• No results found

Omgaan met een live-registratie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Omgaan met een live-registratie"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Omgaan met een live-registratie

Onderzoeksrapport

Afstudeeronderzoek Roy Treurniet

Eerste begeleider : J. Schaap Tweede begeleider : H.J. Diekerhof

Nieuws & media 25 januari 2016

(2)
(3)

Voorwoord

Het idee voor dit afstudeeronderzoek is tijdens mijn stage bij NOS Evenementen ontstaan. Deze afdeling van de NOS heeft als voornaamste taak om televisie-uitzendingen rondom nationale evenementen te maken. Als stagiair ondersteunde ik redactioneel deze grote uitzendingen. Daarnaast maakte ik korte video’s voor de NOS website van het Koninklijk huis. In de laatste week van mijn stage maakte koningin Beatrix bekend dat zij ging aftreden. Dit gaf mij de unieke kans om een bijzondere periode mee te maken. Gelukkig kreeg ik toestemming van de NOS om langer te blijven en naar aanleiding van de marathonuitzending rondom

inhuldiging van koning Willem-Alexander zelfstandig onderzoek naar de werkwijze te doen.

Het samenspel tussen de meercamera-regisseur en de eindredacteur tijdens een live-uitzending heb ik altijd fascinerend gevonden. Naar mijn idee wordt er in de journalistiek te weinig aandacht besteed aan de journalistieke functie van de regisseur. Dit mocht ik van de NOS onderzoeken en ter ondersteuning een making-of maken tijdens hun voorbereiding op de live-registratie rondom de inhuldiging van Koning Willem-Alexander.

Deze documentaire is het eerste deel van het beroepsproduct en is een unieke kijk achter de schermen bij de grootste televisie operatie uit de Nederlandse geschiedenis. Deze scriptie werpt vervolgens een wetenschappelijke blik op de daadwerkelijke journalistieke invloed van de meercamera-regisseur. Waardoor het tweede deel van het beroepsproduct, het advies, in de vorm van een protocol, perfect de documentaire versterkt. Iedere journalist die met een regisseur dient samen te werken kan handelen naar dit ontwikkelde advies.

Voor de totstandkoming van deze scriptie wil ik graag de gehele redactie van NOS Evenementen bedanken. Ik heb als enige student een bijzondere leerzame inkijk gehad in wat, naar mijn idee, het beste is wat de Nederlandse journalistiek op dit gebied te bieden heeft. Daarnaast wil ik ook de andere professionals, David Grifhorst, Gerben Bakker, Eduard Huis in t’veld en Anne Marie Wegman bedanken voor het delen van hun kennis kunde en ervaringen. Ter afsluiting wil ik mijn begeleider Jord Schaap bedanken. Doordat ik werk en het schrijven van deze scriptie combineerde heeft het tweeënhalfjaar geduurd voordat dit eindresultaat is bereikt. Jord geloofde echter vanaf het begin in het onderzoek.

Schiedam, 19 januari 2016

(4)
(5)

Management samenvatting

Naam: Roy Treurniet

Datum afstuderen: 29-02-2016 Afstudeerprofiel: Nieuws en Media Titel: Omgaan met een Live-registratie

Verslag doen van een nieuwsgebeurtenis is een kerntaak van een journalist. Dit geldt ook voor een live-registratie, een live-beeldverslag met meerdere camera’s. De journalist werkt bij een live-registratie nooit alleen. Een team bestaande uit journalisten vormt de redactie waarbij een eindredacteur de inhoudelijke

eindverantwoordelijkheid draagt. Er wordt in de journalistiek aangenomen dat hij de meeste invloed heeft op het journalistieke verslag. De meercamera-regisseur is degene die tijdens een live-registratie echter directer invloed heeft op het

beeldverslag. Het beeldverslag wordt dus niet alleen bepaald door de journalisten.

Probleemstelling

De probleemstelling luidt: Hoe ligt de journalistieke verhouding tussen de meercamera-regisseur en de eindredacteur tijdens een live-registratie van een evenement? Het onderzoek heeft als doel om inzicht te brengen in de

journalistieke invloed van de meercamera-regisseur bij een

live-televisie-registratie van een evenement om op basis hiervan een advies te ontwikkelen hoe de samenwerking tussen journalisten en meercamera-regisseurs zou moeten verlopen.

Onderzoeksrapport

De probleemstelling wordt beantwoord naar aanleiding van zes deelvragen. In het onderzoek is gebruik gemaakt van deskresearch en fieldresearch. Naast het literatuuronderzoek is er gewerkt met twee kwalitatieve onderzoeksmethodes: open interview en observatieonderzoek. In totaal zijn er acht open interviews gehouden met professionals uit het vakgebied en is met het observatieonderzoek de huidige werkwijze geanalyseerd.

Resultaten

Zoals in paragraaf 3.1 te lezen is, leven we tegenwoordig in een dominante beeldcultuur waarin beelden meer invloed op de samenleving hebben dan ooit. De beeldcultuur zorgt ervoor dat televisiebeelden onze eigen geschiedenis vormen. Men herinnert zich niet de nieuwsgebeurtenis maar de televisiebeelden. (zie §3.1.1) Daardoor zijn de beelden in een verslag belangrijker geworden dan het verbale commentaar. Bij een live-registratie is het de meercamera-regisseur die door middel van cameravoering bepaalt wat de kijker te zien krijgt en welke boodschap hij met het shot aan de kijker overbrengt. (zie §3.2)

De eindredacteur heeft, zoals in paragraaf 3.4 terug te lezen is, tijdens de live-registratie direct invloed op het verbale commentaar dat door de presentator of commentator wordt gegeven. Uit het fieldresearch blijkt dat deze verbale duiding

(6)

echter ondergeschikt is aan het beeldverslag. De professionals zelf zien het commentaar vooral als een extra service naar de kijker en als toevoeging op het beeldverslag. (zie §4.1.2) Dit betekent dat de journalistieke verslaggeving in feite in handen is van de meercamera-regisseur.

Om tot de juiste live-registratie te komen moeten beide disciplines wel goed samenwerken. Als eindresultaat van dit onderzoek is er een stappenplan (zie §6.1) geformuleerd waarin beschreven staat hoe de samenwerking tussen de

eindredacteur en meercamera-regisseur rondom de live-registratie zou moeten verlopen.

(7)

Management summary

Name: Roy Treurniet

Graduation date: 29-02-2016

Graduation profile: News and Media Thesis title: Handle a live-broadcast

Reporting over news events is the central business of a journalist. Including also live-broadcastings (live video reports with multiple cameras.) But the journalist never works alone for a live-broadcast. A team of journalists form the editorial office, with a chief editor which has the final content responsibility. In journalism, it’s assumed that he, the chief editor, will have the biggest influence on the journalistic report. The multi-camera director is the one which has direct influence on the image report during a live-broadcast. Therefore, the image report is not determined only by the journalists as people in the journalism sphere think.

Problem statement

The problem states: How is the journalistic relationship between the multi-camera director and the chief editor during a live-broadcast of an event? This study aims to: The understanding of the journalistic influence of the multi-camera director on a live television broadcast of an event and, based on this association, to develop an advice on how the cooperation between journalists and multi-camera directors should proceed.

Thesis

The problem is answered following six sub-questions. The study makes use of desk research and field research. Beside the literary research, we worked with two qualitative research methods: open interviews and observational research. With a total of eight open interviews with professionals of the subject and with the observational study we have analyzed the present method.

Results

As you can read in paragraph 3.1 we live in a dominant visual culture of nowadays images have, more than ever, a strong influence on society. Visual culture assures that television images shapes history. People do not remember the news event in itself but the relevant television images which were shown. (see §3.1.1) As a result, the images in a report become more important than the verbal commentary. In a live broadcast is the multi-camera director who determines through camera work what gets the spotlight and which message he will deliver to the viewer through the shot. (see §3.2) The chief editor has, as you can read in paragraph 3.4, during the live-broadcast direct influence on the verbal commentary given by a presenter or commentator. However, this verbal report becomes secondary to the image report. The professionals themselves, see these comments mostly as an additional service to the viewer and as a surplus to the image report. (see §4.1.2)

(8)

This means that journalistic reporting is actually in the hands of the multi-camera director.

