• No results found

Gewasanalyse van bloemkool en spinazie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gewasanalyse van bloemkool en spinazie"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

rb V

Bibliotheek PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ON DER GLAS,

Proefstation _

Naaldwijk TE NAALDWIJK.

ö

J

46

GEWASANALYSE VAN BLOEivIKOOL IN SPINAZIE.

door:

A. JÜMKLET.

Naaldwijk, 1945

22 31$ 73 '

(2)

G S V< AS ANALYS& •

\

Het do«l van aL deze gewasanalysen was In de -erst« plaats on na \.<i gaan of planten die onder practise!* optimale omstandigheden opgroeiden vrijwel

dezelfde hoeveelheden. Natrium, Kalium, Calcium, Magnesium, Mangaan, fos-forzuur en stikstof opnamnep, of m.a.w. of er bij «en optima li gPoei een optimale analyse behoorde.

Als eerste gewas werd spinazie gekozen omdat dit product practisch in lijn geheel geoogst wordt en dus geheel te analyseeran is.

Aan de assistenten werd in het voorjaar 1944 oparacht gegeven, spinazie-«onsters met bij behoorende grondmonsters van goede- en slechte perceelen in te zenden, met dien verstande dat, alle spinazie afkomstig moest zijn van onaar glas en oogat-rijp. In totaal ontvingen we 35 monsters. Sin

monster is bij het droogen mislukt zoodat dit niet geanalyseera kon worden. Ter onderscheiaing kozen we de kwalificaties :

slecht - teer slechtj tamelijk - goed} prima. .Jus feitelijk maar drie rubrieken.

(3)

3. Eten-tan» ana-lyee rio. Gewas aenanalyse Naam en adrea van herkomst

Q.A. de Vreede, Vaenw. 22. Ncotdorp W.A.v.d.Ende, Groenew.fl,'a-Gravenzande F.&'.Veenman

j.ZwinkelftyVreäebeatl«, Poeldijk H.A.Barendae, L.Broekw., Naaldwijk N.W.J.v.Drift, Weatgaag C128atÄ«slaad C.v.d.Drift, Waatgaeg C126, Maasland B.Boakeatein. Opataltag 11, Naaldwijk J.v.d.Bos, Dijkweg, Naaldwijk

W.Boera,* a-Gravenzandachaw.96,Naaldwijk H.Zuidgeeat, VTedebeatl.90, Poeldijk H.Zuidgeeat, Vredebeatl.90, Poeldijk Kranenburg, Raagweg 116, Leiden

Sanderae, Kaagwig 108. Laiden Wed.Kuyvenhoven I. Rotte seat Maweg II. Als. Humua Structuurproaf III. Turfmolm

IV. 8tall. Humua V. Contrôla J.Kooy, Dorpaatr. 29, Nootdorp

I H.J.Kooyraana, Ouàawag 36A, Nootdorp I A.A.C.v.d.Helo, Vaanweg 6, Nootdorp A.•.Straelen, Middelbr.weg 40.H'dijk Q.A*v.Marrewijk, H.Watering,Kwintaheul 79.

ao.

81.

82.

83. 84.

86.

86.

87.

88.

Gebr.Duyveatain, Eonaatr.102,Looaduinen A.v.Laaraun, Layweg 462, Looaduinan A.B.v.d«Snd«,)fonatar8chew.llaf w

A.Middelburg, Pij la tuinen 1, Naaldwijk T.M.Veeroan, Geeatw. 35a, Naaldwijk a.v.d.pol, Hoflaan 9, De Lier

J.dan Otter, Leawag 4, Da Liar Q.v.d.Pol, Hoflaan 9, Da Liar C.Koetsier, Zoetermeer Hoogendam, Zoetermeer Garnidde14 Standiartafwljklngt Per Na I Ca mgr. mgr. «gr. 597 8631 1320 199 7611 1080 839 8856 1340 873 9382 820 641 10625 €60 287 97400 780 653 13990 7» 1160 10316 1040 287 10400 940 1031 9780 12» 1260 9340 12» 663 11995 960 686 11015 1480 1115 12473 1700 1220 9290 17» 674 9420 1420 961 «815 1620 1094 6195 1080 839 7920

um

2110 9065 1600 2440 7666 1400 1736 8470 «M 962 10226

mo

940 9660 1100 1360 iSOS 1040

mo

11060 1100 243 11146 1300 708 12080 1360 387 9216 1220 542 9616 940 442 11200 1100 752 10306 1220 482 11160 913

