• No results found

Innovatief onderzoek verhardingen. Duurzaam onkruidbeheer op verhardingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Innovatief onderzoek verhardingen. Duurzaam onkruidbeheer op verhardingen"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DOB Nieuwsbrief Nr. 3

In 2002 is een meerjarig project van start gegaan dat moet leiden tot een duurzame vorm van onkruidbeheer op verhardingen. Duurzaam wil zeggen: een kosteneffectieve manier van onkruidbestrijding zonder nadelige effecten voor de mens en het milieu. Deze nieuwsbrief geeft een overzicht van ontwikkelingen.

Emissiemetingen opperv laktewater 2002 in DOB- wijken 0 10 20 30 4 0 50 60 70 0 5 10 15 Monsternummer Co nc. (ug/l )

Gly fosaat AMPA

DOB-project gaat tweede jaar in

De resultaten van het eerste jaar zijn bekend. Het project ligt op koers. In het komende jaar richt de aandacht zich wederom vooral op het bijstellen en toetsen van de richtlijnen in de praktijk. Daarnaast werkt het DOB-project aan een registratiemodule op internet en borging (bijvoorbeeld door certificering) van DOB. In deze nieuwsbrief wordt een korte vooruitblik op 2003 gegeven en ingegaan op enkele actuele zaken. Veel leesplezier!

Betrokken organisaties

Het project Duurzaam Onkruid Beheer op Verhardingen is een initiatief van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, VEWIN en Monsanto in samenwerking met Plant Research International en Alterra.

De afgelopen winter zijn de DOB-richtlijnen geëvalueerd op effectiviteit, emissie-resultaten, uitvoerbaarheid en borgings-mogelijkheden.

Op basis hiervan zijn de richt-lijnen bijgesteld. Soms wer-den ze praktischer, soms strenger. De aangepaste richtlijnen worden getoetst in 2003. De toetsing vindt plaats in de DOB-gemeenten van het eerste uur Alblasser-dam, Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht, en de nieuwe DOB-gemeenten Dordrecht, Giessenlanden, Leiden, Lely-stad, Vianen en Zwijndrecht. De bedrijven Huib van den

Hoven Plantsoenwerken, Agroservice J.P. Vis en De Punt verzorgen de uitvoering van de richtlijnen. Het streven is dat eind

kunnen rapportages uitgedraaid worden per proefwijk, per gemeente en voor het hele project. Belangrijke voordelen van deze aanpak zijn dat activiteiten en condities direct vastgelegd worden na uitvoering, onderlinge vergelijking (benchmarking) mogelijk is en gegevens gestandaardiseerd vastgelegd worden. Met name voor certifi-cering is dit ontzettend belangrijk. Ook kan dit een basis vormen voor verstrekking van bestrijdingsmiddelen ‘op recept’.

Tot slot gaat in 2003 de aandacht uit naar borging van DOB. Hiertoe wordt de certi-ficeerbaarheid van de DOB-richtlijnen nauw-lettend gevolgd. Er wordt aansluiting ge-zocht bij een Milieukeurinitiatief, maar ook een ISO-certificering behoort tot de moge-lijkheden. In deze nieuwsbrief kunt u meer lezen over certificering.

Inhoudsopgave

DOB-project gaat tweede jaar in 1 DOB-borgsysteem in ontwikkeling 2 Veel belangstelling voor duurzaam onkruidbeheer op verhardingen 4 Samenwerken aan waterkwaliteit 6 Start DOB in Dordrecht 6 Duurzaam onkruidbeheer voor betrouwbaar drinkwater 7 Innovatief onderzoek verhardingen 8

2003 de DOB-richtlijnen zodanig ontwikkeld zijn, dat ze breder ingezet kunnen worden.

Meerwaarde

Het aantonen van de meer-waarde van DOB-richtlijnen heeft opnieuw hoge priori-teit in 2003. Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waar-den voert hiertoe emissie-metingen uit in de proef-gemeenten. De uitkomsten van de emissiemetingen in 2002 zijn opgenomen in een rapport dat u op de DOB-website kunt down-loaden. Uit die metingen blijkt dat de kwaliteitsnormen voor opper-vlaktewater in de DOB-proefwijken niet overschreden worden. We zijn dus op de goede weg.

