• No results found

#Can't stop scrolling: een verkennend onderzoek naar de psychologie achter lurkers op Instagram en de mogelijke negatieve gevolgen voor hun mentale gezondheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "#Can't stop scrolling: een verkennend onderzoek naar de psychologie achter lurkers op Instagram en de mogelijke negatieve gevolgen voor hun mentale gezondheid"

Copied!
54
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

#CAN

’TSTOPSCROLLING

Een verkennend onderzoek naar de psychologie achter lurkers op Instagram

en de mogelijke negatieve gevolgen voor hun mentale gezondheid

Lieselot Berentzen (11055154)

Master Scriptie Persuasieve Communicatie Universiteit van Amsterdam

Begeleider : Dr. S.J.H.M (Bas) van den Putte Datum : 1 februari 2019

(2)

Samenvatting

Lurken op sociale media, het lezen en observeren in plaats van produceren en participeren, is een veelvoorkomend begrip in de online samenleving. Echter, eerdere studies tonen aan dat voornamelijk het passieve gebruik van sociale media kan leiden tot negatieve uitkomsten zoals angst, depressie, laag zelfbeeld, stress en slaapproblemen. Vooral het sociale media platform Instagram blijkt schadelijk te zijn, mogelijk door de perfecte beeldcultuur die het platform uitdraagt. Dit roept vragen op over waarom jongeren zoveel passief content consumeren en hoe zij dit ervaren. Daarom had dit kwalitatieve onderzoek als doel om de onderliggende relatie tussen de verschillende processen die jongeren ervaren op Instagram bloot te leggen om vervolgens een theoretisch raamwerk te ontwikkelen. De bron van de content (de afzender van de boodschap) is ook in overweging genomen in de huidige studie. In totaal zijn er 13 diepte-interviews afgenomen met vrouwelijke Instagram-gebruikers tussen de 18 en 27 jaar, die werden gevraagd naar hun gedrag en ervaringen op Instagram. Ondanks dat participanten aangaven zich bewust te zijn van het onrealistische beeld dat Instagram schetst, ervaren sommige participanten gevoelens van frustratie, jaloezie, onzekerheid en zelfs depressie op Instagram. De bron van de content speelt een belangrijke rol bij de beoordeling van Instagram content. Hoewel Instagram content van vrienden meer frustratie en jaloerse gevoelens kan opwekken vanwege Fear of Missing Out, leidt Instagram content van influencers en andere beroemdheden/ publieke figuren vooral tot onzekerheid door sociale vergelijking: het proces van het vergelijken van jezelf met anderen ervan uitgaande slechter af te zijn. De interviews hebben oplossingen aan het licht gebracht om deze negatieve uitkomsten te verminderen. De oplossingen waren voornamelijk gericht op het vergroten van het bewustzijn onder Instagram gebruikers over het onrealistische beeld dat Instagram vertoont. Deze studie draagt bij aan de huidige (voornamelijk kwantitatieve) literatuur omtrent dit onderwerp en schenkt in het bijzonder aandacht aan de invloed van

(3)

Instagram content van verschillende bronnen. Bovendien worden concrete acties aangereikt die jongeren kunnen helpen Instagram te gebruiken op een manier die hun mentale

gezondheid beschermt en bevordert.

Trefwoorden: lurken; Instagram; jongeren; kwalitatief onderzoek; bron van de

content, Fear of Missing Out, influencers; sociale vergelijking; mentale gezondheid

Abstract

Lurking on social media, reading and observing rather than producing and participating, is a well-known phenomenon in the online environment. However, studies show that the mainly passive use of social media can lead to negative outcomes, such as anxiety, depression, low self-esteem, stress and sleeping problems. Especially the social media platform Instagram appears to be harmful, possibly because of the perfect image culture the platform propagates. This raises questions about why young adolescents consume so much content passively and how they experience this. Therefore, this qualitative research aimed to reveal the underlying relationship between the different processes that young adolescents experience on Instagram to subsequently develop a theoretical framework. The source of the content (the sender of the message) was also taken into consideration in the present study. In total, 13 in-depth

interviews were conducted with female Instagram users aged between 18 and 27 years, who were asked about their user behavior and experiences on Instagram. Even though most of the participants are aware of the unrealistic image Instagram portrays, some participants

experience feelings of frustration, jealousy, insecurity and even depression on Instagram. The source of the content plays an important role in the assessment of Instagram content. While Instagram content from friends can generate more frustration and jealous feelings due to Fear of Missing Out, Instagram content from influencers and other well-known celebrities/public figures mainly leads to uncertainty due to social comparison: the process of comparing

(4)

yourself to others and assuming to be worse off. The interviews revealed solutions to reduce these negative outcomes which were mainly focused on increasing awareness among

Instagram users about the unrealistic image Instagram portrays. This study contributes to the current (mainly quantitative) literature on this subject and pays special attention to the influence of Instagram content from different sources. In addition, the study provides the suggestion of concrete actions that can help young adolescents to use Instagram in a way that protects and promotes their mental health.

Keywords: lurking; Instagram; young adolescents; qualitative research; source of the

content; Fear of Missing Out; influencers; social comparison; mental health

Introductie

Is het je ooit opgevallen dat mensen soms uren door hun Instagram feed scrollen, maar ze in die tijd niet op één foto dubbelklikken of reageren? Dit fenomeen noemen we

lurken. Lurken is de meest voorkomende en populairste activiteit in online communities en

wordt in de context van de online samenleving gedefinieerd als een activiteit waarbij gebruikers alleen meelezen, maar zelf niets of weinig bijdragen aan discussies in

nieuwsgroepen, netwerken of communities (Cipresso, Riva & Wiederhold, 2016). Grote kans dus dat je hier zelf ook schuldig aan bent, ik in ieder geval wel. Maar waarom consumeren we al die content? En wat doet dit met onze mentale gezondheid? Volgens de Royal Society For Public Health en de Young Health Movement kunnen sociale media mogelijk negatieve effecten hebben op de mentale gezondheid van jongeren, zoals angst, depressie, stress en gerelateerde problemen zoals gevoelens van bezorgdheid, paniek, slaapgebrek en laag zelfbeeld (Cramer & Inkster, 2017). Onder mentale gezondheid wordt een staat van welzijn verstaan waarin een individu zijn of haar capaciteiten benut, de normale stress van het leven

(5)

aankan, productief en vruchtbaar kan werken en een bijdrage kan leveren aan zijn of haar gemeenschap (World Health Organization, 2004).

Niet alle activiteiten op sociale media leiden tot negatieve uitkomsten; dit hangt af van de manier waarop een medium wordt gebruikt. Resultaten van eerdere studies laten zien dat actief gebruik van sociale media kan leiden tot een hogere levenstevredenheid (Liu & Yu, 2013; Oh, Ozkaya & LaRose, 2014). Daarentegen is het passieve gebruik van sociale media al herhaaldelijk gelinkt aan depressieve gevoelens, onrust en eenzaamheid die bijdragen aan een verminderd niveau van welbevinden (Chou & Edge, 2012; Frison & Eggermont, 2015). Op basis van deze bevindingen kan worden verondersteld dat het passieve gebruik van sociale media mogelijk risicovoller is dan het actieve gebruik van sociale media. Verder kunnen de negatieve uitkomsten worden beïnvloed door (1) mogelijke individuele processen die op sociale media kunnen ontstaan en (2) de bron van de content waaraan een individu wordt blootgesteld.

Allereerst zijn er individuele processen die mogelijke negatieve uitkomsten op sociale media kunnen versterken of verzwakken. Sociale media lenen zich goed voor sociale

vergelijkingsprocessen, ofwel het vergelijken van persoonlijke karakteristieken en meningen met anderen (Festinger, 1954). Aangezien sociale media veel informatie op één plek

aanbieden, is sociale vergelijking met anderen makkelijker dan ooit. Eerdere studies laten zien dat sociale media, via sociale vergelijking, kunnen leiden tot jaloezie en depressieve gevoelens (De Vries, Möller, Wieringa, Eigenraam & Hamelink, 2018; Jang, Park & Song, 2016). Een ander concept dat steeds vaker wordt genoemd in relatie tot sociale media en negatieve uitkomsten, is Fear of Missing Out (FoMO; Abel, Buff & Burr, 2016; Przybylski, Murayama, DeHaan & Gladwell, 2013). Mensen die last hebben van FoMO maken zich zorgen dat ze leuke dingen missen waar ze geen deel van uitmaken en voelen de neiging om constant te controleren wat anderen aan het doen zijn. Sociale media kan dienen als een

(6)

manier om die behoefte te vervullen, omdat 83% van de jongeren aangeeft sociale media te gebruiken om te kijken wat anderen aan het doen zijn (Cramer & Inkster, 2017).

Tegelijkertijd kan het zien van alle andere (betere) alternatieven leiden tot ontevredenheid over het eigen leven.

Ten tweede speelt ook de bron van de content waaraan een individu wordt

blootgesteld mee in de beoordeling van sociale media content. Sociale media geven ons de mogelijkheid om altijd en overal op de hoogte te blijven van de gebeurtenissen van zowel echte vrienden als mensen die je niet persoonlijk kent, zoals influencers en andere

beroemdheden/ publieke figuren. Een influencer is iemand die een onlinenetwerk heeft opgebouwd met veel volgers en daardoor in een positie zit om anderen te kunnen overtuigen met zijn of haar authenticiteit en bereik (De Veirman, Cauberghe & Hudders, 2017). Hoewel het volgen van influencers wordt gelinkt aan negatieve uitkomsten (Appel, Crusius &

Gerlach, 2015; Vogel, Rose, Roberts & Eckles, 2014), zijn bestaande bevindingen wat betreft het volgen van vrienden op sociale media contrasterend (De Vries et al., 2018; Lin & Utz, 2015). Door in gesprek te gaan met jongeren die zowel vrienden als influencers volgen op sociale media, wordt hopelijk meer inzicht gecreëerd in de rol van de bron van de content in de totstandkoming van bovenstaande processen en de invloed hiervan op de mentale

gezondheid van jongeren.