MB

13600 1050

wmmào

9995* 332 1171147.6 ± 496

t

1936 1 277

LOO g droge stof* lg. In mgr. mgr. 1258 1066 1487 1440 1446 1186 1438 1638 1481 1697 1662 1495 1706 2024 1616 1667 1708 1568 1766 1710 1876 1511 1664 1219 1826 2065 1757 1493 1166 »2

1168

1696 1102 1336 1615*47.3 •276 2

.0

7.0

2.6

4.2 26.3 7.4 4.7 2.5 2.5 3.3 3.9 62.9 4.2 30.2 11.9 9.1 14.7 19.6 13.0

1

2.6 3.8 5.5 1.9 4.1 6.3 4.9 7

1.8

3.0 3.1

2.8

9.0+2.2 • 12 Grondanalyae • O rim

P2?8 N Groai Busus CaCOa PH Gloeireet Keukenzout N -Ve %0

«gr? egr.

%

%

%

%

-Ve %0

1704 5394 aaer alaeht 1588 2788 «a tig 1429 4993 zeer slecht

1622 6297 seer oatig 2.4 0.20 6.4 0.27 0.020 2.5 3.4 10.1 Lichte 2a¥«l 1770 tô5 goad 9.3 0.36 5.0 0.62 0.026 8.5 2.8 3.2 Zavel 1338 2866 «lacht 4.9 0.16 6.6 0.10 0.020 1.1 2.6 1.7 Zavel 1609 4416 prima 12.5 0.16 6.6 0.16 0.038 4.3 7.0 5.0 Kleiig 1404 4216 niat beat 3.9 1.30 6.6 0.22 0.029 3.7 1.8 1.5 Zavel 1826 4071 goad 3.3 0.40 7.0 0.16 0.009 3.0 1 . 3 3.6 Zavel 1759 4575

prim

4.0 0.44 6.5 0.38 0.026 11.0 2.0 3.0 Zavel 1939 4310 goad 3.4 0.40 6.4 0.21 0.026 5.0 0.8 1.2 Zaval is m 4§49 ale «ht 1.8 0.» 4.6 0.16 0.018 5.0 2.0 5.4 Zavel

mm

4563 print« 9.8 0.24 6.3 0.38 0.047 11.3 2.0 7.7 Kleiig 2161 3981 prima 8.9 0.16 6.2 0.41 0.044 7.1 3.8 IS.2 Kleiig

1381 4122 tipulijk Zand

1138 4726 s lacht Zand

959 4726 alecht Zand

1149 6876 zeer alecht Zand

1089 6061 «lacht 2Mld

»46 4501 pria« 24.1 0.20 6.7 0.47 0.091 8.6 0.3 1.8 Vaan 1426 6119 «lacht 8.7 4.90 6.7 0.38 0.079 11.3 0 — 6.7 Klei

1799 4497 prima 13.7 0.72 6.5 0.21 0.059 4.5 1.5 4.1 Lichte zavel 1961 4766 goad 5.3 0.40 6.9 0.» 0.032 7.7 1.2 4.7 Klai 1926 6196 prima 2.8 0.48 6.6 0.33 0.015 3.4 2.0 3.8 Zavel 1087 4978 prima 2.4 1.30 6.8 0.10 0.009 5.1 1.8 9.2 Zavel 1401 4639 g©«d 7.6 0.28 6.6 0.25 0.064 5.7 1.2 24.2 Zanderig 1802 4410 slecht 3.1 0.20 6.1 0.26 l 0.044 12.3 0.1 18.2 Zanderig 2304 4629 priaa 5.3 0.20 5.3 0.16 t 0.«» 4.6 0.1 5.0 Zavel 1734 5409 slecht 1.8 0.16 4.7 0.13 0.009 1.9 3.2 5.6 Zavel 1046 4840 f 2.0 0.92 6.8 0.10 i 0.006 6.8 2.6 1.5 Zavel 1612 4651 slecht 4.2 2.48 7.2 0.18 0.018 1.7 2.9 8.5 Kltl 1673 4576 goftd 5.3 1.68 6.7 0.34 0.036 1.3 8 17.1 Zavel 1606 6226

prim

6.1 2.93 7.0 0.31 0.038 5.8 1.9 16.0 Klai 1847

600$

1616t68 46611107 ±338 1624

(4)

