LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT
DEN HAAG (Schev.) - VAN STOLKWEG 29 - TELEFOON 55.23.50 - GIRO 41.22.35Publicatie toegestaan,
mita met duidelijke bronvermelding. Nota Ho 89
ONDERZOEK NMR DE BEREKENINO VAST DS BIJDRAGE VAU DE LANDBOUW
TOT IIET NATIONALE EIKOMEN IN 1 9 3 8 EN 1949
§ 1 . I n l e i d i n g
Bijlage ó van het Advies van de Sociaal-Economische Baad inzake de in de naaste toekomst te voeren loon- en prijspolitiek bevatte enkele gegevens over de verdeling van ons nationale
inkomen. Betreffende de bijdrage van de landbouw tot het nationale inkomen werden o.m, voor 1938 de volgende cijfers gepubliceerd.
(i min gld.)
Landbouw, totale bijdrage 328 waarvan: Lonen en salarissen (incl.sociale
lasten) 150 Aandeel van de ondernemers 178 Mon heeft uit deze cijfers de volgende conclusie getrokken»
Indien men er van uitgaat, dat de post rente in het aandeel van do ondernemers in de orde van grootte van 20-30 min gld. heeft gelegen, bedraagt het aandeel van de arbeiders en van de boe-ren ongeveer hetzelfde. Eet aantal boeboe-ren in 1938 (incl. mede-werkende gezinsleden) was ruwweg tweemaal zo groot als het aantal arbeiders, m.a.w, dooreengenoraen heeft een boer in 1938 - per werkend gezinslid gerekend - slechts de helft verdiend •van dat wat een arbeider verdiende. Daar men het gevoel had, dat dit in strijd met de werkelijkheid was, heeft men zioh af-gevraagd, of de berekening van het C.B.S. over de bijdrage van de landbouw tot het nationale inkomen in 1938 wel juist was.
Het L.E. I. heeft de gehele opzet en berekening van de bijdrage van de landbouw tot het nationale inkomen, zoals door het C.B.S. voor 1938 en 1949 verricht, minutieus onder-zocht. Hierbij zat enerzijds de bedoeling voor om de bereke-ning voor 1938 te verifiëren en anderzijds om meer in het algemeen na te gaan, of er voor de toekomst nog verbeteringen kunnen worden aangebracht in de berekeningsmethode, welke het C.B.S. tot dusver heeft gevolgd. Bovendien heeft het L.E.I. de berekening van 1938,voor zover mogelijk, onafhankelijk van het C.B.S. met eigen gegevens uitgevoerd. Het resultaat van één en ander volgt in deze nota (zie § 4 ©.v.).
2
-§ 2. Het nationale inkomen als uitvloeisel van de Nationale Jaar-rekeningen .
Vóór de oorlog werd het nationale inkomen van ons land op tweeërlei wijze berekend, nl. volgens d e z g n . subjectieve en volgens de zgn. objectieve methode. Voor de uitleg van deze beide methoden verwijzen wij naar onze Nota No 52 "De bete-kenis van de gegevens betreffende het nationale inkomen voor
de beloning van de productiefactoren in de landbouw in verge-lijking met de beloning van die in de industrie".
Na de oorlog heeft het C.B.S, het nationale inkomen niet meer volgens de subjectieve methode berekend, dit als gevolg van achterstand in de belastinggegevens. Het zag er trouwens geheel van af om berekeningen over"het nationale inkomen als einddoel voor zich zelf op te stellen. De oijfers, welke vóór de oorlog bij de objectieve methode werden gebruikt, kwamen . nl. reeds uit anderen hoofde ter beschikking. Hierover een weinig nader.
In het eoonomische leven vindt voortdurend een groot aan-tal transacties plaats, ruiltransacties van goederen of diensten tegen andere goederen of diensten of tegen geld. Tot voor kort werden van de veelheid van ruiltransaoties, welke tezamen het
economische "verkeer" uitmaken, slechts incidenteel en onge-coördineerd statistieken opgezet, In de loop van de tijd kwam evenwel de wens naar voren om van het economische verkeer, dat ontelbare transacties omvat, een alomvattend overzicht samen te stellen. Men heeft dit bereikt met het opstellen van Nationale Jaarrekeningen3-'.