Registratie via internet

In het eerste jaar bleek dat het soms lastig is om te achterhalen wat er precies aan methoden en middelen is ingezet in een proefwijk. Om daar beter zicht op te krijgen, wordt een registratiemodule op internet ontwikkeld. Uitvoerders kunnen hiermee hun activiteiten in de proefwijk direct invoeren in een soort logboek dat gekoppeld is aan een plattegrond van de proefwijk. Vervolgens

Metingen Glyfosaat en AMPA per meet-punt in 2002

(2)

DOB-borgsysteem in ontwikkeling

Leentje den Boer van CLM

Brochure van CLM over het belang van

Voor elke DOB-nieuwsbrief inter-viewt de redactie iemand die be-trokken is bij het DOB-project of bij het openbaar groenbeheer. Ditmaal mevrouw ir. Leentje den Boer, verbonden aan het onderzoek- en adviesbureau Centrum Landbouw en Milieu (CLM).

Het CLM is een organisatie die zich door onderzoek, advies en procesbegeleiding inzet voor een duurzame land- en tuin-bouw, voor plattelandsontwikkeling en voor beheer van de groene ruimte. Bij het CLM werken deskundigen op het gebied van biodiversiteit, waterbeheer, energie, veehouderij en gewasbescherming. Ook houdt men zich bij het CLM bezig met beleidsadvies, communicatie en veranderingsprocessen. In opdracht van Plant Research International (PRI) bege-leidt ir. Leentje den Boer de DOB-deelnemende partijen in de ontwikkeling, invoering en een eventuele certificering

Eenduidig

Mevrouw Den Boer richt zich vanuit haar functie bij het CLM onder meer op het meetbaar maken van milieuprestaties en certificatie. Binnen het DOB-project begeleidt ze de partijen in de totstand-koming van een systeem voor borging van de afspraken en prestaties. Dit systeem moet garanderen dat de bindende regels en voorwaarden voor DOB op verhardin-gen worden nageleefd. Mevrouw Den Boer: ‘Aan de hand van de eerste onder-zoeksresultaten van vorig jaar heeft de projectgroep een aantal richtlijnen voor duurzaam onkruidbeheer opgesteld. Mijn eerste opdracht was om die richtlijnen kritisch tegen het licht te houden. Ik heb ze vooral beoordeeld op eenduidigheid. Door mijn ervaring met certificatie in de land- en tuinbouw weet ik hoe belangrijk het is dat eisen ondubbelzinnig gefor-muleerd worden. De eerste shortlist met richtlijnen uit 2002 is mede door mijn inbreng aangepast. Op basis van verder onderzoek wordt de lijst dit jaar verder aangescherpt en uitgebreid’.

Concrete eisen

De inventarisatie en het vastleggen van de bevindingen uit de proefprojecten gelden als bouwstenen voor het borg-systeem. Globaal zou je de werkwijze die leidt tot het gereedkomen van zo’n systeem dan ook kunnen verdelen in de van een systeem voor borging van duur-zaam onkruidbeheer op verhardingen.

plaatsen van afspoeling van de onge-wenste stoffen. [2] Onderzoeken hoe afspoeling veroorzaakt wordt. [3] Beden-ken hoe je het zou kunnen voorkomen. En [4] eenduidige regels opstellen waaraan betrokken partijen, die de intentie hebben vervuiling van het oppervlakte-water door afspoeling tegen te gaan, zich kunnen conformeren. Mevrouw Den Boer geeft een voorbeeld: ‘Als onderzoek uitwijst dat het risico op afspoeling in de buurt van rioolputjes groot is, is straks in DOB een spuitvrije zone van bijvoorbeeld 0,5 meter voor chemische onkruid-bestrijding langs stoepranden de maat-staf. Gemeenten, beheerders, aannemers en uitvoerders die conform de DOB-methode werken, zijn dan gedwongen met elkaar bindende afspraken te maken over een niet-chemische onkruidbestrijdings-methode in de buurt van rioolputjes. Met elkaar moeten we bekijken of hierover

(3)

een-te maken. Elk behaald onderzoeks-resultaat over de afspoeling van middelen zal, wanneer noodzakelijk, vertaald worden in een concrete eis.’

