• No results found

Regionaal-electorale CDA-modellen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Regionaal-electorale CDA-modellen"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CHRISTEN-DEMOCRA TIE 124 doordr. J.G.F. Terwindt

Dr. 1. G. F. Terwindt (1920) verricht

beleidsondersteunend onderzoek aan de Katholieke Hogeschool te Tilburg.

Regionaal-electorale

CDA-modellen

De jongste Statenverkiezingen in maart 1982 hebben in vergelijking met die in 1978 voor het CDA voor iedere regia in min of meerdere mate een procentueel verlies te zien gegeven.

In een vorige bijdrage in dit maandblad vormden de statenkieskringen de grondslag voor een nadere analyse van deze regionale verliezen.1)

In deze bijdrage wordt getracht, naast de regionale opkomst van de kiezers, het urbanisatiekarakter van de gemeenten op de voorgrond te plaatsen. Op deze wijze ontstaan voor iedere regia dienovereenkomstige electorale mode lien die een bijdrage zouden kunnen leveren ten behoeve van een te ontwikkelen strategie bij toekomstige statenverkiezingen.

De lifttheorie

Een eerste inzicht in de regionale ver-liezen van het CDA kan worden verkre-gen door middel van een diagram2)

waar-in op de horizontale as het regionale stemmenpercentage van het CDA in het jaar 1978 is afgezet. Op de verticale as is afgezet het dienovereenkomstig regiona-le verschil van de stemmenpercentages in het jaar 1982 ten opzichte van 1978.

Daarbij is ter onderlinge regionale verge-lijking het jaar 1978 op 100 gesteld (afb. 1).

Behalve de regia Limburg (LI) hebben de overige regia's in min of meerdere mate verliezen geleden door in het jaar 1982 een waarde aan te nemen die ten opzichte van 1978 onder de 100 is ge-legen.

Er bestaat geen samenhang tussen de I) J.G.F. Terwindt. De regionale rcsultatcn van het CDA. In: Christen Democratische Verkenningen, 4/1\2,

pp. 11\6-192.

2) De eerste vier diagrammen wcrden geconstrueerd aan de hand van gcgevens van het ANP. Verkiezings-dicnst. Officieuze uitslagen van de Provinciale Staten Verkiezingen 1982. Hicrin zijn opgenomcn de opkomst/gcldigheid en de op de politieke partijcn uitgcbrachtc stemmcn-aantallcn en -percentages naar rcgio en urbanisatiekarakter der gemeentcn en voor 47 gemeenten afzondcrlijk met meer dan 50.000 inwoners.

(2)

CHRISTEN-DEMOCRA TIE 125 OPKOMST-PCT. EN STEMMEN-PCT.CDA YERKIEZINGEN PROV.ST.I982 T.OV. 1978.

tOO 1 l I 100 RECIONAAL Ll-98 98 eNB

NB 9G ZH

e

• ov 96 ov •

e

ZH DR ZE

e

0 NL ZEe 0 NHe

e

94 DR

e

0

e

GL eNH

-

II -cR • CR e•CL ~ 92 92 <X) ,..._

e

FR FRe m

>:

90 UTe 90 eur 0 '"""' AFB. I AFB. 2 N <X) 8820 25 30 35 55 •t. 8892 90 88 86 84 82 ~ 40 45

so

80

<t STEMMEN PCT. COA t97S OPKOMST PCT.t982 T.O.V.t978 (=tOO)

0

u

lOS

~ 100 I I I I I I 1 I [. 1 I

u URBANISATIE'KARA K TER _CEMEENTEN

-Cl. C EZ A M EN Ll J K E G E M E E N TEN ~50 000 INW.

z 98 100 f-.

•••

-w

i--.'-:

-~ eST~ ~ 9G 95 i--

·r-~

-w evp

• tl• :·.

1-

-lfl

...

91, eP 90 f-.

-eST<

-• -•

92 85 i--

-•

1-

-AFB. 3 I I I AF8.4 I 9092 90 8G 84 82 80 78 80 100 95 90 85 80 75 70 OPKOMST PCT 1982 T.O.V.I978(:;100)

P: PLATTE. LAND, VP:VE.RSTE.DE.LIJKT PL.LAND, F:FORENSEN·CEHE.E.tHEN, ST<: STE.DE.N<IOOOOOINW.

ST~:STE. DEN >,100 000 INW.

omvang en het verlies van het regionale stemmenpercentage. Er kan derhalve niet worden geconstateerd dat het CDA in de regia's waar het minder stemmen heeft mecr kwetsbaar zou zijn.