In de Nationale Jaarrekeningen worden de transacties in de eerste plaats ingedeeld naar de herkomst en bestemming er van. Om de transacties volgens dit criterium in te delens
is het nodig de economische functies van de personen en lichamen, welke de basis van het Nederlandse economische leven vormen, in een niet te groot aantal groepen in te delen. Deze groepen, sectoren genoemd, zijn de volgendet
Bedrijven Banken Verzekeringsfondsen Overheid Verbruikers Buitenland
Het stelsel van de Nationale Jaarrekeningen heeft met de bedrijfsboekhouding (dubbele boekhouding) gemeen, dat het sluitend is, d.w.z. iedere post op één der rekeningen vindt op een andere of op dezelfde rekening een tegenpost. Anders gezegdf wat de ene sector verlaat, wordt door een andere opgenomen. Het gebruik van de boekhoudkundige vorm heeft het voordeel, dat deze ook voor niet-statistici begrijpelijk is, terwijl de boekhoudkundige werkwijze door zijn strenge systematiek waar-borgen biedt, dat geen transacties over het hoofd worden ge-zien.
Voor ons doel interesseert ons de sector Bedrijven het meest, daar de landbouw hiervan deel uitmaakt. Voor iedere be-drijfslclasse (o.a. de landbouw) worden in de Nationale Jaarre-keningen geconsolideerde exploitatiereJaarre-keningen samengesteld,
. _ . ,
/Vóór de oorlog s konden de Nationale Jaarrekeningen bekend onder de naami Statistieken van de Nationale Boekhouding,
3
-welke als uitgangspunt de welbekende "formule11 hebbenj
produc-tiewaarde minus waarde van het verbruik31/« toegevoegde waarde
of in de boekhoudkundige vorm:
Lasten Baten Verbruik - Productie ,
Toegevoegde waarde _ „ _ . . . Totaal ls,sten - - ~ Totaal baten.
Do post toegevoesde waarde - hierboven genoemd - omvat voor ds lfXrAhw.i de bijdrage van deze bedrijf »klasse tot het nationale irkomyn, de pacht3 3), de afschrijvingen en algemene
onkosten. Zodoende is het dus mogelijk uit de gegevens, welke de Nationale Jaarrekeningen verstrekken, hot nationale inkomen af to leiden* De wijze, waarop aldus het nationale inkomen
wordt berekend^ stamt overeen met de objectieve methode van vóór de oorlog.
§ 3» Wijze van berekening van de bijdrage van de landbouw tot het nationale inkomen
Uitgangspunt vcor de berekening is de bruto-waarde van de agrarische productie. Van de akkerbouw is deze gebaseerd op de zgn« oogstramingen,, welke door het C.3.S. ieder jaar worden verricht?2*/ Do bcti'okken gegevens worden met behulp van
prijs-gegeveno tot waard^cijfers herleid. De prijzen voor deze
bere-keningen worden voor het merendeel ontbeend aan de prijzen-statiütieken van het C.B.S. De calculatie van de waarde van
de akkerbeuwproductie geschiedde in 1938 langs dezelfde lijnen als jm 1949.
De waardebepaling van de voeteeltproductie steunt tegen-woordig, voor zover het de slachtingen betreft,op de opgaven
door 1 Ö dienst van het Staatstoezicht cp do Volksgezondheid aan hot C.D.S. verstrekt en. op gegevens van hèt Bedrijfschap voor Vee en Vlees* De vaarderautatieta in de veestapel, welke hetzij als positieve, hetzij als negatieve productie worden
'Bedoeld 13 uiteraard het verbruik van de bedrijfsklasse ten behoeve van de productie.
Voor de oorlog werd de pacht opgenomen onder de bijdrage van de landbouw xot het nationale inkomen. Tegenwoordig wordt de pacht, welke een onderdeel van de door de landbouw aan het
nationale product toegevoegde waarde vormt, in het nationale inkomen opgevoerd onder het hoofd exploitatie van onroerende goederen«
xxx)
Wanneer de opgaven, i.-3lke in. de constraining worden v e r w e r k t , t e l a a g mochtei; z i j n , dan raaciict d i t voor de b e r e k e n i n g van h e t n a t i o n a l e inkomen geen v e r s c h i l u i t . Pen d e e l van de p r o d u c t e n wordt n l . vervocdöx-d aan h e t vee. En h e t C.B.S. b e r e k e n t de
door de landbouw v e r b r u i k t e g r o n d s t o f f e n u i t de eigen b e d r i j f s -t a k ( z i e v e r d e r o p ) s -t e e d s door na -t e gaan, welk d e e l van de
p r o d u c t e n ( h e t p r i v ô v c r b r u i k van do b o e r meegeteld) h e t b e d r i j f v e r l a a t . De r o s t p e s t ( v e r s c h i l oogstraming min v e r b r u i k b u i t e n de landbouw) ia dan heb v e r b r u i k door h e t b e d r i j f z e l f . Een t e l a a g g e s c h a t t e oog3truming r e s u l t e e r t dus s t e e d s i n een even t e l a a g berekende a f t r e k p o s t v e r b r u i k door de landbouw.
