• No results found

Geschil over de ingangsdatum van het indicatiebesluit en de financiering van de zorg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geschil over de ingangsdatum van het indicatiebesluit en de financiering van de zorg"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit spraken www.cvz.nl – 28000827 (28023960)

Onderwerp: Geschil over de ingangsdatum van het indicatiebesluit en de financiering van de zorg

Samenvatting: Dit betreft een geschil ov er de ingangsdatum van een

indicatiebesluit. In 2005 ontv ing verz ekerde een indicatiebesluit voor de duur van één jaar. In de toekenningsbeschikking v oor een PGB vermeldde het z orgkantoor dat het PGB w erd toegekend v oor één jaar, maar ook dat de indicatie over vijf jaar z ou eindigen. Als verzekerde in 2007 een nieuw e aanv raag indient, geeft het CIZ een indicatiebesluit af met weer een geldigheidsduur v an één jaar. In bezwaar v raagt verzekerde het laatste besluit te laten aansluiten op het v orige besluit en dus een indicatie af te geven met

terugwerkende kracht. Het CIZ z egt terecht dat dit niet mogelijk is. Ter voorlichting bespreekt het CVZ de procedure v anaf de aanvraag voor z org tot het vaststellen van een PGB en v erw ijst daarbij naar het vertrouw ensbeginsel.

Soort uitspraak: IgA = indicatiegeschil AWBZ

Datum: 25 maart 2008

Onderstaand de v olledige uitspraak. Het geschil

Het geschil gaat over de ingangsdatum v an het indicatiebesluit. Over de omvang van de indicatie bestaat geen geschil. Het College zal daarom alleen ingaan op het geschil met betrekking tot de ingangsdatum v an het besluit. Hierna v olgt eerst een uiteenzetting v an de feiten.

Naar aanleiding v an een eerdere aanvraag dan w aar de onderhav ige zaak op z iet, is op 28 maart 2006 een beschikking op bezw aar afgegeven. In deze beschikking op bezwaar staat vermeld dat de indicatie is afgegeven voor 1 jaar en dat de indicatie geldig is v an 2 nov ember 2005 tot 2 nov ember 2006

Op 5 april 2006 heeft het z orgkantoor een toekenningsbeschikking gestuurd aan de vader van verzekerde (tevens gemachtigde) w aarin w erd vermeld dat het Persoons-gebonden budget (hierna: PGB) is toegekend v oor de periode van 1 jaar, van 2 november 2005 tot en met 2 nov ember 2006. In dez e brief w ordt eveneens geschreven dat de indicatie eindigt op 2 november 2010.

Op 6 september 2007 dient de vader van verz ekerde een nieuwe aanv raag in.

Op 19 oktober 2007 heeft u aan verzekerde een indicatiebesluit toegez onden waarin u meedeelt dat verz ekerde in aanmerking komt v oor een indicatie voor de periode van 17 oktober 2007, geldig tot 16 oktober 2008.

Op 29 oktober 2007 stuurt de vader van verz ekerde een brief w aarin hij schrijft dat hij door de brief van het z orgkantoor van 5 april 2006 (de toekenningsbeschikking) in de veronderstelling v erkeerde dat de indicatie doorliep tot 2010. Hij legt uit dat hij onder-tussen wel een nieuwe indicatie heeft gekregen voor het jaar 2007-2008. Dez e indicatie in nagenoeg gelijk aan de eerdere indicatie. De z orginstelling w il echter niet de achter-liggende periode (2006-2007) uitbetalen z onder een indicatie van het CIZ over deze

(2)

Uit spraken www.cvz.nl – 28000827 (28023960)

periode. (Het College gaat ervan uit dat met ‘z orginstelling’ het z orgkantoor w ordt bedoeld.) De v ader is v an mening dat het duidelijk mag z ijn dat z ijn z oon in het tussenliggende jaar niet een andere of geen z orgbehoefte had. Hij verz oekt daarom alsnog een indicatie af te geven z odat het z orgkantoor het PGB kan uitkeren. Dez e brief merkt u –terecht- aan als bezwaar.

