Mozaïekvlrus, heksenbezem
en
knobbelziekte
bij
populier,
en
een virusachtige groelremmeng
bij
wilg
/
F.A. van der
Meerlnstituut voor Plantenziektenkundig Onderzoek (lPO), Wageningen
Inleiding
Het
virusonderzoekbij
populier
enwilg
dat door hetIPO
uit-gevoerd wordt, is vooral gericht op de mogelijkheidtot
hetpro-duceren var. zo
virusvrij
mogelijk plantmateriaal.Het
onderzoek geschiedt danook
in
nauw overlegmet
dePlantenziektenkun-dige Dienst
en deNAK-B.
Daarnaastwordr er bij
het
onder-zoek veel medewerking verkregen
van het Rijksinstiruut
voorOnderzoek
in
de Bos- en Landschapsbouw ,,De Dorschkamp". Gedurende de eerste jarenvan het
onderzoekis
vrijwel
alleen aandacht besteed aanhet
mozaïekvirusvan populier. Over
de resultaten die daarbij verkregen werden zalin dit
artikel
een en ander worden vermeld.Uit
waarnemingen gedurende de laatste rweejaar
blijkt
dat erbij
populier
tevens een vermoedelijk door mycoplasmas veroor-zaakte heksenbezemziekte voorkomt. Omdat dergelijke heksen-bezemziekten zichin
velerlei opzichten gedragen als virusziek-ten,is
deze ziekte eveneensin
het
onderzoek betrokken en zal erin
dit
artikel nader op worden ingegaan.Een derde belangrijke ziekte van populier, die
in dit
ardkel
zalworden behandeld,
is
de
aan ingewijden welbekende knobbel-ziektedie
algemeenbij
de cultivar Rap
voorkomt.Uit
recent onderzoek is namelijk gebleken dat deze ziekte zichin
bepaalde opzichten eveneens als een virusziekte gedraagt.Als
laatste onderweqpwordt
een groeiremmingbij wilg
behan-deld die, naar
het
schijnt, samengaatmet
de aanwezigheid van een nogniet
geïdentificeerd virus.Populieremozaiekvirus
G e z ond uit gan g t mat eriaal'Onderzoek
en
v/aarnemingenvan
de
PlantenziektenkundigeDienst hebben er
in
het midden van devijftiger
jaren toe geleid,dat de
NAK-B
bij
dekeuring
van plantmateriaal van populier normenging
stellen aangaandehet
voorkomenvan
populiere-mozaïekvirus
(PMV).
Voortsvindt
er sindsdien op devermeer-deringsvelden
elk
jaar
een strenge selectie plaats,waarbij
be-smett€
moeren worden gerooid.
Men heeft
daardoorbij
de meeste cultivars een hoge graad vanvirusvrijheid
bereikt. Zoalsbij
veel vegetatief vermeerderde gewassen komen er echter ookbij
populier cultivars
voor
waarbij
besmetteplanten
geen ofzeer onduidelijke symptomen veftonen.
Dat
is bijvoorbeeld hetgeval
bij
de
cultivars
Gelrica, Serotinaen
Loenen.Bij
zulke rassenis
opzuivering door
visuele selectieniet
mogelijk.
Ge-steund door eerder werk van Berg (1962) en enkelebuitenland-se onderzoekers,
is
het
echter onlangsgelukt
om
een zeerbe-trouwbare
serologischetoets
te
ontwikkelen,
waarmee zulkelatente infecties kunnen worden opgespoord
(Maat,
1980; Vander Meer
e.a., 1980).Met
behulp van
deze toetskunnen
ver-meerderingspercelennu
grondig worden
opgezuiverd, hetgeenvan groot
belangis,
want
elke besmettepopulier
in
een ver-meerderingsvelddie
niet
ontdektwordt
bij
de selectigkan
be-smettingsgevaar opleveren voorzijn
omgeving.\Y/ armt e b e h anà elin g als g ene zin g nze t h o d'e
Uit
onderzoekis
geblekendat met
PMV
besmette populierengemakkelijk
virusvrij
gemaaktkunnen worden
door
warmte-behandeling, een techniekdie
bij
vele houtige gewassenwordt
toegepast omvirusvrij
uitgangsmateriaal teverkrijgen (Nylandt
en Goheen,1969;Yan
der Meer,1975).Daarbij
wordenplan-ten
in
potten
gedurendeó-10
wekenbij
t7-39"C
geplaatst,Mosalc,
witches'
broom and knobbiness oÍ poplar
and
avirus-like
growth
reduction oÍ willow
SummaryResults are given of inoestigations on popkr mosaic ztirus (PMV), on a leafbopper-tiansmitted witchès' broom diseàse of popkr, on a graft-transmis-sible hÀobbiness disease of poplar and on a growth red.uaion of utillou, probably associated utitb a sap-transmissible oirus. The aimof the uorhtoas to find metbod.s for tbe selection and/ or production of healtby stock material and to enable the Netberlands Inspection Seroice for Arboricilture (NAK-B) to propagate.and to distribute proPagation material of the best aaailable qaality to nnrsertes.