3. Tabel no. geeft zoowel da gevonden gewasanalyse-cijfers als de

gevonden grondanalysec ijfers. De gewasanalysecijfers zijn gemiddelde* van 2 duplo1s.

We kurjien nu als volgt redeneeren:

Indien we beschikten over de analysecijfers van een groot aantal monsters spinazie die willekeurig genomen zijn, dus goede en slech­ te monsters, dan zal de gemiddelde analyse, die we uit dit groot aantal cijfers kunnen berekenen, steeds neer de "normale analyse" voor spin-.zie benaderen, naar mate het aantal monsters grooter

wordt. Inaien het aantal monsters oneindig groot is, zal de bereken­ de analyse gelijk zijn aan de "normale analyse".

Berekenen we uit de door ons gevonden analyaecijfer» dt gemiddelds analyse dan vinden we per 100 gram droge stofj

Natrium Kalium Calcium Magnesium Mangaan PpOß Stillef

mgr. «gr. mgr. mgr. mgr. Mgr.

879±85 99964332 1171±47.6 1514f 47.3 9.0+ 2.2 1615*58

Indien 35 analyses reeds voldoende groot is om hieruit bij benadering de "normale analyse" te btrekansn, mogen m dus zeggen, gezien bo­ venstaande redeneering, dat iedere analyse, die buiten de grenzen van die hier berekende analyse valt niet meer als "normaal" te be­ schouwen is. Als granzen nemen we de gemiddeldsn • 3 x de middelbar* fout dust Voor latriua 879

t

255 » 624 «gr. «n 1134 «gr. Voor Ka&H 9995 + 996 «gr. » 9000 «gr* en 10090 «gr* Voor Calcium 1171 • 141 mgr. - 1030 mgr. en 1312 «gr. Voor Magnesium 1514 ± 141 mgr. - 1373 mgr. en 1655 «gr. Voor Mangaan 9 ± 6.6 mgr. - 2.4 «gr. en 15.6 mgr. Voor PgOg • 1615 £ 17# ngr. - 1441 mgr. an 1789 «gr. Voor Stikstof 4661 £ 321 mgr. - 4330 mgr. m 4972 «gr.

(5)

4

dat slechts «In analyse, en wal no. 63 geheel binnen bovengenoemde

gr-enz en veltj alle andere analyses wijken min of meer af, dus zijn

volgens bovenstaande redaneeririg als "niet normaal" te beschouwen. Het v.oorc "nomaal" heeft natuurlijk niet alleen betrekking op 't

gewicht, doch ook op b.v. de resistentie tegen bepaalde ziekten, de voedingswaarde enz.

Of een gewas "normal1" of "niet normaal" is in de sin, zooals het hier b ecoeld wordt, ie niet zoo eenvoudig te b eoordeelen. *t I« natuurlijk zeer goed «uogelijk, dat een gewas in tabel no. 1. als "prima" of "goed" gekwalificeerd is en toch op bepaalde punten af­ wijkt; er iß voornamelijk bij deze kwalificatie galet op de op­

brengst en de aantasting door "Wolf". En al trnd er in het betreffer de gewr-s geen "Wolf" op dan kunnen we ons toch he,sl gotd voorstel­ len, dat de resistentie tegen "Wolf*1 groot er of kleiner was dan normaal, doch dat toevallig de omstandigheden zoo danig

warm,

dat toch wel of toch niet "Wolf" optrad.

