• No results found

Een numeriek bestuurde draaibank

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een numeriek bestuurde draaibank"

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een numeriek bestuurde draaibank

Citation for published version (APA):

Everts, M. P. (1988). Een numeriek bestuurde draaibank. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPA0637). Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1988

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

EEN NUMERIEK BESTUURDE DRAAIBANK.

;

H'1t

..

STAGEVERSLAG HOGESCHOOL VENLO

'

M.I.

Everts

-;

okWber 1988

W~A

rapport

0637

(3)

t,.,

Samenvatting.

In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de besturing van een numeriek bestuurde draaibank. Een numeriek bestuurde gereedschapsmachine bestaat uit drie

basiscomponenten: - Het programma. - De besturingseenheid. - De gereedschapsmachine.

Voor he,t vervaardigen van een werkstuk heeft de machine informatie nodig. Deze informatie wordt het gereedschapswerktuig aangeboden in de vorm van een programma. Het programmeren wordt toegelicht aan de hand van voorbeelden.

Summary.

In this report an outline of the control1s of a numerical controlled lathe is given. A numerical controlled machine tool consists of three components:

- The program. - The control unit. - The machine tool.

In order to manufacture a product the machine needs information. This information is presented to the machine as a program.

(4)

Inhoudsopgave.

biz.

1. Inleiding. 1.

2.

Numerieke besturing.

2.

3 . . Inrichting van de machine. 3.

4.

De besturing. 5.

5. Programmeren.

7.

5.1. struduur van een programma.

8.

5.2. programma-voorbeeld 1.

10.

5.3. programma-voorbeeld 2. 15.

5.4.

overige programmeer-faciliteiten.

17.

6.

Het uitvoeren van een programma. 19.

Literatuuropgave. 20.

Bijlage 1. Lijst van G-fundies. Bijlage 2. Lijst van M-fundies.

(5)

-1-1. Inleiding.

Op de Technische Universiteit Eindhoven werk ik aan een opdracht die bestaat uit het ontwerpen en het-produteren van het gereedschap voor een extrusieprodukt. Het werkstuk is een beker waarvan de vorm en het zwaartepunt zodanig gekozen zijn dat het uit vrijwel iedere stand weer rechtop komt te staan.

Voor het vervaardigen van het gereedschap voor dit werkstuk wordt een numeriek bestuurde draaibank gebruikt. Deze draaibank) een Weiler 2CNC Primus of een Weiler Praktikus, kan de gewenste vorm van het gereedschap vrij exakt realiseren.

Over de gehele stageperiode kan een indeling van de verslagen als voIgt gemaakt worden:

1. De numerieke besturing van een Weiler CNC draaibank.

2. Een beschrijving van het ontwerpproces van het werkstuk en het gereedschap. 3. De produktie van het gereedschap.

Dit verslag beschrijft dus de numerieke besturing van de draaibank en is als het ware een voorstudie op het maken van het extrusie-gereedschap.

(6)

-2-2. Numerieke besturing.

Numerieke besturing is een vorm van automatisering van gereedschapswerktuigen door middel van programmering. Numerieke besturing wordt vaak aangeduid met NC

(Numerical Control) of CNC (Computerized Numerical Control) wanneer de besturing door een "micro"computer beheerst wordt. Een groot voordeel van numerieke besturing is dat aIleen het programma maar verwisseld moet worden indien een ander werkstuk verlangd wordt.

Een CNC systeem bestaat uit drie basis-<:omponenten:

1. Het programma verschaft de best uringseenheid aile informatie die de machine nodig heeft om een bepaald werkstuk te vervaardigen.

2. De besturingseenheid is opgebouwd uit:

-- een geheugeneenheid voor werkstukprogramma's.

-- een geheugeneenheid voor het systeem van het programma. -- een informatie verwerkende eenheid (micro-computer) -- invoer en uitvoer eenheden.