To arrive at the proper live-broadcast both disciplines must work with each other. As a result of this thesis a roadmap was formulated, describing how the

collaboration between the chief editor and the multi-camera director should proceed around a live-broadcast. (see §6.1)

(9)

Inhoud

Voorwoord

Management samenvatting

Management summary

1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding van het onderzoek 3

1.2 Probleemstelling 4 1.3 Doelstelling 4 1.4 Deelvragen 4 1.4.1 Beeldcultuur 5 1.4.2 Taken beroepsgroepen 5 1.4.3 Storytelling 5

1.4.4 Invloed cameravoering & commentaar 5

1.4.5 Samenwerking 6 2 Methoden en technieken 8 2.1 Deskresearch: Literatuuronderzoek 8 2.2 Fieldresearch 8 2.2.1 Open interviews 8 2.2.2 Observatieonderzoek 10 2.3 Analysemethode 11 3 Resultaten deskresearch 12 3.1 Wat is de beeldcultuur? 12

3.1.1 Hoe groot is de invloed van beelden op onze westerse kijkers? 14

3.1.2 Conclusie 15

3.2 Hoeveel invloed heeft de cameravoering bij een live-registratie op de

journalistieke inhoud? 15

3.2.1 Wat is cameravoering? 16

3.2.2 Conclusie 17

3.3 Wat is storytelling? 18

3.3.1 Conclusie 19

3.4 Welke invloed heeft de journalistieke duiding, in de vorm van

commentaar, op het journalistieke verhaal? 19

3.4.1 Conclusie 21

3.5 Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van een journalist tijdens

een live-registratie? 21

3.5.1 Conclusie 24

3.6 Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van de

(10)

3.6.1 Conclusie 26

4 Resultaten fieldresearch 27

4.1 Resultaten open interviews 27

4.1.1 Hoeveel invloed heeft de cameravoering bij een live-registratie

op de journalistieke inhoud? 27

4.1.2 Welke invloed heeft de journalistieke duiding, in de vorm van

commentaar, op het journalistieke verhaal? 30

4.1.3 Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van de journalist

tijdens een live-registratie? 32

4.1.4 Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van de

meercamera-regisseur? 34

4.1.5 Op welke manier werken journalisten en regisseurs op dit

moment samen tijdens een live-registratie? 37

4.2 Resultaten observatieonderzoek 39 4.2.1 Observatie categorieën 39 4.2.2 Resultaten 40 4.2.3 Samenwerking 40 4.2.4 Eindredacteur 40 4.2.5 Meercamera-regisseur 41 5 Conclusie 42

6 Aanbeveling & advies 45

6.1 Advies 45

(11)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding van het onderzoek

Live verslag van nieuws of een evenement doen, is een kerntaak van de publieke omroep NOS (Nederlandse Omroep Stichting). In opdracht van de overheid heeft de omroep de taak meegekregen om vanuit een onafhankelijke positie nieuws te brengen en verslag te doen van grote (sport) –evenementen. (NOS, 2014) In de Code voor de Journalistiek, opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Journalisten die als richtlijn dient voor de werkzaamheden van een journalist, staat dat nieuws: ‘Het verslag van wat er gebeurde, of de aankondiging van wat er staat te gebeuren’ is. Verslag doen van een evenement is dus een belangrijke

journalistieke taak van een journalist.

De redactie, bestaande uit journalisten, bereidt inhoudelijk een uitzending volledig voor, maar heeft tijdens de live-uitzending een zeer beperkte invloed. De

afgevaardigde journalist die namens de redactie tijdens de live-registratie in de regiewagen plaats neemt, is de eindredacteur. Hij heeft samen met de redactie vooraf de inhoud verzorgd en de onderwerpen bepaald, de beelden vertellen de kijker echter meer. Degene die tijdens de live-uitzending verantwoordelijk is voor die beelden is de meercamera-regisseur. De regisseur bepaalt welke camera hij voorschakelt en bepaalt hiermee wat de kijker te zien krijgt. Op het moment van de live-uitzending heeft de meercamera-regisseur dan ook meer invloed op de journalistieke inhoud dan de journalist en neemt de regisseur de journalistieke taken over. Dit onderzoek geeft inzicht in deze journalistieke werkverhouding tussen de eindredacteur en meercamera-regisseur. Heeft de journalist nog wel de invloed die hij denkt te hebben?

Volgens Piet van Asseldonk, eindredacteur bij de NOS, zou de journalist meer moeten samenwerken met de regisseur: ‘De regisseur en journalisten werken te star en kunstmatig samen. De journalisten onderschatten de impact van beeld op de kijker en ook de beslissingen van de regisseur bij een live-registratie van een evenement.’ (2013)

Een live-registratie van een evenement is eigenlijk live-verslaggeving met meer camera’s, waarbij de beelden die geschakeld worden door de regisseur het journalistieke verhaal vertellen. Deze beelden worden ondersteund met

commentaar van de journalist om er de juiste duiding aan te geven. Bij een live-registratie bepaalt de regisseur vooraf waar de camera’s komen te staan en hoe deze het evenement in beeld brengen. Zijn invloed op de journalistieke inhoud is daarmee erg groot.

(12)

Hoewel in de huidige journalistiek de functieomschrijving van de regisseur nog als volgt wordt gevoerd: ‘De regisseur visualiseert wat de redactie bedacht heeft.’ (Kersten, 2007) Deze functieomschrijving lijkt anno 2016 achterhaald. Jan de Roode, meercamera-regisseur bij de NOS, zegt over de definitie het volgende:

‘Zo rigide gesteld gaat de definitie in feite niet helemaal op. In feite kan je zeggen dat wanneer een evenement live wordt uitgezonden, de redactie kan toevoegen. Denk aan Koningsdag. De redactie pikt bepaalde onderdelen uit het evenement en legt daar middels commentaar en beeld de nadruk op. Echter, tijdens een live-uitzending is de journalistieke invloed van de regisseur middels cameravoering groot. Je kunt inzoomen of juist bepaalde

gebeurtenissen weglaten, daarmee bepaal je het ‘verhaal van de dag.’ De redactie, journalist of commentator volgt dan het beeldverslag van de regisseur.’ (2014)

De regisseur kan met beelden bepalen welk journalistiek verhaal er verteld wordt en neemt op die manier de taak van de journalist over.

1.2 Probleemstelling

Hoe ligt de journalistieke verhouding tussen de meercamera-regisseur en de eindredacteur tijdens een live-registratie van een evenement?

1.3 Doelstelling

Inzicht brengen in de journalistieke invloed van de meercamera-regisseur bij een live-televisie-registratie van een evenement om op basis hiervan een advies te ontwikkelen hoe de samenwerking tussen journalisten en meercamera-regisseur zou moeten verlopen.

1.4 Deelvragen

De probleemstelling is opgedeeld in verschillende deelvragen. Aan de hand van de deelvragen wordt de probleemstelling beantwoord. De deelvragen zijn benoemd in de methodematrix. Deze vragen worden beantwoord door middel van

deskresearch en fieldresearch. Het derde hoofdstuk beschrijft de resultaten van de verschillende onderzoeksmethoden. Dit hoofdstuk is onderverdeeld in

deskresearch en fieldresearch. Uit de resultaten volgt de conclusie en wordt de probleemstelling beantwoord. Daaruit voortvloeiend zal er een advies geschreven worden die de journalistiek kan gebruiken om de samenwerking tussen de meercamera-regisseur en eindredacteur te optimaliseren.

(13)

1.4.1 Beeldcultuur

Het medium televisie is in de loop der jaren technisch verbeterd, veel populairder geworden en bijna een basisbehoefte van een persoon in de huidige maatschappij. Hierdoor namen mensen steeds meer afstand van de printmedia en werden beelden steeds belangrijker. Daarmee leven we tegenwoordig in een beeldcultuur. De ontwikkeling van de beeldcultuur zorgt ervoor dat de journalistieke verhouding tussen de eindredacteur en meercamera-regisseur bij live-registratie anders ligt dan voorheen en dat heeft gevolgen voor de huidige werkwijze van de

meercamera-regisseur en eindredacteur. Daarom luidt de eerste deelvraag: Wat is

de beeldcultuur?

1.4.2 Taken beroepsgroepen

Om de verhouding tussen de meercamera-regisseur en eindredacteur goed te kunnen analyseren, dient van de beroepen journalist en regisseur beschreven te worden wat de basistaken, verantwoordelijkheden en werkzaamheden zijn. De volgende twee deelvragen sluiten daarop aan: Wat zijn de taken en

verantwoordelijkheden van de journalist? en Wat zijn de taken en

verantwoordelijkheden van de meercamera-regisseur? De antwoorden op deze

vragen zullen in twee fases worden behandeld. Eerst door middel van deskresearch om te bepalen wat er in documentatie over deze beroepen is vastgelegd en vervolgens door middel van de open interviews. Voor

beantwoording van de probleemstelling is het belangrijk om te weten wat de twee beroepsgroepen in de praktijk van elkaar verwachten.

1.4.3 Storytelling

Storytelling is een populair begrip in de huidige journalistiek. Op televisiegebied wil het vooral zeggen dat de getoonde beelden een verband met elkaar moeten hebben. De journalist neemt over het algemeen aan dat hij verantwoordelijk is voor de storytelling, maar is dit zo? Wordt het verhaal in de beeldcultuur niet meer door de beelden vertelt en dus door de meercamera-regisseur? De deelvraag luidt dan ook: Wat is storytelling?

1.4.4 Invloed cameravoering & commentaar

Tijdens een live-registratie maken verschillende elementen samen het journalistieke verhaal. In de praktijk hebben respectievelijk de meercamera-regisseur en de eindredacteur op specifieke elementen de meeste invloed. De waarden van de elementen waarop zij invloed hebben moeten in verhouding bepaald worden.

Het belangrijkste element waar de meercamera-regisseur direct zijn invloed op kan uitoefenen is de cameravoering, dat is de manier van het in beeld brengen van de

(14)

situatie. Wat laat de meercamera-regisseur in een close- of totaalshot zien? Deze keuzes liggen in handen van de regisseur en hebben invloed op hoe de kijker de situatie kan interpreteren. Daarom is voor het onderzoek de volgende vraag van belang: Hoeveel invloed heeft de cameravoering bij een live-registratie op de

journalistieke inhoud? Ook deze deelvraag wordt in twee fases behandeld. Eerst

door middel van deskresearch en daarna in de open interviews.