Dus al wijkt een analyse van de "normale analyse" op zekere punten af, dan betiekent dit nog niet, 'dat het gewas in dt sin, zooals d« Icwteker dit bedoelt, slecht

moet

zijn. Omgekeerd kunnen we a.i. ech­

ter wel

zêggm,

dat indien een gewas analyse geheel binnen de gren­ zen van d« "normale analyse11 valt dit gewas ook in de zin van den kweeker gotd most zijn.

foch heeft deze "normale analyse" voor ons ook wel enige waarde. In de eerste plaats voor de berekening van de minimale hoeveelheden mest, die voer een "normaal" gewas spinazie noodig is.

Bij 14 vochtbepalingen vonden we gemiddeld bij spinazie 92,!•€>,28f vocht. Dus 100 grau vergeh materiaal levert gemiddeld 7,9 gram dro­ ge stof.

Rekenen we nu voor glasepinazie een maximale opbrengst van 40 kg pe H.H., dan correspondeert dit «et 400 x 7,9 gram » 31® gram droge stof.

(6)

s.

Door éen oogst spinazie v/o rat er dus per HB. onttrokken* 27,8 gram Ma, 316,8 K 380,ö gr. KgG, 3? gr. Ca., 47,8 gr. Mg, 0,284 gr. Un, 61,0 gr. Pg05 en 147 gr. N.

Rekenen we nu weer, dat «e om verliezen en vastleggingen te compen-eeeren, bij stikstof 60% en bij kali en PgOg 25% toeslag moeten geven, dan komen we op een bemesting per R.R. vant

220 grau ÏT. S3 gr-am

475 gram KgO, dus enorm veel kali. Varhouding 1 t P î K » 4 : 1 : 9.

Nu hebben wt in K begin van dit verslag de vraag gesteld of er bij •tn "optimale" groei ook een "optimale" analyse behoort.

O» op deze vraag ten antwoord te kunnen geven, moeten we het woord "optimaal" eerst nog nader definieeren. Wat verstaan we onder "op­ timaal" . Verstaan we hier alleen onder een optimale opbrengst, uit­ gedrukt in kg. versch gewicht, of eisehen we, dat alle goede eigen­ schappen optimaal zijn, du« niet alleen de opbrengst ia kg, doch ook de resistentie tegen diverse ziekten, de voedingswaarde enz. Onder "optimaal" moeten mm m.i. verstaan een gewas, dat aan de hoogste tischen voldoet, dus niet alleen de hoogste opbrengst le­ vert, doch ook het Mest resistent is tegen ziekten, de hoogst# voedingswaarde bezit enz. In dat geval kunnen w« echter, gezien de onvolledige gegevens, waarover we beschikken, geen positief antwoord op de door ons gestelde vraag geven.

Verstaan wt onder "optimaal" een prima gewas, in de zin van den kweek*r, dan kunnen we trachten uit de "prima" monsters en uit de "slechte monsters" een gemiddelde analyse vast te »tellen.

Als prima monsters kiezen we b.v. no. 60, S3, ©6, 67, 73, 75, 77» 78I 81

m

86;

in totaal 10 monsters, allen gekwalificeerd al«

(7)

Als slechte mon et ere kiezen we fc.v. no. 64, 56, 68, 65, 70, 71, 74, 80 32 an 84; in totaal 10 moneters, allen gekwalificeerd sis "slecht". Berekenen we voor dese IC analyses het gemiddeld« met standaordafwij-kii*4i ön middelbare fout, dan vinden we voor de:

Fr ixaa mmw ter s. Natrium Kalium Calcium Llajnesiuun Mangaan P2°6 K Voor de: Hatrlum Kalium Calcium lâgntsluœ Manjaan PaO s

v

Gemiddeld 1070 mgr. 10738 " 1203 « 1572 » 6,7 " 1831 » 4645 » Gamiddeld 79£ 9256 1212 14 et 14,3 1608 4829 œgr, n t* it tl Middelbar« fout ± 167 * 541

t

108

t

88

t

2.9

t 113

± 121 Ädd«lbar« fout + 203 * 668 • 71

t

84 ± 7.3

t 97

± 230 Standaard-, afwijking. * 528 ±1710 * 341 ± 278

• 8,8

• 366 ± 386 StaJttêaart-afwijking t 644 ± 2110 i 226 ± 266

à

20.7 I 305

t

745

Uit b ovens taand« cijfers blijkt, dat zoowel bij de "prima monsters" als bij de "slechte monsters" de spreiding bij de analysecijfers zoo groot is, dat er van em bepaald« analyse,behoorende bij "prima mon­ ster«" en

§m

bepaalde analyse, behoorende bij de "slechte monsters11 geen sprake is; beid® analyses overflappen elkaar geheel.