Het doel van het onderzoek is om te begrijpen welke rol sociale media spelen in de mentale gezondheid van jongeren. Dit is niet alleen voor overheden, scholen en

gezondheidsinstellingen, maar ook voor ouders en Instagram gebruikers zelf interessant. Vooral voor de huidige digitale generatie wordt de online druk als erg hoog ervaren (Cramer & Inkster, 2017). Aangezien sociale media voorlopig niet weg gaan, is het van belang om voorzorgsmaatregelen te nemen. Tot op heden is er voornamelijk kwantitatief onderzoek verricht naar dit onderwerp op meer tekstuele platformen, zoals Facebook (Best, Manktelow,

(7)

Taylor, 2014; Tromholt, Marie, Andsbjerg & Wiking, 2015). Echter, uit het onderzoek van Cramer en Inkster (2017) blijkt dat met name Instagram een slechte invloed heeft op de mentale gezondheid van jongeren, mogelijk door de perfecte beeldcultuur die het platform uitdraagt. Bovendien kunnen onderwerpen als angst, depressie en stress gevoelig liggen, iets wat zich goed leent voor kwalitatief onderzoek. Het is daarom noodzakelijk om de

onderliggende samenhang tussen de verschillende processen kwalitatief te onderzoeken om meer verdieping te kunnen geven omtrent dit onderwerp. Uiteindelijk leidt de huidige studie tot specifieke aanbevelingen die de mogelijke negatieve uitkomsten zouden kunnen

reduceren in de toekomst. Op het moment besteden scholen namelijk nog te weinig aandacht aan de perfecte beeldcultuur die wordt laten zien op sociale media (NOS, 2017).

Om een zo compleet mogelijk beeld te kunnen schetsen van de onderliggende samenhang tussen de verschillende processen op Instagram die mogelijk invloed hebben op de mentale gezondheid van jongeren, wordt door middel van een verkennende studie antwoord gegeven op de eerste onderzoeksvraag: ‘welke processen ervaren lurkers op Instagram, welke rol speelt de bron van de content hierin en hoe beïnvloedt dit hun mentale gezondheid?’. Aansluitend is de tweede onderzoeksvraag: ‘welke mogelijke oplossingen zien jongeren die de negatieve uitkomsten als gevolg van lurken kunnen reduceren?’. Door middel van interviews met ervaren Instagram-gebruikers kunnen bovengenoemde aspecten in kaart worden gebracht. Daarnaast is de mogelijkheid voor eigen inbreng van de participanten waardoor wellicht processen en/of gedachten naar boven komen die niet eerder zijn aangehaald, wat mogelijkheid geeft tot nieuwe theorieontwikkeling. Hierdoor hoop ik te kunnen bijdragen aan de bestaande conversatie over sociale media en de mentale gezondheid van jongeren en acties aan te kaarten die jongeren kunnen helpen sociale media te gebruiken op een manier die hun mentale gezondheid beschermt en bevordert.

(8)

Theoretisch kader

In het theoretische kader zal allereerst het concept lurken worden besproken. De uses

and gratifications theorie zal worden aangehaald en hoe het van toepassing kan zijn op het

fenomeen lurken. Vervolgens worden individuele processen zoals sociale vergelijking en FoMO besproken die jongeren mogelijk kunnen ervaren tijdens of na blootstelling aan Instagram content. Tot slot wordt gekeken naar de bron van de content en de invloed hiervan op de mentale gezondheid van jongeren.

Lurken

Op het moment telt Instagram 4,1 miljoen gebruikers in Nederland en het snelst groeiende aantal nieuwe gebruikers, voornamelijk onder jongeren (Newcom, 2018). Instagram biedt veel mogelijkheden zoals het posten van foto’s en video’s, het taggen van mensen (zowel in eigen berichten als berichten van anderen), het reageren op berichten en direct interacteren met anderen. Consumenten kunnen dus meerdere activiteiten combineren op het platform, zoals het bekijken van andermans content, het liken/ reageren op en taggen van anderen en het daadwerkelijk produceren van content. Eerder onderzoek heeft

uitgewezen dat online participatie niet gelijk verdeeld is onder gebruikers; niet iedereen deelt evenveel informatie met anderen. Slechts een klein gedeelte van de gebruikers is

verantwoordelijk voor de conversatie en content online (Joyce & Kraut, 2006; Martin & Robinson, 2007). Volgens Nielsen (2006) zijn lage niveaus van participatie en het delen van online-informatie kenmerkend voor de online samenleving. Zo heeft de studie van Williams, Crittenden, Keo en McCarty (2012) uitgewezen dat 80% van de participanten zichzelf zien als toeschouwers in plaats van actieve gebruikers op sociale media.

Deze grote groep toeschouwers worden ook wel lurkers genoemd. Lurken refereert naar het lezen en observeren in plaats van produceren en participeren, zoals het scrollen door

(9)

iemands profiel en het bekijken van andermans foto’s en video’s. De online technologieën van tegenwoordig maken lurken heel gemakkelijk; het geeft mensen toegang tot veel informatie zonder zichtbaar te zijn of publiekelijk te moeten interacteren (Joinson, 2008). Daarentegen zijn lurkers geen niet-gebruikers. Net zoals actieve gebruikers maken ze gebruik van technologie, bezoeken ze websites en sociale mediasites en loggen ze in. Lurken is erg populair; sommige mensen spenderen uren per dag aan lurken en raken zo betrokken in online communities dat ze het gevoel hebben dat ze de deelnemers van een community echt kennen. Volgens Nonnecke en Preece (2000) hebben verschillende gebruikers verschillende behoeften, motivaties en vaardigheden. Dit is in lijn met de uses en gratifications (U&G) benadering, wat inhoudt dat mensen media gebruiken om in bepaalde behoeften te voorzien (Katz, Blumler & Gurevitch, 1973). Echter, de originele motivaties van Katz et al. (1973) zijn ontwikkeld om te begrijpen waarom mensen televisiekijken. Sindsdien is de U&G

benadering toegepast op verschillende nieuwe media, waaronder Instagram. Uit de studie van Sheldon en Bryant (2016) blijkt dat mensen voornamelijk Instagram gebruiken om bij te houden (of kennis te vergaren over) wat anderen (vrienden, familie en vreemden) aan het doen zijn.

Daarnaast gebruiken mensen Instagram om hun dagelijkse gebeurtenissen (bijv. reizen) vast te leggen en daarmee een soort virtueel fotoalbum te creëren (Lee, Lee, Moon & Sung, 2015). Dit is kenmerkend voor Instagram omdat dit platform zich voornamelijk richt op foto’s en mensen sneller geneigd zijn een foto te plaatsen in plaats van een tweet te schijven als ze iets willen vastleggen (Sheldon & Bryant, 2016). Volgens Marcus (2015) focussen Instagram gebruikers zich meer op zelfpromotie dan op sociale relaties. Sheldon en Bryant (2016) geven aan dat dit te maken heeft met het verkrijgen van populariteit in de vorm van likes en volgers. Dit komt overeen met de behoefte aan sociale ondersteuning: de

(10)

Marwick, 2015). Een andere motivatie die Lee et al. (2015) ontdekten is escapisme. Dit refereert naar de behoefte aan ontspanning en het vermijden van problemen. Volgens Lee et al. (2015) gebruiken mensen het platform om aan hun echte leven te ontsnappen en in contact te komen met vrienden, familie en mensen die ze nog nooit eerder offline hebben ontmoet. Tot slot geven participanten van de studie van Sheldon en Bryant (2016) aan Instagram te gebruiken als creatieve uitlaatklep omdat ze de mogelijkheid hebben om creatieve berichten te creëren (inclusief filter) met captions en hashtags. Als we kijken naar lurken op Instagram vanuit de U&G benadering zijn er een aantal vragen die opspelen. Waarom volgt iemand een bepaald(e) persoon op Instagram? Wat maakt hun profiel zo aantrekkelijk? Welke behoeften worden bevredigd bij het kijken naar bepaalde content? Instagram biedt verschillende mogelijkheden, maar consumenten selecteren bewust welke berichten ze willen bekijken en welke accounts ze volgen omdat deze interessant en/of inspirerend zijn. Bovenstaande motivaties worden gebruikt om de interviews te begeleiden, maar bovenal worden nieuwe perspectieven gezocht om te begrijpen waarom mensen bepaalde content bekijken en bepaalde mensen volgen.

