• No results found

Akkerrand helpt natuur; Betere waterkwaliteit bij actief randenbeheer in Drenthe

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Akkerrand helpt natuur; Betere waterkwaliteit bij actief randenbeheer in Drenthe"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

maaibeheer moet het waterschap zoveel mogelijk afstemmen op het maaibeheer van de randen. Er dienen praktische oplos-singen te worden gevonden en afspraken gemaakt te worden voor het onderhoud van watergangen langs akkerranden. Deze afspraken moet het waterschap goed com-municeren binnen de eigen organisatie en naar de deelnemers.

Lastig

Sommige regels rondom het beheer van randen zijn voor ondernemers lastig en vra-gen om een goede uitleg en begeleiding. Het afvoeren van maaisel van de randen is voor akkerbouwers een lastige zaak, omdat zij daar vaak niet de goede machines voor heb-ben en niet weten waar ze met dat maaisel heen kunnen. Goede informatie en uitwis-seling van ervaringen met collega’s kunnen daarvoor een belangrijke steun zijn.

Het rijden over akkerranden is in veel projecten alleen toegestaan voor noodzake-lijk onderhoud. Veel ondernemers hebben daar moeite mee en zien akkerranden als een gemakkelijk rijpad. Maar teveel rijden over een rand leidt tot meer

bodemverdich-ting, minder bloemen en minder dierenle-ven in de randen. Goede informatie vooraf over wat voor soort randen en begroeiing men na één à twee jaar kan verwachten, bijvoorbeeld over hoeveel bloemen daarin zullen bloeien, voorkomt teleurstellingen.

De effecten van randenbeheer op de waterkwaliteit en biodiversiteit zijn na twee of drie jaar vaak nog nauwelijks zichtbaar voor deelnemers en de omgeving. Voldoende serieuze en meerjarige monitoring is nood-zakelijk om de effectiviteit van randenbe-heer voor de verschillende doelstellingen zichtbaar te maken. Monitoring resultaten kunnen daarnaast ook helpen om de moti-vatie van ondernemers te versterken.

Nieuwe teeLt

Randenbeheer is voor veel ondernemers een echte nieuwe teelt. Het vraagt om goede informatie, goede machines, voldoende aandacht, tijd en inspanning. Men moet ervaring opdoen in wat praktisch werkt en handig is. Goede informatie vooraf, goede begeleiding en een helpdesk voor knelpun-ten zijn belangrijke hulpmiddelen. In de loop van het project krijgen deelnemers ook

een reëler beeld van de voor- en nadelen van randenbeheer en hoe daar praktisch mee om te gaan. Deelnemers geven aan dat veld-excursies belangrijk zijn als gelegenheid om bij collega’s de kunst af te kijken en ervarin-gen uit te wisselen.

Bij actief randenbeheer gaat de onder-nemer een contract aan met de overheid (provincie of waterschap).

De boer levert diensten met een vooraf afgesproken kwaliteit en onder afgespro-ken randvoorwaarden. Daar staat dan als

het goed is een redelijke vergoeding en des-kundige begeleiding tegenover. Afspraken in die overeenkomsten in randenprojecten moeten worden gecontroleerd. Bij het niet nakomen van gemaakte afspraken of als de randen niet voldoen aan de vooraf beschre-ven kwaliteitseisen, is het logisch dat dan de vergoedingen voor die randen worden gekort of ingehouden

Vaak is de onkruiddruk in akkerranden in het eerste jaar van aanleg hoog. Maar de ervaring leert dat die onkruiden al vanaf het tweede jaar goed zijn te beheersen en al gauw verdwijnen. Naarmate randen ouder worden en niet meer worden bemest, zal de druk van onkruiden steeds kleiner worden.

De ondernemers hebben door hun beheer zelf een grote invloed op de kwali-teit van de begroeiing in akkerranden. Dat betekent bijvoorbeeld zorgvuldig bemesten met kantstrooiers en voorzichtige onkruid-beheersing langs de randen, zodat geen mest en drift op de randen komt. Daarnaast zo min mogelijk rijden over de rand en het maaisel snel en zorgvuldig van de randen afvoeren. De uitwisseling van informatie en ervaringen met andere deelnemers en geza-menlijk gebruik van geschikte machines helpen ook om de randen zo goed mogelijk te beheren. Het resultaat daarvan is een rus-tige graskruiden rand waarin steeds meer bloemen tot ontwikkeling komen en vogels en vlinders voedsel kunnen vinden.

