• No results found

Inleiding. De herziening van Conventie 96 - Downloaden Download PDF

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inleiding. De herziening van Conventie 96 - Downloaden Download PDF"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jan Denys

Inleiding

De herziening van Conventie 96

Net na de Tweede Wereldoorlog werd door de In­ ternationale Arbeidsorganisatie (IAO) in Genève Conventie 96 aangenomen. Deze Conventie ver­ bood private arbeidsbemiddeling en gaf terzake een monopolie aan de overheid. In het collectief geheugen is neergeslagen dat misbruiken door de private sector de hoofdreden vormden voor deze monopolisering. Van Bekkum toonde in zijn proefschrift echter aan dat er andere en belang- rijkere redenen waren (Van Bekkum, 1996). Hoe dan ook, in juni jongstleden werd deze Conventie herzien. Het monopolieprincipe werd afgeschaft en een nieuw model werd naar voren geschoven. In Vlaanderen vond deze gebeurtenis weinig of geen weerklank in de pers en het zou ons niet ver­ wonderen dat vele arbeidsmarktdeskundigen in Vlaanderen en Nederland niet eens weten waar het in deze over gaat. Nochtans kunnen wij zon­ der overdrijven deze gebeurtenis als historisch be­ schrijven. De herziening van deze Conventie kan zonder meer als een paradigmawissel beschouwd worden. Gesteld wordt nl. dat de overheid de pri­ vate intermediaire sector niet langer alleen ge­ doogt maar erkent als een waardevolle aanvulling op de arbeidsmarkt. Daarbij krijgt de private sec­ tor niet alleen de kans om diensten aan te bieden maar ook een rol om het arbeidsmarktbeleid mee uit te voeren. De overheid stippelt nog wel het ar­ beidsmarktbeleid uit maar de uitvoering komt op een pluriforme wijze tot stand. Complementari­ teit, competitie en coöperatie zullen de toekom­ stige verhoudingen tussen publieke en private ac­ toren kenmerken. Hoe zit dit nu in Nederland en Vlaanderen ? Een wereld van verschil, zo blijkt. De herziening van de Conventie 96 in juni jongst­ leden kwam niet te vroeg. In nauwelijks enkele ja- ren tijd veranderde op dit gebied de situatie in de

Europese Unie compleet en werd vrij algemeen aangenomen dat het monopoliemodel niet meer aansloot bij de ontwikkelingen op de arbeids­ markt. In 1985 waren de landen met een publiek monopolistisch systeem inzake arbeidsbemidde­ ling nog in de meerderheid. Alleen Ierland en Groot-Brittannië kenden commerciële private be­ middelaars. In tien jaar tijd schaften Nederland, Duitsland, Denemarken, Zweden, Finland, Oos­ tenrijk, Portugal en (gedeeltelijk) Vlaanderen het publiek bemiddelingsmonopolie af en zegden in de meeste gevallen tegelijkertijd ook Conventie 96 op. De betrokken Conventie dreigde aldus een lege doos te worden. De verdienste van de IAO is echter geweest dat men zich niet heeft beperkt tot het erkennen dat de oude Conventie niet meer voldeed aan de ontwikkelingen op de arbeids­ markt maar dat een nieuw model naar voren wordt geschoven. Indien dit model even richting­ gevend zal zijn voor de nationale overheden als het oude monopoliemodel dan kunnen wij voor­ spellen dat er in de Europese Unie, de komende jaren, grote veranderingen zullen plaatsvinden inzake arbeidsmarktbeleid.

Waarover gaat het ? De oude Conventie 96 stipu­ leerde niet alleen dat private arbeidsbemiddeling verboden diende te worden maar dat het volledig arbeidsmarktbeleid (concept, voorbereiding en uitvoering) via publiek initiatief diende te gebeu­ ren. Zelfs non-profitinitiatieven werden daarbij aan banden gelegd en konden in het beste geval alleen plaatsvinden onder strikte controle van de overheid. Het nieuwe model gaat uit van het ge­ mengd beheer van de arbeidsmarkt. De overheid behoudt in deze een aantal onvervreemdbare functies:

- de overheid bepaalt de regels, oordeelt bij

onder-* Jan Denys is lid van de redactie van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken. Hij is projectleider aan het Hoger Instituut voor de Arbeid van de Katholieke Universiteit van Leuven.

(2)

Inleiding

linge betwisting en sanctioneert in geval van overtreding;

- de overheid dient het arbeidsmarktbeleid te for­ muleren;

- de overheid beheert de fondsen die nodig zijn om het arbeidsmarktbeleid uit te voeren;

- de overheid beheert de arbeidsmarktinformatie en stelt deze ter beschikking aan derden.

Voor wat de uitvoering van het arbeidsmarktbe­ leid betreft kan de private sector echter een rol spelen. Het is daarbij aan de landen zelf om dit concreet in te vullen. Daarbij wordt uitdrukkelijk gesteld dat de toekomstige verhoudingen tussen publieke en private actoren niet alleen gestoeld mogen zijn op complementariteit en competitie maar ook op bepaalde vormen van coöperatie. De IAO schuift zelf enkele terreinen naar voren waar kan worden samengewerkt: pooling arbeids­ marktinformatie, gezamenlijke projecten, uitbe­ steding van projecten, training staf, uitwisseling vacatures en participatie in een gezamenlijke Hoge Raad.