4
-verantwoord, worden beratend aan de hand van de gegevens van de landbcuwinventarieaties,, In 1938 beschikte men nog niet over de bronnen, welke het thans mogelijk maken de waarde van de
'veoteeltproduotie te berekenen. Noodgedwongen heeft men daarom voor dat jaar afzonderlijke - soms omslachtige - calculaties
opgezet. Hiertoe moest worden gebruik gemaakt van velerlei bronnen,* in een aantal gsvallen heeft men zich gebaseerd op schattingen van deskvndigens
De waardo van de productie' van tuinbouwproducten werd sowel in 1938 als in 1949 ontleend aan aanvoercijfers van de veilingen» Deze gegevena worden aangevuld met ramingen over de afzet van groenten en fruit buiten de veilingen om en de pro-ductie van tuinbouwproducten, welke niot worden geveild. Hier-bij wordt gebruik gemaakt van inlichtingen van het Bedrijfschap voor Groenten en Fruit en van het Bedrijfschap voor
Sierteelt-producten/„ z
Van de aldus berekende bruto-waarde van de agrarische pro-ductie v/orden vervolgens de door de landbouw, verbruikte grond-en hulpstoffgrond-en (voovooder, zaaizaad, kunstmest, etc») afge-trokken. Dit verbruik wordt in drieën gesplitst, nl, producten uit invoer, producten uit de landbouw zelf en producten uit andere bedrijfeklassen* 'De calculatie er van geschiedt aan de hand van de Statistiek van In-, Uit- en Doorvoer, uit statis-tieken van de afzet van landbouwproducten en uit enkele bereke-ningen voor do industrie»
De bruto-waarde ven do productie minus de waarde van de verbruikte grond« en hulpstoffen geeft de door de landbouw toe-gevosgdo'v/aardü aan» Laatstgenoemde grootheid wordt door het C.B.S3 ontleed in dt> volgende ponten;
lonen en salarissen, sociale laaten, bruto-paohten, afschrijvingen, overige koeten,
ondernemersir.komen, rente, reserveringen en winsten. De totale loonsom verkreeg het C,B,S0 zowel in 1938 als
in 1949 uit do Ongevallenstatistieken van de Rijksverzekerings-bank en uit de verslagen van de bedrijfsverenigingen, aan welke de uitvoering van do Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 is op-gedragen* De sociale lasten worden over de totale loonsom bere-kend. Voor de specificatie van de resterende posten maakte het C.B^S, z.owol voor '933 ale vcor 1949 - voor zover het de akker-bouw en de veetselt aangaat - gebruik van de cijfers van de
Landbouwboekhoudburea-ux omtrent de bedrijfsuitkomsten, V66r de oorlog worden d&ae gepubliceerd in de Verslagen on Mededelingen van de Directie van de Landbouw, na de oorlog zijn zij gedurende een viertal jaren verv/erkt in do Bedrijfsuitkomstenatatistiek x)
' Van eon aantal minder belangrijke agrarische producten wordt de, bruto-pro0uotievr*3rde uit andere gegevens berekend dan in bovenstaande alinea's io vermeld.
5
-van het L.E.I, Het C.B.S. rekent de cijfers -van de landbouw-boekhouôbureauz, welke per ha landbouwgebied zijn berekend,om tot absolute bedragen voor de gehele landbouw door ze te ver-menigvuldigen met de oppervlakte bouw- en grasland in ieder der landbouwgebieden en de aldus gevonden bedragen te sommeren. Wat de tuinbouw aangaat heeft het C.B.S. in I946 en 1947 een
zo nauwkeurig mogelijke calculatie opgezet op basis van de kestprijcrapporten van tuinbouwproducten van het L.E. I. Zowel voor I938 al& voor 1949 heeft zij de gegevens van deze calcu-latie gehanteerd ter specificatie van de bovenvermelde posten. Be post ondernemersinkomen, rente, reserveringen en winsten vormt in de na-oorlogse berekeningen een zuivere restpost. Zij v>*ordt gbvonden door de overige posten, zodra deze bekend zijn,
af te trekkon van de toegevoegde waarde. De nauwkeurigheid van dezo post wordt bijgevolg bepaald door de 'mate van nauwkeurig-heid, waarmede de overige posten gecalculeerd zijn. In I938 werd de post ondernemersinkomen, e t c nog op een andere (meer
directe) wijze benaderd.
