• No results found

Planhiërarchische oplossingen : een bron voor maatschappelijk verzet - Inhoudsopgave

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Planhiërarchische oplossingen : een bron voor maatschappelijk verzet - Inhoudsopgave"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

Planhiërarchische oplossingen : een bron voor maatschappelijk verzet

van Baren, N.G.E.

Publication date

2001

Link to publication

Citation for published version (APA):

van Baren, N. G. E. (2001). Planhiërarchische oplossingen : een bron voor maatschappelijk

verzet.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s)

and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open

content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please

let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material

inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter

to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You

will be contacted as soon as possible.

(2)

Inhoudsopgave

Voor- en dankwoord

Hoofdstuk 1 Context en probleemstelling

Hoofdstuk 2 Theoretisch kader

2.1 Inleiding

2.2 Keuze voor het theoretisch kader beargumenteerd 2.2.1 Introductie theoretisch kader

2.2.2 Argumentatie van de keuze 2.3 ACF: Advocacy Coalition Framework

2.3.1 Vooronderstellingen, beleidssubsystemen en coalities 2.3.2 Policy Belief Systemen

2.3.3 Beleidsgericht leren 2.4 Culturele Theorie

2.4.1 Het model 2.4.2 Vier stijlen

2.5 Agendavorming als onderdeel van het besluitvormingsproces 2.5.1 Het stromenmodel van Kingdon

2.5.2 Het barrièremodel van Van der Eijk en Kok

2.6 Gebruik van concepten uit sociaal-psychologische theorieën

Hoofdstuk 3 Onderzoeksopzet 1 3 4 7 11 1.1 Inleiding

1.2 Wat zijn grote infrastructurele projecten?

1 3 Wijzigingen in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)

1.4 Kritiek op de wijzigingen in de WRO: de veronderstellingen deugen niet 1 5 De snelheidsparadox

1.6 Besluitvorming over infrastructuur: de noodzaak van nader onderzoek 1.7 Afval in Nederland

1.7.1 Afvalgegevens voor de Nederlandse situatie 1 7.2 Afvalbeleid in Nederland

1.7.3 Relevantie ontwikkelingen in het afvalbeleid voor dit onderzoek 1.8 Doelstelling van dit onderzoek

1.9 Centrale vragen in het onderzoek 1.10 Opbouw van het proefschrift

14 14 16 23 23 25 27 27 27 27 28 32 32 35 37 38 38 41 45 46 51 55 59 59 59 60 3.1 Inleiding 3.2 Casestudiemethode

3.3 De selectie van de te bestuderen cases 3.3.1 Betrouwbaarheid en validiteit

3.3.2 De eerste fase: het verzamelen van ruwe data

3 3 3 De tweede fase: reduceren van lijst m.e.r.-plichtige projecten

3.3.4 De derde fase: het verzamelen van gedetailleerde informatie per project 64

(3)

3.4 Het onderzoeksprotocol

3.5 Q-sort techniek 6 8

3.5.1 Constructie van het Q-sample: de set van uitspraken 72 3.5.2 Constructie van het P-sample: het selecteren van actoren IA 3.6 Tenslotte Hoofdstuk 4 Casusbeschrijvingen 4.2.4 Milieueffectrapportage 6.2.1 6.3 75 77 4.1 Inleiding

4.2 Planning en uitvoering van het afvalbeleid 4.2.1 Rijksoverheid

4.2.2 Provincie 7 7

4.2.3 Gemeente 7 8

79

4.3 Casusbeschrijvingen: Duiven, Landgraaf en Wijster 8 1 4.3.1 Uitbreiding van de verbrandingslijn en nieuwe GFT-composteringsinstallatie 81

te Duiven

4.3.2 Stortplaats te Landgraaf

92 4.3.3 Uitbreiding van de gesloten composteringscapaciteit (GECO 400) in Wüster 97

Casusbeschrijvingen: Leiden, Nieuwegein en Zwolle 1 n c 105

113 124 4.4.1 Scheidings- en vergistingsinstallatie te Leiden

4.4.2 Stortplaats Het Klooster te Nieuwegein 4.4.3 Afvalverwerkingslocatie De Marsen te Zwolle

Hoofdstuk 5 ACF: Policy Belief Systemen

5.1 Inleiding

5.2 Het identificeren van actoren met een verschillend PBS * r>7

5.3 Policy Belief Systemen (PBS) . , , „ 5.3.1 PBS 2: "Meer afvalcapaciteit moet! Overheidssturing noodzakelijk"

5.3.2 PBS 3: "Meer afvalcapaciteit? Neen, tenzij in overleg met alle betrokkenen"

5.3.3 PBS 1: "Meer afvalcapaciteit? Ja, mits zorgvuldig doch daadkrachtig beslist" 142 5.4 Consensus over stellingen

5.5 Verschillen tussen Policy Belief Systemen 5.5.1 Verschillen tussen PBS 1 en PBS 2 5.5.2 Verschillen tussen PBS 2 en PBS 3 5.5.3 Verschillen tussen PBS 1 en PBS 3 5.6 Conclusies 1 4 9 152 135 139 139 140 144 145 147 155

