegen meer spreekuren en meer patiëntcontact. Zij geven aan dat met name chronische patiënten, of patiënten die vaker in het ziekenhuis zijn, baat hebben bij e-consulten. De twee zorgprofessionals die werkdruk ervaren waren

beschouwende zorgprofessionals. Ook het aantal jaar werkervaring, lijkt van invloed te zijn op de ervaren werkdruk.

(8)

Figuur 2: aantal jaar werkervaring per zorgprofessional (uitsluiting van de PA en VS in verband met andere opleiding)

Zorgprofessional 3 en 9 zijn de twee zorgprofessionals die werkdruk ervaren en hebben minder aantal jaren werkervaring dan het gemiddelde (figuur 2). Zorgprofessional 9, die ook het gevoel heeft 24/7 beschikbaar te moeten zijn voor patiënten, heeft de minste

(9)

Discussie

Evaluatie en vervolgonderzoek

De keuze voor kwalitatieve interviews was een effectieve methode om de ervaringen van zorgprofessionals te verkrijgen, ondanks dat patiëntportalen nog niet heel lang in gebruik zijn. De uiteindelijke onderzoekseenheid van elf zorgprofessionals was groot genoeg om bruikbare resultaten te verkrijgen. Wanneer er meer zorgprofessionals geïnterviewd worden in een groter aantal ziekenhuizen, zou dit een uitgebreider en meer betrouwbaar resultaat kunnen leveren. Daarnaast is het effectief om meer PA’s en VS’en te interviewen om betere uitkomsten te krijgen. De tijdsduur van dit onderzoek was echter te kort om dit beide te realiseren.

Gedurende de interviews werd van alle zorgprofessionals de houding tegenover het

patiëntportaal gevraagd. Negen van de elf geïnterviewde zorgprofessionals had een positieve houding tegenover het patiëntportaal. Hoewel er alleen gevraagd werd naar de ervaring van de zorgprofessionals, geeft een positieve kijk op het patiëntportaal wellicht een bepaalde impact die niet ervaren wordt als werkdruk. Een ander aspect wat van invloed kan zijn op het

resultaat was de huidige staat van de patiëntportalen. Voor ziekenhuis A was het lastig om directe invloeden uit het portaal te constateren omdat het pas sinds november 2017 live is en beperkte functionaliteiten heeft.

Voor vervolgonderzoek is het mogelijk om werkdruk te meten in plaats van de ervaring van zorgprofessionals achteraf te vragen. Dit kan door de werkelijke tijd die zij kwijt zijn aan e-consulten te registeren. Zorgprofessionals kunnen registraties bijhouden en hierdoor direct zien hoeveel e-consulten zij ontvangen en hoeveel tijd ze per week kwijt zijn. Dit kan leiden tot een grotere betrouwbaarheid van de tijd die wordt besteed aan het beantwoorden van vragen van patiënten.

Patiëntportalen in de toekomst

Patiënten krijgen meer regie in hun eigen zorgproces en maken steeds vaker gebruik van ‘shared decision making’. Om dit verder te ontwikkelen kan er een organisatorische

verandering plaatsvinden in de ziekenhuizen. Deze verandering heeft mede te maken met het invoeren van e-consulten tijdens het spreekuur. Een e-consult is een asynchroon

communicatiemiddel binnen het patiëntportaal tussen zorgverlener en patiënt (10) Alle gesprekken worden automatisch opgeslagen bij de zorgverlener in het EPD. Zolang de e-consulten niet worden ingedeeld tijdens het spreekuur, blijft het voor zorgprofessionals een extra werklast. In 2012 is er in het Catharina ziekenhuis een kwalitatief onderzoek verricht, waarbij interne gebruikers van de polikliniek gevraagd werden naar verschillende

functionaliteiten van het portaal. Er werd toen als functionele randvoorwaarde gegeven dat er tijd ingeruimd moet worden om e-consulten af te handelen (11).

