• No results found

Predicting 6-minute walking distance in recipients of lung transplantation

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Predicting 6-minute walking distance in recipients of lung transplantation"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

37

FysioPraxis | juni 2015 W E T E N S C H A P - S U M M A R Y

Predicting 6-Minute

Walking Distance in

Recipients of Lung

Transplantation: Longitudinal

Study of 108 Patients

Edwin van Adrichem, Gerda Reinsma, Sanne van den Berg, Wim van der Bij, Michiel Erasmus, Wim Krijnen, Pieter Dijkstra, Cees van der Schans

Klinische vraag

Wat is het beloop van het functionele inspan-ningsvermogen rondom longtransplantatie gemeten door middel van de 6 minuten loopaf-stand en welke factoren beïnvloeden dit?

Conclusie van de auteurs

Fysiotherapeutische interventies voor en na longtransplantatie moeten zich richten op het verbeteren van de quadriceps-kracht om het functionele uithoudingsvermogen te verhogen. Echter, de interventies zullen uitgebreider moeten zijn voor optimale effectiviteit. Het verloop van het herstel in 6 minuten loopaf-stand laat zien dat extra aandacht nodig is in de periode tussen 6 en 12 maanden na trans-plantatie.

Onderzoeksopzet

Longitudinaal historisch cohortonderzoek.

Onderzoekslocatie

Poliklinische en klinische setting Universitair Medisch Centrum.

SAMENVATTING

Inspanningscapaciteit, spierfunctie en fysiek activiteitenniveau blijven gereduceerd in ontvan-gers van een longtransplantatie, dit ondanks een goede functie van het getransplanteerde orgaan. Factoren die geassocieerd zijn met dit tekort aan functioneel inspanningsvermogen, zijn niet eerder longitudinaal onderzocht. De gegevens van 108 mensen die een longtransplantatie hebben ondergaan, zijn retrospectief geanaly-seerd op beloop in 6 minuten loopafstand en op voorspellende factoren voor deze loopafstand tijdens screening, ontslag na transplantatie en 6 en 12 maanden na transplantatie. Een linear mixed model-analyse en een logistische regressie zijn uitgevoerd met gebruik van patiënt-karakteristieken, diagnose, wachtlijstduur, duur van de ziekenhuisopname, mate van rejectie, longfunctie en perifere spierkracht. Factoren die 6 minuten loopafstand voorspelden waren: meetmoment, diagnose, geslacht, quadriceps- en knijpkracht, forced expiratory volume in 1 seconde (FEV1, % voorspeld) en de duur van de ziekenhuisopname. Na transplantatie nam de 6

minuten loopafstand aanzienlijk toe. Deze initiële toename werd echter niet doorgezet tussen 6 en 12 maanden. Een jaar na transplantatie haalde 58% van de patiënten niet de drempelwaarde voor ‘normaal’ functioneren van de voorspelde 6 minuten loopafstand. De logistische regressie liet zien dat ontslagwaarden voor FEV1 en quadri-ceps- of knijpkracht voorspellers waren voor het behalen van deze drempelwaarde. Een beperking van de studie was het gebrek aan kennis over het verloop van de ziekte tijdens de wachtlijstperiode en het type en frequentie van fysiotherapie na transplantatie. De verwachting is dat het zinvol is om naast quadricepstraining ook cardiopul-monale training aan te bieden en aandacht te schenken aan het verhogen van het dagelijks activiteitenniveau en overige leefstijlaspecten. Edwin van Adrichem, promovendus en fysio-therapeut, werkzaam bij het lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing, Hanzehogeschool Groningen en de afdeling Revalidatiegeneeskunde, Universitair Medisch Centrum Groningen.

Summarized from Phys Ther [May 2015] © American Physical Therapy Association. To read the full-text article: http://ptjournal. apta.org/content/95/5/720.full.pdf+html

Incorporating

Self-Management in Prosthetic

Rehabilitation: Case Report

of an Integrated

Knowledge-to-Action Process.

Sacha van Twillert, Klaas Postema, Jan Geertzen, Ant Lettinga

Klinische vraag

Welke (onderzoeks)activiteiten zijn nodig om wetenschappelijke kennis over zelfmanage-menteducatie en taak- en contextspecifieke training te integreren in de amputatierevalidatie om patiënten te helpen het resultaat ook thuis te behouden?