Milieukeurcertificaat

Overigens zijn er al ideeën om DOB onder te brengen in een certificaat. Het CLM werkt momenteel ook aan de ontwikkeling van de eisen voor het certificatieschema van de milieukeur voor openbaar groen en verhardingen. Het CLM doet dit in opdracht van de Stichting Milieukeur. Den Boer: ‘Hier gaat het echt om het toekennen van het milieukeurcertificaat. Ik zie wel mogelijkheden om een koppeling te maken tussen dit keurmerk en de DOB-systematiek. Gemeenten die met DOB bezig zijn en verder willen gaan dan DOB op verhardingen alleen, kunnen wellicht in de toekomst voor het milieukeurcertifi-caat gaan. Dat zal niet makkelijk zijn, want volgens de milieukeur mag chemie waarschijnlijk niet worden ingezet, tenzij het echt niet anders kan. Terwijl DOB zegt: je mag chemie gebruiken maar alleen onder voorwaarden van emissie-beperking. Maar het is ook belangrijk te kijken naar andere certificaten zoals van de loonwerkers en de hoveniers.

Het doel is niet om een apart certificaat voor DOB te ontwikkelen, maar de presta-ties te borgen. Mijn opdracht is geslaagd als we DOB bij een ander keurmerk weten onder te brengen. Je kunt mij er op aan-spreken als dat niet lukt.’

Operationeel in 2004

Wanneer het DOB-systeem gereed is kan mevrouw Den Boer niet exact zeggen. Ze verwacht dat het systeem in 2004 opera-tioneel is en dat het in 2004 vooral ge-bruikt wordt om de werkbaarheid ervan te toetsen: ‘Het opstellen van een een-duidig waarborgsysteem op zich is niet zo’n klus. Uiteindelijk is dat gewoon een document met een aantal controleerbare en zeer concrete eisen. Zo zal bijvoorbeeld exact geformuleerd worden op welke plekken je wel glyfosaat mag gebruiken en in welke voor afspoeling risicovolle gebieden niet. Ook zal bijvoorbeeld duide-lijk worden aangegeven hoever je bij rioolputjes vandaan moet blijven met chemische middelen. Om dat allemaal exact te kunnen bepalen zijn de uit-komsten van de onderzoeken die nog worden verricht belangrijk. Deze zijn namelijk alles bepalend voor het opstellen van de criteria. Het is belangrijk dat het document en eventueel de certificering er komt. Gemeenten weten dan precies waar ze aan toe zijn en kunnen aantonen dat ze zorgvuldig en volgens de voorwaarden van DOB werken.’

Gedeelde

verantwoordelijkheid

Volgens Leentje den Boer is er nog niet besloten om ook daadwerkelijk te gaan certificeren. Onderlinge afspraken waarbij schriftelijk wordt vastgelegd dat de partijen zich zullen houden aan de criteria uit het waarborgsysteem zijn wellicht vol-doende. Maar een vorm van onafhankelijke controle en certificering zou kunnen plaatsvinden als de hoofdverantwoorde-lijke, in veel gevallen de gemeente, volgens de eisen van het borgsysteem werkt. Die controle zou dan bijvoorbeeld plaats vinden door een audit bij alle deelnemende partijen. Zo kan aan het begin van de schakel de gemeente gevraagd worden om bestekken te overleggen waarin staat dat ze werkt via het ‘DOB-borgsysteem’. En aan het eind van de schakel kunnen dan bijvoorbeeld uitvoerders geïnterviewd worden over hun concrete manier van werken op ver-hardingen in de wijken. Mevrouw Den Boer benadrukt het belang van de gespreide verantwoordelijkheid. ‘Een gemeente die de verantwoordelijkheid alleen bij de aannemer of de uitvoerder legt, doet het niet goed. Het zijn niet alleen de mensen op de machines die het moeten doen. Als je besluit om mee te doen, moet dat in de hele lijn gedragen worden. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen.’