Op 3 december heeft er een hoorz itting plaatsgevonden. Hierin zegt de vader van verzekerde van oordeel te z ijn dat het z orgkantoor een fout heeft gemaakt door de z org niet uit te betalen terw ijl de indicatie geldig is tot en met 2 nov ember 2010. Hij moet nu een bedrag van € 18.000,- terug betalen omdat hij de z org v oor z ijn z oon heeft

ingekocht en er nu v olgens het z orgkantoor geen indicatie is geweest. Het z orgkantoor heeft aan hem laten w eten dat uitbetaling van z org niet mogelijk is z onder indicatie van het CIZ. Op de kwestie van de vergissing die is gemaakt in de brief van het z orgkantoor van 5 april 2006 w aarin de geldigheidsdatum op 2 nov ember 2010 is gesteld is het z orgkantoor niet ingegaan.

Op 21 december 2007 stuurt u v erzekerde een conceptbeslissing op bezwaar.

Na telefonisch contact tussen het College en een van uw medewerkers op 6 maart 2008 heeft u op 10 maart 2008 een herz iene conceptbeslissing op bezwaar gestuurd. In deze herziene versie z ijn een aantal ty pefouten verbeterd.

In geschil is enkel de ingangsdatum van de indicatie. Het College z al daarom ook enkel hierop ingaan. U bent van oordeel dat u niet kunt indiceren met terugw erkende kracht. U v erw ijst hierbij naar de v oorwaarden waaraan moet w orden v oldaan om in aanmerking te komen v oor een indicatie met terugwerkende kracht z oals ook vermeld in RZA

2007/134. U bent van oordeel dat de vader van verzekerde redelijkerwijs had kunnen weten dat de indicatie was afgelopen op 2 nov ember 2006. U stelt dat v erzekerde daarom niet aan alle drie de voorw aarden v oldoet om te kunnen indiceren met terugwerkende kracht. Om die reden kan u geen indicatie afgeven met een eerdere ingangsdatum.

U adv iseert de vader van verzekerde te onderhandelen met het Zorgkantoor over de financiering van de z org in de periode dat er geen indicatie is geweest.

Wet- en regelgeving

In dit geschil z ijn de v olgende bepalingen van belang.

Op grond v an artikel 9b, eerste lid AWBZ bestaat slechts aanspraak op z org, aangewez en ingev olge artikel 9a, eerste lid, indien en gedurende de periode w aarv oor het bevoegde indicatieorgaan op een door de v erzekerde ingediende aanvraag heeft besloten dat deze naar aard, inhoud en omvang op die z org is aangewez en.

Op grond v an artikel 2, tw eede lid Bz a bestaat slechts aanspraak op AWBZ-z org v oor z over de verzekerde, gelet op z ijn behoefte en uit een oogpunt v an doelmatige z orgverlening, redelijkerw ijs daarop is aangew ezen.

Artikel 13, tweede lid ZIB bepaalt dat in het indicatiebesluit w ordt aangegeven met ingang van w elke datum de z orgv rager op de geïndiceerde v orm van z org of v ormen van z org is aangewezen.

Op grond v an artikel 2.6.4 Regeling Subsidies AWBZ v erleent een z orgkantoor een verzekerde een netto persoonsgebonden budget v oor z over:

a. de v erzekerde beschikt over een indicatiebesluit waaruit blijkt dat hij is aangewez en op een of meer v an de vormen van z org als bedoeld in artikel 2.6.1, onderdeel b, c of d, en

b. de verz ekerde v oor die vorm of die v ormen van z org een netto persoonsgebonden budget heeft aangev raagd.

(3)

Uit spraken www.cvz.nl – 28000827 (28023960)

Op grond v an artikel 2.6.5 Regeling Subsidies AWBZ w ordt het netto persoonsgebonden budget verleend v oor een subsidieperiode die:

a. niet eerder aanvangt dan de dag met ingang w aarvan de verzekerde v olgens z ijn indicatiebesluit op de z org is aangewez en waarvoor het budget w ordt verleend, en b. eindigt met ingang v an de dag waarop het indicatiebesluit z ijn geldigheidsduur verliest.

