L.G.L.M. Poel!’
Column
Ook Europa zonder ambtenaren?
Professor dr. W. Fortuyn heeft door middel van prikkelende uitspraken tijdens zijn intreerede bij de aanvaarding van de Albeda-leerstoel (de bijzondere leerstoel arbeidsvoorwaardenvor ming bij de overheid) aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit wederom de aandacht op zich gevestigd. Zeker is dat als gevolg daarvan velen in Nederland zich met stellingen hebben beziggehouden en de pen ter hand hebben genomen. Op enkele onderdelen uit zijn betoog wil ik hier ingaan.
De te verwachten verschuivingen van belangrij ke bevoegdheden van het nationale naar het Euro pese niveau zullen de institutionele besturing van ons land niet onberoerd laten, zo voorspelt Fortuyn. In verband daarmee introduceert Fortuyn ‘departementen nieuwe stijl’ (met per departement 800 beleidsambtenaren), i e beter toegesneden zijn op de nieuwe Europese struc turen. Vanzelfsprekend zal er op termijn op nationaal en regionaal bestuurlijk gebied aan passing plaatsvinden aan de ontwikkelingen binnen Europa. Vooralsnog is echter duidelijk, dat gedurende vele, vele jaren belangrijke onderwerpen als arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid vast in handen zullen blijven van de Nederlandse overheid. Maar ook andere zaken zullen niet op stel en sprong aan Brussel wor den overgedragen. Dat houdt in dat zowel de beleidsvorming als uitvoering van besluiten en wetgeving nog zeer lang werkgelegenheid zullen bieden aan grote groepen ambtenaren. De 30.000 ambtenaren die zich thans in ons land met beleid bezighouden zullen ook in Europees perspectief nodig zijn om te adviseren over
' Loek Poell is voorzitter van de CFO, de CNV-bond
voor Overheid, Onderwijs, Gezondheid, Welzijn en Sociale Werkvoorziening, PTT en Nutsbedrijven.
zaken die landelijk én Europees aan de orde zijn. Ook voor de uitvoering zijn ambtenaren nodig. Naar mijn opvatting wordt al te gemakke lijk beweerd dat het onbelangrijk is wie over heidsbeleid gestalte geven en wetgeving uitvoe ren. Er zijn wel degelijk zeer grote groepen ambtenaren die het dienen van de politieke zaak, het mede verantwoordelijk zijn voor dienstverlening aan de samenleving, als een grote voldoening ervaren. Dus niet uit gemak zucht in dienst zijn van de overheid, maar bewust uit ideële overwegingen. Deze werkne mers en werkneemsters zijn ook te vinden in de zorgsector, bijvoorbeeld ziekenhuizen, bejaar denhuizen en gezinszorg. Daarom ook is het een plicht van de overheid deze vrouwen en mannen volwaardige arbeidsvoorwaarden te bieden met de daarvoor benodigde financiële middelen. De samenleving is gebaat bij mensen die hun betrokkenheid niet uitsluitend laten afhangen van de geboden salarissen. De overheid echter moet kunnen concurreren op de arbeidsmarkt. Dan kunnen ook kwalitatief goede managers bij de overheid behouden blijven dan wel worden aangetrokken. Alleen op die wijze kan gegaran deerd worden dat optimaal op ontwikkelingen ook op Europees niveau kan worden ingespeeld en daarnaast de doelmatigheid van de overheid wordt vergroot. De doelmatigheid is in handen van het ambtelijk management. De inrichting en taakstelling van de overheid is in handen van de politieke organen. Het consequent vasthouden aan deze uitgangspunten zou voor de Neder landse samenleving zeer heilzaam zijn. Het zou nog heilzamer zijn, indien de politieke besluit vorming ten aanzien van de taakstelling van de overheid helder en duidelijk zou plaatsvinden. Dan weet het ambtelijk management waar het aan toe is en is dagdromerij over departementen met 800 ambtenaren niet langer nodig.