‘Mijn opdracht is geslaagd als we D O B b i j e e n a n d e r k e u r m e r k weten onder te brengen. Je kunt mij er op aanspreken als dat niet lukt.’

(4)

Veel belangstelling voor duurzaam onkruidbeheer op verhardingen

Carla Trappenburg Corné Kempenaar

Bezoekers Nationale Openbaar Groen Dag 2003

Pieter Heesters

‘Het DOB-project presenteert zich op diverse landelijke bijeenkomsten. De afgelopen maanden werd bijvoorbeeld deelgenomen aan de Nationale Openbaar Groen Dag in Baarn en het symposium Samenwerken aan Waterkwaliteit in Rotterdam. Hieronder een verslag’.

Een kleine tweehonderd mensen bezochten op 21 maart de Nationale Openbaar Groen Dag in Restaurant Groot Kievitsdal te Baarn. Op initia-tief van DOB-deelnemer Monsanto Crop Science Nederland lieten zes sprekers uit diverse disciplines hun licht schijnen op het onderwerp ‘Duurzaam onkruidbeheer op ver-hardingen’. De resultaten uit het DOB-project werden gretig geconsu-meerd door representanten van gemeenten, groenvoorzienings-bedrijven, loongroenvoorzienings-bedrijven, handels-firma’s en onderzoekscentra. Corné Kempenaar van Plant Research International opent zijn presentatie met de vraag hoeveel mensen in de zaal het project ‘Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen’ kennen. Twijfelend gaan vijftien vingers omhoog. Het schetst de relatieve onbekendheid van het project.

De tot de laatste plaats gevulde zaal geeft anderzijds een grote behoefte aan informatie weer. Kempenaar doet de uitgangspunten, doelstelling en resultaten van het DOB-project uit de doeken. De zaal reageert positief op de lage emissie-cijfers van glyfosaat in de gemeente

Papendrecht. Er zijn ook kritische opmer-kingen. Vooral de certificering van bedrij-ven die onkruidbeheer op verhardingen mogen uitvoeren, roept vragen op. Uitvoerders zitten niet op nieuwe regels te wachten en vragen zich af of certifi-cering niet via bestaande

(5)

kwaliteits-Dirk Hendrikx van Monsanto

garanties, zoals ISO, kan worden uitge-voerd. Kempenaar staat tevens stil bij de toekomstplannen. ‘Het registreren van de onkruidbestrijdingswerkzaamheden via een logboek op internet verdient serieuze aandacht. Daarnaast willen we bezien in hoeverre we voor de bestrijding van onkruid op industrieterreinen een zelfde aanpak kunnen opzetten.’

Roundup

®

Evolution

’s Middags geven de heer Rob Luijk van Huib van de Hoven b.v. en de heer Lex Koelewijn van de gemeente Alblasserdam in een korte presentatie aan waarom zij meedoen aan het DOB-project. De heer Dirk Hendrikx (Monsanto) benadrukt in zijn presentatie de veiligheid en werking van Roundup® Evolution. ‘Roundup® Evolution is een bestrijdingsmiddel dat veilig én efficiënt onkruid bestrijdt op verhardingen. Tot 1 juli 2012 is Roundup® Evolution het enige toegelaten middel voor deze specifieke pleksgewijze bestrijding van onkruid. Europese lidstaten zijn unaniem van mening dat de werkzame stof glyfosaat niet-carcinogeen en niet-muta-geen is. Het middel draagt als enige de benaming “niet milieukritische formu-lering”. Bovendien wordt het afbraak-product Ampa door het College Toelating Bestrijdingsmiddelen (CTB) als niet relevante metaboliet beschouwd. Hiermee beantwoordt Roundup® Evolution aan alle strenge registratievoorschriften die de Europese Unie stelt.’

Duurzaamheid

Tot de overige sprekers op deze dag behoort mevrouw Carla Trappenburg (VEWIN). Zij neemt het idee bij de aan-wezigen weg dat VEWIN zou streven naar een totaalverbod op chemische middelen. ‘De inzet van chemie hangt af van een duurzame toepassing, waarbij selectief en verantwoord gebruik centraal staat. Monitoring blijft noodzakelijk gezien de invoer van chemische middelen via open waterwegen uit het buitenland en helaas, het gebruik van verboden middelen in Nederland.’ De heer Pieter Heesters van machinefabrikant Kamps de Wild uit Zevenaar geeft uitleg over Weed-IT. Deze

selectieve spuitmachine is een belangrijke succesfactor in het duurzaam beheren van onkruid. Ook kostentechnisch komt selectief spuiten goed uit de bus, zo blijkt uit zijn vergelijking met borstelen, bran-den, maaien en stomen.

Na de Nationale Openbaar Groen Dag mag geconcludeerd worden dat onkruid-bestrijding op verhardingen volgens DOB-richtlijnen weer een belangrijke stap heeft gemaakt naar bredere toepassing in de praktijk.

Meer informatie over Duurzaam Onkruid Beheer op Verhardingen is te vinden op:

(6)

Samenwerken aan waterkwaliteit

Dagvoorzitter Frénk van der Linden bevraagt bezoekers over hun eigen bijdrage aan het verbeteren van de waterkwaliteit

Gedeputeerde Van der Sar opende de dag. In zijn inleiding gaf hij aan waarom gemeenten een belangrijke rol spelen. Goede waterkwaliteit is belangrijk voor iedereen. Voor burgers, bedrijven, ge-meenten, waterschappen, provincie of rijk. Iedereen heeft heel direct te maken met water. De rol van de gemeente ligt bijvoorbeeld op het vlak van de riolering

en het beheer van openbaar groen. Sommigen gebruiken daarvoor che-mische middelen, anderen kiezen voor milieuvriendelijke, helaas duurdere alter-natieven. Van der Sar onderstreepte dat burgers, bedrijven, gemeenten, water-schappen, provincie en rijk ieder een eigen verantwoordelijkheid hebben. Het uit-eindelijke doel van voldoende en gezond

(oppervlakte)water wordt alleen bereikt als iedereen z’n verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk neemt.

Bedrijvenmarkt

Het DOB-project was vertegenwoordigd op de informatiemarkt. Vele belang-stellenden lieten zich hier informeren over de richtlijnen die het project geeft voor de onkruidbestrijding. Daarnaast gaf Corné Kempenaar een toelichting in de deel-sessie onkruidbestrijding. Medewerkers van verschillende gemeenten dicussieer-den hier over de voor- en nadelen van een gekozen aanpak.

De heer Van der Sar introduceerde ter afsluiting van de middag als streefbeeld ‘de sloot van Jac.P. Thijsse’. Wie kent ze niet, de rijk geïllustreerde Verkade-albums waarin het Nederlandse polderlandschap tot leven komt. Na afloop van de bijeen-komst gingen bestuurders en ambtenaren van de aanwezige gemeenten, water-schappen, provincie en rijk met een Wandelboekje van Jac.P. Thijsse naar huis, op weg naar een betere water-kwaliteit!

Start DOB in Dordrecht

De gemeente Dordrecht heeft besloten om dit jaar de onkruidbestrijding op verhardingen uit te voeren volgens de richtlijnen voor Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen (DOB). In de volgende nieuwsbrief leest u meer Op 20 februari organiseerde het Regioteam Diffuse Bronnen Zuid-Holland een themamiddag over waterkwaliteit voor gemeenten. In het regioteam werken Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, de waterkwaliteitsbeheerders, hoogheemraadschappen van Delfland, Rijnland en Schieland en Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden en de provincie samen. Het symposium werd bezocht door ruim 140 mensen van meer dan 40 Zuid-Hollandse gemeenten.

