• No results found

Ontwikkeling bepalingsmethode voor het aantonen van kleurstoffen in vieux

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontwikkeling bepalingsmethode voor het aantonen van kleurstoffen in vieux"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFDELING ADDITIEVEN

Verslag 81.76

1981-10-05 pr.nr. 505.0200

Ontwikkeling bepalingsmethode voor het aantonen van kleurstoffen in vieux.

cc Van Doesburgh, sektorchefs (3x), direktie VKA, afd. Additieven, Normalisatie (Humme), projektbeheer, De Ruig,

(2)

Lab. 80

VERSLAG 81. 76

Datum: 1981-10-05 Pr.nr. 505.0200

Projekt: Ontwikkeling methoden voor het aantonen en bepalen van diverse additieven.

Onderwerp: Ontwikkeling bepalingsmethode voor het aantonen van kleur-stoffen in vieux.

Doel:

Ont1dkkelen van een snelle k1o1antitatieve isolatiemethode voor de bepa-ling van kleurstoffen in vieux.

Samenvatting:

Dit verslag beschrijft de ontwikkeling en resultaten van bovengenoemd onderzoek.

Conclusie:

!>iet de beschreven methode is het mogelijk om kleurstoffen in vieux snel te isoleren. Voor andere voedingsmiddelen is de methode onder bepaalde voon11aarden eveneens bruikbaar. Indien één kleurstof is toe-gepast, is kwantitatieve bepaling mogelijk.

Verant1o1oordelijk: dr H.G. de Ruig [}._

Medewerker/Samensteller: J.J. van Oostram V~

/

(3)

1. Inleiding

In verband met een onderzoek naar levensmiddelenkleurstoffen in 15

merken vieux voor Koosurnenten Kontakt was het noodzakelijk om een

snelle methode te ontwikkelen. De tot op heden gebruikte methode

d.m.v. extractie zou voor een dergelijk aantal monsters te veel

tijd kosten.

2. Principe

De methode berust op absorptie van levensmiddelenkleurstoffen aan geactiveerd polyamide.

Na uitwassen is de kleurstof te elueren met een methanolische NaOH

oplossing.

3. Onderzoek

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van MN-Polyamide-SC6

(Nacher-ry, Nagel en Co) aangezien dit polyamide volgens Lehmann en Hahn

(1) het best voldoet.

Het polyamidepoeder werd een nacht met water geactiveerd (1 deel

polyamide, 10 delen demi-water).

Het geactiveerde poeder werd op een G3 filter gebracht en met 10 ml methanolische NaOH (0,5 g NaOH in 1 liter 70% methanol) uitgewas-sen, hierna \verd het poeder nagespoeld met 5 ml 2% HAc en met

demi-\vater neutraal ge\vassen. Met het zo verkregen polyamide \verd een

chromatografiekolom

(0

1 cm) voor ca. 3 cm gevuld en afgesloten met een wattenpropje.

Op de kolom is een kleurstofmengsel gebracht met de meest voorko

-mende levensmiddelenkleurstoffen (E nrs. 102, 110, 122, 123, 124,

131, 151 en 180).

Het eluaat was blam11 gekleurd.

Na papierchromatografisch onderzoek volgens Thaler bleek dit patent

blauw V (E 131) te bevatten.

De geabsorbeerde kleurstoffen \llerden geelueerd met methanolische

NaOH en ook papierchromatografisch onderzocht. Een klein gedeelte

van het patentblamv V \llerd teruggevonden tezamen met de overige

kleurstoffen.

Voor patentblauw V blijkt dus de opnamecapaciteit van polyamide

gering te zijn.

(4)

-- 2

-Een oplossing voor dit probleem is gevonden in een Sep-pak Cl~

cartridge. Patentblauw V wordt hieraan kto~ant!tat!ef in een vrij

grote hoeveelheid geabsorbeerd.

De methode is hierna uitgeprobeerd met tto/ee merken vieux. Beide merken bleken karamel te bevatten. Karamel twrdt wel geabsorbeerd

aan polyamide maar is niet kwantitatief te elueren.