Hoe zit het nu met de praktijk? Het ziet er naar uit dat ook op dit gebied de Nederlanders in Euro­ pa voorop lopen. Allereerst is er niet alleen spra­ ke van demonopolisering ten voordele van de privé-sector. Ook binnen de publieke sector is de bemiddelingsbevoegdheid gedemonopoliseerd. Gemeenten en bedrijfsverenigingen spelen op dit vlak nu volop mee. Op termijn zien wij Neder­ land evolueren naar het Australisch model waar publieke en private actoren zullen meedingen naar overheidsopdrachten (bijv. X-aantal bemid- delings- en opleidingstrajecten voor deze of gene doelgroep). Ook op het vlak van samenwerking tussen private en publieke actoren staat Neder­ land in de spits. Het samenwerkingsakkoord tus­ sen Arbeidsvoorziening en twee grote uitzend- kantoren, waarbij de laatste 30.000 personen (waarvan de helft moet behoren tot de zgn. doel­ groepen) extra dienen te plaatsen in ruil voor het gebruik van het werkzoekenden databestand van Arbeidsvoorziening, is internationaal het meest vergaande samenwerkingsakkoord tussen publie­ ke en private actoren. Het experiment wordt in­ ternationaal aandachtig gevolgd en zal mits gun­ stig resultaat zeker navolging kennen. Op een ogenblik dat zowel Duitsland, Nederland en de

Scandinavische landen resoluut kozen voor een volledige demonopolisering koos Vlaanderen voor een eerder symbolische wijziging1. In de praktijk worden alleen de executive search kanto­ ren bijkomend gereguleerd. Hoewel het betref­ fend decreet gestemd werd in 1995 slaagde men er niet in de uitvoeringsbesluiten uit te vaardigen voor het wijzigen van de Conventie 96. Deze wet­ geving zal dus al achterhaald (want nog gebaseerd op de oude Conventie 96) zijn op het ogenblik dat ze in werking treedt. Dit betekent dat de Vlaamse overheid op dit ogenblik zich de facto aansluit bij de - eerder hypocriete - Franse aanpak waar offi­ cieel het monopolieprincipe geldt, maar waar pri­ vate initiatieven worden gedoogd. Het is moeilijk aan te nemen dat een dergelijke onduidelijke situ­ atie bevorderlijk is voor de ontwikkeling van nieuwe dienstverlening (zowel naar de werkzoe­ kenden als naar de bedrijven) op de arbeidsmarkt. Daarbij komt dat in Vlaanderen niet alleen uit­ zendbureaus en bemiddelingskantoren over een licentie dienen te beschikken maar ook outplace­ ment- en wervings- en selectiekantoren. Vlaande­ ren is het enige land in de Europese Unie waar dit laatste het geval is. Ook op het gebied van samen­ werking is men nog niet ver. De wederzijdse ach­ terdocht tussen publieke en private actoren is op dit ogenblik nog te groot. Wij kunnen alleen ho­ pen dat de Vlaamse overheid zich in de toekomst meer aansluit bij de ontwikkelingen bij de noor­ derburen. Voordeel is dat Vlaanderen daarbij kan leren van de fouten die de Nederlanders vermoe­ delijk zullen maken. Dat is nu eenmaal de tol die de pionier moet betalen.

Literatuur

Bekkum, R. Van (1996) 'Tüssen Vraag en Aanbod - op zoek naar de identiteit van de arbeidsvoorzieningsor­ ganisatie', Den Haag, SdU.

Noot

1 In Wallonië bleef men onverkort aan het monopolie vasthouden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

and Technology of China, Hefei, China; (b) Institute of Frontier and Interdisciplinary Science and Key Laboratory of Particle Physics and Particle Irradiation (MOE),

Also at Graduate School of Science, Osaka University, Osaka, Japan Also at Department of Physics, National Tsing Hua University, Hsinchu, Taiwan u Also at Institute for

Loose 1b (reco) [GeV] bb m 60 80 100 120 140 160 180 Ratio 0 0.5 1 1.5 2 Events 0 5 10 15 20 25 30 xxx xxx xxx xxx xxx xxx xxx xxx xxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx

79 Department of Physics and Astronomy, Iowa State University, Ames IA; United States of America 80 Joint Institute for Nuclear Research, Dubna; Russia.

Note: While the complete reanalysed time periods are indicated for each reanalysis dataset in this table, only the 1979-2010 time period was evaluated in

117 Stress tensors calculated for the northern and southern Queen Charlotte fault using moment tensor solutions (top), first motion solutions (middle) and

An August 16 public relations meeting at Combined Operations Headquarters (COHQ), recognized the importance of war correspondents accompanying the force to counter enemy

Cidalis se retira, & Philis, ne pouvant plus se cacher, que la passion, qu’elle avoit pour Damon, n’avoit été un mystere que pour elle, sentit qu’il étoit tems de se tenir