• No results found

Download dit artikel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Download dit artikel"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Landschap 25(3)

116

Ondanks maatregelen zoals plaggen, die met succes de vergrassing in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw een halt hebben toegeroepen, is de soortenrijk-dom van de Nederlandse heide en heischrale graslanden slechts sporadisch toegenomen. Landschappelijke en bodemchemische factoren zijn hieraan schuld. Naast een sterke verdroging als gevolg van actief peilbeheer en drai-nage hebben we ook te maken met de ‘erfenis’ uit de jaren tachtig: ernstige vermesting en verzuring als gevolg van de sterke luchtverontreiniging met zwavel- en stikstofver-bindingen.

Plaggen ongunstig voor doelsoorten

Ons veldonderzoek heeft aangetoond dat plaggen, een veel toegepaste beheermaatregel, negatieve effecten heeft

voor kolonisatie of kieming van doelsoorten uit de even-tueel nog aanwezige zaadbank. Eén van de oorzaken hier-voor is een enorme ammoniumophoping in de eerste ja-ren na plaggen in zowel droge als natte heiden (figuur 1). Deze ophoping wordt veroorzaakt doordat met plaggen veel bodembacteriën worden weggehaald én ongunstige bodemcondities worden gecreëerd (droog en slecht ge-bufferd) waardoor een sterk verminderde omzetting van ammonium naar nitraat (nitrificatie) plaatsvindt. Uit het onderzoek blijkt, dat juist ammonium in hoge concentra-ties giftig is voor veel doelsoorten van heide en heischrale landen en dat veel van deze soorten direct na kieming ster-ven. Omdat de zaadbank waaruit ze afkomstig zijn vaak ook nog eens kortlevend is, verdwijnen deze bedreigde soorten snel uit de zaadbank en dus uit het gebied.

Zuurgraad en ammoniumconcentraties

De soortenrijkdom van heiden en heischrale graslanden hangt ook in sterke mate af van de zuurgraad en het buf-ferend vermogen van de bodem. Veel kruidachtige soorten zijn gevoelig voor een lage bodem pH en worden aange-troffen op bodems met een pH hoger dan 5,0. Bovendien worden de negatieve effecten van een lage zuurgraad ver-sterkt door hoge ammoniumconcentraties. Uit een kasex-periment blijkt dat planten zoals rozenkransje (Antennaria

dioica) en blauwe knoop (Succisa pratensis) zeer gevoelig zijn

voor hoge ammoniumconcentraties en de negatieve effec-ten daarvan worden sterker bij een lagere zuurgraad. Niet-doelsoorten zoals bochtige smele (Deschampsia flexuosa) blijken niet of nauwelijks gevoelig te zijn voor hoge ammo-niumconcentraties in combinatie met een lage zuurgraad.

Moeizaam heideherstel ontrafeld

L E O N V A N D E N B E R G & E D U D O R L A N D Dr. L.J. van den Berg

University of York, Environment Department, YO10 5DD York, Engeland ljvdb500@york.ac.uk Dr. E. Dorland Universiteit Utrecht, Faculteit Bètawetenschappen, Landschapsecologie Postbus 80084, 3508 TB Utrecht e.dorland@uu.nl Figuur 1 Ammoniumpiek

in natte heide, een jaar na plaggen: = geplagd,

= geplagd en bekalkt, ∆= ongeplagd. ** en *** geven significante ver­ schillen aan

Plaggen

Bekalken

pH

Stikstofdepositie

Het doel van ons onderzoek was om mogelijke knelpunten die het beheer en herstel van heiden en heischrale graslanden belemmeren, te ontrafelen en praktische oplossingen aan te dragen. De belangrijkste uitkomst is dat maatregelen om de voedselrijkdom te verminderen (plaggen en begrazen) het meest succesvol zijn

in combinatie met eenmalige bekalking.

0 500 1000 1500

Sep-01 Nov-01 Jan-02 Mar-02 Mei-02 Jul-02 Sep-02 Nov-02

** *** ** NH 4 (micromol Kg -1 d ro ge g ro nd )

(2)

Biodiversiteit in natuurreservaten 117

Eenmalige bekalking

In 1997 hebben we een experiment uitgevoerd waarbij de inzijggebieden rondom vennen en natte heiden eenmalig werden bekalkt. Uit de evaluatie blijkt dat op deze manier de zuurgraad van de bodem en de vennen duurzaam her-stelt. In de natte heide nemen soorten als witte en bruine snavelbies (Rhynchospora alba en R. fusca), kleine zonne-dauw (Drosera intermedia) en moeraswolfsklauw

(Lycopo-diella inundata) toe als gevolg van de bekalking.