3. De gereedschapsmachine voert de nodige bewerkingen uit.

PR06RAMMA

BESTURIN6S

-EfNHEID

GERH

PSCHAf5-r'1ACHINf

(7)

3. Inrichting van de machine.

II

Om een numeriek bestuurde machine te kunnen besturen wordt een coordinatenstelsel gedefinieerd. Voor de asbenoemingen zijn ISO aanbevelingen en DIN richtlijnen opgesteld (ISO

I

R841 en DIN 66217); Bij een draaibank zijn de assen als voIgt gedefinieerd:

De Z-as valt samen met de draaiingsas van het werkstuk en ditis de hoofdaanzetricht ing.

De X-as Iigt in de andere aanzetrichting.

Algemeen wordt aangenomen dat wanneer de beitel in positieve richting beweegt, deze zich van het werkstuk verwijdert.

,.,

... +---_ _ _ . _ . 1

.l".

I

~

jiguur

2.

inrichting van de machine.

(8)

-4-Voor de inrichting van de machine zijn een tweetal punt en van belang. (zie figuur. 3) Deze zijn het machinereferentiepunt en het machinenulpunt.

,

1. Het machinereferentiepunt.

(symbool~)

Dit is een vast punt dat afhankelijk is van de machineconstructie. De

coordinat'en"'van dit punt zijn vastgelegd in het meetsysteem van de machine Bij het opstarten van de machine is het noodzakelijk om het machine-referentiepunt aan te varen. Ret meetsysteem weet dan waar de sledes zich bevinden. Ret punt op het kopvlak en op de centerlijn van de revolverkop staat nu op het machinereferentiepunt. Bij het verspanen moet echter een bepaald punt van het verspanend gereedschap worden gestuurt en daarom dienen de uitsteeklengten van het gereedschap bekend te zijn aan het

geheugen vail de machineconstanten. De uitsteeklengte kan bepaald worden door een meting of door het maken van een proefsnede. De gevonden waarden kunnen in het geheugen worden ingevoerd.

2. Ret machinenulpunt.

(symbo~l.)

Dit punt is de oorsprong van het coordinatensysteem. Na het aanvaren van het machinereferentiepunt is dit punt bekend. De afstanden Zmr en Xmr (zie figuur 3.) zijn door de fabrikant in de machineconstanten vastgelegd.

Verder wordt in het programma, met behulp van een nulpuntsverschuiving, een

werkstukn~lpunt

(symbool"- ) vastgelegd. Dit punt wordt zodanig

g~kozen

dat er een minimum aantal berekeningen noodzakelijk zijn. Vaak is het punt op de hartlijn en op het kopvlak van het werkstuk een goed hanteerbaar punt.

(9)

4. De besturing.

De Weiler 2CNC draaibank is uitgerust meteen Philips CNC 3480 besturing. De besturing moet over een aantal informaties beschikken om de draaibank te kunnen besturen.

Deze zijn:

- werkstukspanpositie. - bewerkingsafloop.

- gereedschappen die voor de bewerking nodig zijn en de daarbij behorende technologische gegevens.

- werkstuk geometrie.

Al deze informatie moet dus in het programma staan dat we de machine aanbieden. Het programma is opgebouwd uit een aantal deelprogramma's of programmaregels. Iedere regel is een ins,tructie voor de machine.

De werkstukspanpositie wordt bepaald door de afmetingen van het ruwe materiaal. In het programma geven we de besturing de ligging van het werkstuknulpunt op (zie programma-voorbeeid 1 blz.9).

De bewerkingsafloop wordt stap voor stap geprogrammeerd. Men heeft de beschikking over instructies voor bijvoorbeeld voor- en nadraaien uit vol materiaal waarbij de machinebesturing zelf het aantal sneden bepaald voor de opgegeven snedediepte.

Een gereedschap wordt in het programma opgeroepen met een specifieke code; bijvoorbeeld: T 01 01 3. (zie bijlage 3.)

Het eerste cijfer geeft de revolverpositie van de beitel aan. In dit geval positie

1.