Een element waar de journalist, ofwel eindredacteur, tijdens een live-registratie meer invloed op heeft dan de meercamera-regisseur, is het gegeven commentaar. De commentator, presentator of de journalist die de beelden met woorden duidt, wordt direct aangestuurd door de eindredacteur. Door hen actief woorden in te fluisteren heeft de eindredacteur een directe invloed op het journalistieke verhaal. De geformuleerde deelvraag hierbij luidt dan ook: Welke invloed heeft de

journalistieke duiding, in de vorm van commentaar, op het journalistieke verhaal?

Belangrijk om te weten is of in de huidige beeldcultuur zonder het duiden van de beelden het journalistieke verhaal nog te volgen is.

1.4.5 Samenwerking

Het doel van het onderzoek is om een advies te formuleren dat voor de journalist en de meercamera-regisseur als handvat kan dienen bij het samenwerken rondom een live-registratie. Om deze te kunnen formuleren moet de huidige werkwijze goed in kaart worden gebracht. De vraag: op welke manier werken journalisten en

regisseurs op dit moment samen bij een live-registratie? beantwoordt dit. Naast het

analyseren van de werkwijze met een observatieonderzoek wordt hieraan ook in het literatuuronderzoek aandacht besteed. (zie §2.2.2)

Alle deelvragen en de daarbij vastgestelde onderzoeksmethode zijn in de methodematrix terug te vinden. (zie tabel 1 of bijlage I, Methodematrix)

Deelvraag Deskresearch Fieldresearch -

kwantitatief/ kwalitatief onderzoek

Wat is de beeldcultuur? X

Hoeveel invloed heeft de

cameravoering bij een live-registratie op de journalistieke inhoud?

X X

Wat is storytelling? X

Welke invloed heeft de journalistieke duiding, in de vorm van commentaar, op het journalistieke verhaal?

(15)

Wat zijn de taken en

verantwoordelijkheden van de journalist tijdens een live-registratie?

X X

Wat zijn de taken en

verantwoordelijkheden van de meercamera-regisseur?

X X

Op welke manier werken journalisten en regisseurs op dit moment samen bij een live-registratie?

kwalitatief; open interviews, observatieonderzoek.

(16)

2 Methoden en technieken

In dit onderzoek wordt voornamelijk gebruik gemaakt van kwalitatieve

onderzoeksmethoden. Bij de beantwoording van de centrale vraag gaat het om een menselijke verhouding tussen twee variabelen. Dit is iets wat moeilijk meetbaar is en theoretisch goed moet worden gedefinieerd. Centraal in het onderzoek staat de werkwijze van de journalisten met de meercamera-regisseur.

2.1 Deskresearch: Literatuuronderzoek

De centrale vraag betreft de werkverhouding tussen de meercamera-regisseur en de eindredacteur. Statisch is dat zeer moeilijk te duiden. Het onderzoek speelt in op de ervaring en kennis van professionals. Daarom is er gekozen voor

kwalitatieve onderzoeksmethoden. Bij het literatuuronderzoek gaat het niet om cijfers en kwantitatieve onderzoeksgegevens, maar om inhoudelijke teksten en citaten. Door de toepassing van deskresearch is het mogelijk een grote hoeveelheid informatie te onderzoeken die betrekking heeft op de deelvragen. Belangrijk bij een literatuuronderzoek is het filteren van de juiste informatie en deze op betrouwbaarheid te analyseren voordat het in het onderzoek wordt gebruikt. Een voordeel van deskresearch is dat er op een relatief eenvoudige manier veel informatie beschikbaar is. Deze informatie dient gevonden te worden en kan, na analyseren van de betrouwbaarheid, direct overgenomen worden. Het ontstaan van de beeldcultuur is het vertrekpunt van het literatuuronderzoek. Ook dienen de taken en verantwoordelijkheden van de meercamera-regisseur en eindredacteur achterhaald te worden.

2.2 Fieldresearch

In het onderzoek wordt de praktische samenwerking bij een live-registratie onderzocht. Belangrijk element daarin zijn de ervaringen en belevenissen van de meercamera-regisseurs en de journalisten zelf. Hierover is op dit moment weinig schriftelijke informatie beschikbaar. Daarom wordt er in het fieldresearch gebruikt gemaakt van open interviews en een observatie onderzoek.

2.2.1 Open interviews

Een andere reden om voor het open interview te kiezen, is het feit dat de groep van professionals die als bron gebruikt kunnen worden zeer klein is. Voor het onderzoek zijn acht ervaren professionals geïnterviewd. (zie tabel 2:

Respondenten open interviews). De interviews zijn op een open manier uitgevoerd. Bij een open interview is de respondent vrij om in de beantwoording van de vraag

(17)

ieder onderwerp aan te dragen. Op deze manier kan de interviewer zoveel mogelijk ervaringen achterhalen en inspelen op de gegeven antwoorden. De gebruikte interviewvorm betreft een halfgestructureerd interview. De onderzoeker heeft voor het interview, gepersonaliseerd op de ervaring en deskundigheid van de respondent, een vragenlijst opgesteld. Deze is als gesprekgids bij het interview gebruikt, maar indien nodig is de onderzoeker hiervan afgeweken. (zie bijlage III, Vragenlijsten open interviews)

Meercamera-regisseurs

Naam Werkgever Deskundigheid voor het onderzoek

Jan de Roode NOS

Regisseert op dit moment alle nationale evenementen die bij de NOS worden uitgezonden zoals Koningsdag,

Prinsjesdag maar ook verkiezingsdebatten. Ook was hij

de regisseur van de Inhuldiging van Willem-Alexander in

2013.

Martin de

Groot NOS

Hij was de eerste hoofdregisseur van de NOS en heeft veel ervaring bij het NOS journaal. Martin was ook de meercamera-regisseur van belangrijke nationale

evenementen zoals de NOS uitzending rondom de eeuw wisseling: Hallo 2000 en een deelregie van het huwelijk

van Willem-Alexander en Maxima in 2002.

Eduard Huis In t’Veld

Freelance o.a. MAX, VARA

Werkt al sinds 1974 als meercamera-regisseur bij verschillende programma’s. Heeft veel live-registraties gemaakt rondom concerten en festivals maar was ook de regisseur van het Junior Eurovisiesongfestival van

2007,Gouden Televizierring van 2001 en vele

discussieprogramma’s.

David Grifhorst

Freelance o.a. EO, RTL

Is een vooruitstrevende meercamera-regisseur van grote producties. De jaarlijkse show ‘The Passion’ is door hem bedacht. Daarnaast regisseert hij discussieprogramma’s als DWDD & RTL Late Night.

Eindredacteuren

Naam Werkgever Deskundigheid voor het onderzoek

Paul Vloon NOS

Is eindredacteur bij verschillende nationale evenementen onder andere bij de Inhuldiging van koning

Willem-Alexander in 2013 en de Nationale herdenking van MH17

waar de NOS een Emmy nominatie voor kreeg.

(18)

Monique

Gisbertz NOS

Deed de eindredactie van Koninginnedag 2009. Tijdens deze dag werd er een aanslag op de Koninklijke familie gepleegd. Ook was zij de eindredacteur van nationale evenementen zoals Koningsdag 2015 & Prinsjesdag

2015. Gerben Bakker Freelance o.a. KRO, RTL

Heeft als één van de weinige freelancers grote live-registraties op zijn curriculum vitae staan. Gerben deed onder andere de eindredactie bij het Televizier Ring Gala

van 2006 tot en met 2015, De opening Stedelijk Museum Amsterdam & Junior Eurovision song contest 2012.

Anne-Marie Wegman

Feelance o.a. MAX

Heeft ruim 20 jaar ervaring in de televisiewereld en was in die periode eindredacteur bij verschillende soorten programma’s. Onder andere Peter R. de Vries, De

Nationale Klimaattest 2007 en van Wat stem ik? in 2007

Tabel 2: respondenten open interviews

2.2.2 Observatieonderzoek

Om de huidige werkwijze tijdens een live-registratie te onderzoeken is een observatieonderzoek uitgevoerd. Er zijn volgens Nel Verhoeven (Wat is onderzoek?, 2003) een aantal voorwaarden voor het gebruik van een

observatieonderzoek. De probleemstelling moet zich ervoor lenen en er moet gedrag bestudeerd worden. Beide criteria zijn toepasbaar op dit onderzoek.

Bij het analyseren van de werkwijze van de meercamera-regisseur en journalisten tijdens een live-registratie staat het gedrag centraal. Hierom is gebruik gemaakt van een observatieonderzoek. Het observatieonderzoek is uitgevoerd tijdens de live-registraties van de herdenkingen van Market Garden op 19 & 20 september 2014.

De onderzoeker wist vooraf welk gedrag hij diende te analyseren; de verbale en non-verbale communicatie tussen de meercamera-regisseur en eindredacteur. Om deze reden is gekozen voor een gestructureerd onderzoek aan de hand van een observatieschema. In het vooraf opgestelde observatieschema zijn de vragen onderverdeeld in drie categorieën die betrekking hebben op de samenwerking tussen de meercamera-regisseur en eindredacteur. De onderzoeker heeft direct in de regiewagen de betreffende personen geobserveerd. Tijdens de observatie is een opname gemaakt waardoor de eerste observatie naderhand getoetst kon worden. (zie bijlage VIII, Observatieplan)

(19)

2.3 Analysemethode

Het onderzoek is gebaseerd op een kwalitatieve onderzoeksmethode. Deze methode is op voorhand minder eenvoudig te analyseren dan een kwantitatieve onderzoeksmethode. De resultaten van een kwalitatieve onderzoeksmethode kunnen op twee manieren gecodeerd worden. Een inductieve of een deductieve codering. Voor dit onderzoek is de deductieve methode gehanteerd.