Het is echter lastig om dit zomaar in te voeren. Er is geen garantie dat er elke week genoeg vragen binnenkomen. De ene week kunnen dit vijf vragen zijn, de volgende week vijftig. Hiervoor moet een juiste oplossing gevonden worden, waarbij zorgprofessionals geen extra werkdruk ervaren, maar wel ten alle tijden aan het werk zijn. Dit heeft mede te maken met de progressie van de verschillende patiëntportalen. De zorgprofessionals van ziekenhuis B geven aan de meeste vragen te krijgen. Dit is het ziekenhuis dat het portaal het langst in werking heeft en over de meeste functionaliteiten beschikt, wat kan leiden tot een toename van vragen.

(10)

Het grootste deel van de geïnterviewden geeft aan dat er weinig tot geen promotie is vanuit het management (top-down). Twee medisch specialisten promoten zelf (bottom-up). Zo delen zij positieve ervaringen met collega’s en moedigen zij patiënten aan om actief gebruik te maken van het portaal. Ziekenhuizen functioneren het best wanneer een bottom-up aanpak invloed kan uitoefenen op een top-down benadering (12).

Mogelijkheden voor een PGO

Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van elektronische inzage is de introductie van een Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO) die de patiënt niet alleen inzage in zijn of haar eigen medische gegevens verschaft, maar het tevens mogelijk maakt informatie uit te wisselen tussen zorgaanbieders: iets wat door de huidige patiëntportalen niet wordt ondersteund.

Hierbij is het dossier van de patiënt zelf, en kiest de patiënt wie er toegang heeft tot de eigen gegevens (13). De in dit onderzoek ondervraagde zorgprofessionals gaven aan dit een goed concept te vinden en meer toekomst in het PGO te zien dan in het huidige patiëntportaal. Op dit moment is het PGO echter nog geen volwaardige vervanging van het patiëntportaal volgens zeven van de ondervraagde zorgprofessionals. In de ideale situatie zouden PGO en patiëntportaal aan elkaar gekoppeld worden (13). Wanneer de eerste PGO’s precies op de markt komen en hoe dit zich gaat ontwikkelen ten opzichte van patiëntportalen zal in de toekomst duidelijk worden. De resultaten van dit onderzoek zijn niet zondermeer van

toepassing op PGO’s, aangezien het bij patiëntportalen voor de patiënt duidelijk is aan welke zorgprofessional vragen gesteld kunnen worden, wat bij een PGO waarin meerdere

zorgverleners gegevens aanleveren, minder duidelijk kan zijn. Een aanbeveling voor toekomstig onderzoek is dan ook om de impact van PGO’s op de ervaren werkdruk van zorgprofessionals te onderzoeken.

Conclusie

Uit het onderzoek blijkt dat de impact op de ervaren werkdruk van zorgprofessionals naar aanleiding van vragen uit het patiëntportaal, momenteel niet groot is. Slechts twee van de elf ondervraagden ervaren extra werkdruk, maar beide ervaren hierbij geen stress. De oplossing zit daarom niet direct in het verminderen van extra werkdruk, maar vooral in het voorkomen van extra werkdruk. Een goede maatregel is het inplannen van e-consulten tijdens het spreekuur van de zorgprofessional in combinatie met goede promotie en ondersteuning van het patiëntportaal.

(11)

Literatuur

1. Bijsterbosch, W., Mijden, van der C. Zorg is pas goed als ook een patiënt die als goed ervaart: Een responsief evaluatieonderzoek onder gebruikers van het patiëntenportaal van het UMC Utrecht Cancer Center [proefschrift]. Utrecht: Unversiteit voor

Humanistiek; 2016.

2. Heldoorn, M., van Herk, E., Veereschild, S. Online inzage in medische gegevens: Patiëntportalen in Nederland. [Internet]. Beschikbaar via:

https://www.nictiz.nl/SiteCollectionDocuments/Rapporten/2011_Patientportalen_in% 20Nederland_inventarisatie.pdf. [Geraadpleegd 05 februari 2018].

3. Huijsman, J. Van patiëntportaal naar digitale strategie. Zorgvisie ICT 2017, 18(5):15 15.

4. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. [Internet]. Beschikbaar via:

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2017/06/01/elektronische-gegevensuitwisseling-in-de-zorg. [Geraadpleegd 16 februari 2018].