Fr a n s va n A l e b e e k P P O -A G V

6 Z AT E R D A G 1 5 A U G U S T U S 2 0 0 9

GEWAS

GEWAS

Z AT E R D A G 1 5 A U G U S T U S 2 0 0 9 7

H

et programma ‘Actief Randenbeheer Drenthe’ (ARD) is een initiatief van de provincie Drenthe, LTO-Noord en de waterschappen Hunze en Aa’s en Velt en Vecht. Het programma is in de periode 2006 - 2008 uitgevoerd door Royal Hasko-ning en PPO in samenwerking met veertig deelnemende agrarische bedrijven. Verdeeld over vier pilotgebieden zijn 28 kilometer grasrand en 185 kilometer akkerrand langs bouwland op zand- en veengrond aange-legd.

Er is een programma van monitoring opgezet voor de waterkwaliteit en de bio-diversiteit (flora, vlinders, libellen, akker-vogels, bodemdiertjes). De ervaringen van de deelnemers zijn geënquêteerd. De belangrijkste spelregels voor het beheer van de randen zijn: het afzien van bemes-ting en onkruidbeheersing op de randen, het moment van maaien en de afvoer van

maaisel. Een andere spelregel bepaalt dat, buiten het reguliere beheer, er niet gereden mag worden over de randen.

MoNitoriNg

In de korte meetperiode lijken de

resul-taten voor de waterkwaliteit positief uit te vallen. Gedurende de meetperiode is het concentratieniveau voor met name de stof-fen nitraat en chloride in de pilotgebieden

afgenomen. De concentratie van verschil-lende stoffen in het oppervlaktewater is vaak lager ter hoogte van de ARD-rand dan langs de blanco controlestroken. Een uitgebreider artikel hierover staat in het vakblad H2O 12, juni 2009.

Het effect van randenbeheer op de bio-diversiteit is positief. Dat is goed zichtbaar in de ontwikkeling van de vegetatie, waar-bij de onkruiden en verstoringskruiden al na een jaar sterk afnemen en de inheemse kruiden uit het zaadmengsel toenemen. Op akkerbouwbedrijven worden in de ran-den veel meer dagvlinders en bodemdier-tjes waargenomen dan in de blanco. Dat is gunstig, omdat loopkevers en spinnen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de onderdrukking van bladluis- en rupsenpla-gen (functionele biodiversiteit).

LesseN

Uit de afgenomen enquêtes onder de deelnemers blijkt dat randenprojecten vol-doende voorbereidingstijd vragen om goed van start te kunnen gaan. Vaak leiden de jaarcycli van projecten en budgetten er toe dat men nieuwe randen in het voorjaar aanlegt en inzaait. Voorjaarsinzaai geeft veel onkruiddruk en daardoor veel extra werk voor de deelnemers in het eerste jaar. Juist bij mengsels van (inheemse) grassen en kruiden levert inzaai in het najaar veel minder problemen met onkruiden op en een

betere kieming van de zaadmengsels. Dat geeft een betere start en uitstraling in het voorjaar aan dit soort projecten.

FiNaNciëLe prikkeL

De motieven voor deelname aan actief randenbeheer zijn divers. De financi-ele prikkel is voor de deelnemende agrariërs vaak de meest belangrijke drijfveer. Andere drijfveren, zoals bij willen dragen aan scho-ner water en meer natuur, kunnen groeien in de loop van het project. Bij de werving en begeleiding van deelnemers is het belangrijk om aan verschillende drijfveren aandacht te schenken. Wanneer marktprijzen fors stij-gen ten opzicht van de vergoedinstij-gen, zoals bijvoorbeeld in 2007-2008, dan dreigt het draagvlak onder de regeling weg te vallen.

Waterschappen doen er goed aan om al in de voorbereidingsfase van een ran-denproject intern overleg te starten met de afdelingen die het onderhoud uitvoeren. Er ontstaan veel problemen als bijvoorbeeld bij het schonen van watergangen met zwaar materieel over (nieuwe) akkerranden wordt gereden en maaisel en bagger op de te ver-schralen akkerranden wordt gelegd. Ook het

Akkerrand helpt natuur

Betere waterkwaliteit bij actief randenbeheer in Drenthe

akkerraNdeNbeheer

Ontwikkeling van een akkerrand: vol onkruiden in 2006 (links), in 2007 (midden) tot een bloemrijke graskruidenrand in 2008 (rechts). F o t o ’s : P P O

Monitoring houdt deelnemers gemotiveerd

De eerste resultaten van een project met

actief randenbeheer in Drenthe zijn mooi.