Met de probleemstelling als basis gaat de onderzoeker aan de hand van de onderwerpen en de daarbij geformuleerde deelvragen gericht op zoek naar relevante informatie. (zie §1.4) In de verzamelde data wordt gericht onderzoek gepleegd naar citaten, quotes en documenten die bijdragen aan de beantwoording van de deelvraag.

Eerst wordt de informatie gewaardeerd door te analyseren of deze voor het beantwoorden van een deelvraag relevant is. Op basis van de relevante quotes worden termen geformuleerd. Daarvan wordt de hiërarchie bepaald door te inventariseren hoe vaak deze termen voorkomen zodat met deze gegevens de deelvraag beantwoord kan worden. De analyse wordt hiermee op een deductieve manier uitgevoerd. De uitgebreide analysemodellen zijn als bijlage VII aan dit rapport toegevoegd.

(20)

3 Resultaten deskresearch

Dit hoofdstuk beantwoordt een aantal deelvragen door middel van

literatuuronderzoek. Aan de hand van de Methodematrix (bijlage I) is aangegeven welke deelvragen dit betreft.

3.1 Wat is de beeldcultuur?

De eerste televisie-uitzending was op 2 oktober 1951 vanuit een leegstaande kerk in Bussum. Na deze historische gebeurtenis heeft het medium televisie een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Van televisiebesluit tot Omroepwet, van zwart-wit beelden tot kleurentelevisie en van luxeproduct tot massamedium. (Bakker & Scholten, 2009) In 1980 heeft tachtig procent van de Nederlandse huishoudens een kleurentelevisie en in 1996 is dit vrijwel elk huishouden. (CBS, 2008)

De mediawetenschapper Marshall McLuhan verklaarde in 1967 de groei van het medium. Televisie is een verlengstuk van de menselijke zintuigen. ‘In general we feel more secure when things are visible, when we can see for ourselves.’ Mensen zijn visueel ingesteld en willen gebeurtenissen zelf zien. Hierdoor werd de televisie steeds populairder en invloedrijker. ‘In plaats van zelf een betekenis achter de woorden te zoeken, interpreteerde de televisiecamera voor de mensen de werkelijkheid: aan de verbeelding werd steeds minder overgelaten omdat de beelden voor zichzelf spraken.’ (Deuze, 2006). De mensen maakten zich destijds los van de gebruikelijke dagbladen en heersende printcultuur en groeiden door naar een beeldcultuur.

Hoewel je van deze beeldcultuur niet exact kunt zeggen wanneer deze ontstaan is, wel kan er gesteld worden dat de televisie van doorslaggevende invloed is

geweest op het ontstaan en de groei ervan.

‘De ware dominantie van beelden in onze cultuur, is begonnen met de komst van de televisie, zo’n vijftig jaar geleden. Deze beeldtechnologie, die

gebaseerd is op het principe van broadcasting, maakte een massale distributie van elektronische beelden mogelijk die op het moment van uitzending in de huiskamer ontvangen konden worden. Daarmee begonnen bewegende beelden aan hun triomftocht van de bioscoop naar de privéomgeving van de kijker.’ (Van Dijck, 2002).

Een bekend gezegde luidt: ´Eén beeld zegt meer dan duizend woorden,´ dit verklaart eigenlijk de groei van de beeldcultuur. Volgens hoogleraar Johan

(21)

Swinnen (2012) wordt er op drie manieren over de betekenis van de beeldcultuur gesproken:

‘Ten eerste in beperkte zin; de beeldcultuur verwijst dan naar de manier waarop een specifieke groep mensen met beelden omgaat: hoe ze geproduceerd en gebruikt worden, en hoe dat samenhangt met andere kenmerken van die groep. Ten tweede wordt over beeldcultuur gesproken om haar te onderscheiden van woordcultuur. Hier gaat het, min of meer los van plaats en tijd, om de analyse van de bijzondere eigenschappen van beelden, hun mogelijkheden en hun samenhang met andere cultuurelementen. Bijvoorbeeld de visuele grammatica’s van reclame, mode, design, beeldende kunst, film en televisiegenres. De derde opvatting treffen we aan in de zogeheten visual studies, een onderzoeksrichting die beschouwd kan worden als een onderdeel van de cultural studies en waar thema’s als feminisme, gender en politiek activisme centraal staan.’

Voor dit onderzoek lijkt de tweede redenering de meest relevante. Met de beelden van een live-registratie wordt een bepaalde journalistieke grammatica

gecommuniceerd.

‘Beelden hebben op woorden in ieder geval een belangrijk ding voor: ze verwijzen in het algemeen op een veel directere manier naar een werkelijkheid, ze laten minder mogelijkheden voor misverstand of niet-bedoelde interpretatie. Beelden lijken op de werkelijkheid waarnaar ze verwijzen.’ (Oosterbaan, 2002).

Anno 2015 weet de kijker zelf hoe hij deze beelden moet interpreteren.

Televisiebeelden hebben in de loop der jaren een steeds grotere invloed gekregen op de maatschappij. Het statement ‘The medium is the message’ van McLuhan lijkt meer dan ooit waar te zijn. Het maakt niet uit wat voor inhoud de boodschap heeft maar wel in welke vorm oftewel medium die verpakt is. Televisiebeelden spelen op een dusdanige manier in op de zintuigen van de mens dat deze veel meer impact hebben dan woorden of andere media.

‘All media work us over completely. They are so pervasive in their personal, political, economic, aesthetic, psychological, moral, ethical, and social

consequences that they leave no part of us untouched, unaffected, unaltered. The medium is the massage. Any understanding of social and cultural change is impossible without a knowledge of the way media work as environments. All media are extensions of some human faculty— psychic or physical (1967).’

McLuhan bedoelt dat de media ons ‘masseren.’ Ze zijn er altijd en overal en proberen alles van een mens te beïnvloeden. Welk medium jou probeert te masseren drukt een beslissende stempel op de betekenis van de boodschap. Televisiebeelden vertellen veel meer dan woorden. Een schriftelijke beschrijving

(22)

van de aanslagen van 11 september 2001 wordt door een ontvanger minder heftig beleefd dan wanneer hij of zij daar de videobeelden van ziet.

Dat televisie al in een vroeg stadium een grote invloed heeft gekregen ten opzichte van het medium radio werd in 1960 reeds duidelijk. In het eerste televisiedebat tussen de Amerikaanse presidentskandidaten Richard Nixon en John F. Kennedy. Nixon werd op de radio als winnaar uitgeroepen en Kennedy op televisie. De oorzaak lag bij het uiterlijk vertoon van Nixon. Hij verscheen vermoeid en in een grijs pak bij het debat en wilde zich niet laten schminken. Zijn tegenstander

Kennedy koos voor de tegenovergestelde aanpak. Hij zag er fit en zonnebankbruin uit en droeg een smetteloos pak. Uiteindelijk koos de televisiekijker nipt Kennedy als winnaar. De radioluisteraar koos echter met een groter verschil voor Nixon. (Vanoost, 2012).

3.1.1 Hoe groot is de invloed van beelden op onze westerse kijkers?

In 2008 trok het programma waarin Joran van der Sloot zijn bekentenis deed over zijn betrokkenheid bij de moordzaak van Natalee Holloway ruim zeven miljoen kijkers (mediacourant, 2008). Tijdens de inhuldiging van Willem-Alexander trok het moment van de eedaflegging 6.3 miljoen kijkers (NOS, 2013). Het publiek wil zulke momenten niet missen en met eigen ogen zien. ´De luisteraar of kijker denkt: ik heb het zelf gehoord of zelf gezien, dus het moet wel waar zijn.’ (Simons, 2004).

‘Tussen de media en maatschappij heerst een complex samenspel waarin beide elkaar op uiteenlopende processen in het domein van de ander

beïnvloeden. Een heldere scheiding tussen media en maatschappij is niet meer mogelijk. De media vormen een integraal en centraal onderdeel van de

maatschappij.’ (Hermes & Reesink, 2011).

De beelden van belangrijke nieuwsfeiten zijn de beelden die iedereen zich jaren na dato nog kan herinneren. Deze beelden zullen voor altijd in ons nationaal archief worden geplaatst. Voorbeelden daarvan zijn: de traan van Máxima tijdens haar huwelijk in 2002, de ineenstorting van de Twin Towers in 2001, het televisiedebat tussen Pim Fortuyn en zijn rivalen na de Provinciale Staten verkiezingen van 2002 of de aanslag op de Koninklijke familie tijdens Koninginnedag 2009. De beelden van die gebeurtenissen zitten in het collectieve geheugen van de samenleving. Degenen die oud genoeg waren kunnen de beelden direct herinneren. De beeldcultuur heeft ervoor gezorgd dat televisiebeelden onze eigen geschiedenis zijn geworden. Hoogleraar mediastudies Frank van Vree wierp in 2002 de volgende blik op de toekomst:

‘Zal de geschiedenis van onze eigen tijd straks alleen nog maar verteld worden aan de hand van de bekende, al te bekende beelden – Jeltsin op de tank, de smart bomb die zich een weg baant naar een Irakese bumper, de verminkte

(23)

lichamen in Rwanda en ineenstorting van Twin Towers – die nu al tot cliches, of misschien moeten we zeggen: tot iconen van een hele episode zijn

geworden.’ 3.1.2 Conclusie

De explosieve groei van het medium televisie heeft ervoor gezorgd dat men beelden belangrijker is gaan vinden dan teksten. Men gelooft beelden eerder omdat ze op een directere manier naar de werkelijkheid verwijzen. De beeldcultuur is daarmee dominant geworden ten opzichte van de printcultuur. Tegenwoordig onthoudt men niet meer de gebeurtenis maar worden de

televisiebeelden van de historische gebeurtenissen onderdeel van ons collectieve geheugen. Met een heersende beeldcultuur hebben de beelden van

live-registraties van nationale evenementen een groter belang gekregen. Ze zijn verworven tot onze eigen geschiedenisboeken. De makers van live-registraties hebben hierdoor een belangrijke en verantwoordelijke rol gekregen want die beelden bepalen hoe de gebeurtenis herinnert wordt.