Hoofdstuk 6 ACF: Coalities in de besluitvormingsprocessen

6.1 Inleiding

6.2 Coalities in gerealiseerde projecten

156 Uitbreiding van de verbrandingslijn en nieuwe GFT-composteringsinstallatie te Duiven

6.2.2 Stortplaats te Landgraaf

6.2.3 Uitbreiding van de gesloten composteringscapaciteit (GECO 400) in Wüster 159

Coalities in niet-gerealiseerde projecten 1c;Q

6.3.1 Scheidings- en vergistingsinstallatie te Leiden 159 159

(4)

6.3.2 Stortplaats Het Klooster te Nieuwegein 161 6.3.3 Afvalverwerkingslocatie De Marsen te Zwolle 161 6.4 Coalities en de stijlen van denken en handelen 162 6.5 Waarom geen coalities in Duiven en in Zwolle? 165

6.6 Conclusies 1 6 7

Hoofdstuk 7 Agendering in de besluitvormingsprocessen 169

7.1 Inleiding 1 6 9

7.2 Het stromenmodel van Kingdon 169 7.2.1 Verschillende stromen van problemen en oplossingen 169

7.2.2 De politieke stroom 17 2

7.2.3 Het openen van een beleidsraam 174 7.3 Consequenties agendering voor omwonenden en overige actoren? 178

7.3.1 Beïnvloedingsruimte I7 8

7.3.2 Beïnvloedingsmomenten: agendering door timing van voorstellen 182 7.3.3 Overige pogingen tot beïnvloeding ondanks participatiebeperking 184

7.3.4 Effecten van beïnvloeding op reeds genomen besluiten 188

7.4 Consequenties agendering voor lokale overheden 189 7.4.1 Beïnvloedingsruimte en beïnvloedingsmomenten 190 7.5 Consequenties agendering voor het verloop van de besluitvorming 192

7.5.1 Deskundig verzet heeft langste adem 193 7.5.2 Beleidsraam lijkt zich snel te openen, maar is nog sneller weer dicht 194

7.6 Casusspecifieke opmerkelijkheden en de invloed daarvan op het besluitvormings- 196 proces

7.7 Conclusies 1 9 7

Hoofdstuk 8 Conclusies en lessen voor de toekomst 201

8.1 Inleiding 201 8.2 De belangrijkste conclusies uit het bestuurskundig onderzoek 202

8.3 Conclusies gekoppeld aan bevindingen uit het sociaal-psychologisch onderzoek 203 8.3.1 Handelen dominante coalities van invloed op percepties van omwonenden 204

en overige actoren

8.3.2 Coalities, brokers, procedurele eerlijkheid en tevredenheid 206 8.3.3 Nauwelijks (NlMBY-)verzet in besluitvormingsprocessen 210

8.4 Terug naar de centrale vraagstelling 211 8.5 Hoe in toekomstige situaties te denken en te handelen 214

8.5.1 Hiërarchische planvorming zo veel mogelijk terugdringen 214

8.5.2 Participatiemogelijkheden verbeteren 216 8.6 Huidige ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening in Nederland 219

8.6.1 Koerswijziging binnen de WRR 219 8.6.2 Veranderingen in de WRO 222 8.6.3 Veranderingen gerelateerd aan de onderzoeksbevindingen 223

8.7 Toekomstig onderzoek 225

Bijlagen

(5)

Appendix B Karakteristieken per casus Appendix C Het onderzoeksprotocol Appendix D Lijst Q-sort stellingen

Appendix E Overzicht theoretisch relevante kenmerken van zes casusstudies Appendix F Factorladingen per actor

Appendix G Lijst van "consensus'-stellingen

Appendix H Lijst van "verschillen in stellingen" per factor (Z-scores)

Appendix I Percepties over procedurele oneerlijkheid en tevredenheid nader gespecifi-ceerd 229 231 239 241 245 247 249 253 Literatuurlijst Summary Curriculum Vitae 255 265 270 IV

(6)
(7)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons.. In case of

Somehow we need to conceptualize how states are embedded in wider, increasingly transnational social structures; how key socioeconomic constituen- cies of non-state (usually

In this context it is crucial that entrepreneurs cease seeing formal and informal costs of doing business (and solving arising problems) as comparable

traces in historical perspective how for a variety of reasons Russian companies embarked on informal practices back in the 1990s and, by falling into the

Etatisation of Russian capitalism was expressed in the partial increase of the state capacity, in the shift from the liberal to conservative political elites and in the

Therefore, in our conception change is a shift in the proportion of elements of ideal types in an empirical case: liberalisation implies a decrease of statist and/or

Having violated regulations, evaded taxes or paid bribes, firms can be 'grabbed by the scruff of the neck' (interview with B15) since exposure of illicit conduct

My main argument is that patrimonial capitalism is not only a result of the top-down activity of the state sovereign, its corrupt agents or cronies in