Indien wordt gesteld dater bij de kiezers van het CDA op grond van religieuze motieven een sterkere aandrang aanwe-zig is om aan hun (vroegere) opkomst-(plicht) te voldoen, dan zou een zo te noemen 'lifttheorie' kunnen worden ont-wikkeld. Deze houdt in dat bij minderc opkomst van de kiezers in een gegeven regio het CDA aldaar in de lift zit. Haar aandecl (%) in het totaal aantal

uitge-C'IIRISTI'ti DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN H4

brachtc stem men ( = 100%) wordt als het ware omhoog gedrukt. Er wordt minder verlies geleden omdat de ovcrige kiezcrs in mindere mate zijn opgekomen. Een dergelijk effect kan enigermate dui-delijk worden gemaakt in een volgend diagram waarin op de horizontale as de afnemende regionale opkomst (geldige stemmen) van de kiezers in het jaar 1982 ten opzichte van 1978 ( = 1 00) is afgezet en op de verticale as wederom het dien-overeenkomstige regionale verlies van het CDA in beide jaren (afb. 2). Naarmate de regionale opkomst van de kiezers afneemt. is de tendens aanwezig

(3)

CHRISTEN-DEMOCRATIE

dat door het CDA in toenemende mate minder verlies wordt geleden.

In de regia Friesland (FR), waar de op-komst van de kiezers in geringe mate is afgenomen. is het regionale verlies van het CDA het omvangrijkst. In de regia's Noord-Brabant (NB), Zuid-Holland (ZH) en Limburg (LI) is het omgekeerde

het geval. Buiten deze interregionale ten-dentie vallen de regia's Overijssel (OV) en Utrecht (UT) met een respectievelijk gering en omvangrijk verlies.

Een zelfde tendens is waarneembaar in-dien de opkomst van de kiezers en het verlies van het CDA in de gezamenlijke gemeenten naar hun urbanisatiekarakter worden bezien. Bij toenemende verste-delijking van de gemeenten neemt de opkomst af en wordt door het CDA min-der ver!ies geleden (afb. 3). Buiten deze tendens vallen de minder grate steden (ST<) doch in het bijzonder de forensen-gemeenten (F) die voor het CDA een omvangrijk verlies te zien geven.

Ten slotte is de lifttheorie van toepassing indien de opkomst van de kiezers en het verlies van het CDA in aile 47 gemeenten afzonderlijk met 50.000 en meer inwo-ners wordt nagegaan (afb. 4). De samen-hang tussen beide is aanwezig en wei zodanig dat indien de opkomst van de kiezers aanzienlijk minder is ( ~ 82,5) er zelfs winst (;::, 100) door het CDA wordt behaald.

De opkomst van de kiezers kan worden geforceerd door de kiezers die door om-standigheden niet in de gelegenheid zijn om een stem te gaan uitbrengen en het voornemen daartoe niet hebben kenbaar

gemaakt of de kiezers die in het geheel niet wensen te stemmen, op georgani-seerde wijze een volmacht te vragen. Het is van belang dergelijke mogelijke uitwassen tegen te gaan omdat zij de wezenlijke stemmenverhoudingen ern-stig verstoren.

126

Ofschoon op grand van het nationaal on-derzoek onder de Nederlandse kiezers rand de Tweede Kamerverkiezingen in 1981 de lifttheorie fundamenteel wordt verworpen 3) blijkt zij voor de Statenver-kiezingen in 1982 wei van toepassing te zijn. Dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan het feit dat de opkomst voor de Tweede Kamerverkiezingen in 1977 87,5% en in 1981 86,8% bedroeg en der-halve ongeveer gelijk is gebleven. De Statenverkiezingen geven daarentegen met een opkomst in 1978 van 79.1% en in 1982 van 67,9% aanzienlijke verschillen te zien, hetgeen bij een veranderstelde constante opkomst van getrauwe CDA-kiezers aanzienlijke electorale verschui-vingen tot gevolg had.

De electorale aandelen van het CDA In het jaar 1978 behaalde het CDA in de gezamenlijke regia's een landelijk stem-menpercentage van 35,07%. In 1982 be-droeg die 33,40% zodat in deze provinci-ale verkiezingsperiode een verlies van 1,67% werd geleden. Overeenkomstig de methode van het aandelenonderzoek kan worden bepaald in welke mate het urba-nisatiekarakter van de gemeenten 4) een bijdrage tot bovenvermeld landelijk ver-lies he eft geleverd ( tabe\1).