(8)

"optl-maal" M«r bedoelt in de zin van den kweeker, een optimale gewaaana-lys# behoort,ontkennend antwoorden.

Op de vraag, of er bij ten optimaal gewas, "optimaal* hier bedoelt als zijnde alle goede eigenschappen in het optimum aanwezig, wil een optimale analyse behoort, moeten we nu nog het antwoord schuldig blijven.

Grond» en gewasanalyses.

Van de epinazi»morsters 54, 55, 56 m 88 werden de bij beho or (f ende grondmonster» niet ontvangen. De apinaziemonaters 68 t/a 72 waren afkomstig uit éénzelfde warenhuis, echter van verschillend« perceel­ tjes, die verschillend bemest waren (ait structuurproef 1944).

Vergelijken re nu eens i# g*»was- en de grondan&lye«cijfers» dan

blijkt hieruit, dat de correlatie tueachen beidt analyeeß niet altij<

mm

fraai iE.

Hierbij moeten

m

echter wel in acht nemen, dat het grondmons ter ge­ nomen werd, nadat de spinazie er op gegroeid was, dus nadat de plan­ ten

da

benoodigde voedingsstoffen uit de grond hadden opgenomen. In­ dien de plant veel stikstof, foaforzuur of kali bevat, is het niet strikt noodzakelijk, dat de grond op 't moment van aonsternaot ook neg veel stikstof, fosforzuur of kali bevat.

De correlatie, die er moet bestaan tus sehen grond- en gewasanalyae moet nog nader bestudeer^worden.

(9)

1. «/»kooi,.

In tötaal werden 23 nonstar« ven bloeiukoolblad geanalyseerd. De mon­ sters waren afkomstig van 12 willekeurige tuinen.

Het doel van deze proef waa om na te gaan of ar ook verschil bestond falschen de gewasanalyse van gezonde kool en waterzieke kool. De ge­ gevens hiervan zijn echter verwerkt in een ander rapport. In dit ver­ slag willen we alleen de analyséeIJTers bekijken in verband met de te verwachten hoeveelheden aie at, die bloeoikool aan de grond onttrekt.

Qmms&ïmX¥B9'm

Milligramen per 100 gras droge stof.

1 5Ü 1 1 O 1 1 * 1 1 » • • Na K Ca Hg Mn P2°6 N Qroel 117 1443 1866 f ? 8.2 7« 4Ô28 wetarziek 118 904 3017 4780 671 8.2 1067 6260 ' gesond 119 788 2300 t 780 16.6 1828 4962 «atv ziek 120 1393 1699 4876 660 22.8 978 6108 gesond 121 1248 1620 S800 718 3.26 878 6100 v/ctcr ziek 122 999 1866 6426 786 4.6 960 4937 gezond «Étrsiok 183 1504 1699 4300 660 3.1 992 4429 «Étrsiok gezond 124 1166 1287 3660 6CS 4«- 928 4649 gezond 126 1071 1430 4276 662 6.- 1370 4733 vetera iek 126 1015 1735 3726 686 4.1 967 4426 gezond 127 1400 1376 3176 698 7.- »67 4841 Y&terziek 128 1165 1690 6076 440 6.4 1046 4878 gezond 129 1530 1266 6126 640 8.76 814 4204 Mterslek 130 1792 1310 6926 643 6.2 902 37a gezond 131 1236 3016 6000 671 3.2 1006 4726 vittarziek 132 1405 2860 4560 630 2.7 1094 4982 gezond 133 974 2730 4860 736 4.4 849 4626 wterziA 134 1166 2S40 4676 631 4.1 871 4636 gezond 135 666 2816 4926 352 6.1 1212 4681 wterzlek 136 726 2613 602b 469 4.2 1108 4233 gezond 137 1654 3860 6026 645 2.9 996 4191 wtersitk 138 1626 3240 4626 660 7.- 938 4506 gezond 139 2220 2240 3860 661 7.7 987 349« wterziek

mm.

