• No results found

Een model van de Nederlandse landbouwsector

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een model van de Nederlandse landbouwsector"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

EEN MODEL VAN DE NEDERLANDSE LANDBOUWSECTOR

John Helming

Het Europese Landbouwbeleid (GLB) en het mestbeleid zijn in de loop der jaren sterk veranderd. Dit heeft belangrijke economische effecten en milieu-effecten voor de Nederlandse landbouw. Omdat voor de landbouw in werkelijkheid verschillende externe veranderingen (markt, beleid, techniek) door elkaar lopen, is het moeilijk om de afzonderlijke effecten van genoemde beleidsveranderingen goed te analyseren. Een model van de landbouwsector kan in zo'n geval uitkomst bieden. Een landbouwsectormodel is een vereenvoudigde en cijfermatige weergave van structuur, productie en functioneren van de sector. Het LEI past zo'n model, namelijk het Dutch Regionalised Agricultural Model (DRAM), toe bij analyses van het beleid. Historie

De basis voor dit model is ongeveer 25 jaar geleden op het LEI gelegd. Nadien is het model verfijnd en is het toepassingsgebied verbreed. De laatste jaren is het toegepast bij veranderingen in het GLB, zoals effecten van ontkoppeling van directe betalingen van de landbouwproductie, afschaffing melkquotering en veranderingen in het suikerbeleid.Ter verantwoording van het gebruik van DRAM in het beleidsmatig onderzoek is er nu een boek verschenen waarin het model gedetailleerd wordt beschreven. Tevens worden de resultaten van een aantal toepassingen gepresenteerd.

DRAM: het model

Economisch handelen van ondernemers wordt in DRAM gesimuleerd door optimalisatie van het inkomen uit landbouwactiviteiten (opbrengst minus variabele kosten), gegeven technische, economische, ruimtelijke en beleidsmatige restricties. Omdat de analyse plaatsvindt op het niveau van de Nederlandse landbouw, dus landsdekkend, moet ook rekening worden gehouden met de interacties tussen landbouwbedrijven via markten en de gevolgen daarvan op prijzen en inkomens. Het aantal transacties tussen landbouwbedrijven is enorm groot. Het is technisch onmogelijk om deze op te nemen in een model. Ook uit oogpunt van transparantie, rekentijd en kosten moeten er beperkingen worden geaccepteerd. DRAM aggregeert de landbouwproductie op het individuele bedrijf daarom naar 14 regio's, de zogenaamde regionale boerderijen. Deze regionale boerderijen concurreren met elkaar op de landbouwmarkten. DRAM beschrijft een groot aantal sectoren in de landbouw. De melkveehouderij is extra gedetailleerd meegenomen vanwege de grote bijdrage aan het inkomen in de landbouwsector en aan de emissies naar het milieu. Glastuinbouw, boom- en fruitteelt zijn echter niet meegenomen.

Agenda 2000/GLB hervorming 2003

DRAM is onder andere toegepast bij vrij recente veranderingen in het GLB, zoals Agenda 2000 en de hervorming in 2003. Ook is het toegepast voor de mogelijke afschaffing van de melkquotering en bijbehorende prijsondersteuning. De meest spectaculaire maatregel onder de GLB hervorming 2003 is de ontkoppeling van de directe betalingen. Volgens DRAM daalt als gevolg van de prijsdalingen van rundvlees en graan onder Agenda 2000 het aantal stuks vleesvee en het areaal graan met respectievelijk 9 en 8% (tabel 1). Agenda 2000 in combinatie met (gedeeltelijk) ontkoppelde directe betalingen leidt tot een verdere daling van het aantal stuks vleesvee en het areaal graan met respectievelijk 44 en 18% in vergelijking tot het basisjaar 1996. De vrijkomende grond wordt met name gebruikt als grasland. Berekeningen met DRAM laten zien dat de ontkoppeling van de directe betalingen een licht positief effect heeft op het aandeel van de extensieve melkveehouderij in de totale melkproductie in Nederland.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Tabel 1 Effecten van veranderingen in het GLB op de landbouw in Nederland