3) 0. Schmidt. Opkomst. In: Kiezen in Nederland, 26 mei 198/: Wat de kiezers deden en waurum. Red. A.Th.J. Eggen e.a. Zoetermeer. 1981. p. 59.

4) Ten behoeve van afbeelding 5 e.v. werd de categoriale indeling van het urbanisatiekarakter der gemeenten regionaal vergroot aan de hand van een ruimerc indeling van het CBS. Bevulking der gemeenten, I jan. 1982, naar urbanisatiegraad van 28 februari 1971. Een mccr recentere indeling was nict mogelijk omdat de volkstclling 1981 niet is gehouden. De aantallen op het CDA uitgebrachte stem men per afzondcrlijke gemccnte in het jaar 1978 werden ontleend aan een publikatie van het CBS. Statistiek der verkiezingen, Provinciale Staten in hetzelfde jaar. De dienovereenkomstige aantallen voor het jaar 1982 werden verkregen aan de hand van regionale overzichten.

(4)

CHRISTE:'II-DEMOCRATIE 127

Tabel I

Aandelen van het urbanisatiekarakter der gemeenten in het landelijk

stemmenpercentagc van het CDA in de verkiezingen van de Provinciale Staten 1978 en lLJ~2.

( l)

urbanisatic karak ter der gemcenten

l. rlatteland

1 klein \crstcdclijkt platteland

~

middelgroot verstedelijkt platteland

_). -L forenscngcmcentcn 5. kleine stcden 6. middclgrote steden 7. grotc stcden gezarncnlij ke rcgio 's

Per gcmecntelijke categoric (kolom 1) is in bcide jaren hct aantal op het CDA uitgebrachte stemmen gerelateerd aan het totaal aantallandcli jk uitgebrachte stem men ( = !00). Op deze wijze kunnen de cdtegoriaal gemeentelijke aandelen in het landelijk stemmenpercentage van het CDA in de betreffende verkiezingsjaren (kolommcn 2 en 3) worden afgelezen. De verschillen tussen be ide jar en (kolom 4) toncn ecn positieve bijdrage van de plat-tclandsgemeenten aan. Ofschoon deze zeer gering is, hebben deze gemeenten cen vcrder verlics tegengehouden. Zeer kwetsbaar is het CDA in de middelgrote en grote steden die gezamenlijk 1,23% of wei ongeveer dric kwart van het landelijk vcrlies voor hun rekening nemen. Indien de resultaten van het aandelenon-derzock in de gezamenlijke regio's (of wcllandelijk) in bceld worden gebracht dan wordt bovcngenoemde kwetsbaar-hcid meer zichtbaar.

Daarbij zijn in een diagram op de hori-zontale as de (in kolom 4) berekende verschillcn en op de verticale as de aan-dclcn der onderscheiden gemeenten in

• Zie atb. I o l"L

C IIRI\ II N IJI.MOCRATISCHE Vf·RKENNINGEN J/X4

(2) (3) (4)

aandelen in verschil landelijk percentage kolommen

1978 1982 (2)-(3) 5,22 5,24 +0,02 3,98 3,91 -0,07 6,02 5,93 -0,09 4.61 4,46 -0,15 3,70 3,55 -0,15 5,19 4,75 -0,44 6,35 5,56 -0,79 35,07 33,40 -1,67

het gezamenlijk stemmenpercentage van het CDA in het jaar 1978 ( = 100) afgezet (afb. 5).

Daaruit blijkt dat de aandelen van de middelgrote en grote steden in overwe-gende mate voor het landelijk verlies ver-antwoordelijk zijn.

Op gelijke wijze is de methode van het aandelenonderzoek in de onderscheiden regio's toegepast en zijn de resultaten in dienovereenkomstige diagrammen weer-gegeven.

In de regio Groningen, die een groter stemmenverlies heeft dan dat landelijk het geval is, blijkt de niet stedelijke bo-venbouw, uitgezonderd de forensenge-meenten, aansprakelijk voor het meerde-re verlies (afb. 6).

In Friesland, dat een aanz1enlijk nega-tieve afwijking heeft met het landelijk* verlies, bepalen de plattelandsgemeenten mede het totale verlies (afb. 7). In Oren-the, dat dichter bij bet landelijk* verlies ligt, is bet verlies in de kleine en middel-grote steden omvangrijk gebleken (afb. 8).