1206*79 2196±157 4741H64 614122 6.710.86 1023*46 4600*88 Tabel no. 2.

Daar er tusschen de analyses van de waterzieke kool en de analyses van de gezonde kool geen werkelijk verschil bestaat, zooals uit het betref­ fende rapport blijkt, hebben we de beschikking over 23 onafhankelijke

(10)

2. analyses} hierbij moet echter opgemekkt worden, dat deze 23 monsters afkomstig waren van slecht« 12 verschillende tuinen. Kernen we nu weer aan, dat 23 analyses een voldoend groot aantal is om hieruit de "normaianalyse" te berekenen.

We vinden hiervoor per 100 gram droge stof in mgr.*

Sa K Ca Mg Mn Pg0g 1

<•»*••»«•» mmmmmrnmm mi mm mmmmmm mmmm mm mm mm mm mm m* mm mm mm mm mmmmmm mm mmmmmm mm mm mmmm tm^mmmmmmmmmmmmmmmmmrnmm mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm mmmm mmmt mmmm mm^ a

1265±79 2195±157 4741*164 614±22 6,7t0,86 1023*45 4600*88

De "normaal analyse» voor bloemkoolblad ligt dus* Voor Natrium tus se hen 1027 mgr. en 1503 m^T.

* Kalium » 1724 »» «n 2666 11 " Calcium » 4249 M en 5233 » M Magnesium » 547 " en 681 » M Mangaan H 4,1 " en 9,3 w " PO.

ó

" 888 " en 1158 « O M Stikstof » 4336 » en 4S64 «

indien het gemiddelde |3 x de middelbare fout als uiterste grenzen wordt aangenomen.

Een droge stof-bepaling is niet verricht, zoodat we dit moeten schatten. Kernen we aan, dat dit 10% van de versehe «tof bedraagt. Per R.R. worden • 60 bloemkoolplanten gepoot. Een bloemkool, blad • kool, weegt gemiddeld indien de fcogst goed is 2 kg. Dus per R.R.

wordt er in totaal geoogst 120 kg versch materiaal.

De verhouding kool - blad is ongeveer 2 s 3, dus 60% van het totale gewicht is blad.

Per R.R. wordt er dus aan blad geoogst 120 x 0,6 kg * 72 kg blad, d.i. 7,2 kg droge stof.

Deze hoeveelheid blad onttrekt gemiddeld aan de bodem per R.R.: 158 gr. K 190 gr. KgO.

(11)

10 74 gr. Pg0g 331 gr. 1. 341 gr. Ca. 44 gr. Mg. 0,48 gr.

la.

Hierbij komen dan nog de hoeveelheden, die benoodigd zijn voor de opbouw van

dt

bloem. Deze bloem zal waarschijnlijk belangrijk minder stikstof bevatten, nemen aan 60% van de hoeveelheid, die het blad bevat, due 2300 mgr. per 100 gr. droge stof.

«t Fosforzuur- en 't k&ligehalte zal zeer waarschijnlijk niet veel lager zijn aan van het blad} nemen we aan, dat het gehalte gelijk ia aan het bladgehalte.

Br is dan voor de bloem per H.H. nog noodig: 48 x 2,3 gr. K » 110 gr. N.

48 x 1,023 gr. PgOg

48 x 2195 K - 105 gr. K ^>126 gr. Kg0.

DUB

totaal zou er op deze basis per R.R. onttrokken worden» 316 gr. KgO.

123 gr. P20g. 441 gr. N.

