• No results found

Plantafstandenproef bij kroten onder glas, 1967

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Plantafstandenproef bij kroten onder glas, 1967"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ob Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 R 84

Plantafstandenproef bij kroten onder glas,1967.

door : D.de Ruiter

5EFSTATI0N VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

(2)

/

-K

IIHOÏÏD /y.3/ : M «VW , lOCb B I B L I O T H E E K Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder C'^as te Naaldwijk.

1 « Inleiding en doel 2. ^pzet 3. Materiaal en methoden a. zaaien b. verapenen o. poten d. oogsten e. grond en bernesting f. grondbewerking 4. Temperaturen

5. Opmerkingen tijdens de teelt 6. Oogstresultaten 7» Bespreking

8.

Samenvatting en conclusie 9. literatuur pag. 1 « t 1 2 2 2 2 2 2 3 3 5 5 7 B « M M * If

(3)

g .uAI f AF S T AB DMFROEff BIJ KROTBK OH DER GLAS

P.H. B 22 Jaar 1967 Plaats B 11.3

Inleiding en doel

Bi3 een vroege teelt van kroten onder glas werd een plantafstandenproef opgezet. Eet doei hier­ van was om de meeat juiste plantafstand te zoe­ ken voor een zo koog mogelijke produktie met be­ houd van vroegheid en een goed produkt.

Opzet

De proef werd in drievoud opgezet in een koud warenhuis B 11.3. Hierin werden 3 plantafatan­ den aangehouden nl. 20 x 8 &m, 20 x 10 om en 20 x 12 om*

De gebruikte rassen zijn Gladoro van R. Zwaan en Juweel van A.B. Zwaan en Zn.

Materiaal en methoden a» zaaien

ladat het zaad op 3 februari in het zand gezet was werd dit op 7 februari in een stookwaren-huis op een plantenbed gezaaid. Met zaaibed werd direkt na het zaaien tot aan de opkomst van de planten afgedekt met plastio.

(4)

b. verspenen

Op 15 februari zijn de planten verspeend in perspotten. Potgrootte 4 «ffi* D« planten »erden opgekweekt in de plantenkas G 1.4.

c. Poten

Op 8 en 9 maart konden de planten worden uit-gepoot. üet plantmateriaal «as van goede kwa­ liteit.

d. oogsten

Geoogst werd op 17# 22 en 25 mei. In verband met de grootte van de proef en de dagen, waarop ge­ veild ken worden, kon niet alles op één dag ge­ oogst worden.

e. grond en bemesting

Grondsoort is zand met een enkel procenten humus. Als bemesting is gegeven 7kg 12 x 10 x 18 per are.

f. grondbewerking

fia de herfstbioemkool werd de grond uitgespoeld en gefreesd* Pe bemesting is gelijktijdig in de grond gewerkt.

ïemperaturen

Dagelijks zijn zowel de lucht- als de grond-tempera tuur gemeten en genoteerd. In de maximum­ temperaturen komen van dag tot dag grote ver­ schillen voor, bij de minimum- en grondtempera-turen is dit veel stabieler. Bij de maximum­ temperatuur komen verschillen voor tot 18°C.

(5)

5

-verschillen Het grootst. Ia tabel 1 zijn ie gemid­ delde temperaturen per deoade gegeven,

fabel 1 Gemiddelde temperaturen per deoade in graden C. deoaden maximum minimum grond

3e decade maart 25.7 6.3 11.6 1e « april 21.2 4.0 10.2 2e « ti 24.4 6.2 12.8 3e H « 27.1 7.1 15.7 1 e ff mei 21.1 7.7 13.4 2e « « 22.6 8.2 13.2 3e N » 28.4 9.9 16.6 1e M juni 28.9 11.4 18.1 2e M H 34.0 11.0 19.4

5. Opmerkingen tijdens de teelt

De groei bad ten normaal verloop. Bijzonderheden kwamen niet voor. Uitval van planten was niet groet«

Ben enkele keer moest water gegeven worden. 6. Oogstresultaten

Bij net oogsten is net aantal bossen geteld en de kroten gesorteerd in A-en B-grootte, âlke bos be­ vatte 3 kroten. ladat de maten van de kroten waren vastgesteld, gebeurde bet verder sorteren op het zicht. Hierbij had de A-sortering een diameter bo­

ven 5Qmm, de B van 35 - 50 mm. Eveneens werd het gewicht van de knol en het loof en de gemiddelde lengte van het loof vastgesteld. Bij de volgnum­ mers 7 t/m 18 werden extra waarenmingen gedaan» waarbij de gewichten van de knol en het loof apart berekend werd» evenals de knoldiameter en loof-lengte. Deze metingen gebeurde alleen van de â-sortering en bij 15 planten uit elke parallel. In tabel 2 is dit gegeven.