5. Adams, S., Mul, M., Aspria M, et al. Hart voor de regio: Patiëntportalen en regionale ontwikkelingen in Nederland. [Internet]. Beschikbaar via:

https://repub.eur.nl/pub/50495/. [Geraadpleegd 06 februari 2018].

6. Visser, M., Smets, E., Oort, F., et al. Stress, satisfaction and burnout among Dutch medical specialists. Canadian Medical Association Journal 2003, 168:271–275. 7. Escriba`-Agu¨ir, V., Pe´rez-Hoyos, S. Psychosocial work environment and burnout

among emergency medical and nursing staff. International Archives of Occupational and Environmental Health 2006, 80:127–133.

8. Boeije, H. Kwalitatief onderzoek. In: Boeije H, Hart H. ‘t, Hox J.

Onderzoeksmethoden Amsterdam, Nederland: Boom onderwijs; 2009. p. 246-281. 9. Boeije, H. Analyserein kwalitatief onderzoek. 2e uitgave. Amsterdam: Boom

Uitgevers; 2014.

10. Varsha, G., Gupte, G., Seraj, M., et al. Electronic (e-consults) to improve access to speicalty care: A systematic review and narrative synthesis. Journal of Telemedicine and Telecare 2015, 21(6): 323-330.

11. Klijn, F. Vooronderzoek naar een webportaal in het Catharina ziekenhuis [proefschrift]. Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven; 2012.

12. Stewart, G., Manges, K., Ward, M. Empowering Sustained Patient Safety. Journal of Nursing Care Quality 2015, 30(3): 240-246.

(12)

Bijlage 1: Interviewschema

Begin vragen

- Hoeveel jaar werkervaring heeft u als arts/VS/PA (specialisme)? - Hoelang heeft u ervaring met het patiëntportaal?

- Hoeveel van uw patiënten (percentage) maakt actief gebruik van het portaal?

- Bent u van mening dat het invoeren van een patiëntportaal een positieve of negatieve bijdrage levert aan uw dagelijks werk als medisch specialist? Of staat u hier neutraal in? Inhoud extra vragen

- Heeft u ervaring met het ontvangen van (extra) vragen van patiënten naar aanleiding van het patiëntportaal?

o Zo ja, waar zijn de vragen van patiënten naar aanleiding van het patiëntportaal vooral aan gerelateerd? → Lab uitslagen, correspondentie brieven, of anders? o Komen de vragen vooral van patiënten zelf, van vertegenwoordigers van patiënten

of andere relaties van patiënten? Merkt u daarbij dat een bepaalde generatie meer vragen stelt?

o Kunt u aangeven waarom de vragen worden gesteld? (Gebrek aan medische kennis, fouten in de informatie, gebruik van moeilijke termen)

o Kunt u eenvoudig aangeven wanneer deze vragen daadwerkelijk voortkomen uit extra vragen die gerelateerd zijn aan informatie uit het portaal?

- Hebben de vragen meer kennisverdieping ten opzichte van de situatie zonder patiëntportaal? Zijn de vrager kritischer dan voorheen?

o Zo ja, hoe gaat u hier mee om? Ziet u dit als positief, of ervaart u dit als een last? - Merkt u dat patiënten niet altijd over hetzelfde kennis- en denkniveau beschikken?

o Zo ja, hoe gaat u hiermee om? Ervaart u hiervan een impact op uw werkdruk? - Merkt u dat patiënten informatie binnen het patiëntportaal verkeerd interpreteren?

o Zo ja, ziet u dit als een last? Ervaart u daardoor meer uren werkdruk? Eventuele gevolgen van de extra werkdruk (stressniveau, impact op mentaal welzijn, tijdsdruk)

- Mentale stress

o Ervaart u meer of minder tijdsdruk door extra vragen? Hoeveel uren per week ongeveer?

o Vraagt het beantwoorden van de vragen een hoge mentale inspanning? o Voelt het alsof u meer aandacht moet geven aan uw werk?