Waterschappen en boeren willen verder met

het initiatief.

Doorgaan

Er is intussen voldoende ervaring opgedaan om nieuwe projecten rond actief randenbeheer succesvol te laten verlopen. Randenbeheer is met een goede voorbereiding en begeleiding prima in te passen in de agrarische bedrijfsvoering, en levert meestal prima resultaten op. De resultaten van het project Actief Randenbeheer Drenthe vormen voor waterschap Velt en Vecht voldoende basis voor voortzetting en uitbreiding van het areaal akker-randen.De provincie Drenthe heeft afgewogen aan welke beleidsdoelen met behulp van randenbeheer de beste bijdrage kan worden geleverd. Er zijn gebieden aangewezen (bijvoorbeeld de omgeving Valthermond) waar voort-zetting van het randenbeheer gericht is op het stimuleren van akkervogels. Daarvoor zijn de afspraken over mengselkeuze, beheer, en de breedte van de randen aangepast voor akkervogels.

Van de deelnemers in Drenthe geeft meer dan tweederde aan door te willen gaan met deze regeling. Ook in andere regio’s blijkt de belangstelling voor actief randenbeheer groot. Op de foto inspecteren deelnemers tijdens een veldexcursie de randen.

Meerdere projecten

Er zijn in Nederland verschillende projecten rond Actief Randenbeheer, met als bekendste en grootste die in Noord-Brabant met ruim duizend kilometer akkerrand. Maar ook in Drenthe, Flevoland en Zeeland zijn vergelijk-bare, kleinere initiatieven. Deze projecten hebben als hoofddoel door middel van bufferstroken een bijdrage te leveren aan een betere waterkwaliteit. Daarnaast streeft men vaak ook naar andere doelstellingen zoals meer ruimte voor akkernatuur (planten, insecten en vogels), een aantrekkelijk landschap en versterking van de natuur-lijke plaagbeheersing (FAB).

In het project Actief Randenbeheer Drenthe is met enquêtes onderzocht wat de praktische ervaringen en knel-punten zijn van randenbeheer in de agrarische bedrijfsvoering. Hieruit zijn nuttige lessen te trekken voor de organisatoren en de deelnemers van randenprojecten. Zo blijkt het afvoeren van maaisel voor de deelnemers vaak nog lastig te organiseren.

www.randenbeheerbrabant.nl

www2.drenthe.nl/plattelandsontwikkeling/akkerranden/index.php

Samenwerking

In het Drentse akkerrandenproject werkten onderzoekers, boeren en overheden samen. Frans van Alebeek (PPO), Cor de Graaf (Royal Haskoning), Rinke van Veen (provincie Drenthe), Jetty Noordam (waterschap Hunze en Aa’s), Gerrie Veldsink (waterschap Velt en Vecht), LTO-Noord (Dries van Rozen) waren betrokken bij het Drent-se project.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The results demonstrate that academic performance during the first two years of study for the National Diploma in engineering disciplines is significantly influenced by

Considering the renewed awareness of the crucial role that depression plays in the lives of people, there is a serious need for additional research and understanding about

A one-way analysis of variance (ANOVA), where the means of the number of modules, the average for core module 1, the average for core module 2, the average over all

results of the multiple regression showed that pathways (p <0.01), a subscale of hope, and three dimensions of resilience, namely positive interpretation (p <0.05),

Building on previous work performed in our laboratory during which we have characterized deer mouse (Peromyscus maniculatus bairdii) behavior as a naturalistic, non- induced

Five ADCS modes were chosen for this project, namely Idle Mode, Safe Mode, Nominal Mode, FMC Imaging Mode, and Target Tracking Mode.. No estimators or controllers will be active in

relevant gemaak kan word, nie deur die noodwendige ontwikkeling van 'n aparre inheemse sielkunde nie, maar deur die aanwending van universele sielkundige beginsels op

This paper is part of a research into the history of unruly design, which aims at finding theoretical background for the design of everyday things in a postmodern society..