(5)

CHRISTEN-DEMOCRATIE 0 0 <.: 0 u w l.) --<( 1--z w

POSITIEVE- EN NECATIEVE ~ VERSCHILLEN IN AANDELEN VAN GEMEENTEN NAAR URBANISATIE-KARAKTER IN REGIONALE STEMMENPERCENTACES

CDA PROV.ST. 1982 T.O.V.\978.

AFB.5 GEZAMEN LIJKt REGIO' S AFB.6 GRON INGEN

I I I I I 0 I I I 7 -u a:: ~~r44~r~L4~~~~.-.-.-.--rJQn1~~~~~~~~-r-.-r w Q_ z w :L :L w 1--Vl _J AF8.7 FRIESLAND '/, ~ -ffi-777~~'-'-'-' 5 z 0 l.) w 0:: z 6 z w 1--z w w ~~,~~~~~~~~~--,-.,~100-p~~~~~~~~~T-+ w l.) 0:: w 0 z w _J w 0 -z -<( <(. 0 AFB.9 -20

--

~

=

-_-_----~:-=I 40 3

-- -- -- -- -- -- -- 5

-GO -~wn%':777:, I I I I I 0,20 0,40 O,GO 0,80 1,00 1,20 •;, 0 0,20 0.40 O,GO 0,80 1,00

YERSCHIL AANDELEN DER GEMEENTEN IN REGIONAAL STEMMEN-PERCEN TAGE CDA 1982 T.O.V, 197.8.

1: PlATTE LAN D, 2: Kl E I N -, 3: MID DEL G R 00 T- VE RSI E DEL IJKT Fll..LAND, 4: FORE.NS EN-GEM E. EN TEN, S: KL E. IN E --, G: Ml D DE.L GROTE-, 7:GROIE.-STE.DE. N

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN 3:R"

(6)

CHRISTE:-.1-DEMOCRA TIE r:'OSITIEVE . . EN NECATIEVE ~ VERSCHILLEN AFB.II UTRECHT z GO ~~~..-.-r:,...,..,..,.-:77..,..,...~ UJ ~ ~ 80~~~~~~~~h7.nr.~~~~7n7T.n UJ

::r

wiOO~~~~~~~~~~~~~~~~~~ o

•r.

a: ~0---r'---'----'---L----L___J-L_.!.___j___j__j_-'--__L_.!.___j_--+-1 AFB. 12 NOORDHOLLAN 0 z UJ 20 __J UJ 0 z J.O ~ <( GO 80

_-_-_----__ -_---_-_---_ -_--=---=--

= _---_-

z::

~7TT.7771- - - - ) 4 ~

:::_ -_ -__-

--~-

-_

-~

__ - :::_ =

~ _-__£ G 0,20 Of.O O,GO 0,80 1,00 1,20 1,40 0 V E R SC HI L A AN D E L E N D E R C E M E E N T E N VOOR LEGENDA: AFB. 5 t.V.

zonder omvangrijk (afb. 11).

129

Ovcrijsscl kon boven het landelijk* ver-lies uitkomcn omdat in de grote stcden mindcr vcrlies werd geleden. Het aan-deel van de middelgrote steden is echter in verhouding omvangrijk (afb. 9). In Gelderland. dat op een ongeveer gclij-ke vcrlicslijn als de regio Groningcn ligt''. zou waarschijnlijk minder verlics zijn gcleden indien hct middelgroot ver-stedelijkt platteland niet de kop had op-gcstoken (afb. 10).

In de regio Utrecht. die de grootste afwij-king heeft met het landelijk* verlies, is het verlics in de forensengemeenten

bij-In Noord-Holland, met een minder grote afwijking tot het landelijk* verlies. kon het verlies in de forensengemeenten be-perkt blijven (afb. 12), terwijl in Zuid-Holland, dat een minder stemmenverlies heeft dan landelijk*. juist deze gemeen-ten tot een positief aandeel konden ko-men (afb. 13). Meer nog dan in de overi-ge regio's spelen de steden in de

randstadregio's het CDA parten.

' Zie afb. I o :-; L

CIIRISTIS lli'~IOCRATISCIIE VERKE'JNINGE:N YX"

In Zeeland, dat niet ver van het lande-lijk* verlies afwijkt, ziin de verliezen van

(7)

CHRISTEN-DEMOCRA TIF

het platteland en de kleinc stcden opmcr-kelijk, terwijl hct verstcdclijkt plattcland ecn vcrder veriics kon tegcnhouclcn (atb. 14 ).

