Yes, We Know
Een onderzoek naar collectieve intelligentie op Wikipedia
Student: Yeun Au Begeleider: Wander Eikelboom Opleiding: Communication & Multimedia Design – juni 2009
Inhoudsopgave
Introductie 5 Het verhaal van de wiki 9 De aanloop 9 Wikipedia 11 Sanger’s alternatief 13 Het systeem van Wikipedia 15 Deelname en ordening 15 Controle en discussie 16 De schrijver 17 Het discussiepunt Wikipedia 21 Betrouwbaarheid en vandalisme versus snelheid 21 Neutraliteit 23 De eigenaar van Wikipedia 24 Collectieve intelligentie 27 Wat is collectieve intelligentie 27 Collectieve intelligentie op het web 2.0 28 De ultieme encyclopedie? 30 Conclusie 31 Literatuurlijst 33 Verder lezen 34DISCLAIMER: Een aanzienlijk deel van deze scriptie is geschreven met Wikipedia als primaire bron. Ik citeer echter niet de pagina op Wikipedia; ik citeer alleen stukken als er een externe referentie aanwezig is en dan verwijs ik naar die referentie. Wie zegt trouwens dat dat artikel wél als betrouwbaar moet worden beschouwd? Maar daar kom ik nog op terug.
Introductie
Yes We Can! Een jaar lang viel iedereen voor de woorden van huidig Amerikaans president Barack Obama. Hij was de man die de Verenigde Staten – en de rest van de wereld – kon laten werken, bewegen en vooral hopen met zijn speeches en slogans. Obama had autoriteit; als hij praatte, dan was de rest stil. Als hij zweeg, dan juichte de rest. Vreemde paradox eigenlijk. In feite was zijn boodschap: kies mij door het zelf te doen. Een autoriteit die vertelt dat de massa zelf actie moet ondernemen.
De mens heeft bijna altijd vertrouwd op een expert. Soms omdat we wel moesten, meestal omdat het de meest wijze optie was. Om een beetje organisatie te krijgen moest er toch iemand de leider zijn. Een dokter kon je wel vertrouwen; hij heeft nou eenmaal niet voor niets jarenlang geneeskunde gestudeerd. Soms, als het echt uit de hand liep, grijpt de massa in met een flinke opstand of een revolutie. Maar dan keerde de rust weer terug en lazen we weer kranten en keken we weer televisie. Kranten die samengesteld werden door een nieuwsredactie. Deze mensen konden kiezen wat voor informatie het volk binnen kreeg en daardoor ook welk wereldbeeld ze kregen en welke mening daarbij ontstond. Dat maakte ze misschien nog wel een grotere autoriteit dan een President van de Verenigde Staten. Dat doet mensen afvragen (of misschien ook niet): wie stelt mijn krant samen? Wie bepaalt wat er op het acht‐uur journaal komt? Het is aannemelijk dat er vele factoren meespelen en daarnaast maar te hopen dat daar geen kwade bedoelingen achter zitten. Een bedrijf dat graag wat free publicity wil hebben? Een overheid die graag wat positiever in het nieuws wil komen? Een boek waarin dit probleem op een wereldwijde schaal wordt gelegd en ik veel inspiratie heb gehaald voor dit onderzoek, is Google and the Myth of Universal Knowledge van Jean‐Noël Jeanneney. Deze man is president van de Franse Bilbiothèque Nationale en maakte zich zorgen over het culturele erfgoed van Europa. Hij wilde met het boek duidelijk maken dat dit erfgoed zou verdwijnen met de toenemende macht van Google. De aankondiging dat Google alle boeken uit enkele Amerikaanse bibliotheken volledig wilde digitaliseren, was een alarmerend bericht voor Jeanneney. De populariteit van Google ging er voor zorgen dat bijna alle geraadpleegde bronnen in de toekomst een Amerikaanse achtergrond zou hebben en de Europese boeken er niet meer aan te pas zouden komen.
Met de 21e eeuw komt de mens in een tijdperk waarbij we het gezamenlijk proberen op te lossen. Ach, kennis. Dat hebben wij zelf toch ook wel? Een principe dat tegen alles ingaat wat we in de geschiedenis hebben gedaan. Opeens zijn televisieprogramma’s en documentaires niet meer belangrijk, maar kijken we liever video’s op YouTube. Een ander geval is Wikipedia, de encyclopedie waarvan de inhoud door de massa bepaald wordt. Wikipedia is één van de spannendste dingen die het internet heeft voortgebracht maar een dergelijk project roept veel vragen op, vooral als je bekijkt hoe groot het succes van de website is. Had je mensen tien jaar geleden het concept voorgelegd van een encyclopedie die mensen vrijwillig moesten aanvullen, dan hadden ze je voor gek verklaard. Maar het sloeg aan; Wikipedia is nu de nummer één‐bron van mensen die alledaagse feiten op moeten zoeken en neemt daarmee een deel van de Google‐ gebruikers over. De discussie of Wikipedia betrouwbaar is of niet, wordt al jarenlang uitgevochten op het internet. Ook zijn er vele onderzoeken naar gedaan. Vooral de vergelijking met de Encyclopedia Britannica is populair. Wat ik interessanter vind, is de kwaliteit van de betrouwbare tekst. Want wie bepaalt die kennis? Er zijn een boel onderwerpen die nooit één waarheid hebben. Een onderdeel dat daarvoor belanrijk is maar bijna nooit belicht wordt, is het mechanisme achter Wikipedia. In hoeverre speelt dat mechanisme mee? En wie is dus de uiteindelijke gatekeeper, en waarborgt de daarmee kwaliteit? Het probleem van Jean‐Noël Jeanneney en Wikipedia heeft een bepaalde overeenkomst. Engels is de overheersende wereldtaal; tussen de 500 miljoen en 1.8 miljoen mensen spreken het. Het is dus niet vreemd dat de Engelse Wikipedia driemaal zoveel artikelen heeft als de nummer twee, de Duitse Wikipedia. Als ik op zoek ben naar informatie, kijk ik veel vaker op de Engelse versie omdat daar meer en acutele informatie staat. Dat maakt de deelnemers aan de Engelse Wikipedia voor mij een gatekeeper, maar slechts één van de velen. Een massa is tot veel in staat; dat heeft de geschiedenis wel uitgewezen. Waar is een expert (of een groep experts) tot in staat? Om voor het gemak in de moderne tijd te blijven: wat maken de twee kampen waar in het digitale tijdperk? We laten onze massale kant zien (YouTube, MySpace, Wikipedia) en onze expert‐zijde (Google Scholar, Van Dale Online Woordenboek). Het proces wat bij het eerste rijtje fenomenen plaatsvindt, is de kennis van de menigte. De Britannica heeft artikelen die geschreven worden door één persoon. Wikipedia heeft artikelen die dagelijks door tientallen mensen bewerkt worden. Wie zou er dan tot een betere kennisbron komen; een expert of een groep amateurs? Qua accuraatheid scheelt het tussen de Encyclopedia Britannica en Wikipedia vrij weinig.
Het internet heeft er dus eigenlijk voor gezorgd dat de manieren van overbrengen van kennis op een belangrijk kruispunt is komen te staan. Is dit slechts onze kennis‐puberteit, en zullen de op het eind toch weer de naslagwerken erbij halen? Of zijn initatieven als Wikipedia, met alle gevaren die voor het medium op de loer liggen, waardig genoeg om te blijven? Het zorgt voor een spanning tussen deze twee abstracte groepen, die concreet worden gemaakt door de voor‐ en tegenstanders. Ondertussen lezen en schrijven de mensen gewoon door. En misschien ontstaat daarbij wel het besef dat we meer kunnen dan we denken. Iets dat Barack Obama ons in ieder geval probeert te vertellen. Maar dan moeten we wel eerst de kennis hebben.