Juridische beoordeling

De v raag die beantw oord moet w orden is of het bestreden indicatiebesluit op grond v an de geldende regelgeving juist is en z orgvuldig tot stand is gekomen.

De indicatie in de beschikking op bezw aar van 28 maart 2006 heeft een geldigheidsduur van 1 jaar, te w eten van 2 november 2005 tot 2 november 2006. Dat brengt met z ich mee dat na die datum geen aanspraak meer kan w orden gemaakt op z org op basis v an die indicatiestelling. De indicatiestelling heeft daarna z ijn w erking v erloren. (RZA 2008, 20). De indicatie in de conceptbeslissing op bezwaar van 10 maart 2008 heeft een geldigheid v an 17 oktober 2007 tot 16 oktober 2008.

Gedurende de periode v an 2 nov ember 2006 tot 17 oktober 2007 bestond er geen geldig indicatiebesluit. De vader van verz ekerde z egt echter door de toekennings-beschikking van het z orgkantoor in de veronderstelling te zijn gew eest dat er een geldig indicatiebesluit was tot 2 nov ember 2010. De v ader van verzekerde verzoekt u een indicatie af te geven over de periode 2006-2007. U meent dat de v ader van verz ekerde u hiermee verz oekt de ingangsdatum v an het indicatiebesluit aan te laten sluiten op het vorige indicatiebesluit dat afliep op 2 november 2006. U z ou dan een indicatie af moeten gev en met een ingangsdatum die ligt v oor de afgifte van het besluit. U v erwijst naar de criteria voor terugw erkende kracht z oals genoemd in RZA 2007, 134 en bent van oordeel dat u dat niet kan doen. Het College is het met u eens en w ijst nog op het v olgende. Ter voorlicht ing

Als een verz ekerde z org nodig heeft kan hij een aanv raag indienen bij het CIZ. Het CIZ beoordeelt dan of een verzekerde in aanmerking komt v oor AWBZ-z org. In het geval een verzekerde in aanmerking komt v oor AWBZ-z org z al er een indicatiebesluit w orden afgegeven. Dit indicatiebesluit w ordt toegez onden aan verz ekerde. Tevens stuurt het CIZ een bericht aan het z orgkantoor. Met dit indicatiebesluit kan v erzekerde op grond v an artikel 2.6.4 Regeling Subsidies AWBZ erv oor kiez en om z ijn aanspraak op AWBZ-z org door middel v an een PGB te effectueren. Het z orgkantoor stelt, v oor z over de verzekerde voor een PGB kiest, aan de hand v an het bericht van het CIZ een toekenningsbeschikking op en stuurt dit aan v erzekerde. Op grond van Artikel 2.6.5 Regeling Subsidies AWBZ w ordt het netto persoonsgebonden budget v erleend v oor een subsidieperiode die niet eerder aanvangt dan de dag met ingang w aarvan de verzekerde volgens z ijn indicatie-besluit op de z org is aangewez en en eindigt met ingang v an de dag w aarop het

indicatiebesluit z ijn geldigheidsduur v erliest. In dit toekenningsbesluit w ordt tevens de hoogte v an het toe te kennen bedrag v ermeld. Periodiek ontvangt de verz ekerde een voorschot. Verz ekerde moet verantw oording afleggen door middel van het inv ullen en opsturen van een verantw oordelingsformulier. Na afloop v an de toekenningsperiode stelt het z orgkantoor een vaststellingsbesluit vast.

In het geval een verzekerde het niet eens is met het toekennings- dan w el vaststellings-besluit kan hiertegen bezw aar w orden gemaakt bij het z orgkantoor.

H et onder havige geval

De correspondentie tussen de vader van verz ekerde en het z orgkantoor heeft tot onduidelijkheden geleid. Zo heeft het z orgkantoor aan verz ekerde op 5 april 2006 een toekenningsbeschikking gestuurd w aarin staat vermeld dat aan v erzekerde een

Persoonsgebonden budget w ordt toegekend v oor de periode 1 januari 2006 tot en met 2 nov ember 2006 v oor de genoemde functies werd toegekend. In dez elfde brief staat tevens vermeld dat de indicatie eindigt op 2 nov ember 2010.