Noord-Brabant kon bovcn hct landelijk' verlics uitkomcn omdat het platte land winst boektc en in de middclgrotc steden minder werd geleclen (afb. 15), terwijl Limburg, dat geen verlies* Iced, een elec-toraal evcnwicht tot stand kon brengen waarin het verlies van de grote steden kon worden goedgemaakt door een winst in de overige gemeentcn (afb. 16). lnterregionale vergelijking

Bij de keuze van de kiezers dient

onder-1311

'chcid tc worden gcmaakt tusscn lande-lijkc. regionale en gemecntelijke motiva-ties.

Nu het CDA mede regeringsvcrantwoor-dclijkheid draagt. behoort hct tot demo-gelijkheden dat regionale motivatics bij de kiezers door landelijkc worden vcr-drongen. Het is derhalve van be lang om naast bet tcrugdringen van landelijke verschijnselen zoals massale wcrkloos-heid, onaangepaste socialc zekcrwcrkloos-heid, kernoorlogdreiging en afnemendc civielc veiligheid, die door de CDA-werkgroep 'Politick Perspectief als levensondermij-nende factoren naar vorcn zijn gebracht, de kiczers onder de aandacht tc brengen

POS!TIEVE- EN NECAT!EVE~YERSCHILLEN

AfB.t3 ZUIDHOLLAND AFB.I4 ZEELAND

z W JT'IT-r.rrrTTrl- t-z w w ~ w 0 -~~~~~~~~~~-4-10n*~~~~~~~~~~~~~

~ AFB.1S NOORDBRABANT "!. AFB.1CilltvtBURC

~

'_' '___ -

'-'~t:

0 z <{ <( ~~~~~~~~~---+100~~---.-.-.-.-.-.-T~ 0 0,20 0,40 O,GO 0,80 1,00 "!. 0 0,40 O,GO 0 YERSCHIL AANDELEN DER CEMEENTEN

VOO R L E G E H D A ·. AFR 5 E.V.

* Zie alb. I o NL

(8)

CHRISTEN-DEMOCRA TIE 131 AFB.17 RECION.ALE VERLIEZE N EN WI NSTEN OP CROND VAN

E L E C T 0 R A A L A AN DE lEN 0 N 0 E R Z 0 E K 19 8 2 T.O.V. 19 78 URBAN I SA TIE KARAKTER 0 It- 0

DER

z o::::S::: z GE MEEN «: --' w _ __, -.< TEN w >--'w r- zw r-f- or-«: ~w< --' --'>- _J R E C I 0 (L ::S:::ln Q. CRONiNCEN 00 00 FRIESLAND 0000 000 OREN THE 0 0 OVERIJSSEL 0 0 GELDt:RLAND 0 00 UTRECHT 0 0 NOORDHOLLAND

ZUIDHOLLfiND

ZEELAND 0000

NOORDBRABAN

0 LIMBURG

••

VERLIES 0 00 000 0000 dat het CDA zich ook op andere ge-bieden inzet.

I

I

I

Bij de provincialc verkiezingen liggcn deze onder meer in de regionale leefsfeer en het infrastructurele beleid.

Jndien de resultaten van het regionale aandelenonderzoek onderling worden vergeleken dan manifesteren zich enige vcrschillen die in bovengenoemd kader van belang kunnen zijn voor een te voe-ren strategic bij komende verkiezingen

(atb. 17).

Een paradoxale benaderingswijze kan worden gesuggereerd die inhoudt dat de regio's meer inzicht verkrijgen in hun eigen strategic door deze niet zelf maar met aile andere regio's te bepalen. Daar-toe zijn een aantal interregionale

kader-CIIRIS I LN DE\10CRATISCHE VERKENNINGEN 3/X4

r-~0 l'-l o-.z ,z r-O::::J..: O::w__, zw 0 0:: uow 1./lz wf- wZ :=;z z --'wr-~0>- zw ww zw _o wW Ww f-o oo::< o:::L ww oO ow Ow -w...J ow -' f- -r- O::r-:L>Q_ LLL) >r;:l./1 L_l./1 L)l./1 00

I

0 00 0000 00 OCX) ocx::>O 0 000 0000 0 00 0000 1 00

I

000 I 00 000 00 0000 0 0000 00 oooa 0000 0

I

00 0 00 0000 0 I 0

0 00 0000 oocx::> 0 I 0 0 000 0000 I

I

1

oooo

"/, WINSl < 0,2 0

0,20 - < 0,~ 0

..

O,L,Q - < O,G 0 ~ 0, G 0

bijeenkomsten noodzakelijk waar de re-gionale specialisten hun eigen aandachts-gebieden inbrengen.