.. ,-,

Het tweede djrer geeft de geheugenpositie van de beitel aan. Hierin staat wat de uitsteeklengten van de beitel zijn en welk symbool er voor de grafische simulatie gebruikt wordt.

(10)

· ~"

Het l~tste cijfer is voor de snijradiuscompensatie. (zie Hoofst uk 5.3. bIz. 16.) 1= radiuscompensatie links.

2= radiuscompensatie rechts. 3= geen radiuscompensatie.

Ais het gereedschap zieh, gezien vanuit zijn bewegingsrichting, links (rechts) van de te bewerken contour bevindt, dan kiest men voor de radiuscompensatie links

(rechts).

De werhtukgeometrie moet vanuit de tekening vertaald worden in voor de besturing

II

lees bare informatie. Door het opgeven van coordinaten samen met G-fundies weet de besturing hoe het gereedschap moet bewegen en waarheen.

Bijlage 1. geeft een overzicht van enkele G-fundies.

(11)

-7-5. Programmeren.

In dit hoofdstuk wordt het programmeren van een werkstuk behandeld aan de hand van twee programma-voorbeelden, maar hieraan voora£gaand wordt globaal de structuur van een programma beschreven.

In het eerste voorbeeld gaan we uit van een tekening waarin de geometrie van bet werkstuk'volledig is vastgelegd. Hierop voIgt een programma waarmee dit werkstuk gemaakt zou kunnen worden. Met behulp van dit programmavoorbeeld worden diverse instructies besproken.

Bij het tweede programma-voorbeeld wordt het werkstuk van voorbeeid 1 omgespannen en wordt vervolgens een binnencontour geprograrnmeerd zoals in de tekening is aangegeven.

(12)

'~"

-8-5.1. Struduur van een programma.

Een programa is opgebouwd uit een aantal stukken waarin min of meer overeenkomstige instructies worden gegeven.

In de kop van het programma wordt de machine ingesteld. Dit betekend dat we het nulpunt van de machine verschuiven. In de programma-voorbeelden gebeurt dit in twee stappen. Eerst wordt het nulpunt op het aanlegvlak van de klauwen gelegd. Vervolgens verplaatsim we dit punt naar een in de programmering goed hanteerbaar punt; bijvoorbeeld het kopvlak van het werkstuk. Het eerste gereedschap wordt aangeroepen.

De tweede stap begint met een programmaregel waarin een verspaningscyclus wordt opgegeven op contour die daarna voIgt; bijvoorbeeld voordraaien uit vol materiaal (010). De contourbeschrijving bestaat uit de weginformatie voor het verspanend gereedschap. Met G13 wordt de contourbeschrijving afgesloten, waardoor automatisch de

laatstgen.,oemde verspaningscyclus wordt uitgevoerd. Nu kan een andere verspaningscyclus worden opgegeven op dezelfde contour ,bijvoorbeeld nabewerken (G12), of een

verspaningscyclus op een andere contour.

Een programma wordt afgesloten met een karakteristieke regel:

N ..

G53

M30

Met deze regel wordt de nulpuntverschuiving weer teniet gedaan en de besturing springt terug naar het begin van het programma.

(13)

·6

-9-

---_._---REGIONAAL CENTRUM WERKTUIGBOUWKUNDE

t-4---

fI) ._ .. _-- - -... _ . $ - - -... 2x~· + - - - i - H - - t - - - . .

R2

k---.---.---_.-1

"-_--""-+-_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - - - - . 1 .

R.S

OPORACHT RC-MTO 2A

". ~

1:1

HATBUAIL

T(L:

DAM

TBUft

N..lIf.lNIlIt 51ST

+/- Q.(5

17-5-88

rRmI

-, .