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Basis (1996) Agenda 2000 Agenda 2000/GLB

Verschil met basis (%) hervorming 2003 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Melkkoeien (*1.000 dieren) 1.653 1 1 Vleesvee (*1.000 gve) 449 -9 -44 Grasland (*1.000 ha) 1.030 1 4 Snijmaïs (*1.000 ha) 221 3 0 Granen (*1.000 ha) 199 -8 -18 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Afschaffing melkquotering

Gegeven de techniek, het milieubeleid, de landbouwstructuur en de landbouwprijzen in 1996, stijgt de melkproductie in Nederland na afschaffing van de melkquotering met 27%. Verdere stijging wordt onder andere tegengegaan door stijging van de kosten voor mestafzet en de veel lagere melkprijs. Als gevolg van de toename van het aantal melkkoeien en daarmee van de mestproductie, neemt de druk op de mestmarkt toe. Dit leidt met name in de vleesveehouderij en in de intensieve veehouderij tot een daling van de productie en het inkomen. Afschaffing van de melkquotering leidt tot een sterke daling van de melkprijs, omdat deze dan meer wordt bepaald door de wereldmarktprijs van zuivelproducten. In het onderzoek wordt verondersteld dat de melkprijs met 30% daalt in vergelijking tot de basis. Dit heeft tot gevolg dat het inkomen in de melkveehouderij op sectorniveau afneemt, namelijk met 22%, ondanks de toegenomen melkproductie.

Het Nederlandse mest- en nutriëntenbeleid

DRAM is ook toegepast om inzicht te krijgen in de milieu-effecten en de economische effecten van een switch van het mestbeleid in 1996 naar het mestbeleid in 2004, waarbij het met name gaat om het Minas-beleid. Dit is dus een ex-post berekening waarbij achteraf wordt gekeken naar de effecten voor de sector. In het onderzoek is geen rekening gehouden met flankerend beleid zoals bijvoorbeeld volumebeleid in de veehouderij.

Conclusies

DRAM biedt mogelijkheden om effecten van beleidsveranderingen op het niveau van de landbouwsector te analyseren, los van andere veranderingen in de externe omgeving, zoals bijvoorbeeld technische veranderingen of veranderingen in de vraag naar landbouwproducten. Het model heeft belangrijke inzichten verschaft in effecten van beleidsveranderingen. Het draagt bij aan de discussie over de voor- en nadelen van beleidsveranderingen en in die zin is het een nuttig beleidsondersteunend instrument.

Meer informatie:

Rapport PS.05.02 A model of Dutch agriculture based on Positive Mathematical P og amming wi h regional and environmental applications

r r t

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In view of this, Manyi (2010:8} posits that in Sweden for example, immigrants turned to self-employment because of the fall in employment intensity among immigrants during

(P Sabbagh PhD), Student Research Committee (M Zamani MD), Babol University of Medical Sciences, Babol, Iran; Department of Renal Medicine (B Bikbov MD, N Perico MD), Department

In de jaren '70 en '80 zien we aan de ene kant dat er miljarden nodig zijn in onze grote steden voor bijstand en andere sociale voorzieningen ten gunste van men-

In de annex bij dit hoofdstuk Staat van een 24-tal kleinere, voor het merendeel ärmere landen aangegeven welke de groei van het bruto binnenlands produkt (BBP) is ge- weest,

Een deel van de goederen die handelaren uit de Republiek in Frankrijk hadden verkocht, werden vanuit bijvoorbeeld Bordeaux over zee door met name Fransen, maar soms ook Engelsen,

Hij of zij zal je zeggen welke medicatie voor de ingreep gestopt moet worden en welke medicatie je de ochtend van de operatie met een klein slokje water moet innemen.. Vergeet

Tussen de diverse grondsoorten kwamen gemiddeld grote verschillen voor, maar deze zijn, zoals in 1956 op de natte zandgrond en in 1957 op kleigrond, meestal een ge- volg van

 De meeste vissers geven aan weinig te denken bij het zien van de hoeveelheid discards die ze aan boord halen; het hoort bij de visserijpraktijk, zoals bijvoorbeeld visser 6