Sociale vergelijking

Zoals in de inleiding besproken leent sociale media zich erg goed voor sociale vergelijkingsprocessen. Door de hoeveelheid informatie die sociale media op één plek

aanbieden, is sociale vergelijking makkelijker dan ooit. Sociale vergelijking is het vergelijken van je eigen karakteristieken en meningen met die van anderen; in dit geval héel veel anderen (De Vries et al., 2018). Omdat Instagram gebruikers de mogelijkheid hebben om te selecteren en te bewerken wat ze aan anderen willen laten zien, is Instagram een goed voorbeeld van selectieve zelfpresentatie (Smith & Sanderson, 2015). Dit betekent het verlangen om het beeld dat anderen van je hebben te controleren door het bewerken van je (online)

(11)

verschijning (meestal voordelig). Omdat Instagram voornamelijk uit foto’s bestaat, is visuele zelfpresentatie van groot belang. Een selfie op de Machu Picchu is nou eenmaal effectiever dan een stuk tekst over dat je graag reist. Een proces dat kan plaatsvinden om je eigen verschijning te beoordelen, is de vergelijking met anderen. Volgens de sociale

vergelijkingstheorie hebben mensen een natuurlijke behoefte om hun eigen persoonlijke kenmerken en meningen te evalueren met 'superieure anderen' met positieve eigenschappen (Festinger, 1954). Deze vergelijking kan plaatsvinden in de vorm van het vergelijken van lichaamstypes, populariteit, uiterlijk, intellectualiteit of succes (Holmgren & Coyne, 2017). Een studie uitgevoerd door Jang, Park en Song (2016) wijst uit dat hoe meer iemand

Facebook gebruikt, hoe groter de sociale vergelijking. Mensen die veel Facebook gebruiken geloven dat anderen gelukkiger zijn en dat het leven oneerlijk is (Chou & Edge, 2012). Verschillende studies laten zien dat het geloof dat anderen gelukkiger zijn effect heeft op de emotionele toestand van mensen (e.g. Lee, Lee, Choi, Kim & Han, 2014; Tandoc, Ferrucci & Duffy, 2015). Lee et al. (2014) vonden in hun studie een positieve relatie tussen Facebook gebruik, hoeveelheid sociale vergelijking en het hebben van negatieve gevoelens als gevolg van sociale vergelijking.

Een voorbeeld van een negatief gevoel is jaloezie. Jaloezie, volgens Smith en Kim (2007), is gedefinieerd als een onaangename en vaak pijnlijke emotie veroorzaakt door een vergelijking met een persoon of groep personen die iets bezitten wat we verlangen.

Resultaten van Tandoc et al. (2015) laten zien dat zware Facebookgebruikers een hogere mate van jaloezie ervaren na het zien van een post van een vriend. Echter, zoals eerder beschreven, is het leven dat mensen laten zien op sociale media vaak positief getint (Appel et al., 2015; De Vries et al., 2018). Dit kan de reden zijn waarom mensen negatieve gevoelens ervaren na zichzelf te hebben vergeleken met anderen. De vergelijking met anderen kan zelfs zo ver gaan dat mensen graag op die persoon willen lijken. Er wordt gesuggereerd dat sociale

(12)

media verantwoordelijk is voor de toename van cosmetische chirurgie onder jonge generaties. Eerder onderzoek toont aan dat 70% van 18-24-jarigen overweegt een

cosmetische chirurgische procedure te ondergaan om er beter uit te zien op foto’s (Cramer & Inkster, 2017). Gezien het grote aantal jongeren die sociale media gebruiken en de

hoeveelheid foto’s waar ze iedere dag aan worden blootgesteld, is het belangrijk dat meer onderzoek wordt uitgevoerd naar de gevolgen van deze geïdealiseerde beelden.

Fear of Missing Out

Een ander gerelateerd proces dat kan worden ervaren voor, tijdens of na blootstelling aan sociale media content, is Fear of Missing Out (FoMO). FoMO is de bezorgdheid dat anderen leuke activiteiten aan het doen zijn waar jij geen deel van uitmaakt en de constante behoefte om te controleren wat anderen aan het doen zijn (Przybylski et al., 2013). Door de oneindige stroom aan content van vrienden die op vakantie of een avondje uit zijn krijgen jongeren het gevoel dat ze dingen missen terwijl anderen genieten van het leven. Deze

gevoelens kunnen een staat van wanhoop bij jongeren veroorzaken (Cramer & Inkster, 2017). Het zou namelijk goed kunnen dat ze kijken naar zwaar gefotoshopte-, bewerkte of in scene gezette foto’s of video’s die ze vergelijken met hun ogenschijnlijke alledaagse levens. Deze onrealistische verwachtingen, veroorzaakt door sociale media, kunnen jongeren met

gevoelens van zelfbewustzijn, laag zelfrespect en het streven naar perfectionisme achterlaten dat zich kan manifesteren in angstaandoeningen (Cramer & Inkster, 2017).

Ook kun je op sociale media gemakkelijk worden uitgesloten door anderen,

bijvoorbeeld door niet worden uitgenodigd voor een bepaald event of het niet ontvangen van genoeg likes op een foto. Dit leidt mogelijk tot gevoelens van stress en angst om dingen te missen, wat een component is van FoMO (Przybylski et al., 2013). Een goed voorbeeld hiervan zijn hashtags op sociale media. Een hashtag op Instagram kan worden herkend aan

(13)

het “#” teken en refereert naar een populair onderwerp of event. Het geeft mensen die naar het evenement gaan de mogelijkheid om te posten of informatie te zoeken over het

evenement. Maar ook voor mensen die niet naar het evenement gaan is de informatie beschikbaar, wat mogelijk gevoelens van FoMO veroorzaakt omdat de nadruk ligt op iemands afwezigheid bij een bepaald event (Van den Hurk, 2013). Alhoewel Abel et al. (2016) en Przybylski et al. (2013) een relatie laten zien tussen sociale media en FoMO, is niet duidelijk welke rol de bron van de content hierin speelt. Daarom zal in de huidige studie worden onderzocht of er een relatie is tussen de bron van de content en gevoelens van FoMO, wat uiteindelijk invloed heeft op de mentale gezondheid van jongeren.

Bron van de content

Een aspect dat bovenstaande processen kan versterken of verzwakken is van wie de content afkomstig is, oftewel de bron van de content. Zoals in de inleiding beschreven geven sociale media ons de mogelijkheid vrienden te worden met mensen die we nog nooit hebben ontmoet en waarschijnlijk ook nooit echt zullen ontmoeten. Op Instagram is dit erg

gemakkelijk omdat je iedereen kunt volgen zonder hier toestemming voor te krijgen (mits het profiel openbaar is). Hierdoor heb je de mogelijkheid om niet alleen vrienden te volgen maar ook mensen die je niet persoonlijk kent, zoals influencers en andere beroemdheden/ publieke figuren. Deze influencers kunnen variëren van onbekende modellen tot sportinstructeurs en andere creatievelingen (Chae, 2017). Ze worden micro-celebrities genoemd door hun authenticiteit en bereik. Volgens Marwick (2015) zijn berichten van influencers een afspiegeling van iets waar de meeste jonge mensen van dromen. Het is dus ook geen verassing dat verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat blootstelling aan sociale media content van influencers leidt tot negatieve gevoelens over jezelf omdat je jezelf gaat vergelijken met mensen met een hogere levensstandaard (De Vries et al., 2018). Dit wordt

(14)

bevestigd door de studie van Lup et al. (2015) die laat zien dat een connectie tussen

Instagram gebruik en depressieve symptomen alleen aanwezig is wanneer een gebruiker veel vreemden volgt. Ook eerdere experimenten laten zien dat wanneer mensen worden

blootgesteld aan aantrekkelijke of succesvolle profielen, participanten meer jaloerse

gevoelens ervaren wat leidt tot lagere niveaus van welbevinden (Appel et al., 2015; Vogel et al., 2014). Een verklaring hiervoor kan zijn dat mensen het gevoel hebben dat zij een

dergelijk leven niet kunnen bereiken.

In tegenstelling tot content van influencers en andere beroemdheden/ publieke figuren, hoeft content van vrienden en familie niet altijd te leiden tot negatieve uitkomsten (De Vries et al., 2018; Lup et al., 2015). Je vergelijkingsgroep wordt dan vrienden en familie: mensen die in veel opzichten hetzelfde zijn. Resultaten van de studie van Lin en Utz (2015), die tie strength (de sterkte van de relatie tussen de zender en de ontvanger) op Facebook hebben onderzocht, laten tegenstrijdige resultaten zien. Ze ontdekten dat jaloezie eerder wordt ervaren na blootstelling aan Facebook content van iemand waar je een goede band mee hebt dan blootstelling aan Facebook content van iemand waar je geen goede band mee hebt. Bestaande studies laten dus contrasterende resultaten zien wat betreft de bron van de content en de invloed hiervan op de mentale gezondheid van jongeren. Door in gesprek te gaan met jongeren die zowel vrienden als influencers volgen op sociale media, kan hopelijk meer duidelijkheid worden gecreëerd over welke rol de bron van de content speelt in de

totstandkoming van processen als sociale vergelijking en FoMO en de invloed hiervan op de mentale gezondheid van jongeren.

Methode

Om de onderliggende samenhang tussen de verschillende processen te kunnen achterhalen en meer verdieping te kunnen geven, was kwalitatief onderzoek een geschikte

(15)

keus. Persoonlijke interviews gaven de mogelijkheid om rijke en gedetailleerde informatie over de ervaringen en perspectieven van individuen bloot te leggen (Braun & Clarke, 2013). Daarbij kunnen onderwerpen als sociale vergelijking, FoMO, angst en depressie, die tijdens de interviews naar voren konden komen, als gevoelig worden beschouwd. Deze methode maakte het mogelijk om in te spelen op wat participanten zeiden en ongeplande vragen te stellen, wat heeft bijgedragen aan de exploratieve aard van het onderzoek.

Steekproefmethode en karakteristieken

Steekproefmethode. Voor dit onderzoek is een doelgerichte steekproefmethode

gebruikt, wat betekent dat bepaalde leden van de populatie zijn gekozen om aan dit onderzoek deel te nemen (Tongco, 2007). Gezien het feit dat dit onderzoek ging over de ervaringen van mensen op Instagram, zijn mensen ook via dit platform geworven. Omdat uit onderzoek van het CBS blijkt dat vrouwen meer tijd aan sociale media besteden dan mannen en aangeven zich vaker verslaafd te voelen aan sociale media, is ervoor gekozen alleen vrouwen te betrekken bij dit onderzoek (Van Beuningen & Kloosterman, 2018).