1. Het verhaal van de wiki
Iedereen vindt het verschrikkelijk. Er is een discussie gaande over de PlayStation 3 en ze zijn het er niet over eens. Mijn ene vriend stelt dat deze spelcomputer geproduceerd werd voor 800 euro, terwijl hij voor 600 euro op de markt verscheen. Dat verlies gaf aan hoe nobel PlayStation‐ producent Sony zou zijn en dat dit geld wel terug verdiend zou worden door de verkoop van games. Mijn andere vriend, eigenaar van een eigen bedrijf, kon zijn oren niet geloven. 200 euro verlies per product dat miljoenen malen verkocht is? Een snelle rekensom leerde dat de hoogste Sony‐bazen tegen deze tijd in kartonnen dozen moesten wonen. Vertwijfelend keek ik naar mijn broekzak, waar mijn mobiele toestel met internet op mij zat te wachten. Toch maar de betweter uithangen? Vooruit. Ik navigeerde naar het betreffende artikel op Wikipedia. “Hij heeft gelijk. De PS3 is voor 200 euro meer geproduceerd,“ stelde ik. Het bleef enkele seconden stil, maar de blik van mijn vrienden straalden gezamenlijk ‘daar heb je hem weer’ uit. Nog voor ik mijn nietgemeende excuses kon aanbieden, veranderde de stilte weer in dezelfde welles‐nietes‐orkaan, alsof ik nooit iets had gezegd. Misschien waren discussies wel veel leuker voor de komst van mobiel internet. Ik heb ze maar niet verteld dat het ook nog eens van Wikipedia kwam...
De aanloop
Wikipedia ontstond in 2001, maar was niet de primeur voor een online encyclopedie. Enkele mensen hadden parallel aan de ontwikkeling van het internet al ideeën over een soort verzamelde bron van kennis. In 1993 kwam een groep fanatiekelingen digitaal bijeen om te praten over de mogelijkheid van een encyclopedie. Er werd niet zozeer over een allesomvattende bron gedacht, maar meer een manier om bijvoorbeeld kennis en techniek over het web zelf uit te wisselen. Internetpionier Rick Gates richtte hierna Interpedia op. Gates had toen al het concept dat het internet een perfect medium was om informatie, geschreven door mensen over de hele wereld, te verzamelen en te distribueren via één website. Met Interpedia bleef het echter bij een concept en daardoor zag het nooit het levenslicht.
Op een ander deel van het internet was computerprogrammeur Ward Cunningham bezig met het idee van een wiki. Een wiki is simpel gezegd een website die iedereen kan bewerken. De
wikiwebsite biedt daarvoor vaak een simpele oplossing, waardoor de persoon geen technische kennis van websites hoeft te hebben. Wiki is Hawaïaans voor ‘snel’ en Cunningham kwam op de naam nadat iemand op Honolulu International Airport hem adviseerde de Wiki Wikibus te nemen. Dat inspireerde hem om zijn website WikiWikiWeb te noemen, in plaats van de clichéterm ‘quick web’. WikiWikiWeb, mede ontstaan door de hypertexttechniek van internetgod Tim Berners‐Lee, had als doel om ideeën en nieuwe ontwikkelingen tussen programmeurs uit te wisselen. Het was gebaseerd op HyperCard, een Apple‐programma gebaseerd op het hypertext‐ principe. Cunningham installerde de wiki op zijn website en eigen bedrijf c2.com. Wiki’s konden worden aangepast door een taal genaamd ‘wikitext’, een versimpelde vorm van HTML. Bepaalde woorden in de tekst bevatten een hyperlink, waardoor pagina’s aan elkaar gelinkt konden worden. Cunningham had voorheen een mailinglist voor het WikiWikiWeb. Nu had hij een database ontwikkeld die alle contributies van zijn e‐mailontvangers kon verzamelen en groeperen. Om te voorkomen dat oude post vergeten zou worden, bedacht Cunningham dat het beter zou zijn om de laatste post te bewerken, in plaats van een nieuwe post te starten. Het was geen e‐mail, maar ook weer geen chat; het zat ergens tussenin. Internetondernemer Jimmy ‘Jimbo’ Wales richtte samen met Tim Shell en Michael Davis in 1996 het bedrijf Bomis op, een internetsite die webpagina’s indexeerde. Bomis financierde Wales’ volgende project Nupedia, een online encyclopedie die van maart 2000 tot september 2003 online was. Nupedia was een samenwerking tussen Wales en zijn vriend en filosoof Larry Sanger. Wales kwam eind 1999 voor het eerst met een idee van een gratis encyclopedie die door gebruikers gegenereerd werd. Deze gebruikers moesten volgens de richtlijnen mensen zijn die ervaring (het liefst diploma’s) hadden op het gebied waar ze over schreven. Het project liep echter niet storm: acht maanden na de opening van Nupedia stonden er twee artikelen online. Een oorzaak daarvan was was dat de artikelen die gepubliceerd werden, eerst grondig beoordeeld moesten worden door andere gebruikers. Bepaalde artikelen konden daardoor maandenlang in de wachtrij staan. Wales en Sanger gingen nadenken over manieren om het proces te versnellen. In januari 2001 kreeg Nupedia het zusterproject Wikipedia. Het proces van beoordeling werd hierbij afgeschaft, waardoor er een soort continue kladversie van een bepaald lemma ontstond. Wikipedia werd een ‘feeder’‐project van Nupedia. De gebruikers van Nupedia waren het echter oneens met het wiki‐ concept en Sanger besloot Wikipedia haar eigen domein te geven: wikipedia.com. Dit concept bleek sneller aan te slaan dan Nupedia; na 2001 verschenen er nog maar twee artikelen op het
Nupedia‐gedeelte. (In totaal werden er 24 artikelen gecreëerd.) Ook de internetzeepbel speelde een rol: Wales en Sanger moesten bezuinigen en hadden door de groei van Wikipedia snel in de gaten op welke onderneming dat ging gebeuren. De 24 artikelen van Nupedia werden aan Wikipedia toegevoegd.
Wikipedia
Het idee van een vrije encyclopedie was grootendeels afkomstig van Wales, terwijl het middel waarmee dit bereikt ging worden (de wiki) op naam kwam van Sanger. De mensen die aan Nupedia deelnamen, begonnen ook mee te werken aan Wikipedia. Ook bloggers van niewssite Slashdot raakten geïnteresseerd in het project, doordat deze website enkele vermeldingen over Wikipedia maakten. Andere internetgebruikers kwamen Wikipedia tegen doordat de website vaak in de top gezet werd bij Google‐zoekresultaten. Tegen het einde van 2001, na een volledig jaar draaien, kende Wikipedia 20.000 pagina’s. Deze artikelen waren qua kwaliteit matig tot slecht, maar dat maakte voor de oprichters (nog) niet zoveel uit. Sanger noemde het één groot experiment waarin het niet zozeer om de tekst zelf ging, maar meer om het genereren van inhoud. Ook kaartte hij het probleem aan dat bijna elke internetonderneming had: je had een extreem lange aanloopperiode.1 Enkele maanden na de oprichting van de Engelse Wikipedia ontstonden er ook anderstalige versies. De eerste was de Duitse Wikipedia, opgericht op 16 maart 2001. Een Catalaanse versie volgde enkele uren later en was ook de eerste anderstalige Wikipedia waar een artikel geschreven werd. Salliant genoeg voor Spanje volgde een Spaanse versie (toch de vierde taal van de wereld) pas twee maanden na de Catalaanse versie. De Nederlandse Wikipedia ontstond op 19 juni. In de herfst van 2004 kreeg Wikipedia voor het eerst wereldwijde media‐ aandacht. Media zoals Time Magazine, Newsweek en PC Magazine berichtten over het nieuwe fenomeen en waren het er over eens dat dit ‘the next big thing’ werd.2 Momenteel is de Engelse Wikipedia de grootste met 2.9 miljoen artikelen, op gepaste afstand gevolgd door de Duitse (904.000). De Nederlandse Wikipedia heeft nu 535.000 artikelen. Ter verduidelijking van de invloed en impact van de website: Wikipedia is momenteel zevende in de Alexa Top 500 Global Sites, een ranglijst van de meest bezochte sites op het internet. 1 Veelen, I. van (Reg.) 2008. Wiki’s Waarheid, Nederland, Judith van den Berg/VPRO. Film 2 Cummings, R. & Barton, M. 2008. Wiki Writing: Collaborative Learning in the College Classroom
Tot 2003 werd Wikipedia nog steeds gefinancierd door Bomis. In dat jaar richtte Wales echter de Wikimedia Foundation op, een organisatie zonder winstoogmerk in San Francisco. Onder de Wikimedia Foundation valt behalve Wikipedia ook minder bekende projecten, zoals Wikitionairy (een woordenboek), Wikibooks (gratis boeken), Wikiquote (een verzameling uitspraken van noemenswaardige mensen) en Wikimedia Commons (afbeeldingen, video’s en geluid die vrij te gebruiken zijn). Wikimedia Foundation haalt geld op door donaties; zo is af en toe een melding op Wikipedia te zien waarop mensen worden gevraagd geld te doneren. Wikimedia heeft in totaal 22 internationale versies, waaronder een Nederlandse.
In het eerste jaar bleef Wikipedia geheel advertentievrij. In februari 2002 kwam de site echter met een aankondiging dat er toch reclame te zien zou zijn om meer inkomsten te genereren. Er ontstonden vele protesten van gebruikers. De vaste Wikipedia‐klanten waren bang dat de geloofwaardigheid in het geding zou komen en dat de site niet meer vrij van censuur zou zijn. Op de Spaanse Wikipedia vertrokken mensen zelfs voorgoed om hun eigen versie op te richten: de Enciclopedia Libre. Deze encyclopedie werd gedraaid vanaf de Universiteit van Sevilla en had hetzelfde principe als Wikipedia, doordat het ook de wiki‐software gebruikte. De Enciclopedia Libre had enkele standpunten; één daarvan was: ‘cultuur mag nooit een commercieel object worden’. In eerste instantie was de Enciclopedia Libre succesvol; de Spaanse Wikipedia stagneerde en in april kende de de website het zesvoudige aan artikelen. Ondertussen werd het idee van advertenties op Wikipedia niet doorgezet. In oktober probeerde een groep Wikipedianen de twee projecten samen te voegen. Een stemming op de Libre voorkwam echter een dergelijke situatie. Maar mede vanwege het succes en de media‐aandacht van de anderstalige Wikipedia’s werd de Spaanse Wikipedia toch winnaar: rond de zomer van 2004 werd de grens van het aantal artikelen gepasseerd. In april 2009 telde de Enciclopedia Libre 42.000 artikelen; de Spaanse Wikipedia bevatte 458.000 artikelen. Er zijn behalve de Enciclopedia Libre ook andere alternatieven: Rusland kent bijvoorbeeld de WikiZnanie. In China zijn twee versies (en tevens rivalen van elkaar): Baidu Baike en Hudong. Deze encyclopedieën bevatten hevige censuur doordat het alleen standpunten laat zien die goedgekeurd zijn door de Communistische Partij van China.
Sanger’s alternatief
Larry Sanger had sinds de oprichting van Wikipedia al moeite met het hele concept. Hij was een voorstander van het benadrukken van expertise en wilde dat toch ergens laten blijken. Ontvreemd van Wales en het idee van de wiki, richtte hij in 2007 de concurrent Citizendium op: een online encyclopedie waarbij het toevoegen van informatie een iets langer proces bevat dan bij Wikipedia. Sanger gebruikte daarbij de woorden ‘The world needs a more credible free encyclopedia’ en greep in feite terug naar het Nupedia‐concept: bij Citizendium zijn mensen verplicht zich in te schrijven met hun daadwerkelijke naam. Daarnaast is er een speciale rol voor ‘experts’, die artikelen controleren. Citizendium begon als een zogenaamde ‘fork’ van de Engelse Wikipedia. Een fork neemt software van een huidig concept, om daarmee een eigen draai toe te voegen. In de bètafase van Citizendium voegde Sanger een Wikipedia‐versie van al hun artikelen op de bijbehorende Citizendium‐pagina. Gebruikers konden daar informatie uit halen, bewerken en als Citizendium‐pagina herschrijven. Bij de echte start van Citizendium werden alle Wikipedia‐forks verwijderd en bleven alleen de artikelen over waar een noemenswaardige Citizendium‐bijdrage in zit. Momenteel bevat de website 11.000 artikelen, waarvan er 108 goedgekeurd zijn.
Sanger stelt met zijn Citizendium kritische vragen tegenover Wikipedia, die zeker relevant zijn. Wikipedia is het grootste en meest succesvolle voorbeeld van het wiki‐concept. Daarnaast is de site het nummer‐één referentiemiddel geworden van mensen die ‘dagelijkse’ feiten op willen zoeken. Hoe kan een website die door iedereen bewerkt kan worden, nou een dominante kennisbron zijn? Dit vergt een diepgaande kijk in het systeem van Wikipedia: wie schrijft deze, en hierdoor onze, kennis?
Bronvermelding Look Who's Using Wikipedia – TIME Magazine (http://www.time.com/time/business/article/0,8599,1595184,00.html) geraadpleegd op 17 juni 2009. Meyers, P. ‐ Fact‐Driven? Collegial? This Site Wants You – The New York Times (http://www.nytimes.com/2001/09/20/technology/fact‐driven‐collegial‐this‐site‐wants‐ you.html?n=Top%2fReference%2fTimes%20Topics%2fSubjects%2fC%2fComputer%20Software) geraadpleegd op 17 juni 2009. Moody, G. ‐ This time, it'll be a Wikipedia written by experts – The Guardian (http://www.guardian.co.uk/technology/2006/jul/13/media.newmedia) geraadpleegd op 17 juni 2009.
The Citizendium's Statement of Fundamental Policies (http://en.citizendium.org/wiki/CZ:Fundamentals) geraadpleegd op 17 juni 2009.
2. Het systeem van Wikipedia
Ik ben sinds een jaar of vier actief op de Nederlandse Wikipedia. Eerst als anoniem, maar daarna leek het me wel leuk om wat ik allemaal deed, op een rijtje te hebben. En ach, misschien ook wel een beetje erkenning (bijvoorbeeld leuke berichtjes van mede‐Wikipedianen), maar het is te lang geleden om nog te herinneren wat er door mijn hoofd ging. Feit blijft dat ik het leuk vind om te schrijven. Ik besloot me puur op artikelen over populaire muziek te richten en dat heb ik tot op heden volgehouden. Schrijven op Wikipedia is trouwens niet honderd procent bevredigend: het is veel onderzoek, bronvermelding en (saaie) feiten opsommen. Je eigen mening kun je er niet kwijt. Logisch aan een encyclopedie natuurlijk, maar wel iets dat een schrijver neigt te doen. Dat gaat op artikelen over muziek overigens sowieso moeilijk, omdat je nou eenmaal niet kunt schrijven dat Band X ‘vet, cool, gaaf’ is. Erkenning heb ik trouwens nooit gekregen. Of het moet zijn dat één van de artikelen die ik voor grofweg 98% heb geschreven tot Etalageartikel gepromoveerd werd, maar ik zal nooit stellen dat het ‘mijn’ artikel is. Want artikelen hebben geen eigenaar; ze zijn van iedereen. Deelname en ordening Om te gaan kijken wie Wikipedia aanvult en bewerkt, en welke factoren daarin meespelen, is het belangrijk om een soort profielschets te maken. Dat is op het eerste oog lastiger dan gedacht: Wikipedia kan namelijk door iedereen bewerkt worden. Een internetgebruiker gaat naar de Wikipedia‐website, klikt op een artikel naar wens en vindt bovenin de link ‘bewerken’ (Engelse versie: ‘edit this page’). In een tekstbox kan dan tekst geschreven worden, maar ook tabellen, grafieken, afbeeldingen en overige opmaak toegevoegd worden. Als de bewerker vindt dat hij klaar is, kan hij op de knop ‘pagina opslaan’ drukken en de wijziging is meteen te zien op de pagina. Voor de hele wereld.
Binnen de gebruikerswereld is er een hele gemeenschap aanwezig. Het gebeurt vaak zelfs dat hardcore Wikipedia‐schrijvers ontmoetingen organiseren (in het echte leven). Er zijn collaboraties tussen verschillende gebruikers om bijvoorbeeld artikelen over één bepaald onderwerp te verbeteren. Op de Nederlandse Wikipedia worden schrijfwedstrijden gehouden;
gebruikers houden een wedstrijd om te bepalen wie er in een korte periode een zo goed mogelijk artikel schrijft. De artikelen op Wikipedia worden ingedeeld in portalen. Een portaal is een soort startpagina over één bepaald onderwerp. Persoonlijk kijk ik echter nooit naar portalen; de zoekfunctie en de hyperlinks is voor de meesten ook voldoende. Daarnaast worden alle artikelen onderverdeeld in categorieën. Zo heeft het artikel van Apple Inc. categorieën als ‘Computer hardware companies’, ‘Companies based in Silicon Valley’ en ‘Steve Jobs’. Wikipedia kent ook de ‘Featured articles’ (Nederlands: ‘Etalageartikelen’). Dat zijn artikelen die door de Wikipedia‐ gemeenschap als beste artikelen worden gekozen. Deze artikelen gaan door een grondige review, alvorens ze deze status krijgen. Featured articles zijn te herkennen aan een ster rechtsboven in het artikel. Behalve de featured articles heeft de Engelse Wikipedia een schaal waarop artikelen beoordeeld kunnen worden. Deze zijn verdeeld in ‘good article’, A‐ B‐ en C‐klasse, ‘start’ en ‘stub’. Het is een manier om schrijvers te belonen voor hun inzet. Ook is het een manier om aan de buitenwereld te laten zien waar Wikipedia tot in staat is. Maar eigenlijk vormt Wikipedia hiermee een systeem dat critici als McHenry toe zouden juichen. Artikelen staan weliswaar al gepubliceerd voordat ze een review krijgen, maar naderhand zijn artikelen in balans en hopelijk vrij van fouten. Controle en discussie
Het concept van een vrije encyclopedie heeft niet volledig stand kunnen houden. Artikelen op Wikipedia kunnen namelijk op slot gezet worden, zodat anonieme gebruikers de pagina niet meer kunnen bewerken. Een semi‐beveiligd artikel kan bijvoorbeeld alleen bewerkt worden door leden die minstens drie dagen lid zijn van Wikipedia. Ze zijn te herkennen aan een slot‐icoon rechtsboven in de pagina. Vaak gaat het hier om populaire, discutabele zaken die veelvuldig in de media zijn geweest. Het artikel over George W. Bush staat bijvoorbeeld altijd op slot. Een ander voorbeeld is het artikel over Scientology: in mei 2009 werden alle IP adressen die gelinkt zijn aan de Scientologykerk of haar bondgenoten geblokkeerd van Wikipedia vanwege veelvuldig vandalisme. Artikelen worden niet alleen op slot gezet vanwege vandalen; ook gebruikers zelf kunnen een soort ‘edit‐oorlog’ met elkaar beginnen, waarop een administrator het artikel sluit en de bewerkers naar de overlegpagina doorverwijst. Ook moet informatie op Wikipedia noemenswaardig zijn. Bijna dagelijks gebeurt het dat mensen, vaak voor de grap, artikelen over zichzelf of mensen uit hun omgeving schrijven. Op de Engelse Wikipedia worden deze artikelen echter binnen enkele minuten verwijderd. Op de Nederlandse versie duurt dit iets langer. Dit
heeft te maken met het aantal mensen dat aanwezig is. Een artikel over een muzikale band kan noemenswaardig zijn, maar als de drummer van deze band verder niets gepresteerd heeft, verdient deze persoon geen eigen artikel. Een ander voorbeeld zijn de filmmakers gebroeders Coen (Fargo, No Country for Old Men), die alleen samen werken. Daardoor hebben ze niet hun eigen artikel, maar staan ze genoteerd in één artikel als ‘Joel en Ethan Coen’ (Engels: ‘Coen brothers’).
Wikipedia heeft verschillende manieren waarop toegevoegde content gecontroleerd wordt. Op de pagina ‘maintenance’ staan taken die Wikipedianen kunnen uitvoeren, zoals artikelen aanmaken die gewild zijn (bijvoorbeeld doordat er veel hyperlinks voor aangemaakt zijn) en beginnetjes van artikelen die uitgebreid kunnen worden. Er bestaan bots, die controleren op bijvoorbeeld spelfouten. Ook maken bots artikelen aan, bijvoorbeeld met statistieken. Artikelen kunnen genomineerd worden voor verwijdering. Dit gebeurt altijd via een stemming, waarbij mensen een meerderheid moeten vormen alvorens het artikel verwijderd wordt. Een voor Wikipedia‐lezers minder bekend deel is de overlegpagina van lemma’s. Artikelen die significant zijn, bevatten vaak vele discussies over het onderwerp. Alhoewel een lemma vaak beide kanten van het verhaal laat zien bij een discussie, is op een overlegpagina te zien welke keuzes er zijn gemaakt. Vaak maakt dit een overlegpagina voor bepaalde doelgroepen interessanter dan de normale pagina. Mensen die bijvoorbeld een serieus onderzoek doen naar een bepaald onderwerp, kunnen op de overlegpagina verschillende meningen vinden. Het artikel over de terroristische aanslagen van 11 september 2001 volgt eerst de officiële lezing van de gebeurtenissen (“The September 11 attacks (...) were a series of coordinated suicide attacks by al‐Qaeda”...) terwijl er op het internet een levendige gemeenschap aanwezig is die stellen dat 9/11 een ‘inside job’ was. Deze speculaties zijn halverwege het artikel te vinden onder het kopje ‘Conspiracy theories’ (Nederlands: ‘Complottheorieën’).
De schrijver
De eindeloze discussie over de betrouwbaarheid en neutraliteit van Wikipedia leidt tot een nieuwe vraag: wie schrijft Wikipedia eigenlijk? Er is ten eerste een grote groep anoniemen. Soms komen ze een keer langs en maken ze één bewerking, omdat ze toevallig iets wisten wat er nog niet op stond. Een groep daarvan komt nog enkele keren terug. Enkelen daarvan zien de charme
van Wikipedia wel en blijven nog wat langer hangen. Tot het moment komt dat ze zich inschrijven. Deze vaste leden worden ook wel Wikipedianen (of in het Engels: Wikipedians) genoemd. Iedereen kan een lid worden door zich in te schrijven. Mensen kunnen anoniem blijven; een gebruikersnaam en een (voor anderen ontzichtbare) e‐mailadres is genoeg. Vaak zetten Wikipedianen wel informatie over zichzelf op hun profielpagina, zoals voornaam en hobby’s. Als je als Wikipediaan pagina’s gaat bewerken, komen deze edit’s in een lijst te staan die toegankelijk is via je profielpagina. Een derde pagina is je eigen overlegpagina, waarbij andere Wikipedianen vragen en opmerkingen kunnen schrijven. Ben je een anonieme gebruiker, dan word je geïdentificeerd met je IP‐adres. Ook een ‘IP‐adresgebruiker’ heeft zijn eigen overlegpagina en bewerkingslijst.
Binnen Wikipedia zijn er bepaalde functies. Niet elke willekeurige deelnemer heeft namelijk de macht om bijvoorbeeld artikelen te verwijderen. Die taak is weggelegd voor een administrator. Officieel kan iedereen administrator worden. Echter, er wordt wel enige ervaring met Wikipedia en het schrijven van artikelen verlangd. Op de Engelse Wikipedia is ook een Arbitration Committee aanwezig. Bij een verschil van mening tussen schrijvers kan deze Committee uitkomst bieden. (Officieuze) rangen van de Engelse Wikipedia Arbitration Comittee Administrators kan pagina’s beschermen en verwijderen en gebruikers weren. Bureaucrats benoemt administrators. Stewards toezichthouders op gebruikers, administrators en bureaucrats. Geregistreerde gebruikers Anonieme gebruikers Volgens de richtlijnen op Wikipedia bezit niemand een artikel en heeft iedereen een gelijke stem. Zou er op Wikipedia een soort elite ontstaan? Is het logisch dat Wikipedianen die al jaren actief zijn, elkaar meer vertrouwen en gaat dit just lijnrecht tegen het principe van Wikipedia in? Schrijver Andrew Lih van het boek The Wikipedia Revolution schrijft dat “Wikipedia al haar activiteiten openbaar zijn voor inspectie... Vertrouwen wordt opgebouwd door het observeren van
acties in de gemeenschap en het ontdekken van mensen met dezelfde interesses”.3 Het is niet het enige probleem waar Wikipedia in de laatste jaren tegen heeft moeten vechten. Kwesties als betrouwbaarheid, neutraliteit en gebrek aan expertise zijn voer voor critici.
3
3. Het discussiepunt Wikipedia
De Nederlandse Wikipedia is een oase van rust. Bekend met de IJslandse band Sigur Rós? Vergelijk het daarmee. De Engelse Wikipedia lijkt daarentegen The Prodigy op amfetaminen. Ik ben de laatste tijd aan de slag gegaan met het Nederlandse artikel van Sigur Rós. Ik weet dat ik mijn tijd kan nemen; vanaf januari 2009 tot aan mijn bemoeienis werd het artikel dertien maal bewerkt. Het Engelse artikel werd in dezelfde tijdspanne 84 keer bewerkt. Conclusie: ik kan enkele dagen voor mijn stukje nemen, zonder dat andere mensen het artikel rigoreus gaan aanpassen, of zelfs hetzelfde gaan schrijven als waar ik dagen mee bezig ben geweest. Ik kan natuurlijk elke letter die ik schrijf alvast gaan publiceren, maar ik wil voorkomen dat er in die dagen een soort onbegrijpelijke kladversie staat. Ik vraag me af hoe het er op de Engelse Wikipedia aan toe gaat; dat moet dan zeker al een acht‐jaar lange discussie zijn. En daar zit ik dan; niemand die iets om mijn bewerkingen geeft, niemand die ze controleert en ook geen idee of mensen het lezen. Het kan erg eenzaam zijn in het grootste project ooit van het digitale tijdperk. Betrouwbaarheid en vandalisme versus snelheid Vandalisme is aan de orde van de dag in Wikipedia. Op het moment dat je een pagina naar keuze aanklikt, zie je de versie die door velen is geschreven, maar door één persoon als laatste is bewerkt. En die persoon kan nou net kwade bedoelingen, een gezouten politieke mening hebben of juist niet voldoende kennis bezitten waardoor er iets verkeerds komt te staan. Het meest opvallende voorbeeld van vandalisme was dat van Jimmy Wales. Hij besloot na het vertrek van Larry Sanger hem niet langer als co‐oprichter te zien op zijn Wikipedia‐pagina’s. Met hetzelfde gemak als dat Stalin Trotski uit de geschiedenisboeken verwijderde, kon Wales zijn oude vriend wegschrijven. Enige verschil: Stalin kon zijn gang gaan, Wales’ bewerking werd snel ongedaan gemaakt.
Eén van de voordelen die dit systeem heeft, is dat het binnen seconden up‐to‐date informatie kan bevatten, zoals actualiteiten die enkele minuten of uren geleden gebeurd zijn. Wordt het dan niet een grote boel van ongeverifieerde informatie? Juist aan artikelen van recente gebeurtenissen wordt extra aandacht besteed. Neem als voorbeeld het artikel over de crash van de Airbus 447 van Air France op 1 juni 2009 (Engelse versie: Air France Flight 447). Een eerste versie van het artikel
werd op de Engelse Wikipedia aangemaakt op 1 juni, om 10:07. Ter vergelijking: een nieuwsbericht op nu.nl werd vrijgegeven om 12:01. Op dat tijdstip was het Wikipedia‐artikel al 111 maal bewerkt en was de tekst beargumenteerd met zes nieuwsbronnen, waaronder The Times, The Daily Mail en L'Express. Een week later, op 8 juni, bevatte het artikel – inclusief opmaak – 68.000 karakters, waren er kaarten gemaakt van de vluchtroute van het toestel en had de tekst 123 externe referenties. Wikipedia dient hier in feite als een verzameling van nieuwsbronnen en een primaire plek waar nieuwsgierigen kunnen beginnen. Opvallend genoeg stond er op de Wikipedia versie van 12:01 een bewering dat een wrak van het toestel gevonden zou zijn, een bewering waarvan wij nu weten dat dit onjuist was. Eén minuut later voegde een tweede gebruiker achter aan die zin ‘[citation needed]’ toe, waarin hij in feite aan de vorige gebruiker of andere lezers vraagt om een bevestiging van de bewering. Twee minuten later, om 12:04, was de bewering verwijderd. De eerste en de derde edit werden gedaan door anoniemen waarvan alleen het IP‐adres zichtbaar was. De ‘[citation needed]’‐bewerking werd gepleegd door een ingeschreven lid.
Dan een ander geval van het uiterste: artikelen die nagenoeg nooit in het nieuws komen. Op de Nederlandse Wikipedia drukte ik op ‘willekeurig artikel’. Ik kreeg het artikel Wereldkampioenschap curling 2008 (mannen) voor me. De pagina had een tabel van deelnemende landen en het zinnetje “Groepswedstrijden: Het schema is nog niet bekend.” Ikzelf, niet bekend met de situatie rondom curling maar er wel van bewust dat 2008 al geweest is, besloot de Engelse versie van dit artikel te bezoeken. Daarin waren alle uitslagen van het toernooi genoteerd en werd ook aangegeven dat Canada het toernooi heeft gewonnen. Teruggeklikt naar de Nederlandse versie stond de tabel er maar treurig bij. Een bepaalde gebruiker besloot dus voor aanvang van dit toernooi een artikel over het WK Curling te maken, maar vond zelf niet de drang om het wel te actualiseren wanneer het nodig was. Ook andere gebruikers hadden hier geen interesse in. Je kunt je afvragen: worden Wikipedia‐bewerkers niet te overmoedig in hun drang alles te documenteren, waardoor er situaties als deze ontstaan? Met een beetje zelfreflectie hadden de curling‐fanatici gewoon deze pagina weggelaten en op de hoofdpagina van het WK Curling Canada als winnaar genoteerd (dat overigens wel is gebeurd). Je kunt je overigens ook afvragen of het voor een encyclopedie gepast is om deze informatie te hebben. Informatie over groepswedstrijden van een WK Curling zul je namelijk nooit in een Encyclopedia Britannica vinden. Wat dat betreft is Wikipedia veel meer dan alleen een encyclopedie.
Ook beweringen die op het eerste oog niet meteen als ‘fout’ kunnen worden gezien, blijven vaak lang staan. Zo stond 20 maanden lang in het lemma van Hillary Clinton dat ze valedictorian (de beste van de klas) was op haar Wellesley College. Ze was echter geen valedictorian, een gegeven dat aangekaart werd in een nieuwsbericht van msnbc.com. Nog dezelfde dag na publicatie van het bericht werd de foutieve bewering van Wikipedia verwijderd. Het is zowel een voordeel als een nadeel dat er geen rompslomp qua bewerking is. Artikelen worden namelijk per wijziging niet beter; ze kunnen ook slechter worden. Eén van de grootste kritieken op Wikipedia is het feit dat artikelen vaak klad‐versies zijn: artikelen beginnen in maand 1 als enkele niet‐onderbouwde zinnen, en zijn pas in maand 24 goed onderbouwde, objectieve en volledige artikelen. In die periode daar tussen lezen mensen die geïnteresseerd zijn in dat onderwerp de kladversie. Critici zoals Britannica’s ex‐redacteur Robert McHenry twijfelen of Wikipedia zichzelf wel een encyclopedie mag noemen. McHenry noemt Wikpedia een klad, en een website waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen goede en foute informatie. In zijn stuk The Faith‐Based Encyclopedia vergelijkt McHenry Wikipedia met een openbaar toilet:
“De gebruiker die Wikipedia bezoekt om iets over een onderwerp te weten te komen, of om iets te bevestigen kan zich vergelijken met een bezoeker van een openbaar toilet. Het kan vanzelfsprekend vies zijn, dus hij is heel voorzichtig, of het kan heel schoon zijn, zodat hij misschien wel in een vals gevoel van zekerheid krijgt. Wat hij zeker niet weet is wie het toilet voor hem heeft gebruikt.”4 (McHenry, 2004) Ook Larry Sanger was duidelijk in zijn punt: je moet expertise erkennen. Wikipedia noemde hij een tool die je als ‘eerste bron’ moet gebruiken om daarna de referenties bekijken en verder onderzoek te doen. Neutraliteit
Het is onmogelijk om een referentiemiddel te schrijven zonder enige vorm van een ‘mening’. Natuurlijk is er een mening te vinden. Sommige dingen zijn nou eenmaal niet met feiten te onderbouwen, maar toch wel van encyclopedisch belang. Dat Barack Obama een geweldige
4 McHenry, R. The Faith‐Based Encyclopedia (http://www.tcsdaily.com/Article.aspx?id=111504A) geraadpleegd op 12 juni 2009.
spreker is zal bijna iedereen beamen, maar hoe zet je dit in een encyclopedie? Vaak hebben belangrijke artikelen op Wikipedia een kopje, zoals ‘Cultural influence/image’. In het Obama‐ artikel op de Engelse Wikipedia wordt hij een ‘geweldige orator’ genoemd. Daarbij worden bronnen van The Age (een Australische krant), BusinessWeek en The Toronto Star geciteerd. Niet de meeste vooraanstaande bronnen, maar ik denk de meerderheid het wel eens is met de zin, en daardoor de kwaliteit van de bronnen wel zullen accepteren.
Stel, je schrijft een artikel over Marilyn Monroe. Je wilt vertellen dat ze in haar carrière vaak neergezet werd als een ‘dom blondje’. Maar kun je dat letterlijk in een encyclopedie zetten? Misschien opvallend: zowel Wikipedia als Brittanica noemen de term ‘dom blondje’ in hun tekst. En waarom niet? De term spreekt voor zich voor de lezers en kan meer over haar uitleggen dan een hele omschrijving . En Wikipedia pakt het misschien nog wel subtieler aan. De tekst daar luidt: “The typecasting of Monroe's "dumb blonde" persona limited her career prospects, (…)Richard Meryman interviewed her for Life, in which Monroe reflected upon her relationship with her fans and her uncertainties in identifying herself as a "star" and a "sex symbol.”5 De tekst op Britannica is: “blonde sex symbol and U.S. comedienne who starred in commercially successful movie. Publicized during her career as a beautiful but unintelligent blonde…”6 Wikipedia is in het verleden ook vaak in het nieuws gekomen doordat er voor bepaalde groepen offensieve content op stond. Een voorbeeld hiervan zijn de afbeeldingen van de profeet Mohammed, die te zien zijn op zijn pagina. Er is intern ook veel discussie geweest of ze dit wel kunnen maken, maar de conclusie luidde uiteindelijk altijd dat de afbeeldingen mochten blijven. Op de overlegpagina van Mohammed staat deze disclaimer: “Afbeeldingen of details in dit artikel kunnen aanstotelijk zijn, maar hebben als functie om zo volledig mogelijke informatie te bieden.” Om geheel andere redenen heeft de Chinese regering delen van Wikipedia geblokkeerd, waaronder die van de Falun Gong.
De eigenaar van Wikipedia
Een veel gehoord argument is dat mensen die Wikipedia schrijven, vaak niet voldoende kennis over het onderwerp hebben. De meeste mensen die informatie toevoegen op Wikipedia hebben
5 Marilyn Monroe – Wikipedia, the free encyclopedia (http://en.wikipedia.org/wiki/Marilyn_Monroe) geraadpleegd op 11 juni 2009.
6
niet eens wetenschappelijke diploma’s. Verschillen tussen Wikipedia en de Britannica zijn niet allen gebaseerd op kennis, maar ook om culturele en economische redenen. Feit is dat een schrijver van Britannica wel betrouwbare informatie móet schrijven, om zijn baan en daarmee zijn inkomen te garanderen. Een schrijver van Wikipedia voelt totaal geen gevolgen van zijn tekst, of het moet zijn dat het artikel genomineerd wordt voor als etalageartikel. Robert McHenry twijfelt in zijn stuk The Faith‐Based Encyclopedia of deelnemers aan Wikipedia voor zichzelf schrijven of voor de lezer die kennis wil vergaren. Schrijver en Wikipediaan Aaron Swartz (hij noemt zichzelf activist, schrijver én hacker) vertelt in zijn weblog Raw Thought over zijn eerste ontmoeting met Jimmy Wales, waarin hij dieper inging over de ‘schrijvers’ van Wikipedia.
“Ik ontoette Jimbo Wales, het gezicht van Wikipedia, toen hij op Stanford een speech gaf. Wales vertelde ons over Wikipedia’s geschiedenis, technologie en cultuur, maar één ding stak er volgens hem bovenuit. “Het idee dat veel mensen van Wikipedia hebben,” vertede hij, “is dat het een soort opkomend fenomeen is – de wijsheden van de massa, zwermintelligentie, dat soort gedoe – duizenden individuen die elk een klein stukje content toevoegen en waardoor er een coherent stuk werk ontstaat.” Maar, dringde hij erop aan, de waarheid was anders: Wikipedia werd eigenlijk geschreven door “een gemeenschap... een trouwe groep van een paar honderd vrijwilligers” waarvan “ik ze allemaal ken en zij elkaar. Eigenlijk is het gewoon een traditionele organisatie.” 7 (Swartz, 2006)
Medeblogger Chris Pearson gebruikt als de term voor de vaste Wikipedia‐kern ‘The Five Hundred’. Dat betekent overigens niet dat het altijd 500 mensen zijn, en ook niet dat het altijd dezelfde mensen zijn. Soms zijn het er 1000, soms meer. Feit is dat je grofweg een verschil kunt maken tussen de casual en de hardcore Wikipedianen. In die laatste groep vallen ook adminstrators, bureaucrats en stewards. Wales deed onderzoek naar het fenomeen door simpelweg het aantal bewerkingen per gebruiker te tellen. Hij verwachtte een soort 80%‐20%‐ verhouding te krijgen: 80% van de bewerkingen wordt gedaan door 20% van de gebruikers. Het resultaat van zijn onderzoek was echter nog extremer: meer dan 50% van de bewerkingen werd gedaan door 0.7% van de gebruikers; 524 mensen. In het grotere plaatje werden 73.4% van de
7 Swartz, A. – Raw Thought: Who Writes Wikipedia? (http://www.aaronsw.com/weblog/whowriteswikipedia) geraadpleegd op 12 juni 2009
bewerkingen gedaan door 2% van de gebruikers; 1400 mensen. De overige 27% kwamen volgens Wales van “mensen die een kleine bug of een spellingsfout herstellen.. of zoiets.”
Swartz vond het moeilijk te geloven dat de gehele Wikipedia maar door een selecte groep geschreven werd en ging op onderzoek uit. Hij bekeek de geschiedenis van een bepaald artikel en kwam op het volgende uit: vijf van de 400 aanpassingen waren vandalisme. De grote meerderheid waren kleine opmaak‐ of spellingsbewerkingen. In de overige edits werd pas echt werk verzet; zinnen of zelfs alinea’s werden toegevoegd. In een tweede onderzoek ging Swartz het aantal letters tellen dat toegevoegd werd, in plaats van het aantal wijzigingen. Daaruit bleek dat maar twee van de mensen uit de top tien contributies ingeschreven waren. Swartz vond hiermee het bewijs dat het eigenlijk niet klopte wat Wales vertelde op Stanford. Het zijn juist de mensen die niet frequent op Wikipedia komen, die het meeste bijdragen aan dat artikel en de geregistreerde gebruikers maakten vooral de kleine wijzigingen. Deze theorie lijkt mij trouwens meer plausibel voor meer obscure artikelen. De pagina die Swartz als voorbeeld nam, was die van acteur Alan Alda, op de Wikipedia‐schaal niet een belangrijk artikel. Een artikel van een belangrijke politicus wordt veel vaker in de gaten gehouden, waarschijnlijk ook door meer prominente gebruikers van Wikipedia.
De mening van Jimmy Wales is duidelijk: ook mensen zonder diploma’s hebben iets te vertellen.8 Een editor van Britannica kan maanden research doen voor een bepaald artikel, maar als je honderd mensen verzamelt, kun je dezelfde kennis misschien wel in één minuut noteren. Voor het eerst in de geschiedenis willen we niets meer van expertise weten; een soort anarchie 2.0, zeg maar. Wat gebeurt er als je de massa kennis laat opschrijven? Krijg je dan dat de opinie van de meerderheid de waarheid wordt? Of speelt het systeem van Wikipedia daar een rol in? De mensen van ‘The Five Hundred’ kunnen wel eens meer macht in hun handen krijgen dan dat ze dachten, toen ze een gebruikersnaam aan het bedenken waren bij het inschrijven. Zij kunnen nu in feite hun eigen waarheid creëren. Eén die de meerderheid van de mensen al geaccepteerd hadden; maar dat wil niet veel zeggen. Want Wikipedia staat in dit verhaal nu op een gevaarlijk kruispunt. De meerderheid heeft toch niet altijd gelijk?
8 Veelen, I. van (Reg.) 2008. Wiki’s Waarheid, Nederland, Judith van den Berg/VPRO. Film
4. Collectieve intelligentie
Vormt Wikipedia een soort bewijs dat een collectief tot een beter resultaat kan komen? Kwantitatief zeker; Wikipedia heeft de Britannica heeft 65.000 artikelen, de Engelse Wikipedia heeft er 2.9 miljoen. Maar wat betekent het voor de kwaliteit van de kennis? Als je deze discussie weghaalt van de encyclopedie kom je op een strijd tussen het individu (de expert) tegenover de massa (de amateurs). Op het gebied van sociologie, economie en ook het internet zijn er onderzoeken naar dit interessante fenomeen gedaan onder de naam collectieve intelligentie. Wat is collectieve intelligentie Vraag iemand wat de hoofdstad van Ecuador is, en de kans is aanzienlijk dat er een fout antwoord komt. Vraag dezelfde kwestie aan een groep van twintig mensen en laat ze overleggen en de kans is een stuk groter dat je het goede antwoord krijgt te horen. Collectieve intelligentie is de bewering dat een groep mensen tot grotere kennis en informatie kan komen dan een individu. De website Blog of Collective Intelligence geeft deze definitie: “collectieve intelligentie is de capaciteit van menselijke gemeenschappen om te evolueren tot hogere rangen of complexiteiten en harmonieën, door innovatieve mechanismen zoals differentiatie en integratie, competitie en collaboratie.”9 Collectieve intelligentie is gebaseerd op consensus en is vergelijkbaar met een democratie. Maar net zoals in een democratie moeten er wel aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. De mensen moeten een uiteenlopende mening hebben; anders is er geen sprake van een consensus. En er moet al een bepaalde kennis aanwezig zijn bij de mensen. Een belangrijk deel in de collectieve intelligentie is competitie: de mensen moeten een soort motivatie hebben om elkaar tot grotere hoogten te stuwen. Schrijver Toby Segaran haalt in zijn boek Programming Collective Intelligence het voorbeeld van de financiële markt aan. De prijs in deze markt wordt niet bepaald door één individu, maar door het gedrag van een hele gemeenschap die allemaal acties ondernemen waarvan ze denken dat dat voor hun het beste is.
9 Blog of Collective Intelligence (http://www.community‐intelligence.com/blogs/public/) geraadpleegd op 9 juni 2009.
Een van de voorstanders van de theorie is auteur James Surowiecki, schrijver van het boek The Wisdom of Crowds. Surowiecki stelt dat groepen opmerkelijk intelligent zijn, en vaak slimmer dan de slimsten in hun midden. Het boek wordt geanalyseerd door Will Hutton van de Britse kwaliteitskrant The Guardian:
“In [de ogen van Surowiecki] is een van de grootste prestaties van de mensheid de niet‐erkende kwaliteit om collectieve beslissingen goed te hebben zo lang we onze individuele beslissingen onafhankelijk nemen en niet beïnvloed zijn door experts of anderen. Als we een groep volgen, veranderen we in een irrationele menigte, creëren we beurskrachen of lynchen we onschuldigen. Maar als beslissingen uit vrije wil boven drijven zijn ze opmerkelijk precies en, als waarden een rol spelen, fatsoenlijk.” 10 (Hutton, 2005)
Een voorbeeld dat Surowiecki in zijn boek aanhaalde, was een boerenmarkt in Engeland, ergens rond 1900. 787 mensen werden gevraagd om het gewicht van een os te raden. Niemand van de mensen, waarvan de meesten niets met vee te maken hadden, raadden het goede antwoord. Het gemiddelde van het publiek was echter 1197lbs. De os woog 1198lbs. Zo haalt Surowiecki nog vele praktijkvoorbeelden aan en allemaal bewezen ze dat een groep tot opmerkelijk betere resultaten kwam. Om daar te komen, moet de groep wel uit verschillende soorten mensen bestaan. Een slim persoon, maar ook een dom persoon. Iemand uit de Westerse cultuur en iemand uit de Oosterse cultuur. Een miljonair en een uitkeringstrekker. En het meest optimale zou zijn als er een plek is waar zij allemaal samen kunnen komen. Collectieve intelligentie op het Web 2.0 Collectieve intelligentie neemt een nieuwe vlucht met het internet, en met name het web 2.0. Een abstract voorbeeld hiervan dat Toby Segaran in zijn essay geeft is Google. Deze zoekmachine ontvangt een zoekterm van de gebruiker, en vraagt daarop aan een groep websites wat hun relevantie tot die term is. De websites die het meest relevant zijn (en dus er ‘het meeste van af weten’), komen aan de top van de zoekresultaten. Het tweede voorbeeld die Segaran gebruikt, is
10 Hutton, W – The crowd knows best (http://observer.guardian.co.uk/comment/story/0,6903,1572869,00.html) geraadpleegd op 12 juni 2009.
Wikipedia. Het concept van Wikipedia, door TIME Magazine ‘het meest sterke industriële model van de 21e eeuw’ genoemd11, wordt door Seagan een vorm van collectieve intelligentie genoemd:
“Elk artikel wordt onderhouden door een grote groep mensen en het resultaat hierdoor is dat deze encyclopedie veel groter is dan een gecoördineerde groep had kunnen creëren. (...) Ondanks dat Wikipedia een goede bron is en een indrukwekkend voorbeeld van collectieve intelligentie, dank het haar bestaan vooral aan de gebruikers die informatie toevoegen in plaats van het slimme algoritme van de software.” 12 (Seagaran, 2007) Zoals in elke theorie is er ook kritiek. De discussie is hier ook in grote lijnen hetzelfde als die van Wikipedia‐Britannica: die van de expertise tegen de massa. Een neutral point of view (NPOV) is één van de punten die Wikipedia graag wil nastreven. Maar ‘neutral’ is een zwaar begrip voor een encyclopedie, omdat er altijd bepaalde (culturele) invloeden bij meespelen. Kun je dan misschien meer spreken van een ‘mainstream point of view’? In feite wordt alles nu voor je voorgekauwd. Is het niet veel beter om te weten wat voor antwoorden die twintig mensen gaven op de vraag ‘Wat is de hoofdstad van Ecuador’ dan alleen het consensus‐antwoord te horen? Informaticus en schrijver Jaron Lanier heeft het in Digital Maoism over ‘dwaas collectivisme’ en ‘kuddegeest’.
“Het probleem zit in het aanzien dat Wikipedia heeft gekregen en het gebruik dat ervan wordt gemaakt, in het feit dat ze zo snel zo belangrijk is geworden. Dat past in een bredere ontwikkeling. Er komt een nieuw online‐collectivisme op, een moderne versie van het idee dat het collectief de wijsheid in pacht heeft. Dit idee heeft de vreselijkste gevolgen gehad toen het op diverse momenten in de geschiedenis door extreem‐rechts of extreem‐links aan ons is opgedrongen. Dat het nu vooraanstaande technologen en futuristen zijn die het opnieuw invoeren, maakt het niet minder gevaarlijk.”
Het gevaar dat Lanier hier beschrijft, wordt heel erg overtrokken. Extreem‐rechts of extreem‐links werden in het verleden onder andere groot dankzij een gebrek (of ontkenning) aan kennis. En nu leven we in het informatietijdperk, waarbij er zoveel verschillende representatieve bronnen 11 Anderson, C. – Jimmy Wales (http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,1187286,00.html) geraadpleegd op 17 juni 2009. 12 Segaran, T. 2007 ‐ Programming collective intelligence
aanwezig zijn. Het grootste probleem in mijn ogen is dat critici Wikipedia té serieus nemen. James Surowiecki geeft waarschuwingen over hoe collectieve intelligentie mis kan gaan. Er is er alleen sprake van als mensen in de groep niet beïnvloed worden. Dat punt vergeet Lanier hier voor het gemak even.
De ultieme encyclopedie?
Neem het voorbeeld van Surowiecki en het wegen van de os. Tijdens de wedstrijd moest iemand waarschijnlijk alle inzendingen noteren en daarvan het gemiddelde uitrekenen. Alle stemmen telden dus even zwaar mee, ook al was briefje A van een veehouder en briefje B van een vijfjarig meisje. Hoe herleid je dit tot Wikipedia? Er zouden dus 20 mensen hetzelfde artikel moeten schrijven, en de punten die het meest genoemd worden, zouden op de uiteindelijke pagina moeten belanden.
Op Wikpedia gebeurt er iets anders. Er is één persoon die een stuk tekst schrijft, en dit wordt gelezen door een groep anderen. Zij beslissen daarna of deze tekst mag blijven, of dat er aanpassingen gemaakt moeten worden. Het is geen collective intelligentie, omdat niet de mening van een groep tegelijk wordt gepeild. Die ene persoon schrijft iets, en een groep anderen speelt als controleur. Maar het is ook geen systeem van de expert, want die is er niet. Gaat de term collectieve intelligentie gaat dus niet honderd procent op in dit geval? Het heeft wel vele kenmerken. Het is de wijsheid van bepaalde mensen. Wat ons terugbrengt bij die ene groep: ‘The Five Hundred’. Ligt de waarheid dus ergens tussenin?
Conclusie
Hoe zat het ook al weer met Sanger? Hij koos met Citizendium een expertvorm van Wikipedia en heeft daarmee op de lange termijn misschien wel een meer accurate encyclopedie. Maar hij zal nooit het succes evenaren dat Wikipedia nu heeft; daarvoor is zijn proces te ondoorzichtig en te lang. Citizendium heeft zeker bestaansrecht. Ik heb bijvoorbeeld geen kladversies van deze scriptie in het openbaar gepubliceerd, omdat ik het niet waardig genoeg vond om het te laten lezen. Maar het gemak waarmee Wikipedia bewerkt kan worden spreekt mensen aan. Is het geen kwestie van kwaliteit‐kwantiteit? Natuurlijk. Citizendium zal sneller door universiteiten serieus genomen worden als primaire bron. Maar dit is een doel dat Wikipedia helemaal niet hoeft te stellen. Wikipedia moet de encyclopedie van het volk blijven. Het heeft bewezen dat mensen zonder lange studies of diploma’s ook teksten over moeilijke onderwerpen kunnen schrijven. En verhoudingen zullen niet scheef groeien: dagjesmensen zullen Wikipedia blijven raadplegen voor hun weetjes en acdemici zullen hun schoolbibliotheek blijven raadplegen om hun gefundeerde mening te vormen.
Aan de andere kant ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de Wikipedia‐lezer. De kritiek die mensen als McHenry aanvoeren, zijn allemaal toe te spitsen op de kreet ‘let op, niet alles wat op Wikipedia staat klopt!’ Het grootste probleem in mijn ogen is dat critici Wikipedia té serieus nemen. Ervan uitgaande dat mensen als McHenry het allemaal goed bedoelen, willen ze wat mij betreft het volk alleen waarschuwen. Maar volgens mij wisten de meeste mensen al dat Wikipedia niet altijd correct is. En dat weet McHenry ook. Dus misschien willen ze alleen maar het hardste roepen om mee te rijden op de hype. De vraag ‘kun je Wikipedia wel een encyclopedie noemen’ is ook niet van toepassing Wikipedia heeft wel alle kenmerken van een encyclopedie, alleen is het op momenten minder accuraat. Je kunt de titel hoogstens aanpassen naar ‘encyclopedie die niet altijd klopt’. Misschien heeft wikipedia.org ook wel een disclaimer nodig op de voorpagina?
Goede artikelen op Wikipedia zijn gebaseerd op externe bronnen. Deze bronnen worden geschreven door journalisten, auteurs en academici. Want kennis komt nooit uit de lucht vallen. Iemand kan wel denken iets te weten en het op Wikipedia pennen, zonder onderbouwing is het niets. Dus de critici kunnen rustig slapen vannacht; uiteindelijk wordt Wikipedia geleid door die
externe bronnen. En als de ‘amateurs’ die deze bronnen verzamelen dit allemaal in een artikel hebben gezet, mogen ze zichzelf dan ook experts noemen? Het is wel van belang om kritisch te blijven op het systeem dat Wikipedia hanteert. Wil je het concept van collectieve intelligentie optimaal benutten op Wikipedia, dan moet er een systeem komen waarbij meerdere mensen dezelfde tekst schrijven en dan de meest genoemde feiten overnemen. Maar dit is wel weer een stap verder weg van de snelheid en het gemak die Wikipedia nu heeft, een belangrijke aantrekkingskracht van de website. Tot die tijd is Wikipedia een mooie middenweg tussen expertise en collectieve intelligentie.
Nee, ik heb Wikipedia niet als bron gebruikt voor deze scriptie. Ik heb de site als startpunt gebruikt. Alle feiten uit dit stuk komen uit externe nieuwsbronnen, opinies en boeken. Er wordt een bewering gedaan op Wikipedia; ik kijk welke bron er geciteerd wordt en ik refereer naar die bron. Feit is dat ik deze scriptie een stuk sneller heb kunnen schrijven doordat Wikipedia alle informatie alvast voor mij gesorteerd heeft. Wat Jean‐Noël Jeanneney betreft; zijn strijd tegen de orkaan van Amerikaanse kennis die ons te wachten staat zou wel eens over kunnen slaan op Wikipedia. Je mag namelijk aannemen dat het meerdendeel van ‘The Five Hundred’ uit een Engelstalig land komt. Hiermee wordt hetzelfde effect gecreërd: alle kennis die voor handen is op de primaire kennisbron van de mens, het internet, is geschreven door Engelstaligen. Het is een punt waar we in de komende jaren onze focus op moeten leggen.
Barack Obama spoorde het volk aan om de mouwen op te stropen en actie te ondernemen. Op Wikipedia gebeurt wat hij voor ogen heeft, maar dan op het gebied van kennis. En verzamelde kennis betekent meer wijsheid. Yes We Know!