De hier berekende hoeveelheden kunnen natuurlijk aan de hooge kant zijn, daar het vochtgehalte slechts geschat is. We veronderstelden, dat het droge stof-gehalte 10% zou zijn, dit kan ook zeer goed

slechts 7% zijn. In dat geval worden de hier berekende hoeveelheden 30% kleiner, dus vinden we dan, dat er per R.R. onttrokken wordt»

309 gr. 1. 86 gr. P2O5 221 gr. KgO.

Veronderstellen we, dat we om vastleggingen en verliezen te coopen-seeren bij de stikstof weer 50% toeslag moeten geven en bij de

(12)

Il

kali tu fo«forzuur 25%; dan komen we op aan minimale bemee ting per H.H. voor bloemkool oft

460 gr. N, 127 gr. PgOg, 330 gr. KgO. Verhouding 3,6 i 1 t 2,8 of 7 s 2 I 5. Een enorme zwar« bemesting.

KaliiMUMitrima-• calcium- m magnesiumbepaling.

Voor bloemkool wordt op de luchtrembalans 2,6 gr. gemalen a» teriaal afgewogen en voor spinazie 1.26 gr. Dit wordt bevochtigd met 2HH2S6i tn vervolgens drooggedaapt op waterbad en gedroogd in dJÈroogstoof. Vervolgens wordt er gegloeid in moffel.

Ka het verasschen wordt 3 x drooggedampt met sterk BEI.

Daarna wordt opgenomen met 0,2 K HCl, gefiltreerd en aangevuld tot 2Q0 cc.

a. 90 cc van deze oplossing wordt tot 100 cc verdund. b. 10 cc wordt verdund tot 250 cc.

In oplossing a wordt natrium en kalium spectroscopisch bepaaldf in oplossing b wordt Calcium spectroscopisch bepaald.

Magnesium wordt volgens de oxychinolinmet&ode bepaald.

Uit bovengenoemd filtraat wordt 20 cc gepipetteerd. Hieraan wordt 10 cc 10% NH^Cl oplossing toegevoegdj aangevuld tot £ 60 cc.

Mat 10% KH^QH neutraliseeren t.o.v. aethyloranje. Achtereanvolgens wordt toegevoegds

1 cc 10% azijnzuur • 1,6 cc 10% aamoniumoxalaat • 1 cc 20% #s*onium-acetaat • 1 cc 5% irtha-oxychinolin. Ongeveer 5 min. laten staan. Dan overmaat 10% ammonia toevoegen en verhitten tot koken; niet laten koken.

(13)

12«

Wam filtreer en «a uitwas achen met warm NE^OH-houdend water tot all« «acychinoline verdwenen is.

lit neerslag op het filter wordt opgelost in 4 1 HCl. Bij de oplos­ sing wordt 1 cc 20% KBr. toegevoegd. Vervolgen» wordt met 0,1

1 k BrOg tot geel getitreerd ( indicator me thylrood). Ir is nu over­ maat Z BrOg aanwezig. 20% kJ-opldssing wordt toegevoegd en de vrij­ gekomen J wordt met 0,1 ïï ïïst^g03 teruggetitreerd.

1 cc 3/10 MBrOg 0,000302 gr. Mg, Alles wordt in duplo gedaan*

Stikstofbepaling.

Op luchtr««balans wordt 0,5 gr. gemalen materiaal ingewogen. Dez« wordt gebracht in kookkolf van • 700 cc inhoud. Toegevoegd wordt 7 gram Seleenmengsel en + 16 cc sterk H^O^.

Destrueeren op Bunsenbrander tot helder. Aanvullen met «qua dest. tot à 300 cc. Alcalisch maken met 30% NaOH - een mespuntje zinkpo«-der totgoegen (tegen het stooten). OverdestiHeeren in 0,1 normaal HgS04. Overmaat H^04 terug titreeran met 0,1 1 lïaOHj indicators Sen mengsel van methyleen blauw en me thylrood.

Alles wordt in duplo gedaan.

yosforguurbapalinjg.

Op luchÈrsobalans wordt 1 gram gemalen materiaal ingewogen. Deze wordt in kjaldalkolf gebracht. Toegevoegd wordt 7^ cc rookend sal­ peterzuur en 5 cc gec. HgSO^.