Poplar rnosaic airus, described by Berg (1962) can be detected serologically in a reliable uay with the enzyme linhed immunosorbent dssay (ELISA) (Van der Meer et
al.,
1980). So far little is hnoun about natural spread of PMV in normal pophr plantings. It uas found tbat in a densely phnted plot of tz00 eight yèars old seedlings ofdffirent
genetic constitution, that bad been coppiced eaery yedr, the percentage of infected. trees increased from 10 to 54 within two years. Artificial infeaion of poplarsuith
PMV could easily beaccomplisbed under glasshouse conditions
uith
sap from PMV-infectedNi-cotiana megalosiphon. Hotteuer, zohen inocuhtion was performed sitnihrly in tbe field, only t 7o of tbe inoculated plants became infected. Most poplar clones of tlte national list of basic materizl for forestry in the Netberlands are ratber tolerant to P MV, hower:er, some of tbern are oery sensitiae. Moreoaer, sezteral neut and yet unnamed poplar clones appeared to be aery sensitiae and sorne of thern even died after artifkial infection. Therefore
it
seems to be adaisableto
test nele poplar clonesfor
their sensitiviness to PMV before releasing them for dktribution to grouers. P MV-free propagation material ofpophr can easily be obtained by heat treatment combined uith tip rooting. Pophr uitcbes' broom occurs quite commonly in white (P. alba) and. grey poplar (P.canescens), but bas been found on$t once in Poprlus nigra'Italha'
trees that had been coppiced every yedr. In free-grouing white and grey pophrs sytnptoms are usnally restriaed to some of the louer branches. Coppi-cing, houeoxr, stimulates symptom expression, rendering the disease lethal in stool beds that are coppiced every year. Pophr zaitches' broom is transmitted by leafboppers (Idiocerus populi). A person familiar tpith the slrnPtoms cdn
easily recognise the disease. Suspected trees can be indexed by grafting to hard uood cuttings of P. alba,'Rahet' uhich is a reliable and sensitive indicator. Dormant cuttings or dormant graftroood of obite, grey and bkck pophr can
be cared by bot uater tredtment duing 2 b at 45"C.
The knobbiness disease of poplar is known since 1974 as a serious disease of tbe cultiaar'Rap, a hybrid of P. trichocarpaazd P. deltoides. Repeated attempts to isolate bacterin or fungi from infected trees haae failed so far. Recently the
disease was transmitted from diseased 'Rap' to healthy 'Rap' by grafting, tbus prozting ix infectious nature. Seoeral poplar clones, shouing numerous broton spots in the inner barh tissue and/or a diffuse mottle in their leaoes, also induced hnobbiness after grafting them to beabby'Rap'. Knobs on 'Rap' occur only locally along branches, houezter, the barh between the hnobs
shozos small suellings eoeryuhere. These staellings are caused by the presence of small broun turnours tbat are attached to the bark fibers, but are not connected utith other barh tissue. The large swellings or knobs contain big tunTouÍs each of which usually is located opposite to a tumot',r in the tooody qlinder. At such places tbe cambiam possibly becomes inaolved in the pro-duction of tutno*rous cells. Hozoeaer, it is also possible that root primordia, protruding frotn the uoodl cylinder into the barh, stimshte tumour grouth in the barh somehout and/or prooide pathuays for tumour grozath into the utood.
Knobs of diseased'Rap' sboto some simikrity toitb those caused. by laroae of a cambiutn rniner (Phytobia cambii). Spbaerobhsts (Wellensiek, 1952) look e7)en more similar to tbe hnobs of diseased'Rap'. On two-year-old coppiced 'Barn' in our experiments spbaeroblasts u)ere dPPdrentl! induced by root primordiae. Sphaeroblasts as uell as knobs caused by Phytobia cambii can
easily be dktinguished from knobs of diseased'Rap' after remoaingthe barh. During dormanq this can be accomplisbed by beatingthe material in boiling le4ter or in steatn for one hosr.
Some stools of zoillou (Salix alba) 'Drahenburg' were obsented sbouing a rather marked grouth reduction associated
uith
aein mosaic in sotne of tbe leaaes. Inoculaiion with sap of sach trees induced virus-lihe local lesions in leaoes of Chenopodium quinoa.Fig. 1 Door PMV veroorzaakte symptomen bii gevoelige (links) en minder gevoelige kloon.
Symptoms of PMV on sensiti'ue clone (left) and on ratlter tolerant clone.
waarna ca.
1
cm
lange toppenvan de tijdens de
behandeling gegroeide scheuten gestekt worden.Bij
populierenwerkt
deze methode zeer goed enblijken
vrijwel
alleuit
de topstekjes ver-kregen plantenvirusvrij
te zijn.Met
het oog op de eventuele aanleg van nieuwevermeerderiogs-velden heeft het
IPO op
verzoek van deNAK-B
gedurende de laatste paar jaar her gehele gangbare populieresortiment warmte-behandeld.Met
uitzonderingvan
enkele oudere, wasdat
voor de meeste cultivarsmet betrekking tor
PMV niet
nodig, wantvan
vrijwel
alle cultivars was alPMV-vrij
materiaal voorhanden.Er
is echter toch gekozen voor zo'n behandeling omdat het nietondenkbaar is dat er
in
populieren latente(-
verborgen)virus-sen voorkomen
die we
nóg
niet
kennen.Met het
oog
hieroplijkt
het wenselijkom
in
de toekomstook
alle nogte
introdu-ceren cultivars eerst een warmtebehandeling te geven en ze dan pas
in
de vermeerderingsveldenbij
het overige sortimentop
te planten.N
at*urlij
k e u erspr eidin gIn
deliteratuur
zijn
geen gegevens te vinden over de mate vannatuurlijke
verspreidingvan PMV. Die
verspreidinglaat
zichbij
een gewas alspopulier ook moeilijk
vaststellen,want
reedsbij
bomen van enkele jaren oudzijn
waarnemingen aan de bla-deren, door de hoogte van de bomen, nauwelijks meer mogelijk.Uit
waarnemingen gedurende de laatste jarenis
echterwel
ge-bleken
dat er
natuurlijke
verspreiding optreedtin
populierendie elk
jaar laaggeknot
worden. Deze waarnemingen werden gedaanin
een aanplantvan
1200
zaailingenvan
,,DeDorsch-kamp"
die
bij
een eerste serologische toetsingin
1978
zevenjaar
oud waren enwaarin toen
10%
besmette bomen werden gevonden.Bij
een volgende toetsingin
1980 bleek het percen-tage zieke bomen tezijn
opgelopentot
54.Het
is niet
bekend hoe dezeuitbreiding
tot
standis
gekomen.PMV
behoorttot
de groepvan
de cadavirussen (afgeleid van catnatton latentvirus
:
latent virus van aojer) een groepvirus-sen
met
vrijwel
gelijke
fysisch-chemische eigenschappen,v/aar-van
er veledoor
bladluizen worden overgebracht.In
delitera-tuur
vermelde infectieproevenmet
bladluizen enook
door ons uitgevoerde proevenmet
bladluizen, leverden echtertot nu
toeuitsluitend negatieve resultaten op.