Allereerst dient de vraag te worden ge-steld waarom het platteland en het klein verstedelijkt platteland in het bijzonder in de twee Noordelijke regia's en gedeel-telijk in Zeeland tot een aanzienlijk ver-lies konden komen. Enige visies dienen op tafel te worden gelegd welke factoren mogelijk van invloed zijn geweest op het geringe verlies in de Noordoostelijke en centrale regio's en de winst in de beide Hollandse en Zuidelijke regio's. Nage-gaan dient te worden of deze factoren, vertaald in strategische termen, bij toe-komstige Statenverkiezingen kunnen worden aangewend om een voortgaand verlies in de Noordelijke regia's te keren.

(9)

CHRISTEN-DEMOCRA TIE

De Gelderse en Utrechtse specialisten zullen hun visie dienen te geven waarom respectievelijk bet middelgroot verstede-lijkt platteland en de forensengemeenten tot aanzienlijke verliezen konden komen. De overige specialisten zullen hun visie geven waarom dit verlies in de door hen vertegenwoordigde regia's in min of meerdere mate beperkt kon blijven. Van belang is dat wederom positieve elemen-ten bij de ene regia gebruikt kunnen worden om de negatieve elementen bij de ander te keren.

Een probleem vormt bet verlies in de steden. Wellicht zijn er in de beide Hol-landse regia's en gedeeltelijk in Noord-Brabant enige aanverwante plattelands-factoren aan te wijzen die een voort-gaand verlies in de kleine steden kunnen tegenhouden.

Als grondoverweging geldt steeds dat bet geheel van verkiezingsresultaten zich af-speelt binnen een relatief kader. Weder-om dient gewezen te worden op de gerin-gere opkomst van de kiezers in de steden (afb. 3). Indien de kiezers aldaar meer gaan opkomen, hetgeen bij een toene-mende oppositionele reactie die anders denkt over bet terugdringen van levens-ondermijnende factoren. niet onmogelijk is, dan is de 'lifttheorie' in omgekeerde

CHRISTEN DEMOCRA TISCHE VERKENNINGEN 3184

132 zin toepasbaar. In dat geval zal bet CDA in de relatieve electorale ruimte worden teruggedrongen en de oppositie stijgen. Het is derhalve van belang om bet verlies in de middelgrote en grate steden, dat nagenoeg in aile regia's in min of meer gelijke mate voorkomt, met een eenslui-dende strategie tegen te gaan.

Aan de hand van de voorafgaande be-schouwingen zou voor de regionale cam-pagneleiders bij toekomstige Statenver-kiezingen bet volgende beleidsadvies kunnen worden aangegeven. Breng in in-terregionaal overleg in een daartoe sa-mente stellen folder voorzien van kolom-men zeer summier de door bet CDA voorgestane programmapunten voor iedere regia afzonderlijk naar voren. De kiezer zal aan de hand van zeer overzich-telijke concrete verschillen niet aileen de inbreng in zijn eigen regia herkennen maar oak op grand van overeenkomsten bet eensluidend beleid waarvoor bet CDA zich als geheel interregionaal inzet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bewust kiezen wil zeggen: niet alleen aan onze eigen boterham-met-beleg denken, maar ons mede-verant- woordelijk weten voor wat er met de wereld en met de schepping gebeurt..

We zorgen ervoor dat alle kiezers veilig hun stem uit kunnen brengen en dat de stembureauleden (en andere betrokkenen) veilig hun werk kunnen doen.. Daarvoor zijn

Daarnaast richten we ons op regionale brede welvaart, omdat het Nederlandse gemiddelde niet per definitie representatief is voor de brede welvaart van

Potentiele kiezers zijn kiezers die zeggen op een andere partij te stemmen, maar PvdA ook nog overwegen (n=275). Onderstreepte percentages weerspiegelen statistisch

In verband met uitbreiding van onze productie in Horst en internationaal op locatie zijn wij op zoek naar mensen die willen meedenken in het (door) ontwikkelen van onze

Potentiele kiezers zijn kiezers die zeggen op een andere partij te stemmen, maar GL ook nog overwegen (n=173). Uitleg boven stelling: Biomassa is organisch materiaal, zoals hout,

Affiches cda voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1981 en 1982.... Affiches cda voor de Tweede

De vvd heeft bij Tweede Kamerverkiezingen vanaf het allereerste begin ups en downs gekend (zie tabel 1). In de jaren tachtig van de vorige eeuw waren er heftige fluctuaties. In de