(6)

4 s •H l Wa fi © » g 4» Ü 38 p * © fit feO-rl 0 -» fit t- t- CO «M O KS oo m C- CT* mm © t- I— lA M S» 00 *0 «*• O t— Ö • <p» s •H l Wa fi © » g 4» Ü 38 p * © fit feO-rl <-4 O S IA K\ oo v0 O K\ m o o «-00 t~ ǧ* ÇMW **» S S S g £ § V

» «

fçj 4» ^ t © S3 *0 © * -ÖH Ö ^ « ° ©(-» Ö tS0,O *H "«tf* *ƒ- IA \0 IA IA

- *j*' - *a- "»$• *<t> ""*• "«4" rs «- «*• «*• * N <#•«*»• <w «*•

«a-« 1 • <ö è n i e * © i 4» v*4 a u «d>Ö«H o •H <~4 m I S Ü 4 Î>ÛS eu tn «M «*• « « ws "Dr as its »A IA IA 00 IA "«•" IA *""* IA IA IA r~ IA lA V. Ö «H !f •c » 4» U 0 a EQ t A t A K \ < # i A t n « # - i « \ t A < 3 0 I M m * " « * K \ W « " € M • • N i A ^ ^ O ^ N O t A « * - * \ t A < M t A t A t A C M V. Ö «H !f •c » 4» U 0 a 4 V O V f i v 0 I A t S « I A « t 0 «<" o «- m m t- oo m co \ o c o i A \ o v o o m c o o y s t A v o ^ ô e - r - v o ^ c o s s s>:~ £ J 3 # _u a, et © Orl Oi « • N l f t 0 5 N h < » N « • * « • • • * « » t ^ v O V O M J i f t ^ W N r ' 1* f• r - e o w ^ m v o t A t A i A • -» * * • « * # O ^ ^ C V ^ ^ N N « qm *t* «M tgm *«» qm ® «9 tnO-4-» O « O *Ö tA IA IA IA IA ir\ tA tA tA IA C^ CM h W « N N N » * r i - f Äh N lîs W W ^ K t-< M « » € M C M C M € M « " * * » * * -J? » r"^ » o h > a t A P ~ C 0 t A C Q M 3 « ~ C M « # < M O ! A V D « » i A < * m r » t (8 4* içf s i O, 05 g a s o 3 O O CM Gû «*»••'. . *•» H H H O CM O CM O CM s É a o S O O CM 00 «-H H H O O O CM CM CM O fH O <0 «s H &

1

» * •>»

(7)

5

7* Bespreking

De opbrengsten liggen bij beide rassen bij de nauwere plantafstand hoger dan bij de ruimere plantafstand, het percentage A in de sortering is daar omgekeerd evenredig aan, evenais de ge­ middelde knoldiameter en het gemiddelde gewicht van knol en blad.

De vroegheid wordt door een nauwere plantafstand nadelig beinvloed. Gladoro gaf iets langer loof

en iets grovere knol dan de Juweel* Tussen de plantafatanden is er geen verschil.

De knol-loofverhouding gaf ten opzichte van de rassen geen betrouwbaar verschil,

6. Samenvatting en conclusie '• \

Bij een vroege teelt van kroten onder glas werd door het nemen van een plantafstandenproef ge­ tracht de meest juiste plantafstand vast te stel­ len met behoud van vroegheid en een ao hoog mo­ gelijke opbrengst met behoud van kwaliteit. Hierbij werden twee rassen gebruikt.

Bij een nauwere plantafstand kon de produktle verhoogd worden, maar de vroegheid verminderde, evenals de knolgrootte, het knolgewicht en het loofgewicht. De kwaliteit bleef behouden.

Met prijsniveau kan eind mei - begin juni sterk dalen. Daarom is vroegheid belangrijk.

(8)

. 6

-&an men de vroegJaeid door middel van andere teeltmetiioden, zoals vroeger zaaien» verspenen in een grotere perspot» etc. toen garanderen, dan is een diofctere plantafstand, b#v. 20 x 8om, verantwoord. Een ruimere piantafatand dan 20 x 12 om lijkt niet verantwoord, omdat reeds bij deze afstand de opbrengst 4 tot 6 bessen per m2

lager ligt dan bij de plantafstand 20 x 8em.

De proefnemer, D. de Suiter.

(9)

- 7 ~

9. literatuur

Zaaitijdenproef bij kroten onder glas Proefrerslag Proefstation naaldwijk

Vroege kroten onder glas Boer en Tuinder 9 februari 1967

Vroege kroten Tuinderij no, 3 t februari t$66

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In the book I tell the polit- ical history of medieval and early modern Europe from the perspective of urban citizens, and claim that the picture is very different from what

Hieronder wordt een over- zicht gegeven van belangrijke infectieuze aandoenin- gen waarbij cytologisch onderzoek kan leiden tot een etio-logische diagnose, de

ganismen calciumphosphaat aan de melk te onttrekken, wanneer zij daar tezamen mee verhit worden. Van der Burg gebruikte met zuur uitgewassen en geneutraliseerde gistsuspensie's.

Eerste doelstelling van dit onderzoek was het op groepsniveau vaststellen van de relatie tussen TAN excretie en TAN concentratie in urine en de gemeten ammoniakemissie vanuit

Aan de therapeutische projecten zal worden gevraagd om informatie over hun activiteiten te registreren, op het vlak van de middelen die ze inzetten om het overleg en de

Aanvoer door middel van kokers, die onder de vloer van de schuur doorlopen en beginnen in de binnenmuur van de stal en eindigen in de buiten­ muur, al of niet voorzien

De diepte, waarop zavelige klei met ongeveer 35^ en minder afslibbaar in het profiel voorkomt, wordt op de zaveldiepte- kaart aangegeven. Meestal is deze zavelige klei min of meer

Samenvatting van de geschatte aantallen (miljoen individuen) en biomassa (miljoen kg vers gewicht) van de commercieel meest belangrijke soorten in de Nederlandse kustzone in