3.2 Hoeveel invloed heeft de cameravoering bij een

live-registratie op de journalistieke inhoud?

De beeldtaal die tijdens een live-registratie wordt gevoerd is van groot belang voor de interpretatie van de kijker. ‘Met de komst van televisie is de noodzaak voor een heldere beeldtaal aanzienlijk groter. Televisie is een communicatie-instrument bij uitstek en draagt in belangrijke mate bij aan de informatievoorziening en

communicatie tussen de massa.’ (Bueters, 2002).

Een nationaal evenement wordt door meerdere camera’s tegelijk geregistreerd. De camera’s staan op posities die de regisseur van te voren heeft bepaald. De

posities van de camera’s zijn essentieel voor hoe de gebeurtenissen in beeld worden gebracht. ‘Film- blijft in laatste instantie de kunst van het bewegende beeld in een bepaalde volgorde, waarbij de betekenis door een maker wordt aangebracht door cameravoering, montage en decoupage1. ’ (Terreehorst, 2002).

Televisie is altijd een interpretatie van de werkelijkheid. Een persoon kan met zijn eigen ogen om zich heen kijken. Bij televisie heeft de kijker die mogelijkheid niet. Hier zal hij de keuzes van de makers moeten volgen en kan hij alleen zien wat de maker wil laten zien.

1 Decoupage of decouperen is het op papier opsplitsen van scènes uit het scenario alvorens de opnamen plaatsvinden. Het soort shots geeft de stijl van de film aan. Het decouperen van scènes leidt tot het draaiboek.

(24)

‘Toch is ook bij televisiebeelden voortdurend sprake van een interpretatie van de werkelijkheid, door de wijze van registratie, de selectie, de motivatie, de emotie, de projectie, de montage en eventuele weglatingen of toevoegingen tijdens dat proces. Televisiebeelden zijn door de maker gestuurde beelden en emoties richting kijkerdoelgroep.’ (Bueters, 2002).

Televisie is een massacommunicatiemiddel dat eenrichtingsverkeer is. Dat wil zeggen dat de kijker niet direct kan reageren op wat hij ziet. De boodschap is al verzonden. In de beeldcultuur decodeert de kijker per shot de boodschap. Decoderen is de boodschap omzetten naar een gedachte zodat de ontvanger, in dit geval de kijker, de boodschap begrijpt. (Michels, 2006)

3.2.1 Wat is cameravoering?

Door de heersende beeldcultuur decodeert iedere kijker onbewust ieder shot tot een boodschap. De kijker decodeert het shot op basis van kadering en perspectief van de compositie. Een shot is een compositie waarin visuele elementen een harmonieuze eenheid vormen. Het eindresultaat, dus het shot, is meer dan alleen het totaal van die elementen. Het shot brengt ook emotionele waarden over op de kijker. De compositie bestaat uit: diepte, lichtinval, scherpte, perspectief en de achtergrond. Dit zegt veel over hoe de elementen in het shot op de kijker

overkomen. Als een persoon van onderaf gefilmd wordt, komt hij op de kijker over als heel groot of statig. Als een persoon van bovenaf gefilmd wordt, kijkt men op hem neer en komt hij nederig over op de kijker.

De kijker focust zich altijd op een bepaald element in het shot. Met een goede compositie kan de regisseur het aandachtspunt van de kijker sturen. Hiermee heeft hij dus ook de interpretatie/boodschap van het shot in de hand. In een totaalshot van een grote massa trekt degene die afwijkt van het geheel de aandacht. Zoals bijvoorbeeld een persoon die stilstaat in een bewegende menigte of de andere kant op loopt. De kijker denkt dan: ‘die persoon is blijkbaar belangrijk in het verhaal.’ (Verhoef & Revoort, 1995)

Tijdens het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima in 2002 rolde er over de wang van Máxima een traan. Deze werd met een inzoom naar het gezicht van Máxima in beeld gebracht. Het gezicht heel ´close´ in beeld nemen maakt het voor de kijker intiem. Die heeft dan al het gevoel dat er iets staat te gebeuren. Met de camerabeweging werd er extra aandacht op het gezicht van Máxima gevestigd. Regisseur Rudolf Spoor zei zelf daarover: ‘Ik heb me nooit gerealiseerd wat die traan voor impact heeft gehad. Als ik niet de inzoombeweging had gemaakt, dus door dichterbij te gaan, hadden we nooit die impact gehad. Dan had Máxima op een afstand gezeten.’ (Helden van toen, 2012)

(25)

In het universitair onderzoek van Nikki Beers wordt aangegeven dat een regisseur die een live-voetbalwedstrijd regisseert zijn shots, de cameravoering, afweegt tegenover verschillende aspecten. De eerste daarvan is perceptie: ‘Daarmee wordt bedoeld, het beeld dat de regisseur zelf heeft en de verwachting die hij heeft van wat de kijker graag wil zien.’ (Beers, 2012). De perceptie baseert de regisseur op drie punten:

1. Kunst – De mooiheid van het shot of compositie.

2. Journalistiek – De journalistieke waarde van het shot.

3. Entertainment – De entertainment waarde van het shot.

Daarnaast speelt de persoonlijke achtergrond van de regisseur een grote rol. De shotvoering die een regisseur hanteert is gebaseerd op zijn eigen persoonlijke visie.

‘Omdat er geen vaste wetten bestaan voor wat hij mooi of lelijk vindt, is het zaak voor een regisseur per productie een eigen stijl te ontwikkelen. Een regisseur met goede smaak, met gevoel voor verhoudingen, voor ritme, ruimte, kleuren en licht en met inzicht in de opbouw van dramatische spanning zal in staat zijn het aanbod van een cameraman op zijn juiste waarde te schatten en het in zijn eigen stijl verwerken.’ (Verhoef & Revoort, 1995).

3.2.2 Conclusie

Een menselijk oog kan op ieder gewenst moment om zich heen kijken. Een televisiecamera kan dit uiteraard niet. Daar bepaalt de maker wat de kijker te zien krijgt. Daarom kan je zeggen dat de camera de werkelijkheid interpreteert. Bovendien is het medium televisie een eenrichtingsmassacommunicatiemiddel, waarbij de kijker niet kan reageren op wat hij ziet de boodschap is dan al verzonden. Wat de kijker te zien krijgt ligt aan wat de maker met zijn cameravoering wil overbrengen. De meercamera-regisseur is in zijn rol

verantwoordelijk voor de cameravoering en de beeldtaal die bepalend is voor de stijl van de registratie. Ieder shot dat de meercamera-regisseur schakelt bestaat uit een compositie waarin visuele elementen een eenheid vormen. Met de gekozen compositie bepaalt de regisseur de boodschap die hij wil overbrengen op de kijker. Daarmee drukt hij ook een stempel op het beeldverslag en de journalistieke interpretatie.

(26)

3.3 Wat is storytelling?

Een live-registratie van een evenement is eigenlijk een live-verslag met meerdere camera’s. In de huidige beeldcultuur is het beeldverslag, gemaakt door de regisseur, leidend. Rondom de beelden moet het achterliggende verhaal verteld worden. Film en televisie komen hier dicht bij elkaar, want ook in een film wordt er een verhaal met bewegend beeld verteld.

´Wat de film betreft moet aan de beweging nog iets worden toegevoegd: het verhaal. Want hoe krachtig de lust om te kijken ook kan zijn, de scopofile vermengd met doodangst die ons in september 2001 aan het televisiebeeld gekluisterd hield, blijft alleen bestaan als hij gevoed wordt door een mogelijk verhaal. Er moet een lijn te ontdekken zijn in de reeks beelden.´ (Terreehorst, 2002).

Deze lijn moet worden aangebracht door de maker van de film of van het televisieprogramma. Naast het beeldverslag wordt er in de journalistiek gebruik gemaakt van storytelling. Volgens de Amerikaanse journalist, professor en voormalige televisie criticus Jeff Jarvis, is de journalistiek op zichzelf geen

storytelling. Ondanks dat verschillende journalisten dit wel beweren. Storytelling is volgens hem een onderdeel van de journalistiek. Hoofdzakelijk wordt een verhaal in één richting verteld. (zie §3.2) ‘By taking the role of the storyteller, journalists claim a position at the center of the story. They also claim possession: It’s my story to tell. I’ll decide what the story is. I’ll tell it my way,’ volgens Jarvis moet dat niet de insteek zijn. Hij vindt de kracht en waarde van een journalist juist dat deze

elementen aan het verhaal kan toevoegen (2009).