§ 4. Enkele opmerkingen over de berekening voor 1938
Zoals in het voorgaande vermeld,heeft het L.E.I. - met welwillende medewerking van hét C.B.S. - de gehele berekening betreffende de bijdrage van de landbouw tot het nationale in-komen, zowel voor het jaar 1938 als voor 1949, in details onder-zoent. Voor het jaar 1949 - de meest recente berekening, welke door het C.B.S. is uitgevoerd - kunnen waarschijnlijk enkele verfijningen worden' aangebrachtj voor 1950 en volgende jaren zal hieraan door nauwere samenwerking tussen het C.B.S. en het L.E.I. aandacht worden geschonken. Voor 1938 heeft het L.E. I. onafhankelijk van het C.B.S. een nieuwe berekening opgezet. De ui'-küuist hiervan geeft aanleiding tot hot maken van de vol-gende aantekeningen ten aanzien van de berekening van het C.B.S.j a. De gegoven3 van het C.B.S. laten het toe de verdeling van de
toegevoegde waarde te splitsen over de akkerbouw en veeteelt enerzijds en de tuinbouw anderzijds. De uitkomst hiervan is (x min gld. )t ' Lonen en salarissen Sociale lasten Bruto-pachten Afschrijvingen Overige kosten Ondernemersinkomen, rente, reserveringen en wincten Toegevoegde waarde
Bijdrage tot het nationale inkomen Akkerbouw
en
veeteelt 108 *5 *
146
30
55
153 '497
266 . Tuinbouw35
* 224
7
33
25 •126
62 -Landbouw totaal 143 '7 '
170
37
88
178 *623
328 • (Volgens de na-oorlogse opvatting rekent men van de bovenstaande posten de som van lonen en salarissen, sociale lasten en het on-dernemers inkomen (incl. rente, reserveringen en winsten) als • bijdrage van de landbouw tot het nationale inkomen*)6 «
b, Terwijl de bruto-waarde van de akkerbouw- en de tuinbouwpro-ductie in 1938 vrij nauwkeurig door het C.B.S. kon worden bere-kend, is de nauwkeurigheid van de gecalculeerde bruto-waarde 'van de véeteeltproductie t^ioi^lacfttig«:*,. Het L.B, I, heeft
de berekening onafhankelijk van het C.B.S. met eigen gegevens uitgevoerd. Het kont aldus trt een nogal wat hogere waarde van
do veeteeltproductie (zie bijlage)} bij de "berekening van de waarde van de akkerbouw- en de tuinbouwproductie werden geen
noemenswaardige afwijkingen geconstateerd.
C,B,S. L.E. I. x min gld. x min gld.
Bruto-waarde akkerbouwproductie 252 (geen afwijking) Bruto-waarde veeteeltproductie 583 635 Bruto-waarde tuinbouwproductie 141 (geen afwijking)
c, Weliswaar geeft de door het C.B.S. berekende bruto-waarde van
de tuinbouwproductie geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen, de verdeling van de toegevoegde waarde bleek echter op enkele
punten minder nauwkeurig te zijn. Het ondernemersinkomen komt, zoals vermeld, niet als restpost uit de bus, doch is met behulp van speciale gegevens afzonderlijk berekend. Het L.E.I. heeft wederom de "restpostmethode" toegepast. Hiertoe werden 2 posten van de toegevoegde waarde, welke het C.B.S. in 1938 nog niet
nauwkeurig kon becijferen, in relatie tot de desbetreffende bedreven voor 1949 bepaald.