- - - . -

. . ~ ..

werkstuktekening 1

(14)

-10-5.2.

progra:f:!1ma-voorbeeld

1.

programmanummer:

N9994

NlO

G54

M41

, ~,

N20

G99

X60

Z82

N30

G92

Z80

N40

G96

D3000 FO.3 S250 T01013 M4

N50

GlO

X60

Z4

10.5 KO.1 C3

N60

G1

X-I

ZO

N70

Gl

XO

N80

G3

X12

Z-O.9

R20

N90

G1

Z~.5

NlOO

G2

X25

Z-lO

R6.5

NllO

G1

X28

N120

G1

X30

Z-ll

N130

G1

Z-13

N140

Gl

X20

Z-22

N150

G1

Z-27

N160

G1

X30

Z~6

N170

G1

X46

N180

G3

X50

Z~8

R2

N190

G1

Z--02.5

N200

G2

X51

Z--03

RO.5

N210

G1

X56

N220

Gl

X62

Z--06

N230

G13

N1=60 N2=220

N240

GO

X200

Z200

N250

G96

D3000 FO.3 S250 T01013 M4

N260

GO

X31.5

Z-13

N270

G38

X21

Z~5.9

Y9 J9 C3

N280

G96

D3500 FO.1 S300 TlOlO2 M4

N290

G12

X60

Z4

N300

G13

N1=60 N2=220

N310

GO

X200

Z200

N320

G53

M30

(15)

-11-verklaring van programma-vooibeeld 1:

N9994

NlO

het programmanummer; dit nummer moet uit vier cijfers bestaan, waarvan het eerste een negen.

Iedere programmaregel heeft een nummer (N .. ). We laten de nummers met 10 oplopen zodat later nog regels tusssengevoegd kunnen worden. Met G54 roepen we een nulpuntsverschuiving aan van het machinenulpunt naar het aanlegvlak van de klauwen. Deze functie is afhankelijk van de set klauwen die gebruikt wordt. M41 kiest het toerentalbereik 1 van de machine. De machine heeft 4 toerentalbereiken M41 tot en met M44.

N20 Met G99 worden de werkstukdiameter X60 en de werkstuklengte Z82 voor de grafische weergave gedefinieerd.

N30 G92 wordt gebruikt om de machine het werkstuknulpunt op te geven . Het werkstuknulpunt komt nu op de voorzijde van het werkstuk te liggen. N 40 N u moeten het gereedschap en de bijbehorende verspaningscondities worden

gekozen, alvorens met de verspanende bewerking kan worden begonnen. G96 geeft aan dat we met constante snijsnelheid willen werken. Deze snijsnelheid is aangegeven met S en bedraagt hier 250 m/min. D is het maximale toerental (3000 omw/min). F is de voeding (0.3 mm/omw). T (Tool) is het gereedschapj hier het gereedschap dat op revolverpositie 1 gemonteerd is, een voordraai-beitel. Het laatste cijfer 3 geeft aan dat er geen radiuscompensatie gebruikt wordt. M4 betekend dat de spindellinksom draait.

(16)

, t,.,

-12-NSO , GlO geert aan dat er een eyclus voIgt waarbij er axiaal verspaand moet

worden uit vol materiaal. De beitel beweegt in ijlgang naar een punt X60, Z4. Hierbij moet rekening worden gehouden met de afmetingen van het ruwe teriaal. Met

I

en

K

wordt een overmaat in respectievelijk de X- en de

y-riehting opgegeven.

C

geeft de maximale snedediepte aan (betrokken op de diameter). De besturing betekent zelf de snedeopdeling.

N 60-N 220 Hier voIgt de eontourbesehrijving. De contour begint in punt X-l. Dit is nodig am, zowel bij het voor - als bij het nadraaien, geen puntte lateil staan als gevolg van de beitel radius. Gl geeft een lineaire interpolatie van het punt waar de beitel zich bevind naar het opgegeven punt.

N80: Ret draaien van de bolle kop van het werkstuk moet opgegeven worden. Voor een cirkelbooginterpolatie moet worden opgegeven:

G2

of

G3;

X

en

Z;

I en K; G2 is bewegingsrichting rechtsom. G3 is bewegingsrichting Unksom.

"

coordinaten van het eindpunt.

afstanden in X en

Y

richting van begin- tot middelpunt, inkrementeel gemeten.

of R; een waarde voor de radius van de cirkelboog in plaats van I en K.