Als we naar de huidige televisiewereld kijken is het opmerkelijk om te zien dat de grootste successen van dit moment op de commerciële en publieke zenders, programma’s zijn die een aanwijsbare vorm van storytelling bevatten. Matthias Scholten, directeur content bij RTL Nederland, zei daarover:

´Het sleutelwoord om bij de kijker binnen te komen is storytelling, door middel van het vertellen van een verhaal is de impact, het effect van de prikkel veel groter. Het gaat over dramatiek en het inzoomen op persoonlijke verhalen van de mensen en hun omgeving, en dus om herkenbaarheid.´ (Luijten, 2013). Dit wordt toegepast bij bekende televisieprogramma’s zoals Boer zoekt Vrouw en The Voice of Holland. Deze programma’s domineren naast de live-registraties van evenementen en sportwedstrijden, de kijkcijfer jaarlijsten van 2013 en 2014. (SKO)

Voor de kijker zijn verhalen belangrijk. De hersenen zijn daarop getraind. Gedragsonderzoeker en schrijver Josh Kaufman verklaart de werking van de hersenen: ‘Our brains are Pattern Matching machines, constantly trying to find

(27)

patterns and associating them with previous patterns. This happens unconsciously, your brain does it simply by paying attention to the world.’ (Winkler, 2012) Oftewel: Onze hersenen zijn koppelmachines en constant bezig om patronen te vinden en ze te associëren met eerdere patronen. Dit gebeurt onbewust; je hersenen doen het gewoon door aandacht te besteden aan de wereld. De televisiekijker is dus altijd, weliswaar onbewust, op zoek naar het grotere verhaal.

Kenmerkend voor een verhaal is dat het een begin, midden en een einde heeft. Deze basisvoorwaarden zijn bij een live-registratie van een evenement al aanwezig. Een evenement heeft tenslotte een begin, een midden en een eind. Tijdens een live-registratie wordt daar met behulp van meerdere camera’s verslag van gedaan. De manier waarop het verhaal verteld wordt is van groot belang voor de interpretatie ervan.

3.3.1 Conclusie

Voor een live-registratie lijkt de beredenering van Jarvis de juiste. Het beeldverslag dat gemaakt wordt door de regisseur is het lopende verhaal. De journalist kan daar elementen aan toevoegen die van de registratie een beter verhaal maken. Dat er tijdens de registratie gebruik gemaakt wordt van storytelling is van belang, omdat het menselijk brein erop getraind is om patronen te vinden en op zoek te gaan naar het verhaal.

3.4 Welke invloed heeft de journalistieke duiding, in de vorm

van commentaar, op het journalistieke verhaal?

Hoogleraar film- en televisiewetenschap Thomas Elsaesser duidt het verschil tussen film en televisie als volgt: ‘Televisie bestaat uit woorden en commentaar voordat er sprake is van geluid en beeld,’ (2000). Bij televisie is er naast het beeldverslag ook een commentator te horen. Vaak is de commentator de

presentator die buiten beeld commentaar levert bij de getoonde beelden. Dit om de beelden te duiden of om ze in een bepaalde context te plaatsen. De presentator is niet vrij in zijn commentaar. Door middel van een oortje kan de regisseur of eindredacteur met hem communiceren. Zij kunnen hem daardoor sturen of informatie influisteren zonder dat de kijker het merkt.

Volgens Sander Simons zijn er vier elementen waar een commentator rekening mee moeten houden tijdens het becommentariëren van televisiebeelden.

Frasing: De tekst volgt het beeld of loopt soms parallel aan het beeld. Ook kan je in de tekst bepaalde beelden aankondigingen, om de aandacht op een specifiek element te vestigen.

(28)

Intonatie: Gebruik niet meer dan één klemtoon per zin. De kijker ontvangt ook al visuele impulsen.

Timing: Voor de timing geldt: volg het beeld.

Dynamiek: Belangrijk is dat de commentator zich bescheiden opstelt. ´Het beeld telt, de tekst is een aanvulling, dus jouw stem mag niet alle aandacht opeisen. Doe je dat plotseling wel, dan kan je een dramatisch effect creëren.’ De presentator leidt dan de aandacht van het beeld af. (Simons, 2004).

De commentator staat dus altijd in dienst van het beeldverslag en volgt dat. NOS sportcommentator Hans van Zetten heeft de volgende visie op zijn werk:

‘De commentator heeft tot taak de beelden te duiden. Artistieke sporten vereisen uitleg. Toch blijft soberheid van de tekst uitgangspunt. Beelden zeggen veel meer dan woorden kunnen uitdrukken. De sportbeleving van de kijker staat centraal. Effectief commentaar vereist enerzijds zich inleven in de wedstrijd en anderzijds in de gevoelens en gedachten van de televisiekijkers. Als commentator leg je de verbinding tussen kijker en wedstrijd.’ (Uw

commentator & verslaggever, z.j.).

Naast mondeling commentaar kan er ook in de vorm van tekst commentaar gegeven worden bij beelden.

‘De belangrijkste gebeurtenis van 2001 was de aanslag op het WTC in New York op 11 september. Die gebeurtenis had een hoog visueel gehalte, de beelden ervan waren zo treffend en ook zo schokkend dat iedereen die de beelden zag onmiddellijk aan een film dacht. Ook nu nog komen die beelden voor je geestesoog als je aan de gebeurtenis denkt. Maar ook die gebeurtenis bestond niet alleen uit beelden. Over achtergronden, de oorzaken, de

verdenkingen, de interpretatie, maar ook over de gebeurtenissen die zich net voor een cameraoog voltrokken, kon je alleen maar in woorden worden gerapporteerd.’ (Oosterbaan, 2002).

De beelden moeten voor een kijker nog geduid worden zodat zij deze in de juiste context kunnen plaatsen. Destijds voorzag het Amerikaanse televisiestation CNN de beelden van de ramp met de ondertitel AMERICA UNDER ATTACK. Waardoor de kijker wederom patronen kon herkennen. (zie §3.3)

(29)

3.4.1 Conclusie

De beelden kunnen door de commentator in de juiste context geplaatst worden zodat de kijker weer opzoek kan gaan naar patronen en het grotere verhaal. Het commentaar dient altijd ondergeschikt te zijn aan het beeld. Met zijn frasing, intonatie, timing en dynamiek mag de commentator dan ook nooit de aandacht van het beeld afleiden.

3.5 Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van een

journalist tijdens een live-registratie?

De basis van een live-registratie is dat er verslag gedaan wordt van een

nieuwsgebeurtenis. Dit is een kerntaak van de journalist. Het team journalisten dat aan een live-registratie werkt, vormen samen de redactie. Zij staat weer onder leiding van een eindredacteur. Van een redactie die voornamelijk bestaat uit goede journalisten mag verwacht worden dat zij hun vak uitoefenen volgens de

opgestelde gedragscodes.

Het vak journalist is geen beschermd beroep. Dat wil zeggen dat iedereen zichzelf journalist mag noemen. Vlak na het ontstaan van het beroep zijn er internationale richtlijnen opgesteld. Journalisten dienen zich hieraan te conformeren. De

internationale gedragscode, de Code van Bordeaux uit 1954, kent het volgende doel: ‘deze internationale verklaring is wereldkundig gemaakt als een standaard van beroepsgedrag door journalisten in hun werkzaamheid van bijeenbrengen, verzenden, verspreiden en commentariëren van nieuws en inlichtingen en in het beschrijven van gebeurtenissen.’ (NVJ, 2013).

De code bestaat uit negen punten waar de journalisten zich aan dienen te houden tijdens hun professie, als zij deze goed en naar behoren willen uitvoeren. (Evers, 2006).

(30)

Aangenomen door de IFJ tijdens congres in Bordeaux, april 1954,

geamendeerd in 1986 met een negende, als zevende geplaatste artikel over racisme. (NVJ, Code van Bordeaux, 2013).

Naast de bovengenoemde internationale gedragscode is er sinds 1995 ook een Nederlandse Code voor de Journalistiek. Deze kent de volgende doelstelling: ‘deze code is opgesteld door het Nederlandse Genootschap van Hoofdredacteuren. De Code voor de Journalistiek beoogt niet een toets te zijn voor de vraag of iemand

Code van Bordeaux

1. Eerbied voor waarheid en voor het recht van het publiek op waarheid is de eerste plicht van de journalist.

2. Bij het nakomen van deze plicht zal de journalist opkomen voor de volgende twee beginselen: Vrijheid in verantwoord bijeenbrengen en publiceren van nieuws, en het recht van faire commentaar en kritiek.

3. De journalist doet zijn berichtgeving alleen berusten op feiten waarvan hij de bron kent. Hij zal wezenlijke informatie niet achterwege laten en geen documenten vervalsen.

4. Bij het verkrijgen van nieuws, foto’s en documenten zal hij op faire wijze te werk gaan.

5. Hij zal bereid zijn elke verstrekte informatie die schadelijk onnauwkeurig blijkt, op royale wijze recht te zetten.

6. Hij zal het beroepsgeheim in acht nemen ten aanzien van de bron van in vertrouwen verkregen informatie.

7. De journalist zal zich bewust zijn van het gevaar van door media verspreide discriminatie. Zij zal al het mogelijk doen om discriminatie te voorkomen, gebaseerd op, o.a. ras, sex, sexuale geaardheid, taal, godsdienst, politieke of andere meningen en nationale of sociale afkomst.

8. Hij zal als ernstige journalistieke vergrijpen beschouwen: plagiaat, laster, smaad, belediging en ongegronde beschuldigingen; het aanvaarden van steekpenningen, in welke vorm ook, tot het verrichten of het achterwege laten van enige publicatie.

