Onderwijsrecht
Periode: Periode 4 (week 6 t/m week 13 in 2013); Tijd: donderdag van half vier tot zes uur; Credits: 6.0; Voertaal: Nederlands; Faculteit: Faculteit der Rechtsgeleerdheid VU Amsterdam; Coördinator: M.T.A.B. Laemers; Docent(en): M.T.A.B. Laemers; Lesmethode(n): 8 Interactieve hoorcolleges. Doel vak
Inzicht wordt verschaft in de hoofdlijnen van het Nederlandse onderwijsrecht en de structuur van het Nederlandse onderwijssysteem.
Studenten verwerven kennis van (klassieke en actuele) onderwijsrechtelijke vraagstukken aan de hand van literatuur, wetgeving en jurisprudentie.
Inhoud vak
In dit vak komt allereerst de juridische grondstructuur van het Nederlandse onderwijsbestel aan bod (Grondwet, onderwijswetten). Daarnaast wordt aandacht besteed aan de betekenis van
mensenrechtenverdragen en het EG-recht. Belangrijke onderwijsrechtelijke
jurisprudentie o.a. met betrekking tot multiculturaliteit, rechtsbescherming en toelating en verwijdering van leerlingen wordt behandeld.
Ingegaan wordt op een aantal actuele thema's, zoals vrijheid van onderwijs, de rol van de gemeente in het onderwijs(achterstanden)beleid, handhaving van de leerplichtwet, gelijke behandeling, het
fenomeen witte en zwarte scholen, het islamitisch onderwijs, de rol van de inspectie, de rechtspositie van de leraar en de positie van de leerling/ouders, governance en medezeggenschap, student en (bestuursrechtelijke) rechtsbescherming.
In het vak komen naast internationaalrechtelijke en staats- en bestuursrechtelijke aspecten privaatrechtelijke aspecten aan bod. De cursus staat ook open voor degenen die geen juridische voorkennis hebben maar bijvoorbeeld een onderwijsgerelateerde studie volgen dan wel
in het onderwijs of op het terrein van onderwijs(beleid) werkzaam zijn en belangstelling hebben voor de juridische grondslagen van het onderwijs en de praktijk van het onderwijsrecht. Er is ruimte voor actieve inbreng en discussie bijvoorbeeld naar aanleiding van actualiteiten.
Toetsvorm
Afhankelijk van het aantal cursisten wordt het vak mondeling of schriftelijk getentamineerd. Het (facultatief) schrijven van een klein onderwijsrechtelijk werkstuk (tevoren goedgekeurd door de docent en met een omvang van min. 4 en max. 6 pagina’s) kan het tentamenpunt verhogen:
het eindpunt wordt bepaald door bij een voldoende/goede beoordeling van het werkstuk het punt voor het tentamen met één punt op te hogen.
Literatuur
- D. Mentink en B.P. Vermeulen, Artikel 23 Grondwet; De basis van het Nederlandse onderwijsrecht, Den Haag: Sdu 2011.
- Reader Onderwijsrecht 2013 (met daarin opgenomen actuele wetgeving, literatuur en jurisprudentie.
- Studiemateriaal op Blackboard Vereiste voorkennis
- Voorwaardelijke mastertoelating - Staatsrecht of Staatsrecht I
- Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II Aanbevolen voorkennis: het vak Bestuursrecht
Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht volgen. Het vak is ook te volgen door niet-rechtenstudenten, in het bijzonder studenten pedagogiek of onderwijskunde, met een zekere kennis van onderwijsbeleid of de onderwijspraktijk. Aanvullend op het vak kan een stage worden gevolgd.