Het resultaat is als volgt:
C. B. S. L. E. X. vc min gld. x min gld,
Ondexnemersinkcmen tuinbouw (incl.rente) 25 37 d. Bovendien heeft het L.E.I. de post rente van het
Ondernemers-inkomen, etc. afgesplitst. Het komt voor land- en tuinbouw tot de volgendo rentebedragent
Akkerbouw
en Tuinbouw veeteelt
x min gld. x min gld. Rente dode en levende inventaris 31 7 o. - P Q hierboven sub b« en c. geconstateerde afwijkingen resulteren
ceteris paribus in een verhoging van de restpost ondernemersin-komen. Onder punt d, werd van dit verhoogde ondernemersinkomen
de rente afzonderlijk bepaald. Aldus gecorrigeerd worden de van belang zijnde oijfers hierboven sub a»genoemd (alles in min gld.j tussen haakjes zijn nogmaals de cijfers uit de oorspronkelijke berekening van het C.B.S, vermeld)i
Akkerbouw
en Tuinbouw
v e e t e e l t
Landbouw
t o t a a l
Lonen en s a l a r i s s e n 108 (108) 35 (35) 143 (143)
S o c i a l e l a s t e n 5 (5) 2 (2) 7, (7)
Eerite 3 l " l / ,
r_ \
7 \ / ' ? K ' ) 3 8 L / ,7O \Ondernemersinkomen ( e x c l . r e n t e ) 1 7 4 J ^
; > J- ' 2>oJ
x•>' 204J
V' '
B i j d r a g e t o t h e t n a t i o n a l e
inkomen 318 (266) 74 (62) 392 (328)
188
„ 7
-Conclus
ie«
Ona onderzoek op het C.B.S. heeft aan het licht gebracht, dat
genoemde instelling de bijdrage van de landbouw tot het nationale
inkomen met de haar ten dienste staande middelen zo nauwkeurig
mogelijk tracht te berekenen.
Door onvolledigheid van het beschikbare basismateriaal was het
resultaat voor 1938 echter niet geheel nauwkeurig. De restpost
vndernemersinkomen, rente, reserveringen en winsten bleek na
verificatie te laag te zijn.
De volgende punten zijn hierbij op te merkem
a, Door do oijfers van de akkerbouw en veeteelt enerzijds en die
van de tuinbouw anderzijds van elkaar te splitsen, bleek het
cndememeroaandeel voor de landbouw in engere zin relatief
reeds in een andere orde van grootte te komen te liggen dan het
aandeel van de arbeiders,
b, Door herberekening van de bruto-productiewaarde - speoiaal van
de veeteelt ~ werd de post ondernemers inkomen voor de landbouw
in engere zin bovendien hoger,
c, Een poging om de grootte van het ondernemersinkomen voor de
tuinbouw op een meer aannemelijke wijzo te benaderen, resulteerde
eveneens in een verhoging van deze post.
Tot besluit geven wij nog een vergelijkend overzicht tussen
de oorspronkelijke cijfers van het C.B.S. - zoals gepubliceerd
in bijlage 6 van het hierboven genoemde Advies van de
Sooiaal-Economische Kaad - en de nieuwe cijfers van het L.E.I,i
Bijdrage van-de landbouw tot het nationale inkomen in 1938
(x
min gld.)i
C. B. S. L. E. X.
Lonen en salarissen (incl.sociale
lasten) 150 150
Ondernemersinkomen, rente,
reserve-ringen en winsten. 178 242
Totale bijdrage van de landbouw tot
het nationale inkomen 328 392
In procenten1
Aandeel van de arbeiders 45,7 38,3
Aandeel van de ondernemers 54» 3 61,7
Totaal 100 100
Naschrift •
Tijdens ons onderzoek is gebleken, dat met betrekking tot
de berekening van de bijdrage van de landbouw tot het nationale
inkomen in de komende jaren een nauwere samenwerking tussen het
C.B.S. en het L.E. I. zeer gewenst is. Het L.E.I. kan het C.B.S.
bijv. op een aantal punten nuttig aanvallend grondmateriaal
ver-strekken. Baide instellingen hebben besloten om tot deze
samen-werking bij het opstellen der berekeningen over te gaan.
«s-Gravonhage, 25 Maart 1952. . D
QDirecteur,
Samengesteld door:
G,Greidanus, eo.drs 1
/ƒ
,
H>M-'
.v/,9
-B i j l a g e
ENKELE DETAILBEREKENINGEN BETREFFENDE DE BIJDRAGE VAN DE
LANDBOUW TOT HET NATIONALE INKOMEN IN 1938
I . Bruto-waarde van de v e e t e e l t p r o d u c t i e
I L Renteberekening
I I I . Bepaling van h e t ondernemersinkomen in de tuinbouw
Opmerking? A l l e d e t a i l b e r e k e n i n g e n van h e t C.B.S. b e t r e f f e n d e
de b i j d r a g e van de landbouw t o t h e t n a t i o n a l e inkomen i n 1938
z i j n door h è t L . E . I . opnieuw opgezet. S l e c h t s die g e d e e l t e n
e c h t e r , w a a r b i j h e t L.E. I . t o t een afwijkend r e s u l t a a t komt,
worden i n deze b i j l a g e weergegeven. De b e r e k e n i n g van de
r e n t e (sub I I ) en de b e p a l i n g van h e t ondernemersinkomen in
de tuinbouw (sub l i l ) z i j n geheel voor v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d
van h e t L.E. I . , daar h e t C.B.S. n i e t over voldoende gegevens
b e s c h i k t om deze c a l c u l a t i e s t e v e r i f i ë r e n .