Karakteristieken participanten. Daarnaast moesten de deelnemers aan drie

voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor deze studie; (1) een Instagram-account hebben, (2) zowel vrienden als influencers volgen op Instagram en (3) Instagram voornamelijk passief gebruiken. Tot slot is gevraagd welke influencer(s) ze volgen. Hierdoor was ik ervan verzekerd dat ze influencer(s) volgen en had ik eventuele voorbeelden voor het geval de participanten dit niet zelf tijdens de interviews aankaartten. Wanneer ze aan alle drie de criteria voldeden, werden ze gecontacteerd en werd gevraagd deel te nemen aan een persoonlijk interview. Meer dan 50 vrouwen zijn benaderd maar slechts 14 waren ook daadwerkelijk beschikbaar om af te spreken binnen de voorgestelde periode. Uiteindelijk is ervoor gekozen om één interview niet mee te nemen in de analyse omdat deze niet genoeg

(16)

waardevolle informatie bevatte. Dit resulteerde in 13 interviews met Nederlandse vrouwen tussen de 18 en 27 jaar (zie Tabel 1 voor een overzicht van de karakteristieken van de

participanten). Er is voor deze doelgroep gekozen omdat 59,5% van de Nederlandse vrouwen tussen de 15-39 jaar actief is op Instagram (Newcom, 2018). Daarbij wijst de studie van Przybylski et al. (2013) uit dat individuen onder de 30 jaar, in het bijzonder vrouwen, meer vatbaar zijn voor FoMO als gevolg van sociale vergelijking op sociale media. Verder was de steekproef gevarieerd wat betreft woonplaats en educatieve achtergrond. Hoewel deze persoonlijke kenmerken niet zijn opgenomen in de interpretatie van de bevindingen, wordt verwacht dat het garanderen van deze variëteit zal bijdragen aan een brede kijk op het onderwerp in kwestie.

Tabel 1: Karakteristieken participanten Naam

(pseudoniem)

Leeftijd Woonplaats Educatie

Emma 21 Utrecht Pedagogiek

Eef 22 Eindhoven Hogere Hotelschool Hannah 25 Hoofddorp Modemanagement Marianne 25 Amstelhoek Modedesign en styling Evian 27 Bergambacht Modemanagement

Liv 18 Rotterdam Informatiewetenschappen Naomi 20 Leeuwarden Hogere Hotelschool

Anne 24 Vinkeveen Small Business and Retail Management Claartje 21 Spijk Modemanagement

(17)

Dewy 25 Wilnis Business Administration Entrepreneurship

Tessa 26 Oostzaan Communicatiewetenschap

Suzanne 24 Mijdrecht Media, Informatie en Communicatie Lieke 25 Amsterdam Communicatiewetenschap

Procedure van dataverzameling

Ethische overwegingen. Voorafgaand aan het onderzoek heeft de interviewer de

participanten zowel mondeling als schriftelijk op de hoogte gesteld van de

onderzoeksprocedure en het opnemen van de interviews. Door het tekenen van het toestemmingsformulier, gaven de participanten aan vrijwillig mee te werken aan het

onderzoek en akkoord te gaan met het opnemen van de interviews. Dit was enerzijds voor de nauwkeurigheid van de verklaringen en anderzijds om quotes te kunnen opnemen in de resultatensectie. Daarbij is zo min mogelijk identificerende informatie verzameld tijdens de interviews om de anonimiteit van de participanten te waarborgen. De ethische commissie FMG van de Universiteit van Amsterdam heeft het onderzoek goedgekeurd.

Interviews. De duur van de interviews varieerde tussen de 16en 45 minuten, met een gemiddelde duur van ongeveer 30 minuten. De interviews zijn gehouden bij de participanten thuis en op openbare plekken. De interviews waren semigestructureerd en zijn gehouden in het Nederlands. Tijdens de interviews zijn zowel beschrijvende als evaluatieve vragen gesteld om ‘de redenen achter de redenen’ te achterhalen. Beschrijvende vragen zijn gebruikt om de algemene gewoonten van mensen bij het gebruik van Instagram te achterhalen en evaluatieve vragen zijn gebruikt om inzicht te krijgen in de gevoelens, gedachten en emoties die bij het gebruik van Instagram worden ervaren. Daarnaast zijn ongeplande vragen gebruikt als gevolg van wat de participanten zelf aankaartten tijdens de interviews. De interviewgids bestond uit

(18)

vier onderwerpen (zie Bijlage 1). Het eerste onderwerp heeft zich gefocust op het concept van uses and gratifications. Het doel van dit onderwerp was om de gewoonten van het algemene sociale media gebruik van de participanten te begrijpen en hun gedachten over het gebruik ervan te doorgronden. Het tweede onderwerp focuste zich specifiek op het sociale media platform Instagram. Het doel was om de gedragingen op en motivaties om Instagram te gebruiken te achterhalen. Vervolgens werd in het derde onderwerp gefocust op de

ervaringen van participanten op Instagram. Het doel was om te achterhalen welke processen participanten ervaren tijdens en na blootstelling aan Instagram content en de invloed hiervan op hun mentale gezondheid. Om het interview af te ronden werd in onderwerp vier aandacht geschonken aan de toekomst van sociale media; welke mogelijke oplossingen zien de participanten die de negatieve uitkomsten zouden kunnen reduceren? Naast dat mogelijke oplossingen werden aangekaart, was ruimte voor eigen inbreng van de participanten.

Data-analyse

Om het onderzoek te ondersteunen in het produceren van een gefundeerde theorie is de grounded theory methodology gebruikt; theorie die is gebaseerd op de data en

systematisch is verzameld en geanalyseerd (Strauss, 1987). Om de verschillende ideeën die in de interviews zijn verzameld op een beknopte en overzichtelijke manier te visualiseren, is een

concept indicator model (CIM) ontwikkeld. Volgens Strauss (1987) is dit een gebruikelijke

manier van conceptueel weergeven wanneer het doel is om een theorie te ontwikkelen. Maar voordat er een model kon worden ontwikkeld moest de data grondig worden geanalyseerd. Alle interviews zijn getranscribeerd in Word en vervolgens gecodeerd en geanalyseerd in

Atlas.ti. Dit is een programma voor het beheren van data en het vergroten van efficiëntie in

het coderings- en analyseproces (Braun & Clarke, 2013). Coderen is belangrijk omdat codes dienen als bouwblokken voor de analyse. Het coderingsproces is gestart met open coderen,

(19)

waarbij segmenten of quotaties werden aangemaakt wanneer een onderwerp, vraag of

voorbeeld was geëindigd. Bovendien kreeg alles wat gezegd werd een code. Het theoretische kader en de onderzoeksvragen zijn hierbij gebruikt als leidraad. Bijvoorbeeld wanneer een participant werd gevraagd waarom ze een bepaalde influencer volgt, werd dit gecodeerd met ‘motivatie om influencer te volgen’.

Na het open coderen is meer gestructureerd gecodeerd door middel van gefocust coderen. De codes die anders waren geformuleerd maar min of meer hetzelfde betekende zijn samengevoegd. Daarnaast zijn er vier families gecreëerd met code manager; ‘motivaties om Instagram te gebruiken’, ‘processen die lurkers ervaren op Instagram’, ‘negatieve gevolgen Instagram’ en ‘oplossingen die negatieve gevolgen kunnen reduceren’, waarin de 1326 codes zorgvuldig zijn verdeeld. De codes die in geen enkele familie behoorden zijn verwijderd. Dit is gebaseerd op de structuur van de interviews en op hetgeen is gevonden in de data.

Bijvoorbeeld de code ‘op de hoogte blijven van anderen’ is een motivatie om Instagram te gebruiken en is dus in de familie ‘motivaties om Instagram te gebruiken’ geplaatst.

Uiteindelijk zijn de families gecategoriseerd tot drie dimensies die alle verschillende perspectieven van lurkers op Instagram omvatten en antwoord geven op de

onderzoeksvragen, namelijk ‘motivaties van lurkers om Instagram te gebruiken’, ‘processen die lurkers ervaren op Instagram’ en ‘oplossingen die mogelijke negatieve effecten kunnen reduceren in de toekomst’. Op basis van de dimensies zijn indicatoren samengesteld die zijn gegrond in de data en overzichtelijk zijn weergegeven in het CIM.

Technieken om de betrouwbaarheid en transparantie te optimaliseren

Er zijn meerdere technieken toegepast om de betrouwbaarheid van de bevindingen en de transparantie van het onderzoeksproces te optimaliseren. Doordat de participanten in hun eigen omgeving zijn geïnterviewd, zijn ze op de best mogelijke manier geobserveerd en

(20)

beoordeeld (Braun & Clarke, 2013). Om de participanten op hun gemak te stellen zijn de interviews op een informele manier gehouden. Daarnaast is ervoor gezorgd dat de

participanten bekend waren met het feit dat ze met iemand in gesprek waren met prolonged

engagement; iemand die bekend is met influencers en Instagram content (Creswell & Miller,

2000). Deze factoren hebben ervoor gezorgd dat participanten vrijuit durfden te praten over hun gevoelens en ervaringen, vooral wanneer werd gevraagd naar mogelijke gevoelige onderwerpen. Dit heeft gezorgd voor waardevolle data die de perspectieven van de participanten het beste weergeven en dus een vergroting van de betrouwbaarheid en ecologische validiteit van de bevindingen (Van der Goot, 2018).

