• No results found

Informatieblad Mineralen en Milieukwaliteit : Integraal vergelijken van melkveehouderijtypen op milieubelasting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Informatieblad Mineralen en Milieukwaliteit : Integraal vergelijken van melkveehouderijtypen op milieubelasting"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Informatieblad Mineralen en Milieukwaliteit

Waarom?

De melkveehouderij is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de uitstoot van gassen die het milieu belasten, vooral ammoniak en de broeikasgassen methaan en lachgas. Daarnaast is ook sprake van milieubelasting via de uit- en afspoeling van nutriënten, zoals nitraat en fosfaat. Een objectieve manier om de milieubelasting van verschillende typen melkveehouderij op een integrale manier met elkaar te vergelijken ontbrak tot nu toe. Daarom heeft het Ministerie van LNV aan de leerstoelgroep Dierlijke Productie Systemen (DPS) van de Wageningen Universiteit en de Animal Sciences Group, beide onderdeel van Wageningen UR opdracht gegeven om een bestaande methode daarvoor toepasbaar te maken. Met de methode Life Cycle Analyse (LCA) is het mogelijk om de verschillende vormen van milieubelasting onder één noemer te brengen, zodat een objectief beeld ontstaat van milieubelasting en vermindering ervan. De resultaten worden samengevoegd tot een proefschrift.

Hoe?

LCA is een complexe rekenmethode om een beoordeling uit te voeren van de integrale milieubelasting uitgedrukt per kg meetmelk. De volgende typen melk-veehouderij werden met elkaar vergeleken:

- 10 gangbare melkveebedrijven

- 12 bedrijven uit het netwerk van Koeien & Kansen

- 11 bedrijven uit het BIOVEEM-netwerk (biologische melkveehouders)

Hoe scoren de verschillende bedrijfstypen?

De gangbare en Koeien & Kansen bedrijven verschillen niet van elkaar als het gaat om de integrale milieubelasting. Dit betekent dat beide ‘soorten’ melkvee-houderij qua landgebruik, energiegebruik, verzuring via ammoniak, eutrofiering (vermesting via nitraat en fosfaat) en broeikasgassen niet van elkaar verschillen. Echter, biologische melkveebedrijven hebben meer land nodig voor eenzelfde productie en zijn dus qua landgebruik minder gunstig. Ze scoren weer beter op het gebied van energiegebruik en eutrofiering. Op biologische bedrijven is het verzuringspotentieel en de bijdrage aan de broeikasgasproblematiek hoger. Dit uit zich in hogere emissies van ammoniak en methaan per kg meetmelk. Daar staat weer tegenover dat de emissies die eerder in de keten optreden bij het produceren van bijvoorbeeld veevoeders lager zijn. Opgeteld is per kg meetmelk de bijdrage van biologische en gangbare bedrijven aan zowel verzuring als het broeikaseffect gelijk.

Integraal vergelijken van

melkveehouderijtypen op milieubelasting

Land- en energiegebruik 0 1 2 3 4 5 6

Gangbaar Koeien&Kansen BIOVEEM

Totaal landgebruik (m2/kg meetmelk)

Totaal energiegebruik (MJ/kg meetmelk) Land-en energiegebruik

Totaal landgebruik (m2/kg meetmelk)

Totaal energiegebruik (MJ/kg meetmelk)

Bioveem Gangbaar Koeien & kansen

(2)

En hoe verder?

In 2007 wordt de LCA methodiek toegepast op bedrijven in de Noordelijke Friesche Wouden. Een deel van de bedrijven doet mee aan een ander project, waarin de mogelijkheden van zelfregulering met doelvoorschriften worden onderzocht op onder andere de effecten op emissies. Op die bedrijven wordt de milieubelasting vooral aangepakt via het zogenaamde voerspoor (verlaging eiwitgehalte voeders), terwijl mesttoediening bovengronds plaatsvindt. Deze groep wordt vergeleken met een groep gangbare melkveebedrijven in hetzelfde gebied.

Dr. Ir. Gert-Jan Monteny Animal Sciences Group Postbus 65, 8200 AB Lelystad e-mail: gert-jan.monteny@wur.nl

BO-05-infoblad-15 mei 2007 Cluster BO-05 Mineralen en Milieukwaliteit

Gefinancierd door ministerie LNV

http://www.kennisonline.wur.nl/BO/BO-05 Broeikaseffect 0.0 0.5 1.0 1.5 2.0

Gangbaar Koeien&Kansen BIOVEEM

kg CO2-eq./kg meetmelk

Op het bedrijf Aangekochte producten

Verzuring 0 2 4 6 8 10 12 14

Gangbaar Koeien&Kansen BIOVEEM

g SO2-eq/kg meetmelk

Op het bedrijf Aangekochte producten

Eutrofiering 0.00 0.05 0.10 0.15 0.20

Gangbaar Koeien&Kansen BIOVEEM

kg N03/kg meetmelk

Op het bedrijf Aangekochte producten

Broeikaseffect Verzuring Eutrofiering

Op het bedrijf

Aangekochte producten

Gangbaar Koeien & kansen Bioveem Gangbaar Koeien & kansen Bioveem Gangbaar Koeien & kansen Bioveem

Wageningen Universiteit Leerstoelgroep Dierlijke Productiesystemen

Dr. ir. Imke de Boer en Ir. Marlies Thomassen Postbus 338, 6700 AH Wageningen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

To study genotype-environment interaction (GEI) and stability analysis for grain yield in the single cross hybrids produced from CIMMYT provitamin A and drought

Figure 11: Results of nematode bioassays to determine the effect of secondary metabolites produced by bacterial cultures cultivated in minimal broth.. M, C and P indicates the

minimum number of cells required (detection limit) for detecting the variation between the sample groups. Chapter 7 describes the application of the metabolomics

Sterilising drugs, such as rifampicin and pyrazinamide, are used to eliminate the putative subpopulation of from which a clinical relapse could potentially occur (Davies,

Using such a metabolomics approach, we were able to prove that a modified Bligh-Dyer extraction method, followed by GC-MS fatty acid metabolome analysis and

tuberculosis rpoB mutants and the wild-type parent strain, and additionally identified, amongst others, a number of fatty acid metabolite markers characterising

Considering these results, both the fatty acid metabolome and total metabolome extraction procedures developed and investigated in this chapter, in conjunction

Due to the inconsistent composition and fluidity of these samples, four sputum pre-extraction preparation methods, including three standard Mycobacterium cell