L B r u t o w a a r d e v a n d e v e e t e e l t
-p r o d u c t i e
a. I n d u s t r i e - en consumptiemelk
Het C.B.S. berekende voor de producentenwaarde van de
i n d u s t r i e m e l k 3,350 min kg x 6,34 o t . = 212,4 min g l d . , doch
reduoeerde a c h t e r a f d i t bedrag t o t 193» 5 ^ n glcL«> zodat i n
f e i t e de geproduceerde h o e v e e l h e i d v e r r e k e n d i s tegen een
p r i j s van 5> 78 o t . Ons onderzoek h e e f t uitgewezen, dat deze
p r i j s g e e n s z i n s t e l a a g i s en dat de aan de veehouders w e r k e l i j k
u i t b e t a a l d e p r i j s e e r d e r nog i e t s l a g e r geweest i s dan i e t s
hoger. Dit stemt geheel overeen met een meer r e c e n t e b e r e k e
-n i -n g va-n h e t C . B . S . , w a a r b i j me-n voor de p o s t i-ndu3triemelk
komt op 183»! min g l d . Wij hebben d i t l a a t s t e bedrag
aangehou-den, hetgeen neerkomt op een m e l k p r i j s van 5»47 e t .
De producentenwaarde van de consumptiemelk werd door h e t
C.B.S. berekend op 1.252 min kg x 6 , 4 o t „ » 80>1 min g l d . Ook
d i t bedrag werd a c h t e r a f v e r l a a g d , n l , t o t 6 0 , 1 min g l d . Dit
i s een vermindering met 20 min gld, of 25$, zodat de
consumptie-melk in f e i t e gewaardeerd i s tegen 6,4 -• 1»6 o 4,8 e t .
Volgens ontvangen mededeling van de Coöperatieve Melk
C e n t r a l e h e e f t de aan de boeren u i t b e t a a l d e m e l k p r i j s in h e t
C.M.C.-gebied gedurende h e t seizoen 1938/39 evenwel 6,291 e t .
per kg bedragen. Deze melk kwam g r o t e n d e e l s in consumptie.
Ruwweg i s h e t de h e l f t van de in ons l a n d in 1938 geproduceerde
oonsumptiemelk. Nemen w i j voor de andere h e l f t , d i t b e t r e f t
dus de consumptiemelkjWelke b u i t e n h e t C.M. C,-gebied door de
boeren i s a f g e l e v e r d , de bovengenoemde p r i j s van 5>47 ot, aan
(wij beschikken n i e t over b e t e r e g e g e v e n s ) , dan komen w i j op
een gemiddelde p r i j s voor de consumptiemelk van
6
*
2? O » 47 . 5,88 et.
Producentenwaarde van de consumptiemelk dus
1,252 min kg x 5,88 ct<« 73,6 min g l d .
10
-b. Vee en vleea
1. Kunderen en kalveren geslacht
voor binnenlandse consumptie
2. Varkens voor binnenl.cons.
3. Paarden, schapen en geiten
voor binnenlandse consumptie •
4« Huiaslaohtingen
5, Export rundvee
6, Varkens geslacht voor export
7, Export van paarden
8, Schapen geslacht voor export
9» Vet van geslacht vee
10. Toeneming veestapel
Totaal
-De bovenvermelde bedragen van het L.E. I. zijn als volgt
ver-kregen,
1. Kunderen en kalveren geslacht voor binnenlandse consumptie.
C« B. S.
x mir* gld.
73,3
73,4 .
6,1
14,0
0,1
23,0
0,8
mm23,6
215,2
L.E. I.
x min gld.
78
' 85,8
• 6,4'
30,2
0,1
23,0
0,8
31,7
257,9
1 Omschrijving
'ii j l t a l slachtingen ' , \
%m,koud gesl,gewicht '
f n c l . n i e r v e t , excl.
f loa vet) ,\
t t a a l geslacht gewicht \
M j a p.kg gesl,gewicht
2J
liarde
Eenheid
stuka
kg
kg
c t .
min gld.
