• No results found

Rentmeesterschap en conservatisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rentmeesterschap en conservatisme"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

atie of- 30-tot Je, :ijn de en rkt ge jat an Jit- lo-de

Ne

let :x-un ke m. lar nd en ok let an ~in le-en te ~n-an '92 Drs. C.J. Klop

Rentmeesterschap en

conservatisme

Moet het Nederlands grondwettelijk be-schermd worden? 'Ja', zegt prot. mr. dr. A. Postma en hij onderbouwt dat antwoord onder meer met het christen-democrati-sche kernbegrip rentmeesterschap: 'De plu-riformiteit in de schepping dient gehand-haafd te blijven, ook waar het de talen be-treft' (in Christen Democratische Verken-ningen september 1991). Het Nederlands dateert als algemene omgangstaal volgens Postma zelf echter eerst uit de twintigste eeuw. Daarvóór waren de streektalen re-gionaal dominant. De Europese elite sprak en schreef eeuwenlang Latijn. Het Frans, dat tot de Eerste Wereldoorlog die rol over-nam, heeft ook maar een korte geschiede-nis. Pas na de Franse Revolutie werd de Franse bevolking onder dwang rap gefran-coniseerd. In ons land is het Algemeen Be-schaafd Nederlands minder dwangmatig doorgevoerd, maar een feit is dat de streek-talen per generatie minder gesproken wor-den.

Kan men in deze mengeling van dictato-riale en meer spontane processen nu de si-tuatie anno 1991 als 'de pluriformiteit in de schepping' aanduiden, die 'gehandhaafd moet blijven'? Ik meen dat het onjuist is om rentmeesterschap te interpreteren als de noodzaak tot behoud van een bepaalde his-torische toestand. Die stelling wordt

onder-Christen Democratische Verkenningen 11/92

steund als wij naar het natuurlijk milieu kij-ken. Ook daarover wordt dikwijls gedacht in termen van behoud van iets dat in een har-monieus evenwicht zou kunnen zijn als de mens maar niet zo desastreus ingreep. Toch is de natuur niet statisch, maar voort-durend in ontwikkeling. De schepping paart een dynamisch aspect, het scheppende, aan een tijdgebonden aspect, het gescha-pene. Goed rentmeesterschap betekent daarom niet de conservering van een vroe-gere of huidige moment-opname van de schepping, maar het bevorderen van con-dities waaronder de schepping naar haar aard kan functioneren.

Een dergelijke wens tot herstel van een vroegere toestand sluit ook niet aan bij de Bijbel. Ook al weten wij dat de schepping goed was, toen God haar aanschouwde, toch is de geschiedenis van de schepping er niet een van een verloren gegane har-monie naar een weer te herstellen harmo-nie. Zij is er een van voortgaande onthulling van wat ons tot dusver nog niet onthuld was. De Bijbel gebruikt een niet-cyclisch tijdbe-grip. Daarom kan geen historische mo-ment-opname van de schepping als

sacro-sanct worden beschouwd.

Wat betekent dit nu voor de bescherm-waardigheid van talen? Postma heeft gelijk als hij stelt dat taal nauw verbonden is met

(2)

Column

gerechtigheid, het tot zijn recht komen van de menselijke persoon. Taal maakt het mo-gelijk zich te uiten (expressie) en met de medemens in contact te treden (communi-catie). Tussen die twee kanten van taal is er ook een onverbrekelijke band: wat heeft expressie voor zin als je er de voor jou re-levante ander niet mee kunt bereiken? Als taal moet functioneren als een communi-catie- en expressiemiddel dan is vooral het tweede een motief tot bescherming van moedertalen. Het eerste noopt in een zich verenigend Europa veeleer tot het bevor-deren van een gemeenschappelijke Euro-pese standaardtaal. Dat zal immers, on-danks alle momentele muddling through, de ruimte zijn waarin de wezenlijke communi-catie tussen mensen van de volgende eeuw, onze kinderen dus, zich zal afspelen. Gezien het elementaire karakter van de taal behoort het inderdaad tot de publieke gerechtigheid dat de overheid het functio-neren daarvan naar zijn aard en doel waar-borgt, normeert en terzake aanspraken op elementaire voorzieningen honoreert. Welke taal dit moet zijn, durf ik daaruit niet zonder meer te concluderen. De algemene aanvaarding van het Algemeen Beschaafd Nederlands - eigenlijk: het Haarlems - in Ne-derland is toch nauw verbonden met de op-komst van de nationale staat en nationale elitevorming. Ook Postma wijst er terecht op dat machthebbers, soms met dwang, soms via de cultuurlijke weg, een grote rol spelen bij het bepalen van de taal die ge-sproken wordt. En is die Nederlandse staat niet bezig zowel naar het supranationale als naar het regionale niveau toe, betekenis te verliezen? Is het achteruitgaan van het Gro-nings niet een gevolg geweest van het ver-dwijnen van de Hanze? En is nu Nederland niet aan de beurt?