Mede omdat we de wijze van verspreiding nog niet kennen valt
er niet te
voorspellenof
een sterke matevan naruudijke
ver-spreiding, zoals waargenomen
bij
geknotte bomenin
een dichtebeplanting,
ook voor kan
komenbij vrij
groeiende populieren die op normale afstand van elkaar geplant worden.Doot PMV
aeroorzaakre scbadeGegevens over schadelijke effecten van
PMV zijn
schaars. Vander
Meiden (1964)
vermeldt een gerioge,of
geen invloed vanPMV
op
de groeivan
'Robusta'. Engelse onderzoekers (Biddleen Tinsley, 1971)
vermelden een groeiremmingvan
besmettebomen
in het
kweekrijstadium, dochvrijwel
geeninvloed
vanPMV op de
jaarlijkse
diametergroeivan
oudere bomen.Uit
Italië
daarentegenmeldt
Castellani(1966)
een zeer schadelijk effecr vanPMV
op de groei van P. d.eltoi.d,e-r cultivars.IJit
waarnemingenin
het
eerder vermelde perceel zaailingenvan
,,De Dorschkamp"kwam
duidelijk
naar vorendat er
zeergrote
verschillenin
gevoeligheid bestaan tussenpopulierezaai-lingen.
Sommige besmette zaailingen vertoonden geenof
zeerzwakke bladsymptomen. Andere vertoonden
heftige
bladsymp-tomen (fig.
i),
terwijl
weer
andere naastheftig
mozaïek ook een sterke groeiremmingte
zien gavendie
vaak gepaard gingmet
oppervlakkige bastnecrose enkromming
en insterving van de scheuttoppen.Toexing
uam cubiaau op geaoeligheià ooorPMV
PMV
kan
d.m.v. sapinoculatie worden overgebracht vanpopu-lier
op tabak en hetvirus
bereikt daarin een zeer hogeconcen-tratie.
Uit
pro€venin
de kas bleek dat populieren gemakkelijk kunnen worden besmet door de bladerenin
tewrijven
met sap van zieke tabak(-
sapinoculatie).ln
1979 hebbenwij
daarom getracht ommet
behulpvan
dezemethode
de
gevoeligheidvan
een aantal populierecultivars te toetsen.Het
gehele sorrimenrdat door
deNAK-B wordt
uit-gegeven en48
nieuwe klonen van ,,De Dorschkamp" warenin
deze proeven opgenomeo.De
inoculaties werdenin
mei
uitge-voerd op bladeren vatr
ca.20-40
cm lange scheuten van stekkendie
in
het voorjaar geplant waren. Van elke cultivar werden eenaantal
buiten
groeiendeplanten
geïnoculeerden ook
enkeleplanten
in
pottenin
de kas.Bij
debuiten
groeiende plantenwerd
merkwaardigerwijsvrij-wel geen besmetting verkregen.
Bij
de plantenin
de kas daaten-tegen gelukte de besmetting voorvrijwel
I00
%.Uit
dezeproe-ven bleek dat er zeer sterke verschillen
in
gevoeligheid bestaan tussen populiereklonen. Sommigeklonen gingen dood
alsge-volg
van de infectie. Besmette plantenvan
andere klonenver-toonden daarentegen geen enkel symptoom. Tussen deze beide
uitersten kwamen
allerlei
overgangen voor, van slechts geringetot
zeer sterke groeireductie.Van
de klonenuit
hetveredelings-programma
van
,,De Dorschkamp" bleken vooral enkele P.rl-chocarpa
en P.
d.eltoi.derhybriden
zeer gevoeligte zijn
voorPMV.
Het
merendeel vanhet
door deNAK-B
gedistribueerdesortimenr
bleek
niet
extreem gevoelig. Uitzonderingen warenhier
de
cultivarsBarn,
Fritzi
Pauley,Heimburger en
Ándros-coggin,
die
na
infectie
een groeireductie vertoondenvan
naar schatting 50/o.
Heksenbezem
bij
populier
Symptonrcn en
nute
aa.n 1)ootkomen imNederlanl
Over heksenbezem
bij
populier
isin
eenkort artikel
in dit
blad(Van der Meer, 1980) al eerder een en ander vermeld.
De
ziektewerd
in
1979 voorhet
eerst ontdekrin
een collectie cultivars van P, canescens, diejaarlijks
geknot worden. Aangetasteplan-ten
vertoonden een sterke
groeireductieen
een
overmatigevorming van
zijscheutenmet
eensteile stand
(fig.
2).
Deze verschijnselen vertonen een sterke gelijkenis met heksenbezem-ziekten die bekend zijn van vele andere gewassen.In
de Engelseliteratuur
duidt
men deze ziekten aan als ,,witches'broom"
of ,yellows".De
benaming ,,yellows"(-
vergeling) is echter ver-warrend. Veel heksenbezemziekten gaan weliswaar gepaard met vergeling, ookdie
van populier, doch vergelingbij
planten kanheksen-Fig. 2 P. canescens 'Bunderbos', ééniarige takken van gezonde (links) en
heksenbezemzieke moer,
P. canescens' Bunderbos', one-year-old branches of bealthy (left) and uitches' boom diseased stool.
Fig. 3 P. alba 'Raket' met heksenbezemgroei bij opslag en onderste takken aan linkerzijde.
P. alba'Raket'. Witches' broom groleth in st4.ckers and in louer branches left.
bezemzieke
planten.
De
term,,heksenbezemgroei"
verdientdaarom de voorkeur boven ,,vergeling".