(7)

Duurzaam onkruidbeheer voor betrouwbaar drinkwater

In dit artikel geeft VEWIN haar visie op de relatie onkruidbeheer en drinkwaterproductie. VEWIN is één van de initiatiefnemers van het DOB-project.

op verhardingen een belangrijke oorzaak. Chemische onkruidbestrijding is welis-waar goedkoop, maar de onzichtbare effecten en kosten zijn niet gering. Op verhardingen wordt maar 1% van de totale hoeveelheid in Nederland gebruikte bestrijdingsmiddelen gebruikt, maar dat is wel verantwoordelijk voor 15-20% van de totale kosten die de waterbedrijven maken om bestrijdingsmiddelen weer uit het water te zuiveren. Logisch dus dat VEWIN duurzaam onkruidbeheer stimu-leert!

Hoge pieken na regenbui

Waarom is het nou zo’n probleem? Bestrijdingsmiddelen gebruikt op verhar-dingen worden namelijk bij de eerste de beste regenbui in het riool gespoeld en komen van daaruit heel snel in het

Betrouwbaar water uit de kraan

VEWIN is één van de betrokken partijen in het DOB-project. Hier-onder geeft de organisatie aan waarom deelname zo belangrijk is.

Waterwingebied

oppervlaktewater terecht. Het middel heeft weinig tijd om af te breken en het wordt ook niet gebonden door bodem-deeltjes, zoals het geval is bij het gebruik in de landbouw. De drinkwaterbedrijven worden dus vooral na forse regenval, in een periode vlak na het spuiten, gecon-fronteerd met hoge pieken aan bestrij-dingsmiddelen in het water en zijn dan gedwongen de inname van het water tijdelijk stop te zetten. In 1993 betrof dat een periode van negen(!) weken, toen het gehalte aan Diuron in de Maas ver boven de norm van 0,1 mg/liter lag.

Verbieden of vermindering

gebruik

Diuron werd in 1999 verboden, maar daar kwamen weer nieuwe middelen voor in de plaats, op basis van de werkzame stof Glyfosaat (Roundup, Touchdown). Die nieuwe middelen hebben inmiddels weer voor nieuwe problemen gezorgd en dreigen nu op hun beurt ook weer ver-boden te worden voor gebruik op verhar-dingen. Dan zou er geen enkel middel meer beschikbaar zijn. Voor VEWIN is het verbieden van middelen geen doel op zich, de problemen voor de drinkwaterwinning kunnen ook worden opgelost via een forse vermindering van het gebruik.

De relatie onkruidbestrijding en drinkwater is op het eerste gezicht niet altijd even duidelijk. Toch nemen de drinkwater-bedrijven, verenigd in VEWIN, deel aan het project duurzaam onkruidbeheer op verhardingen. De bedrijven treffen al jaren bestrijdingsmiddelen aan in het grond- en oppervlaktewater waar zij drinkwater uit maken, soms in zulke hoge gehaltes dat dure zuivering nodig is. Al meer dan tien jaar initieert en participeert VEWIN daarom in projecten rond duurzaam gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Komt de vervuiling van het grondwater vaak op conto van de landbouw, in het oppervlaktewater is de onkruidbestrijding

(8)

Innovatief onderzoek verhardingen

(vervolg van pagina 7)

De vrijblijvendheid voorbij

VEWIN zet daarom al jaren in op gebruiks-beperking via bewustwording van de gebruikers en het gezamenlijk zoeken naar (alternatieve) oplossingen. Maar het geven van voorlichting en het afsluiten van convenants lijkt te vrijblijvend te zijn. VEWIN pleit daarom inmiddels voor regelgeving die gericht is op een forse gebruiksbeperking, zoals toepassing onder strikte randvoorwaarden (recep-tuur) en door gecertificeerde bedrijven. VEWIN is ook voorstander van een keur-merk voor het gebruik van bestrijdings-middelen op verhardingen en in openbaar groen. Het Beslissings Ondersteunend Systeem, waarmee in het DOB-project gewerkt wordt, is een voorbeeld van een instrument waarmee de