De relevante gemeenschappen van de toe-komst lijken zich op het supranationale en het regionale niveau te ontwikkelen. Daarin zullen talen hun plaats en functie vinden,

478

omdat wetenschappelijke, economische en politieke elites daar hun relevante contac-ten hebben. Het is uitgeslocontac-ten dat de supra-nationale Europese Gemeenschap het Ne-derlands als gemeenschappelijke stan-daardtaal aanvaardt. Dat moet Euro-engels worden, net zoals er in de Middeleeuwen Euro-latijn was. Voor het sympathieke stre-ven om het Nederlands te behouden is er in de cultuurlijke ontwikkelingsgang van de schepping dus maar één weg: zorgen dat Holland, Brabant en Vlaanderen samen één economisch, wetenschappelijk en cul-tureel bloeiende Europese regio vormen.

Wie dat wil, moet méér pijlen op zijn boog nemen dan alleen een Taalunie of de Grondwet. Het vraagt gemeenschappelijk onderwijs- en wetenschapsbeleid. Min-stens zo belangrijk is een economisch en ruimtelijk structuurbeleid. Meer dan de helft van de goederen komt Europa binnen via een Vlaamse of Hollandse haven. Om die functie te behouden zou de concurrentie tussen Rotterdam en Antwerpen ten snel-ste beëindigd moeten worden. Zou er dan ook niet met een ander ruimtelijk oog naar het tracé van de Betuwelijn gekeken moe-ten worden? En de hoge snelheidstrein (HST) toch maar langs Den Haag?

Behoud en verdere ontwikkeling van het Nederlands is mogelijk, maar dan moeten taal en cultuur gezien worden als onlosma-kelijk verbonden met wetenschap, econo-mie, politiek en ruimtelijke structuur. De tijd is er rijp voor. België wordt binnenkort de-finitief een federale staat. Grensoverschrij-dende publiekrechtelijke samenwerking is ook nu al aan de lagere overheden binnen het Beneluxverdrag toegestaan. Wat weer-houdt Van Kemenade, Patijn en Houben?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De percelen die in aanmerking komen voor de ontwikkeling van waardevol grasland liggen hoofdzakelijk in de Gaverbeekdepressie (kaart 3) ten oosten, westen en

Vanuit commercieel oogpunt is het verbod op chemische onkruidbestrijding voor Boender eerder een zegen dan een vloek, haast hij te benadrukken als hem naar zijn standpunt wordt

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

In deze brochure vindt u belangrijke informatie zodat u zich goed kunt voorbereiden op de opname.. Welke afdeling regelt

Heer van de schepping, brenger van licht, geef ons leven een toekomst, op vrede gericht. Toon ons Uw liefde, geef ons Uw kracht. Zie toch om naar Uw kind’ren, in de donkere

Dit advies heeft raakvlakken met diverse recente adviezen van de Raad over de organisatie van preventie (RVZ, 2011b), over de inrichting van de ziekenhuiszorg waaronder ook

Uitgangspunt voor de samenwerking tussen boeren en natuurbeschermers moet zijn dat niet alle natuur in natuurgebieden gestopt hoeft te worden, net zo min als alle landbouw in het

Kom, o Geest, houd ons bijeen, Geest van vuur, brand in ons hart.. Kom, o Geest, maak Gij