DE OKSEL VAN
HET PLAFOND
STAP 1
1. Lees deze gedichten
Avondkleur
De zon blust zijn hitte
in zoet water.
In gedimd licht
spoelen golven aan.
Van achter de wolken
verschijnt de maan.
Het wordt een kleur later.
(Jet Manhro, Een propje in mijn gezicht)
Schoonmaak
heel voorzichtig
met haar ragebol
veegt de huisvrouw
in de oksel van het plafond
giechelend
lacht het gebouw zich in puin
(K. Soudijn, Het kruidenboek)
1. Wie of wat gedraagt zich wel heel eigenaardig in Avondkleur?
240
2. Schoonmaak: Verklaar de laatste twee verzen van dit gedicht.
Samengevat
STAP 2
1. Maak een kort lijstje van bijnamen van leerkrachten. Ga voor elke bijnaam na hoe die tot stand kwam. Gaat het om een metafoor of een metoniem?