gebruiksbeper-king is te bereiken op een weloverwogen manier. VEWIN is dan ook nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling ervan. In de optiek van VEWIN zou het gebruik van bestrijdingsmiddelen op verhardingen in de toekomst alleen nog maar mogen worden toegestaan aan gemeenten of bedrijven die werken met het DOB-sys-teem, bij voorkeur onder het keurmerk van de Stichting Milieukeur. Dat moet er toe leiden dat de drinkwaterbedrijven weer drinkwater kunnen maken zonder oneigen-lijk hoge kosten voor extra zuivering. Daarmee is de consument gediend (geen hogere tarieven), wordt het (groene) imago van gemeenten en bedrijven die hiermee werken versterkt en is toch een doelmatige onkruidbestrijding op ver-hardingen mogelijk. Een situatie waar uiteindelijk iedereen bij gebaat is.

Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij financiert onderzoek van Wageningen UR naar duurzame vormen van onkruid-beheersing. Daarbij is er ook aan-dacht voor de onkruidproblematiek op verhardingen.

Innovatie staat centraal in dit onderzoek. Twee belangrijke onderwerpen zijn preven-tie en nieuwe technieken. Voor het onderwerp preventie is het onderzoek gericht op de onkruidwerendheid van verhardingen. Verkenningen worden uitgevoerd naar nieuwe materialen of ontwerpen van bestratingen waarin onkruiden weinig kans krijgen zich te vestigen. Hierbij wordt samengewerkt

Colofon

Nieuwsbrief DOB. Nummer 3, mei 2003

Deze nieuwsbrief informeert over de voortgang van het DOB-project en is kosteloos aan te vragen op

onderstaande adressen. Plant Research International De heer C. Kempenaar Postbus 16 6700 AA Wageningen Telefoon: 0317-475830 Fax: 0317-423110 E-mail: c.kempenaar@plant.wag-ur.nl Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden De heer K. van der Horst Postbus 469 3300 AL Dordrecht Telefoon: 078-6397100 Fax: 078-6311871 E-mail: k.vanderhorst@zhew.nl Website: www.dob-verhardingen.nl ten gelegd met fabrikanten van

bestra-tingselementen. Het onderzoek naar nieuwe technieken is onder andere gericht op bestrijding door UV-straling of water-stralen. Verwacht wordt dat dit pas op termijn zal resulteren in toepassingen voor de praktijk. In een volgende nieuws-brief wordt uitgebreid op het onderzoek

ingegaan. Voor vragen kunt u terecht bij de programmaleider Bert Lotz van Plant Research International (0317-475925) of Bert Vermeulen van IMAG (0317-476321).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

What are the barriers experienced by the City of Windhoek in facilitating land development applications under the Windhoek Town Planning Scheme of 1976 in Klein Windhoek and

Naas die Nederduits Hervormde ~f Gereformeerd~ gemeentes Meru en Vergenoeg, onderskeidelik in Duits-Dos-Afrika en Brits-Oos-Afrika, is die Gereformeerde Kerk

Alzoo, niet de waarde van ons werk, maar bet doel, dat we ons bij bet scbrijven daarvan voorstelden, en de redenen waarom wij de stof juist zoo en niet anders

Die bevordering van alle opleibare geestelik vertraagde kinders van een groep of klas na die volgende in die verskillende opleidingsen= trums, word op grond van

Lyneham, Parkison and Denholm (2008), as well as Ruth-Sahd and Tisdell (2007) explored intuitive decision making in the nursing context from a phenomenological viewpoint,

Ultimately, in the schools’ context, the correct approach to delictual negligence should be that educators must adhere to the standard of care expected from the reasonable educator

De omvang van die groepen loopt sterk uiteen; het aantal regenten, kooplieden, dominees en schilders valt te overzien, maar dat geldt niet voor de zeelieden, soldaten en