Om de lezers in staat te stellen mijn conclusies te evalueren, is geprobeerd een thick

description (d.w.z. een rijke en gedetailleerde beschrijving) te ontwikkelen van de steekproef

en bevindingen. Daarbij is de nauwkeurigheid van de verklaringen ook verzekerd door

member checking; het terugkoppelen van interpretaties naar de participanten om feedback te

krijgen. Na 13 interviews was er voldoende rijke informatie verzameld om antwoord te geven op de onderzoeksvragen en was het verzadigingspunt bereikt. Dit betekent dat extra

interviews na deze 13 interviews (in dezelfde context) niet zou hebben geleid tot nieuwe informatie (Braun & Clarke, 2013). Tot slot, door het gebruiken van het computerprogramma

Atlas.ti en het presenteren van een precieze en uitgebreide methodesectie, is het

onderzoeksproces zo transparant mogelijk gemaakt.

Resultaten

Na het analyseren en coderen van de data kon worden vastgesteld dat alle

participanten ervaren Instagram gebruikers zijn. Meer dan de helft van de participanten gaf aan wakker te worden en naar bed te gaan met Instagram. Ze gaven aan Instagram minimaal een uur en maximaal vier uur per dag te gebruiken. Waarom? Dat konden ze zelf eigenlijk

(21)

ook niet verklaren. Claartje beschreef dit op een mooie manier: ‘zodra ik wakker word gaat de app open. En ik weet niet eens echt waarom (…) Ik denk dat als je heel kritisch gaat kijken er heel veel momentjes zijn dat je Instagram onbewust opent’. Daarnaast was een belangrijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor deze studie dat de participanten passieve gebruikers van het platform moesten zijn. Er is namelijk reden om te geloven dat de manier waarop iemand Instagram gebruikt invloed heeft op de mogelijke effecten die deze persoon op Instagram ervaart. Alle participanten gaven aan voornamelijk te kijken bij anderen en minder zelf actief foto’s en video’s te plaatsen: ‘ik snoep er veel van mee en laat minder van me horen zeg maar’, aldus Emma. Toch bleek tijdens de interviews dat enkele participanten ook af en toe deelnemen aan actieve handelingen zoals liken, taggen of reageren. Er is gekozen om deze activiteiten ook mee te nemen in de resultatensectie.

Uiteindelijk is een concept indicator model (CIM) ontwikkeld met verschillende dimensies en indicatoren die de variatie aan percepties van de participanten het beste weergeven (zie Figuur 1).

(22)

Figuur 1: Concept Indicator Model over lurkers op Instagram

(23)

Motivaties van lurkers om Instagram te gebruiken

Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvragen, is het allereerst belangrijk om te achterhalen waarom mensen bepaalde content bekijken en bepaalde mensen volgen op Instagram.Er zijn vier indicatoren gecreëerd die de motivaties van de participanten om Instagram te gebruiken het beste weergeven: sociale normen, sociaal gemak,

entertainment/tijdverdrijf en inspiratie.

Sociale normen. Allereerst zijn sociale normen geïdentificeerd als een belangrijke

motivator om Instagram te gebruiken en daarom opgenomen als eerste indicator van de dimensie. Veel participanten gaven aan Instagram te zien als een soort beweging waar ze bij willen (en denken te moeten) horen: ‘(…) Natuurlijk zit ik op Instagram, je behoort toch altijd op een bepaalde manier tot een community’, aldus Claartje. Volgens Marianne kan dit zelfs ongemakkelijke situaties in het dagelijkse leven veroorzaken: ‘Op een of andere manier ben je ook aan het meedraaien in een soort molen waarbij zij wel jou in de gaten houden (…) Maar als je dan andersom niet zit te kijken naar wat zij aan het doen zijn wordt het een soort gepikeerde kwestie ofzo’. Om dit te voorkomen gaf de meerderheid van de participanten aan altijd up-to-date te willen zijn met de nieuwsberichten omdat ze anders het idee hebben dat ze dingen missen. Zo legt Hannah uit: ‘Als ik het dus niet heb geopend de hele dag dan ga ik 's avonds voor het slapen ook echt genoeg kijken, alsof ik dan weer helemaal bij wil scrollen met wat ik allemaal gemist heb’. Deze angst om dingen te missen refereert naar de, in het theoretische kader besproken, Fear of Missing Out (FoMO) en wordt later in de

resultatensectie verder toegelicht.

Sociaal gemak. Ten tweede gaven participanten in de huidige studie aan Instagram te

gebruiken omdat ze het een gemakkelijke manier vinden om op de hoogte blijven van zowel vrienden als influencers en andere bekende mensen. Wat betreft het volgen van vrienden gaf Emma aan: ‘je blijft toch wel een beetje up-to-date en daardoor voel je nog sneller verbinding

(24)

met iemand die je niet meer spreekt zodat diegene niet helemaal uit je leven is, in ieder geval niet uit je sociale media leven’. Niet alleen vrienden maar ook influencers en andere bekende mensen worden gevolgd om te kijken wat ze allemaal uitspoken. ‘Ja eigenlijk een beetje gluren, ja dat klinkt een beetje raar maar gewoon even kijken waar zij zich mee

bezighouden’, aldus Suzanne. Volgens Lieke is Instagram het eerste sociale media platform dat het gemakkelijk maakt om mensen te volgen die je niet kent, zonder dat het persoonlijk wordt. Ze legt uit: ‘gewoon lekker kijken en dan kun je ook iets meer bekende mensen volgen zonder dat het een soort van heel persoonlijk wordt. Facebook is voor mij wat persoonlijker dan Instagram’. Daarbij geeft Hannah aan Instagram een efficiënt platform te vinden. Zo legt ze uit: ‘je kan zo snel scrollen. Als je kijkt naar een foto weet je binnen een paar seconden: oké dit vind ik leuk/ interessant dus ik lees wat eronder staat en zo niet scroll ik door. Op andere platformen moet je meer gaan lezen (…) Ja daar hebben we tegenwoordig allemaal geen tijd meer voor’. De meeste participanten gaven aan influencers te volgen die op een bepaalde manier hun interesse opwekken; dit kan zijn om hun lifestyle, carrière of

persoonlijkheid. Tessa legt uit: ‘alle bekende mensen volg ik toch een beetje als ik hun stijltje leuk vind of hun carrière. Ik vind het interessant wat ze doen en leuk om hun werk of hun lifestyle te volgen’. Anne voegt daaraan toe: ‘het hangt een beetje af ook waar mijn interesses liggen op dat moment in het leven of ik dat soort mensen dan ga volgen of niet’.

Entertainment/ontspanning. Andere aspecten die meerdere keren naar voren kwamen

in de interviews waren de behoefte aan entertainment en ontspanning. Veel participanten gaven aan grappige accounts te volgen en dit ook regelmatig te delen met vrienden. Zo reageert Evian als ik haar vraag wat voor accounts ze zoal volgt: ‘oeh accounts met memes met grappige teksten (…) En vriendinnen liken en taggen in memes, ja (…) Fantastisch’. Een

meme wordt in de van Dale (z.d.) beschreven als een grappige afbeelding of video die (al dan

(25)

aan hier heel fanatiek in te zijn: ‘ja voor entertainment (…) Dat vind ik ook echt een beetje van dat hersenloze (…) En dan kan je je vrienden er in taggen dat is echt een sport

geworden’. Anne legt uit: ‘ik reageer eigenlijk nooit onder foto's alleen als het echt van vriendinnen is en heel grappig. Of ik tag mensen in dingen waarvan ik denk: dit gaan zij heel leuk vinden’. Niet alleen grappige memes maar ook dierenfilmpjes zijn meerdere malen genoemd als zeer vermakelijk: ‘ik kan echt genieten van dierenfilmpjes. Ik weet wel dat die dieren echt vet rare dingen doen of zo ja daar ga ik helemaal stuk om dus dat soort emoties komen natuurlijk ook wel bij je naar boven dat je in één keer ergens heel hard om moet lachen en heel vrolijk van wordt’, aldus Anne. Momenten dat de app om bovenstaande redenen wordt geopend zijn volgens de participanten toch wel vaak vervelingsmomenten. Claartje noemt Instagram zelfs een vervelingsapp: ‘ja het is gewoon heel erg makkelijk om geamuseerd te worden als je even niet weet wat je met je tijd doet of gewoon een soort van informatie tot je toenemen wat eigenlijk hartstikke irrelevant is maar wel gewoon

amuserend’. Andere participanten openen de app bewust als ze behoefte hebben aan

ontspanning: ‘standaard als ik thuiskom even een momentje tot rust komen. Dat je even op de bank gaat zitten en even Instagram opent, even je hoofd leeghalen’, aldus Eef. Claartje

bevestigt dit en zegt: ‘(…) Dan kom ik thuis en dan pak ik altijd even een momentje voor mezelf, dan mag ik even chillen’.

Inspiratie. Tot slot gaven participanten aan Instagram te gebruiken voor inspiratie,

zowel vanuit persoonlijk als zakelijk belang. Eef geeft aan Instagram regelmatig te gebruiken voor mode inspiratie: ‘ik gebruik het als ik bijvoorbeeld naar een bepaald kledingstuk op zoek ben of daar inspiratie uit wil halen’. Niet alleen Eef, maar ook Tessa geeft aan hier Instagram voor te gebruiken: ‘vooral met kleding wat je aan moet vind ik het ook wel leuk om te kijken wat iedereen aan heeft en of ik daar inspiratie uit kan halen’. Niet alleen mode, maar ook reis inspiratie wordt gezocht op Instagram: ‘ik volg reis accounts om daar echt

(26)

nuttige informatie uit te halen, ik sla dus ook de foto's op van de hoogtepunten (…) Maar tegelijkertijd zijn de reis accounts ook best wel een beetje wegdromen. Als je na een drukke werkdag op je telefoon zit is het zo van: oh ja even weer gemotiveerd worden waarom je werkt want dan kun je weer een reis betalen’, aldus Liv. Dit werkt dus twee kanten op, enerzijds puur voor informatie en inspiratie en anderzijds als motivatie om nieuwe doelen te stellen voor jezelf. Wanneer werd doorgevraagd wat voor soort accounts voornamelijk inspiratie boden, antwoordde Tessa: ‘ja inspiratie meer bij influencers en dat kan zijn stijl of persoonlijkheid of (…)’. Tot slot gaf Suzanne aan Instagram ook te gebruiken voor

eetinspiratie: ‘ik volg ook wel een paar food bloggers omdat ik het gewoon leuk vind wat ze voor recepten maken en daar merk ik dat ik af en toe wel echt naar de website ga en een recept van ze maak’. Inspiratie op Instagram wordt niet alleen gezocht vanuit persoonlijk maar ook zakelijk belang: ‘(…) omdat ik in de mode zit moet ik wel weten wat gedragen wordt en dat is vooral te zien op Instagram’, aldus Evian.