Runderen
353.106
260
3i.807.76O
71 3)
65,2
Kalveren
v e t t e
114.627
85
9.746.950
101 4)
9,8
gras
79.490
95
7.551.550
56 5)
4,2
nuchtere
554.754
25
13.868.850
45
6>
6,2
Totaal
85,4
Bij deze berekening is uitgegaan van de prijzen, welke
ver-meld zijn in het Verslag van de Directie van de Landbouw 1938.
Deze prijzen zullen waarschijnlijk betrekking hebben op
Ie kwaliteit. Het C.B.S. ging uit van de prijzen van 2e
kwali-teit en kwam uit op een totaalbedrag van 76,1 min gld. Het lijkt
ons het meest juist om het gemiddelde van de beide bedragen aan
te houden, d. i. 8
M-
76,1 ^
QQfQ^
gld>Hiervan moet nog worden afgetrokken voor verzekeringen, winst
veehandelaar, marktgeld en vervoerskosten naar de markt
2,8 min gld» (C.B.S.), De einduitkomst wordt dus 80,8 - 2,8 »
78 min gld.
•ÏJ
2)
3)
4)
5)
6)
Onderzoek naar het vetgebruik in Nederland in de perioden
I933-I943 en 1946-1949 (Tijdschrift "Voeding", 15 Febr.1951).
VerBlag Directie van de Landbouw 1938.
Veemarkt ' s Hertogenbosch, Rotterdam, Amsterdam, Zwolle.
Veemarkt Zwolle, Rotterdam, Purmerend.
Veemarkt Rotterdam.
Veemarkt Leeuwarden, Amsterdam, Rotterdam.
11
-2. Varkens geslacht voor "binnenlandse consumptie»
Aantal slachtingen /\ 1.155.045 Gem. levend gewicht ' 140 kg
Prijs per kg levend gewicht - 53 et» Waarde 1.156.045 * 140 x 0,53 ~ 85,8 min gld,
3. Paarden, schapen en geiten geslacht voor "binnenlandse oon-sumptie:
(i) Paardenj
Aantal s l a c h t i n g e n voor binnenland ' 27-736
h i e r v o o r ingevoerd 6„ 600
paarden afkomstig b u i t e n
de landbouw 3»000
9.600
Aantal s l a c h t i n g e n van b i n n e n l a n d s e
landbouwpaarden , \ 18.136
Gem. koud g e s l a c h t gewicht per s t u k ' 330 kg
T o t a a l g e s l a c h t gewicht „ \ 5.984.88O kg
P r i j s p e r kg g e s l a c h t gewicht ' 53 o t »
Waarde i n min g l d . 3»2
( i l ) Schapen:
Aantal s l a c h t i n g e n voor binnenland ' 204.500
Gem.koud g e a l a c h t £<?wicht , \
i n o l . n i e r v e t , e x o l . l o s v e t ' 30 kg
T o t a a l g e s l a c h t gewicht 6.135*000 kg
H u i s s l a c h t i n g ' " 7483 si;
Gem. koud g e s l a c h t gewioht , \
i n o l , n i e r v e t , e x c l . l o s ve.t ' 36 kg
T o t a a l g e s l a c h t gewicht 26j?>388 kg
x 6,404.388 kg
P r i j s p e r kg g e s l a c h t gewicht ' 48 o t .
Waarde i n min g l d , 3»1
( i i i ) G e i t e n »
A)T o t a a l g e s l a c h t g e w i c h t
4' c\ 279.000 kg
P r i j s p e r kg g e s l a c h t g e w i c h t
5' 48 ot,
Waarde in min g l d , 0 , 1
T o t a a l in min g l d . 6 , 4
TZ
Zie noot 1 van de berekening "Runderen, enz."
2)
'Veemarkt Rotterdam.
•*'Veemarkt Rotterdam en Leeuwarden.
'Ontleend aan het Rapport van de zgn.Vetcommfesie (tabel 6 ) . 5)
>u
-4. H u i s s l a c h t i n g e n ; Aantal s l a c h t i n g e n -,\ 288,060 Gem.koud g e s l a c h t gewicht ' 175 kg T o t a a l g e s l a c h t gewicht \ 50.400,000 kg P r i j s p e r kg g e s l a c h t gewicht ' 60 ota T o t a l e waarde ( i n min gld„ ) 3 0 , 2 Zie noot 1 van de b e r e k e n i n g "Runderen, e n z , " .