N140--N160 De teruglopende contour die hier beschreven staat kan niet met behulp van GI0 worden voorgedraaid. Bij het voordraaien blijft dit deel automatiseh staan. Na het voordraaien moet dit gedeelte d.UB

apart geprogrammeerd worden. Bij het na~raaien kan de beitel "gewoon" de contour volgen.

N230 Met GI3 wordt een cyclus vanaf regel Nl tot en met N2 afgewerkt.

N240 De beitel wordt in ijlgang (GO) naar een punt op "veilige" afstand van het werkstuk gebracht. Dit punt gebruiken we als beitelwisselpunt.

(17)

-13-N260 De beitel wordt 0.25 mm boven het punt, waar de teruglopende contour begint, gezet.

N270 Met G38 roepen we de functie voor snede-opdeling in de axiale riehting aan; hiermee kan weI de teruglopende contour gedraaid worden.

De benodigde gegevens zijn: X ...

Zoo. Yoo.

J ...

Coo.

C

=

maximale sneddediepte

x

\.

figuur

3.

N280 Het oproepen van de nadraaibeitel

N290 012 is het nabewerken van een contour. X60 en Z4 geven het punt aan van waaruit de nabewerking moet start en.

N300 G13 roept de cyclus van de gedefinieerde contour aan die bewerkt moet worden.

N310 De beitel gaat in ijlgang naar het beitelwisselpunt.

N320 Aan het einde van het programma moet 053 aangeroepen worden om het werkstuknulpunt weer terug te leggen op het machinenulpunt. M30 geeft het einde van het programma aan. De spin~~l ~topt ~n er wordt teruggesprongen naar het begin van het programma.

(18)

-14-REGIONAAL CENTRUM WERKTUIGBOUWKUNOE

.,-.-·----51---....

....--~---51---t - 8 . 1 C I . D I ! J ) - -...

...--·_·-1i ....

11 - - - - . , o f

w

r

'.

_---,---t

~

OPDRACHT RC-MTO 3A

!JWL

l:l

HATBUAAI.

1ll:

OA

TIJt

ILOONl1J4 51ST

+I-o.m

5-7-M

:werkstuktekening 2

(19)

-15-5.3.

progr~ma-voorbeeld

2.

N9944

NlO

G56

M41

, 6,

N20

G99

X60

Z42

N30

G92

Z40

N40

G96

D3000 FO.3 8250 TOl013 M4

N50

GlO

X60

Z4

10.5 KO.l C3

N60

GlO

X45

ZO

N70

Gl

X54

N80

Gl

X56

Z-l

N90

Gl

Z-4

NlOO

G1

X58

Z~

NllO

Gl

Z-20

N120

G2

X60

Z-2l

Rl

N130

G13

Nl=60 N2=120

N140

GO

X200

Z200

N150

G96

D3500 FO.l 8300 T02022 M4

N160

G12

X60

Z4

N170

G13

Nl=60 N2=120

N180

GO

X200

Z200

N190

GOO

D2500 FO.05 8200 T03033 M4

N200

GO

X60

Z-13

N210

G74

X54

Z-9

10.1 KO.1 YO.5 PO.4 C2.5

N220

G75

N230

GO

X200

Z200

N240

G97

FO.05 82000 T09093 M3

N250

GO

XO

Z4

N260

G83

Z~3.9

C5 M8

N270

GO

X200

Z200

N280

G96

D3000 FO.15 8250 T06063 M4

N290

GlO

X24

Z4

10.5 KO.l C1

N300

G1

X50

ZO

N310

G1

X48.78 Z-{).6l

N320

G69

X46

Z-16

Dl

N330

G2

X42

Z-18

R2

N340

G3

X38

Z-20

R2

N350

G2

X34

Z-22

R2

N360

G1

Z~4

N370

Gl

XO

N380

Gl3

Nl=3DO N2=370

N390

GO

X200

Z200

N400

G96

D30DO

FOJ. 8250 T0606l M4

N410

G12

X24

Z4

N420

G13

Nl=300 N2=370

N430

GO

X200

Z200

N440

G97

S500 Tl1113 M4

N450

GO

X48

Z5

N460

G32

X50

Z-14.5

CO.l Fl

N470

GO

X200

Z200

N480

G53

M30

(20)

-16-verklaring v'an programmavoorbeeld 2:

N60-N120 Hier wordt de buiten-contour opgegeven (zie tekening 2), behalve de groef, die pas later wordt gestoken (regels 190-220).