Destrueeren tot helder. Zoo noodig wordt nog enkele malen salpeter­ zuur toegevoegd. Aanvullen met 60 cc aqua dest.

10 minuten kooken voor het verstoren van de nitroverbindingen. Vloeistof kwantitatief overbrengen in bekerglas van 260 cc inhoud. Na toevoeging van 38 cc 60% I%103 opl. v«rwaraen tot kookhitte. Di­ rect daarna 12 cc 10% opl. van ammonium molybdaat toevoegen en flink

(14)

13,

schudden. Laten bezinken.

Op Büchnertrechter, waarin filtreerpapier S «a S no. 696 af

filtree-ren. Neerslag naspoelen totdat het afwaachwater niet meer zuur re­ ageert t.o.v. lakmoeapapier.

Filter • neerslag in bekerglas breiigen. Neeralag oplossin in 22 cc £ K HaQh - 10 cc geneutraliseerde formaline toevoegen - overmaat Äa0h terug titre eren met 0,1 II Hjpo*. Allea in duplo. 1 cc

0,1 N MaOh oo 0,2536 lagr. P^Og.

Mangaanbepaling.

Op luchtrembalana wordt 1 I 2 gram gemalen materiaal afgewogen.Dit materiaal wordt in moffeloven verascht. Opnemen in HCl 38% indaagtn op waterbad. Daarna nog 2 x bevochtigen met 30% «alpeter en droog-dampen op waterbad.

Het r#iidu opnemen in 10 cc 5% HgSO^} filtreeren. Filter door«poe­ len; daarna aet aqua deat. aanvullen tot ± 100 cc.

Om ijzer neer te slaan 1 druppel gec. fosforzuur toevoegen; vervol­ gens 3 druppels ÂjpOg 1/20 M.

Vloeistof even doorkoken totdat deze helder ia.

Intuaschen wordt 0,3 gr. ammoniumperaulfaat (IH^gSjgOg toegevoegd. Snel afkoelen, overgieten in colorimetribuizen en vergelijken met standaard.

Standaerdreeks moet steeds opnieuw gemaakt worden.

10 cc 100 cc aqua dest. • 1 dr. gec. Foaforzuur • 3 dr. AgN03 1/20 K kooken tot helder.

Daarna toevoegen £ cc, 1 cc, !§• cc enz. tot 4 cc van een oploiaing van *Hn04, die per § cc 0,06 «gr. Mn bevat. Vervolgen« doorkoken met 0,3 gr. (KH4)gS^08 afkoelen en in colorimeterglazen gieten.

Naaldwijk, 22 Februari 1946. A. Jumelet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Encroachment and expansion of woody species in the savanna areas of Masutlhe and Lekung in the North West Province: A case

Ruimtelijke objecten worden gekenmerkt door een ligging ten opzichte van het aardoppervlak, kunnen een verschillende geometrie hebben en worden veelal gepresenteerd in kaartvorm.

»ij 4* slaplanten heeft het *»**«**8 van de liohtiatoaoieteit duidelijk invloed op het niveau «m de opeaingotoeotand vas. 4# buiduxttdjiif »a«* heeft geen invloed op

Aan- gezien deze energie, uitgezonden in de vorm van langgolvige straling, niet of nauwelijks door de luchtlaag tussen object en meetapparatuur wordt geabsorbeerd, kan de straling

Het onderzoek van het vacuümkoelen van snijbloemen werd in 197O begonnen. Bloemen, verpakt in dozen, konden in ca. een half uur worden afgekoeld. Het bleek dat vacuümkoelen bij

In het vorige hoofdstuk hebben we beschreven hoe het project ‘Duurzame binnentuin Sint Martens Hof’ verlopen is; de ACT-groep die een onderzoek heeft gedaan, de

Door als overheid, onderzoekers en bedrijfsleven samen te werken, kan een KringloopWijzer worden ontwikkeld die niet alleen goede berekeningen kan maken van de nutriëntenstromen

Het verbaasde ons daarom ook dat we, in tegenstelling tot meerval, in snoekbaars geen effecten van nitraat op voeropname en groei vonden, zelfs niet bij een nitraatconcentratie