Een voordeel bij het vieux onderzoek is dat de vieux zonder

voorbe-handeling direkt op de kolom gebracht kan worden.

De methode van Lehmann en Halm beschrijft tevens een kto~anti tatief

onderzoek van kleurstoffen.

Dit berust op een spectrofotometrische meting van de kleurstof bij een pH van 3,75.

Deze methode is nagewerkt met Cochenillerood A E 124 en Tartrazine

E 102.

Van beide kleurstoffen is een standaardoplossing gemaakt, hieruit

zijn verschillende hoeveelheden op de kolom gebracht. De kleurstof

is geelueerd met 15 ml methanolische NaOH en opgevangen in een

50 ml maatkolf die 1 ml HAc/70% methanol 1:1 bevatte.

Cochenillerood A 60 mg ~ 100 H20 E 124 hieruit 10 ml ~ 100 ml H20 hieruit 1,2,3,5,6,8 en 10 ml op kolom E 510 E 510 1 ml

o,

032 6 ml 0,192 2 ml 0,061 8 ml 0,254 3 ml 0,091 10 ml 0,314 5 ml 0,159 Tartrazine E 102 40,5 mg ~100 ml H20 hieruit 10 ml ~ 100 ml H20 hieruit 1,2,4,6,8 en 10 ml 8176. 2 - 3

(5)

-- 3

-E 430 E 430

1 ml 0,031 6 ml 0,163 2 ml 0,057 8 ml 0,199 4 ml

o,

112 10 ml

o,

272

Getracht is om op deze manier het cochenillerood gehalte van jam te bepalen.

25 gram jam tY'erd met 25 gram H20 gemixed in een Sorvall omni-mixer. De verdunde jam tY'erd gefiltreerd door een vouwfilter en van het filtraat is 5 ml op een polyamidekolom gebracht. Na elueren en aan -vullen tot 50 ml tY'as de extinctie 0,075

Volgens berekening bevat de jam 57 ppm cochenillerood A.

Conclusies

De ontwikkelde methode is goed bruikbaar voor kleurstoffenonder-zoek.

Voordelen zijn: 1. snelle isolatie van synthetische levensmiddelen-kleurstoffen

8176.3

2. zowel kleurstoffen in water als in tolater-alcohol mengsels tolorden geabsorbeerd

3. ingeval van één kleurstof is kto1anti ta tieve be-paling mogelijk.

(6)

- 4

-Literatuur:

1. Günter Lehmann, Hans-Gert Hahn.

Fresenius Zeitschr. Anal. Chemie 238, 1968, 445-456.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The electrical characterization revealed devices with small and large leakage currents, which was related to the rough dielectric layer of the capacitor. As we showed, this

De wandelende geraamtes kunnen dus in theorie ook mossellarven eten, maar het is niet waar- schijnlijk dat dit in zo’n mate gebeurt dat het effect heeft op de broedinvang van

Op jouw eerste stagedag zal deze worden overhandigd door de stagecoördinator van het ziekenhuis.. Voor deze badge wordt er 20 euro

Om te verkennen welke Europese regio’s een vergelijkbaar profiel hebben als regio FoodValley zijn naast concurrentiepositie op basis van data van Eurostat ook nog als

Hoewel versleping van levende dieren door kinderen na de openstelling van het park niet is uit te sluiten, nemen wij aan, vooral op grond van meldingen vóór de openstelling, dat

Lab.nr.. Vervolgens werden een tweetal reeksen: uit het tweemaandelijks uit- wisselingsonderzoek van Wageningen op de twee voornoemde manieren gedestrueerd en daarna werd in

The objectives of the study were: (1) To identify PA levels of the female undergraduate students at the University of the Free State campus using a validated self-reported

is. De aantalsontwikkeling van de resterende 1066 bedrijven is afhankelijk van de huidige opvolgingssituatie en van de beroeps- verandering. Op de eerste plaats nu