(4)

Uit spraken www.cvz.nl – 28000827 (28023960)

Uit telefonisch contact tussen een medewerker van het College en één van uw mede-werkers bezwaar op 6 maart 2008 is gebleken dat in het communicatiesy steem tussen u en het z orgkantoor vermoedelijk een v erkeerde datum is ingev uld. Hierdoor is het z orgkantoor er van uitgegaan dat de indicaties geldig z ijn v oor een jaar, maar dat het indicatiebesluit afloopt op 2 nov ember 2010. Het z orgkantoor heeft dez e gegevens ov ergenomen in z ijn brief van 5 april 2006 aan verz ekerde. Verzekerde z egt door dez e brief in de v eronderstelling te z ijn geweest dat het indicatiebesluit doorliep tot 2 novem-ber 2010.

Het College stelt vast dat er in feite een geschil is tussen het z orgkantoor en verzekerde ov er de financiering v an de z org over de periode 2 november 2006 tot 17 oktober 2007. De v raag is in dat verband of verz ekerde mocht v ertrouw en op de door het z orgkantoor gegeven informatie over de geldigheidsduur v an het indicatiebesluit. Het College merkt daarover in zijn algemeenheid het v olgende op.

Vert rouwensbeginsel

Uit de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en dan met name het vertrouw ens-beginsel v loeit v oort dat gerechtvaardigde v erwachtingen, als het maar enigsz ins mogelijk is, moeten w orden gehonoreerd. De toepassing v an het vertrouw ensbeginsel vergt een onderz oek naar de vraag in hoeverre de door v erzekerde gestelde

ver-wachtingen gerechtvaardigd z ijn. Er moet daarom door het z orgkantoor w orden gekeken welke verwachtingen er door het z orgkantoor z ijn gew ekt (z oals bijv oorbeeld het w el of niet doorbetalen van de v oorschotten of het w el of niet reageren op de v erantw oordings-fomulieren) en of de v ader van verzekerde hieruit mocht afleiden dat z ijn z oon nog een geldige indicatie had tot 2010.

Het v alt buiten de competentie van het College om een oordeel te geven over de v raag of het z orgkantoor gerechtvaardigde v erwachtingen jegens verzekerde heeft gewekt. Het College is het dan ook eens met uw advies aan de vader van verzekerde om in ov erleg te treden met het z orgkantoor over de financiering van de z org in de periode waarin geen indicatiebesluit, maar kennelijk wel een toekenningsbesluit is afgegeven. Advie s van het College

Op grond v an het vorenstaande is het College van oordeel dat uw beslissing juist is en z orgv uldig tot stand is gekomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien het accommodatievermogen verloren gaat, wordt deze ingreep meestal niet bij jongere patiënten uitgevoerd.. Oog-

Toelichting van begrippen • Arbeidsopbrengst ondernemer = de vergoeding voor de arbeid die de ondernemer levert inclusief leidinggeven en het door hem gedragen ondernemersrisico in

Zo gaan we gefrituurde producten bij scholen weren, en het maximumstelsel (gebieden waar een maximum aantal plekken wordt aangewezen waar standplaatshouders mogen staan)

The aim of this research was to analyse the profile of nutrition interventions for combating micronutrient deficiency with particular focus on food fortification reported in

Lise Rijnierse, programmaleider van ZZ-GGZ benadrukte dat dit het moment was om argumenten voor deze signalen aan te scherpen of te komen met argumenten voor alternatieve

Onder commerciële waarde zou echter ook kunnen worden verstaan de waarde van het pensioen zoals de uitvoerder van het pensioen in eigen beheer dit in de jaarrekening moet opnemen

A study of typical sound paths and their time intervals indicates that a transition time point may exist between early reflected sound and late reflected sound

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot