• No results found

Schaalvergroting in de melkveehouderij; het perspectief van de koe

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Schaalvergroting in de melkveehouderij; het perspectief van de koe"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land en tuinbouw

LEI, AgriMonitor, oktober 2007 pagina 1

SCHAALVERGROTING IN DE MELKVEEHOUDERIJ; HET PERSPECTIEF VAN DE KOE Hans Vrolijk en Krijn Poppe

Net als vele andere sectoren in de land en tuinbouw heeft de melkveehouderij een schaalvergroting doorgemaakt: een afname van het aantal bedrijven gepaard gaande met een toenemende omvang van het gemiddelde bedrijf. De omvang van een bedrijf wordt vaak beschreven middels de indicator 'gemiddelde aantal koeien per bedrijf'. Nadeel van deze indicator is zijn gevoeligheid voor het aantal en type bedrijven dat mee wordt genomen in de berekeningen. Dit artikel presenteert een alternatief voor het 'aantal koeien per bedrijf': de Lundindicator.1 Het voordeel van deze indicator is dat hij minder gevoelig is voor min of meer

arbitraire keuzes die voor de verzameling van agrarische statistieken worden gemaakt. De Lundindicator

De meest gangbare indicatoren gaan uit van het bedrijf, zoals het gemiddelde aantal koeien per bedrijf. Een alternatief is de mediaan, het middelste getal als de getallen op volgorde van klein naar groot worden gezet. Met betrekking tot het aantal koeien per bedrijf betekent dit dat 50% van de bedrijven meer koeien heeft dan de mediaan en de andere 50% minder koeien per bedrijf heeft. De aan het bedrijf gerelateerde indicatoren hebben als nadeel dat ze sterk afhankelijk zijn van de bedrijven die in beschouwing worden genomen. Worden bijvoorbeeld alle bedrijven met melkkoeien meegenomen of wordt alleen gekeken naar de gespecialiseerde melkveebedrijven. Daarnaast heeft de keuze van een ondergrens grote invloed. Is bijvoorbeeld een bedrijf met één koe een agrarisch bedrijf? Het al dan niet opnemen van deze kleine bedrijven heeft een grote invloed op het gemiddelde aantal koeien per bedrijf. De Lundindicator probeert dit probleem te omzeilen door uit te gaan van het perspectief van de koe. Het Lundgemiddelde geeft de omvang van de melkveestapel of kudde weer waarbij 50% van de koeien behoort tot kleinere kuddes en 50% behoort tot grotere kuddes. Het loslaten van het bedrijf als uitgangspunt leidt ertoe dat deze indicator vaak veel stabieler is. Op basis van de landbouwtelling 2005 zijn de drie beschreven indicatoren berekend uitgaande van verschillende ondergrenzen van de bedrijfsomvang in het waarnemingsveld (figuur 1). Het blijkt dat het Lundgemiddelde veel minder sterk verandert met de verandering van de ondergrens. Tot een ondergrens van 40 ege (Europese grootteeenheid) is de Lundindicator zeer stabiel terwijl het gemiddelde en de mediaan sterker toenemen. Bij een ondergrens van 60 ege loopt ook de Lundindicator aanzienlijk op omdat bij deze ondergrens rond de 7% van de melkkoeien buiten beschouwing wordt gelaten.

1 Lund is de naam van de auteur die de indicator heeft geïntroduceerd.

50 60 70 80 90 100 110 3,0 8,0 16,0 40,0 60,0

Ondergrens economische omvang (in ege) Aantal koeien 50 60 70 80 90 100 110 Bedrijven/koeien in steekproef (%) mediaan gemiddelde Lund %bedrijven %koeien

Figuur 1 Omvang van de 'gemiddelde' melkveestapel in aantal koeien van drie verschillende indicatoren voor verschillende ondergrenzen van de bedrijfsomvang (in ege) van het waarnemingsveld

(2)

Actuele informatie over land en tuinbouw

LEI, AgriMonitor, oktober 2007 pagina 2

Groei kuddeomvang in de EU

De stabiliteit van de Lundindicator is vooral een voordeel wanneer Europese landen worden vergeleken. Europese landen hanteren uiteenlopende criteria voor het al dan niet opnemen van bedrijven in hun landbouwstatistieken, afhankelijk van landbouwstructuur, maar ook van politieke en economische overwegingen. Voor de jaren 1990, 1994, 1998 en 2002 is voor een aantal landen de Lundindicator voor de kuddeomvang berekend (figuur 2). In alle landen is de kuddeomvang aanzienlijk gegroeid. Het Verenigd Koninkrijk (VK) is het land met de grootste kuddeomvang. Hier bevindt zich 50% van de koeien in kuddes van meer dan 140 koeien. Duitsland is na de hereniging ook tot deze omvang gegroeid. De kuddeomvang in Nederland komt overeen met die in Denemarken en Italië, waar zich 50% van de koeien in kuddes groter dan 80 à 90 koeien bevindt. Ook de ontwikkeling van de kuddeomvang over de periode 19982002 is in deze drie landen vergelijkbaar. De kleinste kuddes zijn te vinden in Griekenland en Finland (niet opgenomen in figuur 2), waar 50% van de koeien in kuddes kleiner is dan 25 melkkoeien.

Conclusie

De Lundindicator bevestigt het beeld van een schaalvergrotende melkveehouderij met steeds grotere kuddes koeien per bedrijf. Doordat deze indicator minder uitgaat van het bedrijf en meer redeneert vanuit de koe is een betere vergelijking tussen landen mogelijk. De resultaten laten zien dat de kuddeomvang in alle Europese landen is toegenomen sinds de jaren negentig. De grootste kuddes zijn te vinden in het Verenigd Koninkrijk. Nederlandse kuddes zijn vergelijkbaar met die in Italië en Denemarken, en ontwikkelen zich in hetzelfde tempo.

Meer informatie:

Rapport 8.07.02 Observations on Farm Structure In Europe

0 20 40 60 80 100 120 140 160 1990 1994 1998 2002 Kuddeomvang VK Nederland Denemarken Italië Frankrijk Duitsland Griekenland

Figuur 2 Lundindicator van de ontwikkeling van de kuddeomvang van melkkoeien in een aantal EU lidstaten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

requires a metal of high work function to match the highest occupied molecular orbital (HOMO) of the organic hole transporting layer. This contact must also be transparent to

So onderskei Seashore (op. cit.) kondisionering deur 'temperament en.. emosionele opset' beklemtoon. cit.) verwys na spesifieke kapasiteite of talente wat onder vier

15 Employees holding a high status position in their organisation will get a higher performance appraisal than is deserved (i.e. regardless of their real performance,

With this article the author intends to fill one of these gaps in the narrative of social history and focuses specifically on the experiences of teachers who taught

This study demonstrates that key health stakeholders in Ngamiland support the need for family medicine registrars and physicians in the district health services and the development

Differences within the group of participants with visual impairments: eye-hand coordination The males with visual impairments with a guide varied in their performance on the

Asked why their demands turned political, many participants echoed Maluleke’s (2016) assertion that the shutting down of universities in the context of student protests

Regression analysis was used to establish the relative contribution made by the independent variables; Attributional style (AS),Self Esteem (SE), General Health