• No results found

Kurzrasen versus stripgrazen: Beweiding in het Veenweidegebied

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kurzrasen versus stripgrazen: Beweiding in het Veenweidegebied"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus april 2017

30

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus april 2017

31

Tabel 1

Figuur 1

140 120 100 80 60 40 20 0 Kurzrasen Stripgrazen Maand Drogestofproductie (kg ds ha -1 dag -1

Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt

is vergeleken met stripgrazen bij zowel een hoog als laag OEB-niveau in de bijvoeding. Dit resulteerde in 4 groepen van ieder 15 koeien (9 HF en 6 Jersey) die elk 2 hectare ter beschikking hadden met een krachtvoer-gift van gemiddeld 6,7 kg per koe per dag. De koeien werden beperkt geweid (alleen ’s nachts buiten), en maaien stond ten dienste van de beweiding. Gedurende het hele jaar werden metingen gedaan aan de grasproduc-tie, voederwaarde en melkproductie. Daar-naast werd er ook gekeken naar de morfo-logische ontwikkeling van het gras en naar bodemkwaliteit, waaronder de draagkracht van de bodem.

Grasproductie en draagkracht

In lijn met de verwachtingen was de gras-productie bij kurzrasen 25 procent lager dan bij stripgrazen (zie Tabel 1). Dit verschil was het sterkst tijdens de periode van reproduc-tieve groei in mei en juni (zie Figuur 1), terwijl de grasproductie gedurende de rest van het weideseizoen vergelijkbaar was. Daardoor werd bij kurzrasen veel minder gras gemaaid. De grasmorfologie paste zich snel aan en onder kurzrasen ontstond een grasmat met korte bladrijke grasspruiten en met een zeer hoge zodedichtheid(zie foto’s

volgende pagina). Deze hoge zodedichtheid

was sterk gecorreleerd aan de draagkracht van de perce len, die significant hoger was bij kurzrasen dan bij stripgrazen (zie Figuur 2). Melkproductie

Er was geen verschil in de meetmelkproductie voor kurzrasen in vergelijking met stripgrazen met gemiddeld 22,2 kg per koe per dag over het koppel van HF en Jerseys (zie Tabel 1). De krachtvoergift was gelijk voor beide sys-temen, maar het graskuil-bijvoedingsniveau was wat lager voor kurzrasen: 3,6 t.o.v. 4,3 kg DS per koe per dag. Dit was het gevolg van het gedwongen opstallen van de strip-graasgroep gedurende een week in juni en juli (gebrekkige draagkracht als gevolg van extreme regenval) en begin oktober vanwege een grastekort. Op basis van de VEM-dekking is berekend dat de meetmelkproductie uit weidegras iets hoger lag voor kurzrasen dan voor stripgrazen (zie Tabel 1). De lagere gras-productie bij kurzrasen werd dus ruim-schoots gecompenseerd door een hogere voederwaarde en weidegrasbenutting voor melkproductie. Dit is toe te schrijven aan minder bosvorming (in tegenstelling tot stripgrazen was bloten niet nodig) en min-der verliezen als gevolg van vertrapping of

versmering van gras door natte omstandig-heden. Het ureumgehalte in de melk was hoger bij kurzrasen vergeleken met strip-grazen (zie Tabel 1). Onder het hoge OEB-bijvoedingsniveau liep het ureumgehalte bij kurzrasen op tot 40 mg per dL in augustus, maar bij het lage OEB-bijvoedingsniveau, kwam het ureumgehalte ook bij kurzrasen niet boven 25 mg per dL uit, en hiermee kan dus goed gestuurd worden.

> Nyncke Hoekstra, Nick van Eekeren

Louis Bolk Instituut

Karel van Houwelingen

Kennis Transfer Centrum Zegveld

Frank Lenssinck

Veenweiden Innovatiecentrum

Harm Rijneveld

Groenhorst Barneveld

Gertjan Holshof

Wageningen Livestock Research

Kurzrasen versus

stripgrazen

In het westelijk Veenweidegebied worden nog veel koeien (90 procent) geweid, maar ook hier staat

weide-gang onder druk: Er is een toename van het aantal bedrijven dat overschakelt naar een melkrobot (AMS).