N150 Hier wordt de nadraaibeitel aangeroepen om de eyclus van regels 60 tot en met 120 na te bewerken. Hier is radiuseompensatie gekozen, en weI reeMs van het te bewerken oppervlak. Radiuscompensatie is nodig om de eonische delen goed op maat te draaien (zie figuur 4).

figuur

4.

radiuscompensatie.

N190-N220 In dit deel van het programma wordt de groef gestoken. De steekbeitel, die vrijbreedte heeft van 2.5 mm, wordt in ijlgang naar punt X60, Z-13

gestuurd. Dit is het startpunt van de groef. Vervolgens wordt in rege1210 met G74 de functie aangeroepen om een radiale groef te steken. I en K zijn de overmaten in X en Y riehting. Y is de lase breedte aan de bovenzijde van de groef en P is de afrondingsstraal aande onderzijde van de groef.

075

dient v:oor het nabewerken van de groef.

N240 De volboor wordt aangeroepen met

097;

dit betekent dat het toerental constant blijft.

(21)

-17-N260 G83 is de diepboorcyclus met spanenverwijdering. C5 betekent dat de boor zich na het boren met een snedediepte van 5 mm weer uit het materiaal terugtrekt am de spanen te verwijderen.

N280 De blindboorbeitel wordt aangeroepen am de eyclus van regels N300-N370 uit te voeren.

N320 Hier wordt de draadvrijsteek geprogrammeerd met functie G69. De

draadvrijsteek wordt gemaakt volgens DIN 76 voor metrische draad. Voor de II

bewerking hoeven alleen de eindeoordinaten opgegeven te worden. N400-N420 Het nabewerken van de contour.

N440 De draadsnijbeitel voor inwendige draad wordt aangeroepen met constant toerental.

N450 De beitel wordt in ijlgang naar het beginpunt van de draadsnijcyclus gestuurd.

N460 Hier wordt de draadsnijcyclus aangeroepen. X is de maximale diameter van de draad (bij buitendraad is dit de kerndiameter). Z is het eindpunt van de draad.

C

is de snedediepte en F is de spoed van de draad.

(22)

-18-5.4. overige programmeer-faciliteiten.

Natuurlijk zijn in de twee voorbeelden niet alle mogelijkheden van het programmeren aan bod gekomen. In het kort worden nu nog enkele functies beschreven.

G16 Hiermee voert de besturing een beweging uit tussen een in de G16 geprogrammeetde lineaire beweging en een lineaire beweging in de volgende regel met een lase of een ronding tussen be ide lineaire bewegingen.

, ,

G 17 H~t programmeren van t wee verschillende lineaire bewegingen in een regel waarbij tussen beide bewegingen een fase of ronding en/of tussen de tweede beweging en een lineaire beweging een rase of ronding gepland is.

G 18 Maakt het mogelijk am aan een lineaire beweging een tangerende cirkel te beschrijven.

G24 Dit is een sprongbevel en herhaalfundie waarmee een aantal regels een aantal keer he,rhaald kunnen worden uitgevoerd.

Voorts bestaat de mogelijkheid om onderprogramma's (makro's) te definieren en deze op iedere gewenste plaats in een programma aan te roepen. Een onderprogramma begint zeals ieder programma met programmanummer N9 ... en kan worden aangeroepen met G22 gevolgd door het programmanummer. Onderprogramma's kunnen weer gebruik maken van andere onderprogramma's en zo is het mogelijk tot 8 keer toe te "nesten".