2)
'Prijs vette varkens 63 ct4j in verband met een mindere
kwa-liteit van huisslachting varkens aangenomen 60 et,per kg geslacht gewicht,
5, 6, 7 en 8, Export rundvee; varkens geslacht voor export} export paarden} schapen geslacht voor exporti
De desbetreffende bedragen zijn na verificatie ongewijzigd van het C.B.S, overgenomen.
9, Vet van geslacht vee:
De produce n tont/aard o van e.1 het vet van geslacht vee (los vet plus niervet) bedroeg in 1938 2,8 min gld, (C.B.S.). Daar het niervet van alle vee en het varkensvet reeds in het
voorgaande verrekend zijn, hebben wij deze post teruggebracht tot rond 1 min gld,
10, Toeneming van de veestapelj
De toeneming van de veestapel is berekend door uit te gaan voor wat betreft de runderen, paarden, schapen en hoen-ders van de Inventarisatie Mei 1938 en Mei 1939, voor wat
betreft de varkens van de telling Februari 1938 en Februari 1939. De mutaties zijn gewaardeerd tegen de prijzen, ontleend aan de marktnoteringen volgens het Verslag over de Landbouw in Neder-land over 1938. (N.B. In enkele gevallen werd een correctie aangebracht.)
13
-p» î i CD f"i 4 CD <D Ö CO 3 * o CD S p< o w m o CD 3 P i o 4 Kl h> >xj hçj f t 3 O O Ol P. h" K U H {U o CD O g H- 4 8 CD CR m en S 3 03 O 3 " S» u " H V UJ ON c » 4» H 4 * V£> —J - J • 9 COVO VO H V O - 4 ^ * 5 S CD ON r O - J ON CD ^ O PO VJI U I O & •U o 3 *T* te- -=s p 5 co p p . i2 h CD W PW M CD CD CD " *# * ö !» H C i . f l * a" a> o 3 3 • <D O p . £ co P- 3 4 OJ o . S» P -CD 3 CP S3, h) ta£8
• d CM CD g CD 3 <J bd tu H-H CM s s WCM CD S 3 3 ta -a* «4 <i c i . o pi tu o - 4 3 3 3 œ CM 3 ON ON CD 4 S * CD 3 ca O OCM er CM 4 ÖL P1 CD 3 «f 3 O ON O 4 ^ <+ » . O w O ON en O 3£
Jf
K « t » CD <D e+ 3 CO Œ H-« t £± H-« < H T N C» P CD O H S < - 2 CO H M B e... S5 © 3 O P- O M 3-, £ * & ! ?
M t» W o 1 3 * e+ CD H-3 H-3 CM W (D ^ 3 H C M 3 K C o CO CD c f W CD H 3 C l . t V M H g « & H8
-M -M CD CM 3 3 & 0p. g.
H, CD P- 4 t—1 }~i » • C l . o 3 3 3 p i «J m CD3 "
CD CD C l . o 3 3 CM CD 4 P-3 t-> C i . 3 P % TO OJ v.n ONVo r o » • «• » vo t-»vo ro ro—J u< ro u * ro r o 4 * ro U i ^ » . ro --J.COVJl » o » O - J CO U» o u » M - J CO H* M PO 4=» r o y n vO 4 * COU1 4 * f -1 COVO CO O * U « l> ^ 0 VJI C N U J - J W-f* COVO r 0 4 * 0 0 4 * V J I - J COVJI ro-P-M ONpo ro rovji ro-P-M 4». r o r o u » - ~ 3 ~ 4 O N 0 0 t - ' o u i 4* u1—avo ON ON o—a OON ~ 4 ~ 0 - ~ 3 0 N I A > 4 ^ \ J 1 - F > - ON Mo — I U ^ - . i ro VJI VJI o - J 4> VJI OVO VO U»vjl ON CO*»
ro u* co 4». VJI UJ ON CO M O » O f CN o v J I ro H O C n C o Co c o ^ o ON ro 4 * v i ro o u» co • e • Lu u » 4 i . 1>J ÇOLu vo M ro M ro u> u i po vn-T». o ro co 0 O 6 » C ' • - O 4 ^ VO <m *». U 1 - J COON ÜNVO ON U i ^ U H U t O M ON ro ro u» VJI *» l -,r o U > V O - g - J r O V j r i - - j - P » . - J V j f C O C D H H U l O V J 1 * » 4 ^ Q U > v _ n o o o N U > r o - * * +* Co co*>. u» ro - J c o ^ . vo
VJI M u> ONVO O ON t*'VJI ON
+ i + + *-4 COVO « » » ON M ON O vo e-,v.n c\ Kj\£*—i ro