Bovendien neemt door bedrijfsuitbreiding het aantal koeien per hectare huiskavel toe. Daarnaast heeft het

gebied een aantal ‘natuurlijke handicaps’ die van invloed zijn op beweiding, zoals de typische verkaveling

(langgerekte, serieel gepositioneerde percelen, lange kavelpaden en vele slootjes) en de bodem met zijn

lage draagkracht.

KuRZRasEN

De koeien grazen in een weide met een stoppellengte van continu 3 tot 5 cm. Foto: Louis Bolk Instituut

Grasproductie: drogestofproductie (kg ds ha-1 dag-1) op beweidingspercelen gedurende het beweidingsseizoen voor het kurzrasen- en stripgrazensysteem.

Gras en melkproductie voor kurzrasen en stripgrazen.

Kurzrasen stripgrazen Verschil

Grasproductie weide (kg DS / ha) 6311 7984 –21%

Grasproductie maaien (kg DS / ha) 838 1602 –48%

Meetmelk (kg / koe / dag)* 22,1 22,3 –1%

Kuilvoeropname (kg DS / koe / dag) 3,6 4,3 –16%

Meetmelk uit weidegras (kg / ha)** 10156 9643 5%

Grasbenutting (kg melk / kg gras weide) 1,6 1,2 33%

Ureumgehalte melk (mg dL-1) 22 17 28%

* gemiddeld over HF en Jersey en hoog en laag OEB-niveau in de bijvoeding gedurende periode 22/4 tot 22/10

** op basis van VEM-dekking

K

urzrasen is een

beweidings-systeem ontwikkeld in Duits-land en ZwitserDuits-land waarbij continu een stoppellengte van 3 tot 5 cm wordt aangeboden voor beweiding. De focus in dit beweidings-systeem is een optimalisatie tussen de melk-productie en grasbenutting bij continue beweiding door een hoge voederwaarde en minimaal beweidingsverlies. Het uiteindelij-ke doel is een maximaal economisch rende-ment bij een intensieve beweiding van de huiskavel. Het kurzrasen biedt potentieel

een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van gangbare beweidingssystemen zoals omweiden en stripgrazen:

1. In het kurzrasensysteem grazen de koeien steeds op hetzelfde perceel. Er is dus minder infrastructuur nodig in de vorm van looppaden, verkaveling, bedrading en watervoorzieningen en het levert een besparing van arbeid op.

2. Het systeem is eenvoudig te combineren met robotmelken, omdat de koeien bij kurzrasen actiever zijn en meer lopen om gras bij elkaar te krijgen. De dieren zijn dus eenvoudiger te motiveren om tussen stal en weide te pendelen. Bovendien is er een grote mate van dagelijkse routine (elke dag hetzelfde perceel) wat resulteert in een constant en rustig kuddegedrag. 3. Door de lage graashoogte bij kurzrasen

ontstaat een dichte zode die mogelijk een positief effect heeft op de draagkracht en daardoor het weideseizoen op veengrond kan verlengen.

Proefopzet

Het doel van dit onderzoek is om te verge-lijken welk beweidingssysteem zich in het veenweidegebied het best leent voor robot-melken bij een kleine huiskavel en een maxi-male melkproductie per hectare uit gras. In 2016 is op proefbedrijf KTC Zegveld een beweidingsproef uitgevoerd waarin kurzrasen

(2)

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus april 2017

32

Figuur 2

Apr Mei Juli Sep Nov

A

B

0% 50% 100% Grasbedekking 250 200 150 100 50 0 250 200 150 100 50 0 Kurzrasen Stripgrazen Draagkracht (N max /cm 2 ) Draagkracht (N max /cm 2 ) R = 0,74 Maand

ZODEDIchThEID

Hogere zodedichtheid bij kurzrasen (links) vergeleken met stripgrazen (rechts).