Processen die lurkers ervaren op Instagram

Om antwoord te kunnen geven op de eerste onderzoeksvraag welke processen

jongeren ervaren op Instagram en hoe dit hun mentale gezondheid beïnvloed, is een dimensie gecreëerd met drie indicatoren die de percepties van de participanten wat betreft ervaringen op Instagram het beste weergeven: naleven van de perfecte beeldcultuur, sociale vergelijking en FoMO. Bij iedere indicator wordt aangegeven of dit meer relevant is bij een bepaalde bron.

Naleven perfecte beeldcultuur. De eerste indicator betreft het beeld dat Instagram

schetst volgens de participanten en het effect hiervan op hun mentale gezondheid. Volgens Naomi ervaren jongeren niet alleen druk om altijd op de hoogte te willen zijn met wat anderen aan het doen zijn, maar versterkt Instagram ook de druk die jongeren sowieso al

(27)

ervaren. Ze legt uit: ‘zo veel jongeren worstelen vooral na hun studie met wie ben ik en wat zijn mijn doelen? Want ik moet een goeie carrière hebben, ik moet heel veel leuke vrienden hebben, veel sporten want ik moet natuurlijk gezond zijn maar tegelijkertijd moet ik ook wel van het leven genieten dus ook van een wijntje houden’. Door het constant zien van perfecte plaatjes op Instagram wordt deze druk versterkt. De participanten gaven aan dat dit

voornamelijk het geval is bij content van influencers omdat dat vaak perfecte plaatjes zijn waarbij het voornamelijk draait om uiterlijk vertoon. ‘Influencers die er mooi uitzien of mooie spullen hebben kunnen onzekerheid oproepen', aldus Suzanne. Anne voegt daaraan toe: ‘ik ging op een gegeven moment mensen volgen waarbij het eigenlijk allemaal over uiterlijk vertoon ging en dat maakte mij wel onzeker dat ik gewoon een beetje een naar gevoel kreeg elke keer als ik de app opende’. Die onzekerheid kan volgens Eef overslaan in eenzaamheid, angst en zelfs depressie: ‘ja je gaat heel erg twijfelen aan jezelf van ben ik dan wel goed genoeg of zou ik ook zo moeten zijn (…) Denken dat je in je eentje bent want iedereen is zo perfect en ik ben een van de weinigen die dat dan niet is (…) Daar word je dan uiteindelijk ook een beetje angstig en depressievig van’.Hieruit blijkt dat de perfecte

beeldcultuur op Instagram kan leiden tot de totstandkoming van processen zoals sociale vergelijking, iets dat bij indicator twee aan bod komt.

Enkele participanten gaven aan niet alleen onzeker te worden over zichzelf maar ook over hun relatie. Zo vertelde Claartje: ‘door bepaalde accounts over relationship goals merk ik wel dat ik op een bepaalde manier een soort van onzeker word (…) van: oh had ik dat maar, mijn relatie is niet zo (…)’. Ook Emma ervaart dit af en toe en legt uit: ‘tuurlijk op momenten dat ik me minder goed voel en ik zit op Instagram te kijken of in m'n relatie gaat het dan slecht en dan zie ik andere stellen en dan denk ik: kijk zij hebben het echt perfect dan laat ik me ook af en toe gewoon echt negatief beïnvloeden (…) Ja dan laat ik me meeslepen terwijl als het goed gaat in mijn relatie zet ik ook niet meteen een foto op Instagram’. Die

(28)

onzekerheid hoeft niet puur en alleen vanuit jezelf te komen, maar kan ook als het ware worden opgelegd door anderen: ‘mijn vriend volgt gewoon heel veel van die modellen en dan kan die weleens laten zien van kijk mooie vrouw in een stringbikini en dan kan ik me daar wel eens onzeker over voelen dat ik denk ja maar die stringbikini staat niet zo mooi op mij als op dat model’, aldus Suzanne.

Ondanks de ervaren druk en daaruit voortvloeiende onzekerheid gaven de meeste participanten aan zich bewust te zijn van het beeld dat op Instagram wordt geschetst en dat dit niet gelijk is aan de werkelijkheid. Emma legt uit: ‘ik denk dat het niet echt gelijk staat aan de werkelijkheid met wat mensen op Instagram zetten, meer hoe mensen misschien zouden willen dat hun leven eruit zou zien dus eigenlijk is het gewoon een beetje een toneelstukje’. Anne bevestigt dit en zegt: ‘ik vind het vooral ja dat mooie leventje (…) die schijn ophouden dat vind ik het perfecte plaatje. Dat er nooit een keer getoond wordt dat iemand vet hard aan met janken is of gigantische ruzie heeft met d'r vriend. Het is alleen maar: oh we zijn zo verliefd en we hebben het zo leuk met elkaar en ik zie er beeldig uit in dat jurkje’. Toch erkennen de participanten dat dit een lastig onderwerp is en dat ze er zelf ook stiekem aan mee doen. ‘Ik doe het zelf ook. Als ik verdrietig ben ga ik geen foto met 20 krokodillentranen op Instagram zetten. Dat trekt niemand en ik denk dat dat alleen maar heel ongemakkelijk is om dat erop te zetten’, aldus Emma. Hannah bevestigt dit en zegt: ‘je krijgt een kijkje in iemands leven alleen is het wel een kijkje in de leuke dingen en de mooie dingen en de vette dingen maar dat is zelf ook het enige wat ik plaats en ik merk dat ik dat toch wel boeiend vind’.

Sociale vergelijking. Een voor de hand liggend proces dat kan ontstaan na het zien

van perfecte plaatjes op Instagram, is sociale vergelijking. Volgens de participanten komt sociale vergelijking voornamelijk voor bij influencers en andere beroemdheden/ publieke figuren. Volgens Anne heeft dit een negatieve invloed op haar: ‘omdat je jezelf gaat

(29)

vergelijken met iemand die er heel mooi uitziet of de hele tijd een geweldig leven heeft en jij zit net op een moment in je leven iets minder lekker in je vel of het gaat allemaal iets minder goed (…) Ik denk dat dat de reden is waarom je een negatief gevoel krijgt’. Dewy is het hiermee eens en voegt toe: ‘het wordt wel meer gecreëerd door sociale media (…) ongevraagd. Ik heb wel eens inderdaad dat je dan denkt van: ja wil ik ook, is dat dan de standaard, moet ik dan nog harder werken op school? Ja gewoon dingen waarvan jij denkt: oh dat is echt te ver weg maar wat anderen dan wel hebben’. Toch hoeft het niet altijd negatief uit te pakken. Marianne geeft aan dat voor haar de grens tussen inspiratie en jaloezie heel erg dicht bij elkaar liggen: ‘ik kan me misschien toch een beetje laten meeslepen op een

inspirerende manier hoor dat je dan een andere kunstenaar ziet die op een vet inspirerende sabbatical is geweest in San Francisco en die heeft dat allemaal gefilmd en dan wil ik ook iedere foto bekeken hebben eigenlijk uit pure jaloezie’. Sommige participanten gaven zelfs aan dit positief te ervaren: ‘het spoort me af en toe ook aan om te denken: holy zij is dun ik wil dat ook dus ik ga gewoon keihard sporten. Dus het is ook wel op een manier motiverend voor mij’, aldus Emma. Hannah bevestigt dit en zegt: ‘als je dan van die meisjes ziet die zo knap zijn of zo dun dat je wel denkt van nou misschien ga ik ook effe iets beter m’n best doen’. Volgens Evian ligt dit aan de dag die ze heeft: ‘ik denk dat bij mensen die ik niet persoonlijk ken heb ik meer van: shit ik ben pas hier in m'n leven terwijl je weet dat het hartstikke nep is dus het is gewoon net welke dag je hebt hoe goed je in je vel zit hoe

realistisch je ernaar kan kijken’. Hieruit blijkt dat sociale vergelijking met influencers zowel positief als negatief kan uitpakken, afhankelijk van het moment van blootstelling en de individuele staat van de persoon.

Fear of Missing Out (FoMO). Een gerelateerd proces dat herhaaldelijk is

teruggekomen in de interviews is Fear of Missing Out (FoMO). Zoals eerdergenoemd kan FoMO voortkomen uit een bepaalde druk om altijd op de hoogte te zijn met wat anderen aan

(30)

het doen zijn. Emma legt uit: ‘het is echt een deel van je leven in de zin van FoMO, je mist letterlijk veel als je niet op Instagram zit’. Ook Tessa ziet een verband tussen FoMO en Instagram gebruik: ‘Fear of Missing Out dat heb ik denk ik wel dat is denk ik ook met het gebruik dat je eigenlijk niet een dag zonder kan’. Dewy geeft zelfs toe: ‘ik heb echt last van Fear of Missing Out. Ik ga ook echt checken van wat gaat die dan doen en wat gaan jullie doen, beetje obsessief bijna’. Vanuit dit perspectief kan FoMO worden gezien als een soort eigenschap die mensen bezitten nog voordat ze ergens aan worden blootgesteld. Dit zorgt ervoor dat mensen constant de behoefte hebben om op de hoogte te zijn van wat anderen aan het doen zijn en dus overmatig Instagram gaan gebruiken om te kunnen voorzien in die behoefte.