(23)

t,.,

-19-6. H~t uihoeren van een programma.

Indien een nieuw programma uitgevoerd moet worden dan kan het beste de volgende werk wijze worden gevolgd:

1.

een grafische simulatie uitvoeren.

2. eventueel fouten uit het programma verwijderen .. 3. droogdraaien (draaien zonder ru w materiaal). 4 .. draaien van het werkstuk.

Het grafisch simuleren is een nabootsing van de bewerkingen die de machine uitvoert. Dit wordt door de besturing op het beeldscherm zichtbaar gemaakt. Ais er instrudies gegeven zijn die de besturing niet aankan dan wordt dit tijdens de simulatie aangegeven. De

grafische simulatie is een onderdeel van het "Auto-menu" van de besturing.

Voor d~ afmetingen van het werkstuk worden de in het programma opgegeven maten gebruikt (zie programma-voorbeeld 1. regel N20). Daarnaast is het mogelijk een bepaald deel van het werkstuk uit te vergroten om dit deel beter te kunnen beschouwen. Voor elk gereedschap kent de besturing een apart symbool.

11

Op het beeldscherm worden de coordinaten getoont van het punt waar het gereedschap zich bevindt en tevens wordt aangegeven welke afstanden in X- en Z richting het

gereedschap, tijdens de actuele instructie, nog moet afleggen.

Het wijzigen van een programma gebeurt in het handbediende menu (manual). No. een wijziging is het verstandig om eerst weer een grafische .simulati~ uit te voeren.

Bij het droogdntaien laten we de machine aUe instructies stapsgewijs doorlopen. Hierbij moeten we te allen tijde de machine uit kunnen schakelenj bijvoorbeeld als het gereedschap in aanraking drijgt te komen met de klauw.

(24)

-20-De voeding wordt teruggebracht naar :I: 30 % van de geprogrammeerde waards, waardoor

ook de ijlgang van de machine trager wordt. Dit maakt het ingrijpen gemakkelijker.

Bij het draaien van het eerste werkstuk wordt hetzel£de te werk gegaan als hij het

droogdraaien. Nu worden echter aIle bewerkingen met een voeding van 100

%

uitgevoerd en wordt bij een beweging in ijlgang de voeding teruggebracht naar 30

%.

Li\eratuuropgave.

M.P. Groover

Automation, Production Systems and Computer-Aided Manufacturing. Prentice-hall inc.

1980 Englewood Cliffs, New Jersey

Joseph Pusztai and Michael Sava Computer Numerical Control. Reston Publishing Company inc. 1983 Reston, Virginia

Handleiding Philips CNC 3480.

(25)

, t,.,

"',

OVERZICHT G-FUNCTIES

G-£unctie

GO

Gl

G2

G3

G4

G10

Gll

G12

G13

G15

G16

G17

GloB

G22

G24

G29

G32 G33

G38

G39

G53

G54

G55

G56

G5'7

G62

GS8

G69

G70

G7l

G74

G75

G76

G77

G83

G92

G94

G95

G96

G97

G99

8ULAGf

1.

Betekeni§

Ijlgang

Lineaire interpolatie (voedingsbeweging)

Cirkelinterpolatie, rechtsom

Cirkelinterpolatie, linksom

Pauze

Verspanen uit vol materiaal, axiaal

Verspanen uit volmateriaal, radiaal

Nabewerken van een contour

~.