IJit
waarnemingenin
1980en
1981is
geblekendat
de ziekteop meerdere plaatsen
in
Nederland voorkomr.In
debuur;
van Burgh-Haamstedeen
Renesse bleek heksenbezemgroei zeer^L-gemeen
voor
te komen op stobben van P, canesce% en P. albain
houtwallen.Nier
geknortebomen
in
dezelfde hourwallenveftoonden geen sympromen.
Op
andere plaatsen werden echrerwel
sympromenwaargeno-men aan
vrij
groeiende bomen.Zo
bleekin
eencultivarverge-lijkingsproef
van ,,De Dorschkamp"in
Oosrelijk Flevoland zeerduidelijk
heksenbezemvoor
te komenbij
één van de achtcul-tivars die daar
in
1960 geplant zrjn.Bij
dezecultivar
(St.Geer-tuid no
1028) vertoonden21 van
de29
bomen onmiskenbaar heksenbezem.Bij
de
meestebomen waren
de
verschijnselen alleen aanwezigin
enkele kleinere rakken en werdvrijwel
geengroeiremming waargenomen.
Bij drie
bomen waren echrer éénof
meerdere grote gesteltakken aangetast en werd een zeer srer-ke groeiremming geconstateerd.In
een ander proefveld werdbij
éénboom
van
een
anderecultivar
(r$(/àchtersbachno
T240) eveneens heksenbezemen
een zeer sterke groeireductievast-gesteld.
In
N7ageningenwerd
op
verschillJnde standplaarsen heksenbezem waargenomenbij
P. alba 'Raket'. Meestalblijft
de aantastinghier
beperkttot
de onderste takken(fig.
3). Er werd echter ook één boom waargenomen die geheel was aangetast.Vrij
groeiende bomen vanP.
canescens en P, albakunnen
dus aangetastworden
en,wellicht afhankelijk van de
cultivars,in
hun
groei worden geremd, doch de bomen gaanniet
dood.Bij
bomendie jaarlijks
geknot wordenblijkt
de ziekte echter welfataal
te zijn.
Heksenbezemzieke moerstovenvan
P,
cdnesceugaan veelal dood
binnen
een tijdsbestekvan
éénà
twee
jaar.Afsterving werd
eveneens waargenomenbij
besmerremoersro-ven van
P,alba'Raket' en
'Nivea'
en
bij
stobben vanP.
ca-nercenÍ en P, albain
de eerder genoemde houtwallen te Renesse en Burgh-Haamstede.Slechts
in
één geval is heksenbezem waargenomenbij
een aantal bomen P, nigra'Italica'en
welin
een windsingel waar de bomengekopt zijn
op 3
à
4
meter hoogteen
elk
jaar volkomen kaal gesnoeid worden(fig.
4).V ermo e d.elij h e o orzaak en
natuulij
ke t er spreid.ingHeksenbezemziekten
zijn
langetijd
als virusziekten beschouwd,omdat
zezich
in velerlei
opzichten als virusziekten gedragen.h
1967 ontdekten Japanse onderzoekers echterin
de zeefvatenvan verscheidene heksenbezemzieke plantesoorten grote
aantal-len mycoplasma-achtige organismen
(Doi
e.a., 1967). Sindsdienis
door
vele
andere onderzoekers bevestigd,dat
mycoplasmasvrijwel altijd
aanwezigzijn
in
heksenbezemziekeplanten
enmen neemt dan
ook
tegenwoordigvrij
algemeen aandat
hek-senbezemziektenvan planten door
mycoplasmas veroorzaakt worden.Mycoplasmas
kunnen
beschouwd worden als kleine,primitieve
bacteriën. Ze hebben geen vaste celwanden
zijn daardoor nogal gevarieerd vanvorm
en afmeting.Voor
nadere bijzonderhedenover mycoplasmas
en
heksenbezemzij hiet
verwezen naar het overzichtsartikel van Grunewaldt-Stocker en Nienhaus (L977).Heksenbezemziekten worden veelal verspreid door cicaden.
Uit
recent onderzoek bleek dat heksenbezem vanpopulier
kan wor-den overgebrachtdoor de
cicade ld'ioceraspopali.
Deze soortleeft
volgens deliteratuur voornamelijk
op
ratelpopulieq dochwij
vonden zeook op
tweecultivars
vanP,
canescens. NaastL
populi
komen oppopulier
nog eentiental
anderecicadesoor-ten voor, die
elk
hun
voorkeur hebben voor bepaalde populier-soorten.Met
een aantalvan
deze soortenworden
momenteelinfectieproeven gedaan.
ÀW
fir
5-
i i,.'s
t
l,r
,,Y.
1\qre
r*ffi,.
*\$iqË!ki"*-
,q,
{ï,
$4
:*r{q
|lF-
"/
Fig. 4 P. nigra'Italica'. Hergroei bii geknotte bomen in mer.
Links gezond, rechts heksenbezemgroei.
P. nigra 'ltalica' . Young shoots of coppiced trees in May. Left:
healthy, rigbt: witches' broom growth.
Fig.
5
P.
alba 'Raket'. Toetsingop
heksenbezemd.m.v. enten op stekken. Recha: positieve reactie.
Links: negatief.
P. alba'Rahet'. Indexing for uitcbes' broom by rneans of grafting on cuttings. Rigbt: positioe reaction. Left:
negdttoe,
Fig. 6 P. alba'Raket', gegroeid uit
stekken
van
heksenbezemziekeboom. Links: stek behandeld in
warm water, 2 uttr 45"C, Recbts:
onbebandeld.
P. alba'Raket'. Effect of hot
uta-ter treattnent on pophr zpitches'
broom.
Left:
untreated. Right:treated for 2 h at 45"C.
Uiteraard moeten zulke vermeerderingsvelden
ook
vrij worden
gehouden van heksenbezem.
Dat
zalin
het algemeen nietmoei-lijk
zijn want,
zoals reeds eerdervermeld,
jaailijks
geknottemo€ren vertonen zeer duidelijke symptomen en aangetaste
Plan-ten
kunnen
derhalvebij
de
jaarlijkse
inspecties gemakkelijk herkend worden.In geval
van
rwijfel
bij visuele beoordeling, kunnen
verdachtebomen getoetst
worden door enting
op P, alba'Raket'.
Dezecultivar
is zeer gevoelig voor heksenbezem en is bovendien zeer goed te stekken.Dat
laatste vereenvoudigt de toetsprocedure en'Raket' verdient
daarom als toetsplantde
voorkeurboven
ge-voelige
cultivars
vanP.
cítnercens,Bij
dedoor ons
toegePastetoetsmethode
worden
scheutsrukjesvan de
te toetsen
bomenzijwaarts geënt
op
nog
onbeworteldewinterstek van
gezonde 'Raket'.Zulke
stekken,die
in
januari werden geplantin
pottenin
eenmatig
verwarmde kas(15-18oC),
gaven beginmei
van hetzelfde jaar reeds de eerste heksenbezemsymPtomen(fig.
5).Evenals
vele
heksenbezemziekeplanten
van
andere gewassen(Van
derMeer,
1975) kunnenook
heksenbezemziekepopulie'
ren
gemakkelijk worden genezen door eenwarmwaterbehande-ling.
Behandeling van hele bomen is uiteraardniet
uiwoerbaar,doch wanneer men winterstek
of
enthout gedurende twee uurin
water van
45oC houdt, danverkrijgt
men daaruit weeÍ ge-zonde planten(fig.
6).
Deze methode kan van belangzijn
voor het weer gezond maken van cultivars die geheel besmet geraaktzija.
veelal voeden
met
sapuit de
zeefvaten. Meestal komen zebij
popuiier niet
in
grote aantallenvoor
en veroorzaken ze weinig directe schade.De
soortendie op
populieren voorkomenzijn
slank, ca.
4
tot 9 mm
lang en zeer beweeglijk.De
meeste heb-ben één generatie per jaar en overwinteren alsei
in
de bast vanpopulier.
B e t trij di gs mo ge lij k h ed.en
Het
is
in
principe mogelijk om
heksenbezemziektente
bestrij-den door bespuitingen die gerichtzijn
tegen de overbrengende cicaden.Dat
is
onder meer geblekenuit
onderzoekomtrent
deheksenbezemziekte van de framboos, een ziekt€ die russen 1950
en
1960 zeer veel schade vetoorzaaktein
het toenmalige fram-bozegebiedrond
Breda(Van
der Meer en
De Fluiter,
1!62).
Een goed
effect
van
zo'n
bestrijdingswijzemag
echter alléénverwacht worden als alle aanplantingen
van het
betrokkenge-was
in
een aaneengesloten gebied bespoten worden.Om
ver-spreiding van de ziekte
in
een gegeven aanPlant te voorkomenÁoet
met
nameliikniet
alleen de dierenin
die aanplant dodenmaar meo moet
ook
voorkomen dater
besmette dierenuit
deomgeving binnenvliegen.
Het
spreekt welhaast vanzelf,dat
een dergelijkebestrijdings-wijze bij grauwe en
witte
abeel nietmogelijk
is. Daarvoor is deziekte economisch
niet
belangrijk genoeg en bovendienlijkt
het ongewenst om overal langs wegen enin
houtwallen met insekti-ciden te gaan spuiten.Er
zou
wel
overwogen moetenworden
of
er,
in
ziektebestrij-dingsschema'svoor
geïsoleerdliggende
vetmeerderingsveldenvan-populier, aandacht moet worden besteed aan de bestrijding van cicaden.
Jss
Fig. 7 Knobbels op onderste tak van 10 jaar oude'Rap' Knobs on lower branch of ll-years-old'Rap'.
Do
knobbelziekte
bii
populier
SymptomenBij
decultivar
Rap, eenhybride
var,P.
t4icboc.trpa eaP,
del-toid'es (Koster, 1972), is sinds 1974 eenafwijking
bekendwaar-bij
over
vrijwel
de geheleboom
grotereof
kleinere knobbels ontstaan op stam en takken. Deze ,,knobbelziekte" werdin
1974voor het
eerst waargenomenbij
driejarige'Rap'
in
hetpopule-tum
van de Landbouwhogeschool aan de Haarweg te \Wagenin-gen (Janson,1975).Daana
zijn
op veel plaatsenin
Nededand enin
het buitenland aangetast€ bomen gevonden. Behoudens de zeer korte en globale beschrijving van Janson, eenwat
uitvoeri-ger beschrijving van
Kolster (1978)
en een door Cooper (1979)gepubliceerde
foto van het
verschijnselzijn
er
tot nu
toe geen gegevens over de ziekte gepubliceerd.Áangetaste exemplaren
van
'Rap'
gaan soms dooddoch
vaak groeien de bomen ermin
of
meer doorheen. Van de beide 'Rap' die nu nogin
het populetum van de Landbouwhogeschool staan, waser
in
1974 éénziek en
één gezond.De
gezondeboom
islater
ook
ziek
geworden, wanÍleer,is
echterniet
bekend. De staminhoudvan
de boomdie
in
1974 nog gezond wasis
nu, volgens berekeningen van Van Broekhuizen (persoonlijkemede-deling),
ongev€er tweemaal zogroot
als de staminhoudvan
deboom die
in
1974al
ziek
was.Voorts
zijn
beide bomenaan-merkelijk kleiner
geblevendan twee
even oude'Barn', die
ervlak naast staan.
De
groei van 'Rap'lijkt
dus zeer sterk tewor-den geremd door het knobbelverschijnsel.
Sommige van de onderste takken van de bomen
in
hetpopule-rum
zijn vrijwel
geheel bedektmet
knobbels.De
knobbels ophet basisgedeelte
van die
takkenzijn
veel groter dan deknob-bels
op de
(jongere) uiteinden
van de
takken.De
knobbels groeien dus met de takmee'(fi1.7).
Fig. 8 Bastvezels van zieke 'Rap' met tumoren, Barh fibres of diseased'Rap' toith tuTr'rours.
Fig. 9 Tumoren uit grote knobbels van zieke 'Rap' Tumours from big hnobs of diseased'Rap'.
Populier
t8e
jaargangm.3
september 1!81
ERRATUM
Artikel:
Mozaïekvirus, heksenbezem en knobbelziektebij
populier,en een virusachtige groeiremming
bij
wilg
/
E.A.
van der MeerArticle:
Mosaic, wircbes' broom and knobbiness of poplar and aairu-like
grotatb red,actionof utillow
Pag.
56/57.
Pag,56/57:
De teksten van de
figuren
11 en 12zijn
verwisseld.Zowel
bij
de oudere bomenin
het populetum alsbij
tweejarigebomen
op
het proefveldvan het IPO,
komenduidelijke
knob-bels veelal slechtshier
en daar en somsin
groepen aan takkenof
jonge stammen voor. Ook op de plaatsen waar zich geendui-delijke
knobbelsbevinden
is
de
bast
echterniet vlak,
doch overalduidelijk
bobbelig.Die
bobbeligheid hangt samen met de aanwezigheid van kleine bruine weefselknolletjesin
de bast, dievastgekoekt
of
vastgegroeidzitten
aan
de
bastvezel(fig.
8)maar
niet
verbondenzijn
met
de overige bastweefselcellen. De weefselknolletjes hebben een steenachtige hardewand
en kun-nen plantkundig het beste worden aangeduid als steencelnesten.\Vaar deze knolletjes
in
de bast uitgroeientot
grote wratachtigetumoren
(fig. 9),
ontstaan de echte grote knobbels. Opvallendis
dar
zich
regenoverelke grote knobbel
in
de
bastook
eentumor
in
het houtbevindt
(fig.
10) die op doorsnedetot
uiting
komt
als een ronde
of
ovale
bruine plek
(fig.
11). Het
in-wendige van de tumorenin
hethout
is meestal dood, doch debuitenwand bestaat veelal
uit
nog levend weefsel.De
tumoren bestaanuit
ongedifferentieerde cellenen
bevatten geen hout-vezels.\Taarom
een sterkegroei
van de
tumoren
in
de
bast alleenplaatselijk optreedt, zodat knobbels ontstaan, en hoe
dit
proces samenhangtmet het
ontstaanvan
tumoren
in
het hout
daar-tegenover, isniet
duidelijk.Het
is denkbaar, dat het tumorweef-selvanuit
de bastmin of
meer toevallighier
en daarhet
cam-bium
bereikt.Op
zulke plaatsen zou dan het cambium mogelijk betrokken rakenbij
deproduktie van
tumorweefselen
zowel naar de bastzijde als naar de houtzijde tumorcellenaÍ
gaanzet-ten.
Het
lijkt
echterook
niet
uitgeslotendat
wortelbeginsels(fi1.
12) eenrol
spelenbij
het ontstaan van de grote knobbels.Die
zoudenmogelijk
een invalspoort kunnen vormen waardoorof
waarlangs de tumorgroeivia
het cambium het hout kanbe-reiken. \Tortelbeginsels spelen
bij
populier ook
eenrol
bij
het ontstaan van sferoblasten. Daarop komen we laterin dit
artikelterug.
De
basr van zieke 'Rap' vertoontbij
aansnijden grote aantallenbruine
vlekjesvan
gevarieerde afmetingen.Deze
vlekjeszijn
deels door-of
aangesneden tumoren met vaak een centrum van{
Fig. 10 Knobbelzieke'Rap'. Verwijdering van de bast maakt de tumoren in het hout zichtbaar.Tumours sbotoing in the uood of diseased 'Rap' after remooing tbe barb.
Y
Fig. 11 Eenjarig stamgedeelte van twee jaar oude knobbelzieke Rap naverwiidering van de bast. Rechts gezonde controle met wortelbeginsels. One-year-old piece of stem of a tuo-years-old tree, after remoaing tbe barh. Right: healthy control utith root primordia.
dode cellen.
Voor
een ander gedeeltezijn het
groepjes bruin verkleurde cellen waaromheenzich
(nog?)
geentumoten
ge-vormd hebben.
Bij
verwijdering van de bastblijkt,
dat op de plaatsen waar zichin
de bast knobbels bevinden,in
het onderliggende hout putjes aanwezigzijn.
Die
putjeszijn
vaak omgeven door een walletje van houtweefsel dat iets bovenzijn
omgeving uitsteekt(fig.
10en
I2).
Bij
oudere aangetaste bomen worden, aan takgedeelten zonder echte knobbels, oneffenheden over de gehelehoutopper-vlakte waargenomen
(fig.
13).Die
strucruurgelijkt
veel op wat menin
het Engels ,,stempitting"
noemt, een verschijnsel datbij
verscheidenehoutige
gewassenvoorkomt en
veelaldoor
virus veroorzaakt wordt.Ond.erzoekresuharen
Toen
we in
1976 voor het eerst geconfronteerd werden met deknobbeligheid van 'Rap', was er geen materiaal voorhanden dat
met zekerheid
vrij
was van knobbels. Er werd daarom begonnenmet een warmtebehandeling van 'Rap' en
wel
op dezelfde wijzeals
eerderin
dit
artikel
vermeld
voor PMV. Het
daaruit in
1976/1.977 verkregen materiaalis tot nu
toe volledig vrij
ge-bleven van knobbelziekte.Uit
entproeven die sindsdien met dat gezonde materiaal zijn uit-gevoerd,blijkt
dat men gezonde'Rap'
ziek kan maken door er takstukjes van zieke'Rap'op
re enten.Dat
bewijst dat deknob-belziekte
van 'Rap'
een infectieziekte is.Het
overgaanvan
deziekte door
enting
geeft echter geen uitsluitsel omtrent de aardvan het
ziekteverwekkende organisme.Bij
eerder
onderzoek door de afdeling Fytopathologie en Resistentie van ,,DeDorsch-kamp" en door de bacteriologische afdeling van het IPO, is men
er, ondanks herhaalde pogingen,
niet in
geslaagdom
bacteriënof
schimmels aante
tonenin
zieke'Rap'
(mondelingemede-deling van
M.
deKam
enH.
P. Maas-Geesteranus).Tot
nu toeis het echter
ook niet gelukt om
eenvirus te
isolerenuit
zieke bomen.Dit
bewijst overigensniet
veel, want sommige vitussen,vooral
die
van houtige gewassen, latenzich
zeermoeilijk
of
in
het
geheelniet
isoleren.Het
speurwerk naarde
aardvan
defr
t'
Ë
't' !. l crnFig. 12 Tumoren in hout en bast van Fig. 13 'Stem-pirting'-achtige
symp-knobbelzieke'Rap'.
tomen bij knobbelzieke 'Rap'. Tumours in barh and u.,ood of disea- Stem pitting-like sytnptorns ind.isea-sed'Rap'.
sed.'Rap'.vari het onderzoek.
Door
middel van
entproevenop
gezonde'Rap'
kon
eveneensworden
aangetoonddar de
ziekteverwekkerook
voorkomr in
'Barn' enin
vier
klonenuit
het veredelingsprogramma van ,,DeDorschkamp". Geen
van
dezevijf
had knobbels, doch zever-toonden
wel
alle
eenwat
vagebontheid
op
de
bladeren(fig.
14). Bovendien kwamenbij
allevijf
bruine vlekkenvoor
in
de bast en werden kleine tumoren gevondenin
het bastweefsel.Bij
drievan
devijf,
waaronder'Barn'
(fig.
15)
kwamendie
symp-tomen uitsluitend
voor
in
het wat
dikkere bastweefselrond
de basis van de zijtakken.Bij
waarnemingenin
een perceelvan 10
jaar
oude geknotte zaailingen van ,,De Dorschkamp" werdenbij
176van
de 1200 bomen de typische bruine vlekken gevonden in de bast(fig.
16).Met
enige ervaring enbij
een juistelichtval
is
aansnijden van de bast veelalniet nodig
en herkent men de ziekte aan de velekleine
blaasachtige opzwellingenop
de bovenstehelft
van
de éénjarige takken.Verdere waarnemingen en proeven zullen moeten
uitwijzen
ofdeze
kennelijk met
knobbeligheid verband houdende baswlek-kenziekte behalvebij
'Barn',ook
voorkomtbij
andere gangbarepopulierecultivars. Toetsing van deze cultivars, door
middel
vanenting
op 'Rap', kanwellicht
vannut zijn
om vasr re stellenof
de
ziekteverwekkermogelijk
in
sommige rassenlatent
voor-komt. Op
dezelfdewijze
zou onderzocht kunnen wordenof
deal
langer
bekende bastvlekkenziektevan populier,
die
vooral algemeenbij
'Robusta'voorkomt
(Oldenkamp,1961)
verwantis met knobbeligheid van 'Rap'.
Samenvattend kunnen
we
stellendat
de verkregenonderzoek-Fig. 14. Vlekkerigheid bi,; populier die mogelijk verband houdt met knobbel-ziekte.
Mottle, associated with knobbiness disease.
gegevens
voor
depraktijk
van
de populiereteeltnog lang
nietalle
moeilijkheden oplossen, maarwel
goede aanknopingspun-ten bieden voor verder onderzoek.Ánd.ere oorzaken uan hnobbelaorming
bij
populierBij
populieren komen ten minste rwee soorren knobbels voor diemet
knobbelziekte verwardkunnen
worden.Bij
geschild hout zijn beide echterduidelijk
als andersoortig te herkennen.Fig.
17 laat eentak
ziendie
aangetast is door Pbytobia cmnbii, een mineervlieg, waarvan de larvenin
het cambium vanpopu-lier
leven.Uit
de
foto
blijkt
darhet hier
gaatom
gangen die later overgroeien.Dat
overgroeien verlooprbij
de verticalegan-gen tamelijk
regelmatig,doch bij de
veelalkortere
dwarseof
schuine ganggedeeltenverloopt
her overgroeien wanorderlijker en ontstaan rommelige plekjes houtweefseldie
aan debuiten-kant
van detak
tot uiting
komen als knobbels. Typischbij
dieknobbels
is,
dat er
bij
verwijderenvan
de bast door
stomen(Van der Meer,
1978), bastvezelsin
de
knobbels vastblijven
zitten.De
tweede soort knobbels, die men zou kunnen verwarren metknobbeligheid,
zijn
bolvormige houtlichaampiesdie vanuit
hethout
in
de bast groeien en volgens deliteratuur ook
in
de bastzelf
kunnen ootsraan.Men
noemt ze sferoblasten enmen
kan ze, althansbij
appel en peer, opwekken door overmatig snoeienen
ontknoppenvan
bomen
(\flellensiek,
1912).
De
scheutendie er
uit
ontstaan hebben eenjuveniel
karakter.TnweI
bij
ge-.l''
- 1cm
'I cm
Fig. 15 Bruine vlekken in de bast bii 'Barn'. Alleen plaatse-liik.
Brown spots in barh of'Barn' occur only locally.
Fig. 16 Bruine vlekken in de bast van onbe-naamde populierezaailing.
Brotan spots
in
barhof
unnamed poplar seedling.Fig.. lZ Overgroeide gangen van Phytobia cambii.
Overgrown mines of Phytobia cambii.
{
Fig. 18 Sferoblastenbij
tweejarige ge-zonde Barn.Sphaeroblasts on tuo-year-old bealthy'Barn'.
V
Fig. 19 Doorsnede van sferoblast bij gezonde'Barn'. Rijen bastvezels en ouder hout gekleurd door floroglucine-zoutzuur. Tuss-en bast èn gekleurd ouder hout een laagzeer jong hout dat nog niet kleurt. Ontwikkeling van sferoblasten verloopt zeer explosief.Sec.tion of sphaerobkst of healthy'Barn'. Tbe older uood and tbe barh fibers are stained tpith pbloroglucine
H
Cl. The very yoilng uood tissue is not yet stainable.knotte
bomen
sferoblasten waargenomen(fig.
18).
Geregeldontknoppen van de geknotte bomen bleek ook hier de groei van de sferoblasten sterk te bevorderen.
Vastgesteld
kon
worden
dat de
sferoblastenin
onze pro€venwaren ontstaan
uit
wortelbeginselsin
het hout.Noch
in
de bast,noch
in
hethout
kwam rond de sferoblasten necroseof
tumor-vorming voor
(fig.
19).Een groeiremming
bij
urilgenIn
de literaruur
kwamentot
nu
toe
geen gegevensvoor
overvirusziekten
bij
wilg
endat is
éénvan
de redenen waarom erbij
het IPO weinigtijd
besteed is aan wilgen.In
1977 werden er echterbij
de cultivar Drakenburg een aantal moeren gevonden, die slecht groeiden en op een aantal van hun bladeren een soort nerfmozaïek vertoonden. Stekkenvan
deze moeÍen groeidenin
twee opeenvolgende jaren opvallend mindergoed dan stekken van gezonde moeren
(fig.
20).Sap van die zieke wilgen, geïnoculeerd op Chenopodianz quinoa,
veroorzaakten,
in
herhaalde proeven, virusachtigevlekjes
op deze indicator.Verder onderzoek moet nog uirwijzen
of
dit
vermoedelijke virus inderdaad de oorzaak is van de groeiremmingbij
'Drakenburg'. Samenvatting en conclusiesIn
het
voorgaandeis
getracht een overzichtte
gevenvan
devirusziekten, vermoedelijke virusziekten en zich als virus gedra-gende ziekten die
tot
nu toein
Nederlandbij
het onderzoek vanpopulier en
wilg
zijn waargenomen.Het
voornaamstedoel van
het
onderzoekis:
door
selectie endoor
warmtebehandeling materiaalverkrijgen
dat
vrij
is
van deze ziekten.ZuIk
materiaalwordt ter
beschikking gesteld van deNAK-B,
die
het verder vermeerdert op geïsoleerde percelen en het vervolgens distribueert onder de boomkwekers.De
voordit
doel benodigde toetsmethoden zijnin
eenverschil-lend
stadiumvan ontwikkeling. Voor
populieremozaïekvirus iseen betrouwbare serologische toets beschikbaar.
Voor
heksen-bezemlijkt
een toetsing door middel vanenting op
'Raket'be-trouwbaar.
Of
een toetsingop
knobbeligheid doormiddel
vanenting
op'Rap'
eveneens betrouwbaar is, dient nader onderzochtte
worden.Voor het
vermoedelijkmet
de
groeiremming vanwilg
verband houdendevirus
lijkt
sapinoculatieop
Cbeflopo-d,iant qàmoa een goede toetsmethode.Teneinde
al
te
grote schadedoor
PMV
bij
deteelt van
popu-lieren
te voorkomen,lijkt
het gewenstom
cultivarsdie
ergge-voelig
zijn
voorPMV, niet
in
het verkeer te brengen.Of
popu-Literatuur
-
Berg,T.M.,
1962. Some characteristics of a virus occurring in poplars. Mededelingen Landbouwhogeschool rVageningen 64-1 1, 59 pp.-
Biddle, P. G. and Tinsley, T. Vl.,7971. Some effects of poplar mosaic virus on the growth of poplar trees. New. Phyto| T0:67-75.-
Castellani,8.,
1966. Report on two little known poplar diseases. In: Breeding Pest ResistentTrees. Proc. N.A.T.O. N.S.F. Symp. Pa. St. Univ., P. 89.-
Cooper,J.1.,
1979. Virus diseases of Trees and Shrubs. Oxford.-
Doi, Y., Teranaka, K., Yora, K. and Asuyama,H.,1967. Mycoplasma-or PLT group-like microMycoplasma-organisms found in the phloem elements of plants infected with mulberry dwarf, potato witches' broom, aster yellows, or Paulownia witches' broom. Ann. Phytopath. Soc. Japan 33r 259-266.-
Grunewaldt-Stocker, G., und Nienhaus, K., 197 7 . Mycoplasma-áhnliche Organismen als Krankheitserreger in Pflanzen. Acta Phytomedica, Heft 5.-
Janson,T.J.M.,
1975. Verschillen tussen populiereklonen en afwisseling in populierebossen. Doctoraalscriptie Vakgroep Houtteelt van de gematigde luchtstreek L.H.93
blz.-
Kolster, H. l0í., 1978. Raadselen rond'Rap'. Populier 15:81.-
Koster, R., 1,972. Elf nieuwe populierklonen: ten geleide. Nederlands Bosbouw Tijdschrift 44: 1,73-1,79.-
Maat, D . 2., 1980. Nieuwe perspectieven voor het aantonen van virusin-fectie in planten met behulp van ELISA, een zeer gevoelige methode. Ge-wasbeschermingll
:
13-21.Fig. 20 Salix'Drakenburg'. Links normale groei. Rechts groeireductie. Op de achtergrond populieren en elzen.
Salix 'Drakenburg'. Left normal. Right: grouth reduction. Poplars and alders in bach.ground.
liere
cultivarsook
verschillend gevoeligzijn voor
heksenbezemen
knobbeligheid,dient
in
verbandmet
de rassenkeuze nader onderzocht te worden.Om
te
kunnen komentot
een gefundeerde aanpakvan
debe-srijding in
het algemeen, is meerinzicht
gewenstin
deepide-miologie van de