Daarnaast kan FoMO ook worden opgewekt of versterkt door het zien van Instagram content: ‘als je een bepaalde keuze maakt heb je altijd kans dat je iets anders mist. Dat hoort er gewoon bij en met Instagram wordt het alleen maar meer benadrukt en alleen maar meer eigenlijk op ingezoomd’, aldus Claartje. Evian bevestigt dit en zegt: ‘Instagram versterkt het inderdaad maar je kan ook niet zonder. Ja de Fear of Missing Out (…) Dat neem je dan gewoon voor lief of zo’. Eef legt uit hoe dit voor haar negatief kan uitpakken: ‘zeker op vrijdagavond als ik mezelf een keer verplicht heb niks te doen en op de bank zit en dan door Instagram heen ga en iedereen naar feestjes zie gaan, dan is het erg zwaar’. Wel gaf Naomi aan dit voornamelijk te ervaren bij vrienden in plaats van influencers: ‘nee dat is

voornamelijk bij vrienden dat ik er echt bij wil zijn, bij influencers is het meer (…) Een beetje onrealistisch want ik heb eigenlijk nooit echt zulk soort feestjes dus dat is een beetje een ideale wereld waar ik me eigenlijk niet in bevind’. Claartje bevestigt dit en legt uit hoe zij dit ervaart: ‘omdat mensen die ik niet persoonlijk ken dan weer op een of ander exclusief diner van Dior of een ander groot merk zitten denk ik van ja dat is überhaupt niet binnen mijn handbereik’. Lieke geeft hier een logische verklaring voor: ‘bij influencers kun je er niet echt

(31)

bij zijn en bij vrienden had je erbij kunnen zijn. Dat is denk ik het verschil’. Wanneer werd doorgevraagd wat die FoMO dan voor gevoelens met zich meebracht reageerde Lieke: ‘nou als je ziet dat je vrienden ergens iets leuks aan het doen zijn en jij zit op de bank dan denk je toch wel bewust of onbewust: ah jammer daar had ik best wel bij willen zijn’. Suzanne legt uit dat dit voor haar kan leiden tot frustratie en jaloerse gevoelens: ‘misschien kun je het jaloers noemen maar bij vrienden gewoon van: ah kut misschien een beetje een soort van frustratie van oh jammer dat ik daar niet voor gevraagd ben’. Dewy bevestigt dit en zegt: ‘nou ja gewoon een beetje jaloezie eigenlijk dus: oh ik ben daar niet voor uitgenodigd blijkbaar, waarom dan niet?’. Dit komt overeen met de in het theoretische kader besproken sociale uitsluiting, wat als erg onaangenaam kan worden ervaren.

Oplossingen die negatieve effecten als gevolg van Instagram gebruik kunnen reduceren

Voordat wordt overgegaan naar de oplossingen, laten verschillende participanten weten sinds kort een positieve beweging te zien die zich verzet tegen de perfecte wereld die wordt gecreëerd op Instagram. Eef zegt bijvoorbeeld: ‘veel meer mensen laten zich er inmiddels over uit dat Instagram nep is. Dus vandaar dat ik ook bewust heel veel accounts volg die daar lekker tegenin gaan’. Ook Anne is een voorstander van deze beweging en zegt hierover: ‘ik zie het nu al steeds meer om me heen van die anti bewegingen op die perfecte foto’s dat mensen daar heel sarcastisch over worden en juist van die hele achterlijke foto's online zetten om dat juist tegen te gaan’. Ook influencers wiens werk het is om perfecte plaatjes te creëren laten zich volgens de participanten steeds meer horen omtrent deze kwestie: ‘ook influencers plaatsen dan een foto voor de photoshop en na de photoshop. Dat vind ik fantastisch. Ik sta veel meer te juichen als iemand de realiteit laat zien, dat vind ik veel krachtiger en sterker’. Lieke bevestigt dit en voegt toe: ‘steeds meer influencers hebben een soort alter ego die dat ook op Instagram laten zien. Dat is denk ik wel een beweging die

(32)

nu iets meer op gang komt en wat denk ik ook wel goed is’. Anne legt uit waar zij denkt dat dit vandaan komt: ‘ik merk dat mensen gewoon weer behoefte hebben aan echtheid. En ik denk dat de generatie na ons dat eigenlijk nog meer gaat krijgen en dat daarom bijvoorbeeld ook vloggen heel erg gewaardeerd wordt door die jonge meiden. In mijn ogen laten vloggers zien als ze echt een kutdag hebben gehad en dat ze ergens om huilen. En ik denk dat het daarom zo'n groot succes is ook bij de jonge meiden omdat ze daar juist heel erg van houden. Ik denk dat niemand van perfectie houdt’. Ondanks de huidige verschuiving die door veel participanten als positief wordt beschouwd, is het probleem nog niet opgelost. Daarom is een derde dimensie opgesteld om antwoord te geven op de tweede onderzoeksvraag welke mogelijke oplossingen jongeren zien die de negatieve uitkomsten als gevolg van Instagram gebruik kunnen reduceren. Deze dimensie wordt ondersteund door drie indicatoren:

maatregelen nemen tegen fotobewerking, materiaal ontwikkelen voor zowel kinderen als ouders over verantwoordelijk Instagram gebruik en het (tijdelijk) stoppen met Instagram of ontvolgen van accounts die negatieve gevoelens veroorzaken.

Maatregelen nemen tegen fotobewerking. Allereerst gaven participanten aan dat

bewustzijn moet worden gecreëerd bij gebruikers over het onrealistische beeld dat op Instagram wordt geschetst, en dan specifiek door middel van het nemen van maatregelen tegen fotobewerking. De perfecte plaatjes op Instagram zijn mede mogelijk door de

uitgebreide fotobewerking apps die tegenwoordig beschikbaar zijn voor iedereen. De meeste participanten gaven aan wel te kunnen herkennen wanneer een foto is bewerkt en het

daardoor goed te kunnen relativeren. Maar niet iedereen merkt dit op. Zo geeft Dewy

bijvoorbeeld toe: ‘ik weet heus wel dat photoshop bestaat en dat het allemaal met appjes kan maar ik heb toch wel het idee dat zeker m'n vrienden gewoon dingen posten zonder

photoshop maar dat is denk ook niet zo (…) Ik ben daar best wel naïef in’. Om te voorkomen dat jongeren zich gaan vergelijken met onrealistische perfecte plaatjes, is het belangrijk dat

(33)

wordt aangegeven wanneer een foto bewerkt is. Dewy is het hiermee eens en zegt: ‘ik denk dat je wel echt met een andere blik naar Instagram gaat kijken en dat je dus doordat je weet wat de insteek is dat je dan zelf kan kiezen hoe je ernaar gaat kijken in plaats van dat je misleid wordt’. Andere participanten stemmen hier ook mee in en vinden dat mensen het recht hebben om te weten wanneer een foto bewerkt is. Zo geeft Eef aan: ‘ik vind dat het ergens duidelijk moet zijn dat de foto gefotoshopt is’. Ook Marianne heeft hier een duidelijke mening over: ‘weet je als je zo graag dingen wilt bewerken doe dat dan, maar zeg het dan ook. Wees transparant’. Tot slot geeft Suzanne aan het een goede oplossing te vinden, omdat het goed is om meer inzicht te krijgen in wanneer foto’s zwaar bewerkt zijn en dus niet de realiteit zijn. Claartje gaat een stapje verder en vindt dat er vanuit de overheid naar zou moeten worden gekeken. Volgens haar zijn er op het moment te weinig regels en wetten over wat wel en niet online mag worden gezet.

Naast de optie om de foto’s in de toekomst te voorzien van een disclaimer, geven enkele participanten aan het een goed idee te vinden om een functie te ontwikkelen die het mogelijk maakt de originele foto te kunnen bekijken. Ze zijn zich ervan bewust dat dit erg lastig te bewerkstelligen is omdat deze keuze bij de persoon ligt die de foto plaatst, maar zien toch al stappen in de goede richting. Eef legt uit wat ze voor zich ziet: ‘bij wijze van spreken een functie dat je je vinger erop kan houden. Dat heb je ook bij photoshop dan hou je je vinger erop en dan kun je de originele foto zien’. Zoals eerder genoemd doen steeds meer influencers hier al aan mee en laten een meer ‘echte kant’ van zichzelf zien door middel van het laten zien van voor- en na foto’s of het creëren van een geheel nieuw account waar ze hun alter-ego laten zien, oftewel hun echte ‘ik’. ‘Als influencer heb je zoveel macht. Ik vind dat je dan ook een rolmodel moet zijn en moet kunnen laten zien van ik gebruik photoshop en daar is niks mis mee maar kijk dit is de originele foto. Ik denk wel dat dat voor heel veel mensen zou helpen’, aldus Eef.