Afwerking van een verspaningscyclus op

een gedefinieerde contour

Fase en ronding tussen asparallelle

bewegingen

Tweepuntsbeweging met fase/ronding

Driepuntsbeweging met fase/ronding

Tweepuntsbeweging

rechte-cirkel/cirkel-rechte

Oproep van een onderprogramma

Sprong- en herhaalfunctie

Beperkte sprong

Draadsnijcyclus

Draadsnijden (enkele snede)

Automatische snede-opdeling, axiaal

Automatische snede-opdeling, radiaal

Wissen opgeslagen nulpuntverschuiving

Opgeslagen nulpuntverschulving 1

Opgeslagen nulpuntverschuiving 2

Opgeslagen nulpuntverschuiving

3

Opgeslagen nulpuntverschuiving

4

Ijlgang zonder "in positie"

Vrijsteek volgens DIN 509 vorm

E

Draadvrijsteek volgens DIN 79

Inch programmering

Metrische programmering

Groef uit vol mat. steken (X-richting)

Groef nabewerken (X-richting)

Groef uit vol mat. steken (Z-richting)

Groef nabewerken (Z-richting)

Diepgatboorcyclus

Nulpuntsverschulving

~

Voedingsprogrammering in mm/min

Voedingsprogrammering in mm/omw

Constante snijsnelheid

Toerental in omw/min

Grafische weergave

(26)

OVERZICHT M-FUNCTIES

M-functie

MO.

Ml

M3 M4

M5

M7

Me

M9

M19

M30

M41

B>'JLA8E 2.

Betekenis

Geprogrammeerde stop

Beperkte stop

Spindel rechtsom

Spindel linksom

Spindel stop

Koelmiddel nr. 2 "aan"

Koelmiddel nr. 1 "aan"

_

Koelmiddel "uit"

, .

Spindel stop met gedefinieerde

eindpo~itie

Einde van het programma met terugsprong

naar het programmabegin

(27)

Stidlting

Kegiooaai

Centrum Werktuigbouwkunde MTO Eindhoven

• '

~I-I

_ _ _ _

...u1t->-22 augustus 1988

voor

de QBeel~e~~l~~S Met G~B~~QgC~eEB~~a~~~B "WEIL.ER primus 2CNC" en "WEILER praktiku."

G.r •• dst;:hap

...

eeit.lvorm en eeltelplaat Cod. grafisc:h.

c:od.ring draairlc:htinCjJ ... rg.v. 01013

.

voordraalb.lte~ TP13

~~

.

D11 C7 Cme.beitel) M4

~

0202(2) Nadraaib.itel ~ TP13

f.1

Dll C4 Cme.beitel) M4 Cpunthoek 3S·)

'

-03033 Bte.kbeitel

~

P30

JP1

D41 C2.5 (2.~ mm br.ed . t •• kd. 13 mm) 04043 Draad.niJb.'t.~ Sn"p-hp

V

Dbl C4 (RO.OS 60') M4 , Bpoed 0.3-1.3 OSOS3 0606(1)

elindboorbeit.l~;)

TP13

~

067 RO.4 C7 (min di.m. 17 mm) 07073 '. 08083 09093 Volboot'

¢

18 rnm

(M3)

P3:5

G

DB8 R~) GO 10103 -11113 Dra.dsnlJbelteltM4)

1>

D67 C9 inwendig (min diem. 20 mm) 12123

/3!JLAGE

3

-,

.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

PPO laat zien welke mogelijkheden er zoal zijn om op verschillende momenten trips aan te pakken.. Stengelaaltjes kunnen in een partij plantgoed

- tussen 2000 en 2005 wordt voor Nederland als gevolg van diverse beleidsmaatregelen een forse kostenstijging verwacht van 9 eurocent per kg levend gewicht, dat is 3 a 4

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Advies over toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis Op 16 december 2015 heeft het Zorginstituut VWS geadviseerd om de groep mensen waarvan vast staat dat

College voor zorgverzekeringen Pakket Onze referentie 2013112029 14 Jaarprogramma Pakketbeheer Bron: Politiek en wetgever •Uitvoeringstoetsen VWS •Geschillen •Geneesmiddelen

Our future research is set up in such a way that it will help to find more specific design guidelines for feedback systems that apply to persuasive technology that is used

Because the Provocateur does not build any weapons, he tries to seduce Inspector to attack with a sufficiently low probability, such that if Agent becomes a Deterrer and builds

Ageing in yeast can be described as chronological ageing (the capability of cells to maintain viability over time) or replicative life span (the number of times a cell can