Conclusie van de auteurs

Wie lokale revalidatiepraktijken met inzet van wetenschappelijke kennis wil verbeteren, doet er goed aan de verschillende soorten kennis (wetenschappelijke, therapeutische, patiënten en contextuele kennis) op een gelijkwaardige manier te waarderen en te integreren. Het gaat om een multidimensioneel leerproces, waarin innovatieonderzoekers en betrokken therapeuten, patiënten en managers in een interactief en cyclisch proces samenwerken.

Onderzoeksopzet

Participatief actieonderzoek, conceptuele

analyses en mixed-methods-methodologie leverden input voor dit geïntegreerde Knowledge-To-Action (KTA)-onderzoek.1

Onderzoekslocatie

Universitair Medisch Centrum Groningen – Centrum voor Revalidatie.

SAMENVATTING

Het amputatierevalidatieteam definieerde het klinische probleem in de bezorgdheid dat veel patiënten het geleerde in het revalidatiecentrum thuis niet konden behouden. De KTA-expert signaleerde in zowel de wetenschappelijke literatuur over prothesetraining als in de lokale werkdocumenten een focus op biomedische en biomechanische theorievorming en onder-belichting van leertheorieën. Aansluiting werd gezocht bij zelfmanagementprincipes uit de revalidatie voor chronische zieken en bij taak- en contextspecifieke trainingsprincipes uit de neurologische en ouderenrevalidatie. Beide trainingen worden als evidence-based prak-tijken gekwalificeerd. Focusgroepinterviews met patiënten en therapeuten leverden amputatiespecifieke kennis voor invulling van de behandelprincipes en technieken van zelf-managementeducatie en taak- en contextspe-cifieke training. Werkstations werden ingericht en instructies en feedback gespecificeerd om therapeuten te leren de actieve participatie en het probleemoplossend vermogen van patiën-ten te stimuleren. Therapeupatiën-ten, managers en patiëntenverenigingen evalueerden het vertaal-proces en brachten mogelijke implementatie-problemen in kaart. Verschillende activiteiten werden ondernomen om deze te ondervangen. Zo kregen therapeuten scholing om ingeslepen routines los te laten en meer oplossingsgericht te trainen. De leerervaringen van therapeuten en patiënten tijdens de proefimplementatie hielpen de training te verfijnen. Eindresultaat: gedeeld eigenaarschap van de circuittraining,2

nu vast onderdeel van de lokale revalidatie voor patiënten met een beenamputatie.

Drs. Sacha van Twillert, UMCG – Centrum voor Revalidatie, Groningen.

Summarized from Phys Ther [April. 2015] © American Physical Therapy Association. To read the full-text article:

http://ptjournal.apta.org/content/95/4/640.full. pdf+html.

1 Straus SE, Tetroe J, Graham ID, eds. Knowledge Translation in Health Care: Moving From Evidence to Practice. 2nd ed. Chichester, United Kingdom: John Wiley & Sons Ltd; 2013.

2 Zelfmanagement in beweging; regietraining en circuit-training voor de revalidatie na een beenamputatie. Drs Sacha van Twillert, UMCG- Centrum voor Revalidatie, 2012. ISBN: 9789074768481.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel twee deelnemers het ervaren van negatieve emoties tijdens hun jeugd niet benoemden als oorzaak voor het ontstaan van de eetstoornis, benoemden zij wel dat een hoge mate

Tijdens dit gesprek wordt een aantal formulieren gegeven voor schriftelijke toestemming voor de behandeling en uitleg over de vaccinaties. Deze beide gesprekken vinden in

Het is de bedoeling dat u in deze 6 minuten zo’n groot mogelijke afstand loopt, zonder te rennen.. U mag eventueel tussendoor stoppen, maar zodra het weer gaat loopt

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u bellen met het secretariaat van het Hart Long Centrum, telefoonnummer 088 708 33 00. Locatie

Als u door ziekte of om andere redenen verhinderd bent om uw afspraak na te komen, wordt u verzocht zo snel mogelijk contact op te nemen met de polikliniek Longgeneeskunde.. Als u

Een diagnostische wandeltest is een test waarin u in 6 minuten tijd probeert om zo veel mogelijk meters in wandelpas af te leggen.. Tijdens het onderzoek wordt de hartslag en

Patilaya Straatkolken en kolkleiding in de zuidelijke zijwegen toegevoegd en

Zoals te zien is in tabel 5, blijkt dat er echter geen significante correlaties gevonden zijn tussen het kijken naar de programma’s en het vertrouwen in de politie.. Hierdoor