(34)

Verschillende participanten hebben laten weten dat ze vinden dat mensen met veel bereik, en dus in een positie zitten om invloed uit te oefenen op meerdere mensen tegelijk, hun verantwoordelijk moeten nemen. Marianne geeft aan dit een lastige kwestie te vinden: ‘ja ik vind het lastig want ze laten alleen maar plaatjes van zichzelf zien. Kijk zodra zij een slechte levensstijl laten zien (…) Bijvoorbeeld een influencer weet dat ze door allemaal 16-jarigen uitgebreid gevolgd wordt en op haar Instagram komt naar voren dat roken echt cool is, dan denk ik dat daar wel een verantwoordelijkheid ligt’. Suzanne haak hierop in en zegt: ‘Monica Geuze (bekende Instagrammer) laat ook in geuren en kleuren zien hoe ze dingen laat opspuiten terwijl zij allemaal jonge volgers heeft. Ik vind dat een moeilijke grens want ze mag natuurlijk alles delen wat ze wil maar je hebt wel een voorbeeldfunctie’. Hannah is het hiermee eens en zegt: ‘het is een beetje dubbel want aan de ene kant moeten zij ook gewoon kunnen doen wat ze willen. Maar ook al kies je er niet helemaal voor je draagt toch een bepaalde verantwoordelijkheid voor die miljoenen mensen die jou volgen’. Ze voegt hieraan toe: ‘influencers hoeven echt niet ineens hun diepste, donkerste trauma’s te gaan delen maar meer van ik ben ook maar een mens en dit is nu mijn leven en misschien iets meer de menselijke kant ervan laten zien’. Marianne ziet dit voor zich in de vorm van campagnes (met bekende Instagrammers) die de werkelijkheid achter Instagram laten zien en advies geven over hoe je Instagram op een gezonde manier kunt gebruiken. Eef heeft een goed voorbeeld van een influencer die duidelijk niet haar verantwoordelijk neemt: ‘ik zag laatst dat de bekendste body positivity influencer van Nederland foto’s van zichzelf in bikini plaatste waarbij ze aanmoedigde jezelf bloot te geven maar dat ik er vervolgens achter kwam dat de foto compleet bewerkt was. Dat vind ik dan heel erg’.

Materiaal ontwikkelen voor zowel kinderen als ouders over verantwoordelijk Instagram gebruik. De tweede oplossing die door de participanten is genoemd is het

(35)

gebruik. Voortbordurend op de eerste indicator kan volgens verschillende participanten bewustzijn worden gecreëerd door op basis- en middelbare scholen psychologische

ondersteuning te bieden zodat kinderen meekrijgen wat echt en nep is om daarmee (hopelijk) de negatieve effecten te kunnen beperken. Claartje trekt het nog breder en zegt: ‘ik denk eigenlijk dat ze sowieso binnen de basis- en middelbare scholen eigenlijk al veel meer moeten gaan nadenken over een toekomstperspectief en de mogelijkheden binnen

technologie en de consequenties daarvan (…) Ik denk dat het wel echt een ding is wat nu in onze maatschappij leeft en heel veel mensen beïnvloedt en ik denk dat het wel belangrijk is dat mensen erop geattendeerd worden dat het niet de realiteit is’. Dit is in lijn met wat Eef aangeeft: ‘ik denk dat als je maar vroeg genoeg begint met lessen, dat dat zeker kan helpen’. Naast jongeren zelf, vinden de participanten dat ook ouders moeten worden betrokken in dit proces omdat het gedrag van jonge kinderen voor een groot deel wordt gevormd door de opvoeding van de ouders. Claartje zegt hierover: ‘ik denk dat we op een bepaalde manier moeten gaan leren omarmen dat sociale media nu zo'n grote rol spelen en dat het allemaal niet echt is’. Ze voegt daaraan toe: ‘ik denk dat het allergrootste probleem is dat heel veel mensen het niet als een probleem zien. Dat heeft dan misschien ook te maken met

bewustwording maar misschien zou je ook al kunnen kijken om de oudere generaties al kennis proberen mee te geven en dat zij het al voor een groot deel in de opvoeding voor de aankomende nieuwe generaties kunnen implementeren’. Zo zouden ze bijvoorbeeld een app limiet kunnen instellen voor hun kind(eren) of bepaalde tijdvakken instellen dat je op Instagram kunt om overmatig Instagram gebruik te voorkomen. Verschillende participanten gaven aan dat deze externe controle goed voor hun zou kunnen helpen.

Het (tijdelijk) stoppen met Instagram of ontvolgen van accounts die negatieve gevoelens veroorzaken. Tot slot gaven verschillende participanten aan dat ze

(36)

bewuster moeten gaan kijken naar de verschillende accounts die ze volgen en de gevoelens die deze accounts met zich meebrengen. Hannah denkt dat dit proces voornamelijk bij de gebruikers zelf ligt: ‘ik denk dat het niet iets is wat Instagram kan doen maar echt iets is wat vanuit de mensen zelf moet komen. Die staan eigenlijk met één been in de echte wereld en met één been in een soort van kunstmatige perfecte Instagram wereld en het is best wel moeilijk om jezelf daar soms uit te trekken zeker voor mensen die eigenlijk heel onzeker zijn over hun eigen leven en dus eigenlijk liever het leven van iemand anders gaan leiden via Instagram’. Claartje voegt hieraan toe: ‘ik hoop gewoon dat mensen wel op een bepaalde manier durven in te zien wat het met ze doet en het niet wegzetten als iets van ja weet je het is zo dus het is wel goed’. Marianne zegt hierover het volgende: ‘er moet iets komen

waardoor mensen bewuster gaan worden van zichzelf: van ik kies ervoor om hiernaar te kijken en ik erken mijn onzekerheid’. Om dit te bewerkstelligen stelt Dewy een Instagram scan voor die voor iedereen beschikbaar is met als doel dat gebruikers bewust worden van hun eigen Instagram gebruik en de gevolgen ervan. Vervolgens kan naar een passende oplossing worden gezocht, zoals het ontvolgen van bepaalde accounts of zelfs (tijdelijk) helemaal stoppen met Instagram. Suzanne geeft toe dat dit voor haar mogelijk een oplossing kan bieden: ‘voor mezelf is het toch gewoon wat strenger zijn en ja misschien ook bepaalde accounts ontvolgen die mij af en toe een vervelend gevoel geven of onzeker maken’. Het ontvolgen van bepaalde accounts of het stoppen met Instagram zou ook een oplossing kunnen bieden om FoMO (in bepaalde mate) tegen te gaan. Zo gaf Emma aan: ‘daarom wil ik

eigenlijk ook wel misschien stoppen met Instagram, omdat ik het al lastig vind om gewoon blij te zijn met de situatie waar ik op dat moment ben en of dat nou op de bank is of op vakantie. Dat je dan zo erg bezig bent met wat andere mensen aan het doen zijn terwijl ik ook blij moet zijn als ik juist even lekker een avondje vroeg in me bed lig en dan niet van

(37)

FoMO voor haar enigszins te voorkomen: ‘er zijn ook weleens avonden geweest dat ik gewoon geen zin had en de volgende ochtend bewust niet heb gekeken naar Instagram omdat ik er continu mee werd geconfronteerd dat ik er niet was’. Daarentegen liet Evian weten dat het stoppen met Instagram voor haar juist FoMO zou veroorzaken en dat ze daarom niet van plan is om te stoppen.

Conclusie & discussie

Het doel van de studie was het geven van inzicht in de gedragingen en ervaringen van lurkers op Instagram en de invloed hiervan op hun mentale gezondheid. Om dit te realiseren zijn interviews gehouden met ervaren Instagram gebruikers die zowel vrienden als

influencers en andere beroemdheden/ publieke figuren volgen. Ondanks dat participanten aangaven zich bewust te zijn van het onrealistische beeld dat Instagram schetst, ervaren sommige participanten gevoelens van frustratie, jaloezie, onzekerheid en zelfs depressie op Instagram. De bron van de content speelt daarbij een belangrijke rol. Hoewel Instagram content van vrienden meer frustratie en jaloerse gevoelens kan opwekken vanwege FoMO, leidt Instagram content van influencers en andere beroemdheden/ publieke figuren vooral tot onzekerheid door sociale vergelijking. De interviews hebben ook oplossingen aan het licht gebracht om deze negatieve uitkomsten te verminderen. Deze zijn voornamelijk gericht op het vergroten van het bewustzijn onder Instagram gebruikers over het onrealistische beeld dat Instagram vertoont. De interviews hebben een diverse reeks aan percepties opgeleverd die zijn onderverdeeld in drie dimensies: ‘motivaties van lurkers om Instagram te gebruiken’, ‘processen die lurkers ervaren op Instagram’ en ‘oplossingen die mogelijke negatieve effecten kunnen reduceren in de toekomst’.

Aangezien de motivaties van jongeren om bepaalde Instagram content te bekijken mogelijk invloed heeft op de manier waarop de content wordt ervaren, zijn allereerst vier

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar aanleiding van destijds naar voren gekomen klachten over problemen op bodemfysisch terrein op de lössgronden in Zuid-Limburg werd in de jaren 1967-1970 op een

• Beslag of bekappen: door hogere slijtage van de hoeven op harde ondergrond (Hit actief (bewegingsstal), Centaur stal, PTV stal) zullen veel paarden moeten worden voorzien

In grafiek 2 zijn de lineaire regressielijnen weergegeven voor de onverpakte en (in geperforeerd en ongeperforeerd folie) verpakte komkommers. Het kleur- verloop is gedurende 25

Er is ook geen verschil gevon- den in aantal kreupele dieren tussen hokken met een metalen driekantrooster (zonder mest- spleet) en hokken met een betonrooster (zon- der

Dit is minder dan de hoeveelheid graan die in het 2020basisscenario wordt gebruikt voor productie van bio ethanol in de EU27, namelijk ruim 29 miljoen ton graan tabel 4.1.. Door

Figure 62: Feature importance of survival random forests performed on bench- mark variables of time-interval preprocessing of roll-in and follow-up period (all cases of

Lastly the concept of the ‘work of hope’ (Pedersen, 2012) was brought up which brings us to the following chapter. Surprise consumerism is not just consumed individually but also has

Amsterdam and Toronto remain very different in the housing opportunities they offer and the trajectories they are moving towards; Amsterdam seems to simultaneously moving towards