- Heeft u het gevoel 24/7 beschikbaar te moeten zijn voor patiënten, nu zij elk moment van de dag inzage hebben in hun medische gegevens?

o Zo ja, ervaart u hierdoor meer stress/werkdruk? - Autonomie

o Hebben de extra vragen invloed op uw werksnelheid? - Sociale support

o Ervaart u veel druk van supervisor/management/baas om het gebruik van het portaal te stimuleren? (Top-down)

o Kunt u ervaringen over het portaal delen met collega’s? Het patiëntportaal (e-consulten)

- Bent u van mening dat door het invoeren van het patiëntportaal een bepaalde groep patiënten wordt uitgesloten van deelname?

(13)

- Vindt u dat de verantwoordelijkheid van het gebruik van het patiëntportaal bij de patiënt zelf ligt? Of bij de zorgverlener? Of allebei? Waarom?

o Vindt u het wenselijk dat er niet van tevoren gevraagd wordt of patiënten inzage willen hebben in het portaal?

- Wat zou u ervan vinden als er een transitie zou plaatsvinden van een portaal voor patiënten van zorginstellingen naar een portaal van de patiënt? (Voorbeeld) → PGO (persoonlijke gezondheids omgeving)

o Zou u patiënten vanaf het beginstadium bij een patiëntportaal willen betrekken? Waarom wel/niet?

Rol van de medische specialist

- Verandert in uw beleving de rol van de zorgprofessional in de behandelrelatie? (Waarin de arts meer als begeleider of gids wordt gezien) door openstellen van het patiëntportaal?

o Zo ja, hoe vindt u deze andere rolverdeling? En waarom?

- Geeft u voorkeur aan meer online contact met patiënten (via patiëntportaal), of ‘face-to-face time’ via consulten/afspraken, als het voor de financiële afhandeling niet uit zou maken? (e-consulten werden eerst niet vergoed)

o Verwacht u dat het hebben van meer online contact met patiënten invloed op de tevredenheid van uw werk zal hebben?

- Leidt het openstellen van het EPD in uw beleving tot meer ‘shared-decision-making? → Nadruk van beslissingen maken omtrent patiënt verschuift van de arts naar de patiënt → patiënten kunnen zelf meedenken in beslissingen maken

o Zo ja, wat is het gevolg hiervan (op de werkdruk)?

- Wat is uw ervaring met negatieve uitslagen die nu via het patiëntportaal gedeeld kunnen worden voordat u de patiënt gesproken heeft? (onrust bij patiënten kan leiden tot onrust bij zorgprofessionals)

o Merkt u dat dit zorgt voor onzekerheid, angst en onrust bij de patiënt? o Ervaart u hierdoor ook onrust/ impact op uw werkdruk?

Verbeteringen/ patiëntportalen in de toekomst

- Wat zou u anders willen zien in het portaal? Wat mist u in het portaal?

- Wat zou u als oplossing zien voor de toegenomen werkdruk/vermindering van extra vragen naar aanleiding van het patiëntportaal?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierbij wordt voor erfgoedpanden (monumenten én karakteristieke panden) aangegeven dat deze panden extra aandacht verdienen omdat de waardevolle details van deze panden

Dure beheervormen op locaties met weinig potentie worden kritisch bekeken maar ook andersom… als er heel veel potenties zijn, wordt er gekeken of er meer budget/subsidies voor

Als patiënten voor een operatie te horen krijgen dat hun operatie door een beginnend arts in opleiding wordt uitgevoerd, hebben zij het recht te verlangen dat de operatie alleen

According to the participants in the current study, QIs should be suitable to inform healthcare quality improvement, and should be able to provide an overview of available healthcare

According to the participants in our study, two key pur- poses of a QI-set for healthcare for people with DS are 1) to improve quality in healthcare and 2) to increase insight

We present a method using the individual colour markings on the first 10 single-crest scutes on the tails of Nile crocodiles (Crocodylus niloticus).. The scutes are scored by

Results exploring the predictive role of honor norms at the individual level beyond rape myth acceptance and traditional gender role attitudes revealed that honor norms were the

Patterning Biological Gels for 3D Cell Culture inside Microfluidic Devices by Local Surface Modification through Laminar Flow Patterning.. Joshua Loessberg-Zahl 1, * , Jelle Beumer 1