systeemvergelijking

Voor een eerlijke vergelijking tussen de beide beweidingssystemen moet ook het verschil in kuilgrasproductie worden meege-nomen: deze was ruim 760 kg DS gras per hectare lager voor kurzrasen dan voor strip-grazen (exclusief inkuilverliezen) (zie Tabel 1). Maar in de huidige proef werd dit verschil ruimschoots gecompenseerd door de lagere kuilgrasopname in het kurzrasensysteem, die omgerekend 958 kg DS per hectare lager was onder kurzrasen. In het huidige proef-jaar hebben de twee systemen dus geleid tot

een vergelijkbare melkproductie per hectare op systeemniveau.

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het project Systeeminnovatie Beweiden Veenweiden gefinancierd door de Provincie Zuid-Holland in samenwerking met het project Amazing Grazing 2.0 en de PPS Ruwvoerproductie en Bodem-management.

Voor meer informatie zie:

www.veenweiden.nl/?s=systeeminnovatie+beweiden, www.amazinggrazing.eu

www.ruwvoerenbodem.nl

• Het kurzrasensysteem bleek prak-tisch goed uitvoerbaar op veengrond en bij een relatief hoog bijvoedings-niveau.

• Over het proefjaar 2016 was de melk-productie onder kurzrasen en strip-grazen op systeemniveau vergelijk-baar. De lagere grasproductie onder kurzrasen werd gecompenseerd door een hogere grasbenutting en moge-lijk een betere voederwaarde. • Belangrijke voordelen van het

kurz-rasensysteem zijn de rust in de kudde, hogere draagkracht door de dichte zodevorming, en lagere arbeids-behoefte en beweidingsinfrastructuur. • Potentiële nadelen zijn het hoge

ureumgehalte in de melk, maar dat is te corrigeren door een aanpassing van het eiwitniveau in de bijvoeding. Op de langere termijn zijn er mogelijk negatieve effecten op de bewortelings-diepte (met risico van verhoogde droogtegevoeligheid) en de opbouw van organische stof in de bodem (door verlaging weideresten). Doordat de koeien relatief veel lopen is een goede klauwgezondheid een belang-rijke randvoorwaarde.

• Gezien bovenstaande lijkt kurzrasen een interessante innovatie om te combineren met een AMS-systeem. • In 2017 zal deze proef nogmaals

worden uitgevoerd om de beide systemen ook onder andere groei omstandigheden te vergelijken. De draagkracht (A) is hoger op kurzrasen vergeleken met stripgrazen en sterk gecorreleerd

aan het % grasbedekking (B) op grondniveau (zodedichtheid).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ze heeft betrekking op alle zomermaanden, dus ook op de periode, waarin blijkens de grafische voorstellingen weer een vrij vast vet geproduceerd wordt (J- Juli). ""Voor

Invloed van de N-bemesting op de opbrengst. Men houde echter in 't oog, dat bij het oogsten het loof reeds voor een groot deel was afgestorven, en dat dit niet bij alle veldjes

De machinist sloopwerk maakt de sloopmachine en/of combinatie van sloopmachine en aanhangwagen en hulp- of uitrustingsstukken klaar voor het rijden over de (openbare) weg waarbij

In zijn inleiding legt Prak uit wat historici fascineert in de zeventiende-eeuwse Republiek: de economische en culturele bloei, de sociale structuur, waarin niet meer de adel maar

Niet alleen in de tomatenplanten zoals ontvangen van de NVWA, maar ook in de tomatenplanten die in het onderzoek in maart 2015 zijn besmet is bij elke toetsing t/m 9 november

Het gezamenlijke aandeel van niet-Europese platvis (yellowfin sole, rock sole) en gekweekte vis (vooral pangasius) daalde wel van bijna 20% naar 10%. De overige 20%

Op grond van de overweging dat in een toenemend aantal be- roepen voor een goede taakvervulling zowel theoretische kennis als praktische vaardigheden van belang zijn, stelt

In other words, the Category A and D activities tend to congregate around the General Industrial zones and spread out from there, with the Mixed-Use zonation providing further