Om de negatieve effecten van een lage zuurgraad tegen te gaan, hebben we in dit onderzoek nog meer bekalkings-experimenten uitgevoerd. Het toevoegen van kalk zorgt voor een stijging van de zuurgraad in de bodem waarmee ook de nitrificatie gestimuleerd wordt en veel minder am-monium wordt gemeten. Bekalking is zeer effectief bij herstel van de zuurgraad en het verminderen van ammo-niumconcentraties tot onder giftige waarden.

Stikstofdeposities

Omdat de depositie van ammoniak en ammonium voor-namelijk samenhangt met de landbouw en de depositie van nitraten met industrie en verkeer, kunnen de verhou-dingen in stikstofdepositie (ammoniak/ammonium/ni-traat) regionaal sterk verschillen. De effecten hiervan op de soortenrijkdom in onze heiden zijn onderzocht in een kasexperiment (foto 1). Een hoge ammonium/nitraat verhouding blijkt gepaard te gaan met een sterke afname van de soortenrijkdom. Vooral de bedreigde, zuurgevoe-lige soorten als rozenkransje (A. dioica), valkruid (Arnica montana) en klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) verdwijnen uit deze milieus. Als de verhouding wordt om-gedraaid (veel nitraat, weinig ammonium) wordt er geen afname van soorten waargenomen. Ook in dit experiment blijkt de zuurgraad een belangrijke rol te spelen. En we-derom blijkt dat een eenmalige bekalking de negatieve gevolgen van verzuring en verhoogde

ammoniumconcen-traties kan neutraliseren. Hier zien we het succes van het gevoerde milieubeleid wat betreft terugdringing van zure deposities. Daar waar vroeger herhaalde bekalking nodig was is nu een eenmalige actie effectief.

Conclusie

Bij de huidige daling van de stikstofdepositie zijn de ver-eiste condities voor een terugkeer van doelsoorten in onze natte en droge heide te bereiken door de afvoer van over-matig voedselrijk materiaal uit de bodem en een eenma-lige bekalking in verzuurde systemen. Dergelijke gecom-bineerde maatregelen worden op dit moment met succes toegepast in een aantal gebieden.

Foto Leon van den Berg

Kasexperiment waarin kleine heide systemen zijn nagebootst en bere­ gend met verschillende ammonium/nitraat ver­ houdingen. Inzet: A hoge nitraat en lage ammoni­ umconcentraties, B lage nitraat en hoge ammonium concentraties. In B zijn een duidelijke afname van valkruid en rozenkransje zichtbaar en een vergeling van struikheide.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ka afloop van de proef werd in monster D nog vrij veel stikstof gevonden In de overige monsters werd matig tot normaal stikstof gevonden.. De kaligehalten zijn niet

De wetgever achtte het bij de regeling van de tegemoetkoming in de Flora- en faunawet noodzakelijk dat belangen, die worden getroffen door schade veroorzaakt door be-

Na de vaststelling dat GBDA een belangrijke voorwaarde is voor natuurlijke vijanden in agrarische landschappen, is de logische volgende vraag hoeveel GBDA dan nodig is voor

is sprake van een grote aanvoerpiek in de maanden januari t/m maart, met een absolute top in de weken 4 t/m 6 (eind januari - begin februari).. De prijsontwikkeling vertoont een

Avis de la Commission paritaire relatif à l’avis de la Chambre de chiropraxie concernant le niveau de formation pour atteindre le profil requis en

During BMT military recruits are at risk of suffering exercise-related injuries due to a combination of contributing risk factors, categorized as extrinsic,

This article probes the possibility of the reasons of reason by interrogating the deconstruction of the subject – the Black man subject as policeman, and the Black man subject

Om binnen het DSS ook andere rekenmodellen te kunnen gebruiker is de configuratie zó ontworpen dat berekeningen die specifiek zijn voor een nieuw rekenmodel automatisch