• No results found

Samenvattingen van artikelen verschenen in vol. 29. nr. 1/2. juni 1992 van de Contributions to Tertiary and Quaternary Geology

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Samenvattingen van artikelen verschenen in vol. 29. nr. 1/2. juni 1992 van de Contributions to Tertiary and Quaternary Geology"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

-78-Samenvattingen

van artikelen verschenen in vol. 29. nr. 1/2. juni 1992

van de

Contributions to Tertiary and Quaternary Geology

Bonaaerts, H.L. Vivianiet uit het Pleistoceen van de Horloff Graben (Hessen, Duitsland).

H.L. Bongaerts, Rektor van den* Boornlaan 13, 6061 AN Posterholt.

B. Fobe, & V. Spiers. Sedimentologie en facies verdeling van de Formatie van Lede (Eoceen) in België en noordelijk Frankrijk.

In de Formatie van Lede (Eoceen, Lutetien) zoals bekend uit

ontsluitingen en boorprofielen zijn drie facies onderscheiden in het Belgisch Bekken. Tussen Gent, Brussel en Ronse (de Heldert

facies), toont de formatie een fining-upward trend in de

verdeling van korrelgrootte. Deze facies is gekenmerkt door de

aanwezigheid van meerdere grindhoudende lagen boven op erosievlakken die de basis

van kleinere fining-upward eenheden aanduiden. Begeleidende grind- en schelplagen en zandige kalken tonen sedimentatiestrukturen die

typisch zijn voor

stormafzettingen. In noordelijke en westelijke richting ontbreken

grofkorrelige lagen omdat hier de zee dieper was en de bodem niet

meer in het bereik van stormgolven stond (de Mont des Récollets

facies). Nabij Ronse bestaat de Formatie van Lede deels uit

bruin, middelkorrelig zand met verkiezelingen (de Einsdale

facies). Dit duidt mogelijk de meest noordelijke uitbreiding van

een zeer ondiepe mariene afzetting aan. De cyclische sedimentatie die in de Formatie

van Lede te zien is, is veroorzaakt door de tektonische bewegingen van de zuidelijke begrenzing van het Brabants Massief. De facies verdeling van de formatie komt

grotendeels overeen met de dikte-evolutie van de onderliggende Krijtafzettingen, die eveneens beïnvloed werden door de

bewegingen van het Brabants Massief.

B. Fobe en V. Spiers, Laboratorium voor

Mineralogie, Petrografie en Micropedologie, Universiteit Gent, Krijgslaari 281 S8, B-9000 Gent.

K. Hoedemakers, & R. Marquet. Litostratigrafie van Pliocene

afzettingen in de Liefkenshoektunnel konstruktiewerken

bij Kallo (NW België).

De struktuur van vivianiet-houdsnde [Fe-i (POi )? . 8H?0] nodulen en

kristalaggregaten geheel bestaand uit dit mineraal wordt

beschreven aan de hand van slijpplaatjes. Het gebruikte materiaal werd door de auteur verzameld in een bruinkoolgroeve te

Wölfersheim in de buurt van Frankfurt/Main (Duitsland), in een kleilens, ca. 5 m onder maaiveld. Hier kwam vivianiet voor in de vorm van kristalaggregaten die een radiale struktuur vertoonden. In de nodulen werd vivianiet gevonden als plekjes op de

buitenkant en in holtes. De mate van oxydatie varieert sterk,

hetgeen een verklaring is voor de verscheidenheid in kleur. Het is zeer goed mogelijk dat deze vivianiet zich heeft gevormd

(2)

-79-De 11tostratigrafie van de Pliocene afzettingen die recentelijk ontsloten waren in een tijdelijke sektie bij Kallo (provincie Oost-V]aanderen, NW België) wordt beschreven. In de ontsloten

sektie werden de Zanden van Merksem, Zanden van de Kruisschans en Zanden van Oorderen van de Formatie van Lillo (Plioceen)

onderscheiden. Eerder gepubliceerde sekties worden kort

besproken. * '

K. Hoedemakers, Broechemsesteenweg 31, B-2531 Boechout; R.

Marquet, Constitutiestraat 50, B-2060 Antwerpen.

P. Lozouet. Nieuwe Pliocene en Oligocene Olividae (Mollusca Gastropoda) uit Frankrijk en het Middellandse Zeegebied.

Twee olivide gastropoden, Olivella clanzigi n. sp. en Amalda cf. obsoleta (Brocchi, 1814) worden voor het eerst gemeld uit het Mediterrane Plioceen van respektievelijk Tunisië en Spanje. In

het algemeen werd aangenomen dat Olividae verdwenen waren uit het Middellandse Zeegebied sinds het Laat-Mioceen, toen ze het

slachtoffer werden van de Messinien salinity crisis. De

klimatologische achteruitgang tijdens het Plioceen voorkwam hun hor-introduktie in het gebied. Ook wordt een nieuwe soort van

Amalda, A. abessensis, uit het Laat-Oligoceen van Frankrijk

beschreven en afgebeeld. Deze soort schijnt geen verwant in Europese kenozoische fauna’s te hebben, maar lijkt op A.

papillata Tate, 1885, de type soort van het ondergeslacht

Alocospira Cossmann, 1899, uit het Vroeg-Mioceen van Australië.

Gezien dit feit, worden hier de belangrijkste Laat-Oligocene en Miocene Ancillinae uit Europa afgebeeld; aangetoond wordt dat

Gracilancilla Thiele, 1925 (type: G. sumatrana Thiele, 1925; westelijke Stille Oceaan) een

jonger synoniem is van Ancillina

Bellardi, 1882 (type: Ancilla pusilla Fuchs in Karrer, 1877;

Mioceen van Europa).

P. Lozouet, Muséum national d'Histoire naturelle, Laboratoire de

Biologie des Invertébrés marins et Malacologie, 55 rue de Buffon, F-75005 Parijs.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The objectives of the study were to investigate the extent to which the policy, institutional, legislative and legal frameworks helped in the implementation of the

The Global Reporting Initiative (GRI) process was launched in 1997 to develop guidelines to companies for reporting on the triple bottom line: economic, environmental and

When simulating the interaction of waves with a breakwater, the free surface of the sea water is modelled and the armour units are regarded as rigid bodies since

The GUM-truck (Green Underground Mining vehicle) project, which aims at developing an underground mining vehicle that is electrically driven, would reduce the impact that

The questionnaire consisted of 8 parts: demographic and family background, future career planning and entrepreneurial intention, image of entrepreneurship, role models,

’n Analise is gemaak van wat wetgewing en beleid, wat tans in Suid-Afrika in gebruik is, aangaande agente, sake, persone en respons wat in die ontwikkeling van ‘n

Hindernisse teen die beskikbaarstelling van ongeloodte petrol en persepsies van verteenwoordigers van die petroleum- en motornywerhede is aangedui en hierdie inligting verskaf

His lack of insight and inability to distinguish between characters like the protagonist, Martin Pemberton, and the antagonist, Martin's father, the evil Augustus Pemberton,