9. Iedere journalist die deze aanduiding waardig is, beschouwt het als zijn plicht bovenstaande beginselen oprecht in acht te nemen. Met inachtneming van de algemene wetgeving van zijn land zal hij in beroepszaken slechts de

rechtspleging van zijn vakgenoten erkennen; hij verwerpt elke tussenkomst van overheidspersonen of anderen.

(31)

VII. Digitalisering: ‘Naar mate journalisten meer en meer gebruik maken van digitale technieken, wordt het voor consumenten van nieuws lastiger te doorgronden waaruit de bewerking bestond. Tekst kan worden gekopieerd (waardoor er sprake kan zijn van plagiaat), foto’s en videomateriaal worden bewerkt (waarbij de waarheid soms geweld wordt aangedaan). Lezers, luisteraars en kijkers moeten kunnen weten waaruit de bewerking bestond.’

zich journalist mag noemen, maar geeft ethische normen voor journalistiek handelen.’ (NVJ, Code voor journalistiek, 2013).

De gedragscode voor Nederlandse journalisten is gepubliceerd in 1995 en in 2008 aangepast door de komst van het nieuwe medium internet en door de sterk toegenomen participatie van het publiek. ‘Een gedragscode is allereerst een ‘kwaliteitsgarantie’ jegens het publiek. De door de beroepsgroep zelf

geformuleerde ethische richtlijnen geven de mediaconsument meer inzicht in ‘hoe journalistiek werkt’. De lezer krijgt een instrument in handen om te beoordelen of ‘zijn’ krant aan de kwaliteitseisen voldoet.’ (Evers, 2006).

De Nederlandse code bestaat uit zestien onderdelen. De code is voornamelijk gebaseerd op andere media dan televisie. De onderdelen die betrekking hebben tot de taken van een journalist tijdens een live-registratie zijn de volgende:

Bij een live-registratie heeft de journalist als taak om ook achtergronden en analyses te brengen. Uiteraard mogen deze ook onder leiding van de journalist worden uitgevoerd, denk aan een deskundige gast waarbij een eindredacteur de inhoud stuurt.

De journalist moet ervoor zorgen dat in het beeldverslag voor de kijker duidelijk is welke beelden bewerkt zijn door middel van montage. Dit om te voorkomen dat de kijker misleid wordt. In het daarop volgende lid staat nog de volgende toevoeging: ‘omdat de grenzen in de niet-journalistieke media door de opkomst van digitale technieken en internet als platform vervagen, moeten journalisten meer dan voorheen het gebruik van fictieve elementen expliciet maken.’ (NVJ, 2013) Een journalist moet er dus op toezien dat er in het beeldverslag geen misleidende

II Nieuws: ‘Nieuws is wat men nog niet wist voordat het nieuws er was. Het is het verslag van wat er gebeurde, of de

aankondiging van wat staat te gebeuren. Onder nieuws wordt meer verstaan dan feitelijke verslagen. Een journalist brengt ook achtergronden, analyses en meningen bij het primaire nieuws.’

(32)

manipulatie wordt toegepast. Journalisten die een nationaal evenement verslaan dienen zich aan de opgestelde gedragscodes te houden en deze na te leven. De eindredacteur die in de regiewagen de redactie vertegenwoordigd moet ervoor zorgen dat de genoemde onderdelen in het live beeldverslag verwerkt worden. De functies en taken van een eindredacteur zijn volgens het onderwijs boek ‘Research en redactie voor televisie’ de volgende:

1. De eindredacteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het programma. 2. Hij leidt het redactieteam en controleert het werk.

3. Hij bepaalt, samen met de regisseur, de vorm van het programma. Kortom: hij bepaalt wat wel en niet uitgezonden wordt en hoe het eruitziet. (Kersten, 2007).

De eindredacteur neemt tijdens de live-registratie achter de meercamera-regisseur plaats. Hierdoor heeft hij als enige journalist tijdens de live-registratie direct contact met de meercamera-regisseur. De eindredacteur kan de meercamera-regisseur daardoor passende aanwijzingen geven.

3.5.1 Conclusie

Het vak journalist is geen beschermd beroep. Iedereen mag zich in feite een journalist noemen. Er zijn echter wel internationale en nationale gedragscodes opgesteld waar een journalist zich aan dient te houden. Voor de journalist oftewel de eindredacteur, die in de regiewagen de redactie vertegenwoordigd, is het een taak om tijdens de live-registratie de gedragscodes te bewaken. De eindredacteur

Monitorwand

Regie-assistent

Meercamera-regisseur

Schakel

technicus

LSM-Operator

LSM –

Operator

Eindredacteur

(33)

moet erop toezien dat het journalistieke beeldverslag van de desbetreffende nieuwsgebeurtenis ethisch en met juiste verslaggeving verloopt.

3.6 Wat zijn de taken en verantwoordelijkheden van de

meercamera-regisseur tijdens een live-registratie?

Bij een live-registratie kan de regisseur door het gebruik van meerdere camera’s zijn televisie verslag maken. Hierdoor spreken we tijdens het onderzoek over een meercamera-regisseur. Hij is tijdens de registratie verantwoordelijk voor de cameravoering en alle technische aspecten van de registratie. (zie §1.1)

De betekenis van regisseur luidt in het Van Dale woordenboek (2016) als volgt:

In de nationale beroepengids wordt de functie van regisseur als volgt omschreven: ‘De regisseur is de artistieke leider over een project. Soms kan het zijn dat de regisseur zelf het scenario heeft geschreven, altijd is het zo dat men

verantwoordelijk is voor het overbrengen van de creatieve visie op het publiek. Om dit te kunnen doen zal men eerst onderzoek moeten doen over het

scenario, in overleg met de producent en mogelijke geldschieters, dan mensen inhuren, filmen, alles monteren tot een geheel, en vaak ook dit eindproduct promoten.’ (Nationale beroepengids, z.j.).

In het Algemeen Nederlands Woordenboek wordt een uitgebreide omschrijving van de definitie en taken van de regisseur gegeven:

‘Voert de regie en heeft de artistieke leiding over een productie; geeft bv. aanwijzingen over de wijze waarop acteurs en actrices scènes moeten spelen en teksten moeten uitspreken of over het decor of de belichting. Voert de regie bij een toneelstuk, opera, MUSICAL, film, hoorspel, radioprogramma,

televisieprogramma, videogame of videoclip.’ (Algemeen Nederlands Woordenboek, z.j.).

re•gis•seur (de; m,v; meervoud: regisseurs)

1. leider van toneelopvoeringen, film- en televisieopnamen. 2. organisator (achter de schermen).

(34)

De basistaken van een televisieregisseur die in het onderwijsboek ‘Research en redactie voor televisie’ gegeven worden zijn:

1. De regisseur visualiseert wat de redactie bedacht heeft. 2. Hij brengt het programma in beeld.

3. Hij heeft de leiding tijdens de opnames.

4. Hij monteert het programma samen met de editor. (Kersten, 2007). 3.6.1 Conclusie

Over het beroep regisseur zijn verschillende definities te vinden. Over het

algemeen is te stellen dat de regisseur de artistieke leider is, en verantwoordelijk is het visuele aspect. In de voorbereiding is de regisseur verantwoordelijk voor het maken van het cameraplan. De regisseur bepaalt waar de camera’s komen te staan. Deze posities zijn tijdens de live-registratie cruciaal voor het uiteindelijke beeldverslag. De regisseur bepaalt hiermee vooraf op welke manier de

gebeurtenissen in beeld gebracht worden wat al een stempel drukt op de journalistieke boodschap.

(35)

4 Resultaten fieldresearch

Het fieldresearch bestaat uit twee onderdelen: de open interviews en het

observatieonderzoek. In dit hoofdstuk worden van beide onderzoekmethodes de resultaten gepresenteerd.

4.1 Resultaten open interviews

Door middel van acht open interviews met professionele eindredacteuren en meercamera-regisseurs is informatie vergaard om de praktische werkverhouding tussen de eindredacteur en regisseur te duiden. (zie tabel 2: Respondenten open interviews) Vier van hen werken als meercamera-regisseur, de overige vier zijn eindredacteuren. In dit hoofdstuk zullen aan de hand van de methodematrix (zie bijlage I) een aantal deelvragen beantwoord worden door middel van de vergaarde informatie uit de open interviews. De uitgeschreven interviews en analysetabel zijn als bijlagen IV tot en met VII aan dit rapport toegevoegd. Bijlage II bevat een door de onderzoeker gemaakte making-of van de grootste live-registratie uit de Nederlandse televisiegeschiedenis: de inhuldiging van Willem-Alexander. Hierin zijn geschetste voorbeelden van respondenten terug te zien.

4.1.1 Hoeveel invloed heeft de cameravoering bij een live-registratie op de journalistieke inhoud?

Met de heersende beeldcultuur interpreteert de kijker een shot sneller dan tijdens de printcultuur van vroeger. (zie §3.2) Men is gewend geraakt aan de

televisiecamera´s die de werkelijkheid interpreteren. Een camera heeft niet het bewegelijke vermogen van het menselijk oog en kan dan ook niet alles

waarnemen. Daarom wordt er gezegd dat de camera de werkelijkheid interpreteert. Hetgeen in beeld gebracht wordt is het enige dat de kijker kan waarnemen en dus van groot belang. Daarnaast kan er snel of rustig tussen beelden geschakeld worden en kunnen structureel stille shots of juist bewegelijke shots worden gebruikt. Al deze elementen vallen onder het begrip cameravoering. (zie §3.2.1)

Het grootste deel van de professionals geeft aan dat de cameravoering van invloed is op de journalistieke inhoud.

‘Zodra we live op zender zijn dan wordt de cameravoering natuurlijk bepaald door de regisseur. Dus die bepaalt daadwerkelijk wat de kijker te zien krijgt. In die zin zou je kunnen zeggen dat de regisseur op dat moment het verhaal afmaakt of vertelt.’ (Gerben Bakker, 2015).

(36)

De cameravoering begint volgens meercamera-regisseur Jan de Roode eigenlijk met het aantal camera´s dat de regisseur tot zijn beschikking heeft: ’zeker met de evenementen die wij doen zijn het aantal camera’s erg bepalend voor de inhoud,’ (2015). Camera’s bieden namelijk mogelijkheden om een bepaalde situatie in beeld te brengen. Als er bij een situatie een camera geplaatst kan worden heeft het gelijk een bepaalde meerwaarde omdat deze situatie dan überhaupt in beeld gebracht kan worden. Daarnaast kan met de cameravoering ook de nadruk op zaken worden gelegd. Dit heeft dan ook invloed op de journalistieke inhoud van het programma.

‘Ik vond met de inhuldiging de handtekening belangrijk. Ik had daar ook de mogelijkheid om er een camera neer te zetten. Dat gaf in de voorbereiding een hoop gedoe maar goed dat was gelukt. De camera hing aan het plafond recht boven de handtekening. Het moment van die handtekening krijgt dan een bepaalde meer waarde. Als ik het niet gedaan had. Was de handtekening niet zo opgevallen en had deze minder waarde gehad. Nu is voor altijd, de

handtekening op beeld voorradig dus zal die ook bij een toekomstige abdicatie vaak gebruikt worden.’ (Jan de Roode, 2015). (zie bijlage II, Making-of

Inhuldiging Willem-Alexander)

Bij het medium televisie gaat het om de beelden, dus de manier van in beeld brengen speelt vanzelfsprekend een belangrijke rol. Met een shot kan een bepaalde boodschap worden overgebracht. Zo geeft eindredacteur Paul Vloon (2015) hiervan het voorbeeld van de eedaflegging van de koning uit 2013. (zie bijlage II, Making-of Inhuldiging Willem-Alexander)

’Bij zo’n shot van de eedaflegging maakt het heel erg uit, waar staat die

camera. Als de camera laag staat dan is het een statige koning. Als die camera hoog staat dan is het een nederige koning. Daarnaast heb je nog de kadering. Wie komen er allemaal nog meer in dat shot te staan? Nemen we daar alleen Máxima bij of nemen we alleen Willem-Alexander in beeld.’

De journalistieke inhoud hangt soms zeker ook af van de cameraposities. Wanneer de regisseur op een bepaalde plek een camera wil hebben, gaat de redactie na advies van de regisseur, bepalen welke elementen er aandacht verdienen. Jan de Roode (2015) bespreekt het volgende voorbeeld:

‘Koningsdag is daarvan een heel goed voorbeeld waar je te maken hebt met een vrij lange route waar langs camera’s komen te staan. Sommige camera’s komen op een plek te staan omdat ik dat gewoon mooi vind en ook omdat het een soort logistieke handigheid heeft. Als de camera op een hoek staat dan zie ik ze aan komen en kan ik ze langer volgen. Maar als hier bijvoorbeeld een mooi monument bij in beeld staat zeg ik tegen de eindredacteur ‘let wel op dat monument komt veel in beeld dus zoek even wat informatie over dat beeld op’. Dan krijgt het monument ook in de uitzending iets meer waarde.’

(37)

Met de cameravoering wordt ook een bepaalde sfeer van de uitzending neergezet. Dit hangt samen met het schakelen van het soort shots. Een debat is een zeer journalistieke live-registratie, maar de setting en cameravoering spelen volgens de professionals een grote rol in het verhaal van het debat. Meercamera-regisseur David Grifhorst (2015) geeft aan:

‘Een debat tussen twee partijleiders kun je in de regie heel anders laten overkomen. Elke keer nee-schudden in beeld brengen van de één, kan de ander zwakker maken. Dat geldt ook voor lachjes, evenwicht in hoe lang je mensen laat staan, of je ze ziet reageren op elkaar. Kortom, de balans moet goed zijn.’

Regisseur Martin de Groot (2015) voegt daar nog aan toe:

‘Het ritme van de uitzending en vooral de luistershots hebben veel invloed. Ik denk altijd die prater geloof ik wel die zit neutraal te praten, maar degene die luistert en reageert, al zit die maar te lachen of afkeurend te kijken of heftig nee te schudden dat zegt meer dan dat die ander zegt.’

De professionals constateren de laatste jaren ook een verandering in de cameravoering. Meercamera-regisseur Eduard Huis in t’Veld (2015) merkt op:

‘In de televisiewereld is het nu ook zo dat het tempo vele malen hoger is. Als je beelden van 10 à 15 jaar geleden naast beelden van het heden ten dagen legt dan zie je dat het tempo van schakelen en dus ook van de uitsneden heel snel wisselen. In heel hoog tempo komt alles voorbij.’

In dat hoge tempo probeert een regisseur met de cameravoering altijd een verhaal te vertellen.

‘Over het algemeen bedenk ik mij wat het volgende shot moet worden tijdens het shot dat actueel is, wat op dat moment voor staat en uitgezonden wordt. Dan ben ik al bezig met wat het volgende shot wordt en dat heeft alles te maken met de uitsnede, de intensiteit van het shot en wat ik daarmee wil vertellen. Ik probeer altijd met mijn shots een verhaal te vertellen. Dat hopelijk ook zo overkomt bij de kijker, maargoed het is dan aan mij om dat zo goed mogelijk te doen.’ (Eduard Huis In t’Veld, 2015).

(38)

Vergelijking 1: Resultaten open interviews deelvraag 2; Hoeveel invloed heeft de cameravoering bij een live-registratie op de journalistieke inhoud?

4.1.2 Welke invloed heeft de journalistieke duiding, in de vorm van commentaar, op het journalistieke verhaal?

Bij een live-registratie is de rol van de commentator vaak per uitzending anders. Een presentator of commentator is een journalist die in ieder geval een gidsende rol heeft. In de journalistiek wordt vaak aangenomen dat hij een cruciale rol heeft voor het uitbrengen van het verslag en het duiden van de journalistieke beelden. De vraag is of dit anno 2015 daadwerkelijk het geval is. Bovendien baseert de presentator zijn commentaar op de beelden die door de regisseur gekozen en geschakeld worden. Regisseur Martin de Groot (2015) geeft hierover aan:

‘Hij kan niet zien wat ik hem niet laat zien dus hij moet ons volgen. In een enkel geval gebeurt het dat hij iets vraagt en dan moet je het wel laten zien. En dan heeft hij wel invloed in zijn toon en de manier waarop die praat maar dat wordt aangestuurd door de eindredacteur.’

Tijdens een live-registratie heeft de presentator een zogenaamd oortje in. Hierdoor kan de eindredacteur of regisseur hem letterlijk in zijn oor fluisteren wat hij dient te zeggen. De regisseur zal hem alleen op vorm aansturen en de eindredacteur inhoudelijk. Het beeldverslag van de regisseur blijft de basis en daar voegen de eindredacteur en presentator aan toe. Ook volgens regisseur Jan de Roode (2015) is het belangrijk dat de presentator op een monitor mee kijkt en reageert op het beeldverslag. ‘Het beeld is dan leidend. Ook al maak je afspraken over die en die boot laten we zien kan het tijdens een live-uitzending toch anders gaan en moet de presentator op de monitor kijken naar de uitgezonden beelden.’ Wanneer de commentator op een bepaald moment niet over de getoonde beelden praat, wordt het onbegrijpelijk voor de kijker. Hij voegt daar nog aan toe: ‘Het gaat vaak twee kanten op. Het is niet zo gezegd dat het commentaar bepalend is voor het beeld. Beeld is vaak eerder.’ Vanuit de makers is het streven ernaar om de hoeveelheid commentaar zoveel mogelijk te beperken. Volgens De Roode is dat iets van de laatste jaren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Koninklijke Nederlandse Bil- jart Bond (KNBB), vereniging Carambole, zoals dat met in- gang van 1 januari officieel heet, heeft besloten om voor het eerst met deze

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op 1 oktober 2015. de griffier,

- De raad voor te stellen een zienswijze in te dienen dat de voorgestelde bezuinigingen geen nadelige gevolgen mogen hebben voor de burgers van Bergen en niet mogen leiden tot een

De gemeenteraad van de gemeente Bergen heeft gevraagd een maatschappelijke kosten- batenanalyse (MKBA) uit te voeren waarin de verschillende alternatieven voor de

Gezien het feit dat er geen zienswijzen zijn ingediend en feit dat met het plan een significant aantal betaalbare woningen wordt gerealiseerd, wordt uw raad geadviseerd

indien en voor zover er sprake is van cultuurhistorische waarden, mogen deze cultuurhistorische waarden door verlenen van de omgevingsvergunning voor afwijken niet

Veegplan 2016-1 vast te stellen 28 Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de ruimtelijke onderbouwing die als bijlage is bijgevoegd.