• No results found

De wc-rol, of de boodschap van toiletten in "teen films"

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De wc-rol, of de boodschap van toiletten in "teen films""

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De wc-rol

Of de boodschap

van toiletten in teen

films

Zoë Huisman, 4261763

Scriptiebegeleider Timotheus Vermeulen

Opleiding Algemene Cultuurwetenschappen

Radboud Universiteit Nijmegen

18 februari 2016

(2)

Dankwoord

Hartelijk dank aan Timotheus Vermeulen voor het begeleiden van deze scriptie. Veel dank aan Faisa, Yumi, Beau, Mickey, Anne, Marit, Daan, Leander en ook een beetje aan Niels voor het doorlezen en nakijken.

(3)

Inhoudsopgave

Inleiding p. 4 Hoofdstuk 1 – Het toilet in Mean Girls p. 9 1.1 Hybriditeit: de behoefte en het voortvloeisel p. 9 1.2 Van non-plees naar place p. 13 Hoofdstuk 2 – Het toilet in Easy A p. 27 2.1 Coming out of the closet: De potentie van formlessness p. 27 2.2 Het sociaal behoudend kabinet p.29 Conclusie – alles nog eens op een hoop p. 37 Bronnenlijst p. 39 Bijlage p. 42

(4)

Inleiding

Het toilet schittert in afwezigheid in het merendeel van de films. Zo zijn er in de succesvolle Star Wars-reeks en Lord of the Rings-trilogie geen wc’s te bekennen, terwijl een gemiddeld mens het toilet toch minstens eenmaal daags een bezoek brengt. Des te opvallender zijn daardoor de scènes waarin het toilet wel een rol speelt. Aangezien de representatie van het toilet in films lang taboe is geweest dankzij de Hollywood Production Code (HPC), een code die een geheel aan regels bevatte over wat Hollywoodfilms wel en niet mochten vertonen, is dit binnen de cinematografie een relatief nieuwe ruimte. Joe Breen, het hoofd van de administratie-afdeling van de Production Code in de jaren ‘50, voegde een artikel toe die het vertonen van ‘toilet humor’ in Hollywoodfilms verbood. ‘Treatment of low, disgusting, unpleasant, though not necessarily evil, subjects should be subject always to the dictates of good tastes’ stond er in het artikel en maakte daarmee de vertoning van toiletten in Hollywoodfilms onwettig.1 Sindsdien is er veel veranderd op het gebied van toiletten in films. Niet alleen bestaan er tegenwoordig verschillende Hollywoodfilms met toiletscènes en zelfs toilethumor, ook is hier -hoewel het aanbod beperkt is- op filmwetenschappelijk gebied aandacht aan besteed. David Resnick schrijft in zijn artikel ‘Toilet Training: The Meaning of Bathroom Scenes in School Movies’ over de betekenis van het toilet in Charlie Bartlett (2008).2 Resnick koos voor zijn onderzoek echter een film waarin het toilet een hoofdthema is, wat het toilet als subthema in een film, zoals ik zal gaan doen, niet raakt. Olga Gershensen en Barbara Penner schrijven in hun boek Ladies and Gents. Public Toilets and Gender, samen met co-auteurs van verschillende takken van wetenschap, via verschillende invalshoeken over de functie van toiletten in relatie tot gender.3 In de inleiding schrijven ze hoe ze in 2004 essays over het toilet voor hun bundel wierven met een gepubliceerde Call for Papers.4 Hierin riepen ze op tot een schrijfactie voor wetenschappelijke artikelen met als onderwerp het toilet. Ook zij merken op dat het toilet binnen de wetenschap nogal laat ontdekt is en daardoor nog veel aan informatie te 1 Jeff & Simons (2001): 154. 2 Resnick (2010): 197. 3 Gershenson & Penner (2009): 11-13. 4 Gershenson & Penner (2009): 1.

(5)

winnen heeft.5 Frances Pheasant-Kelly stelt in haar essay, waar ze de representaties van mannen in de films Full Metal Jacket, Pulp Fiction en There’s Something About Mary onderzoek, dat de toiletruimtes in Hollywoodfilms bijna altijd een verminderde mannelijkheid en soms moord en doodslag en emotionele bedaardheid weergeven.6 Met deze scriptie breek ik graag een lans voor het toilet binnen de filmwetenschap. Zie het als een gehoor aan de Call for Papers uit 2004. De wc is filmwetenschappelijk gezien achtergesteld, terwijl ze binnen filmplots zeker niet onbetekenend is (ook niet ten opzichte van andere ruimtes) en binnen de filmkunst minstens net zozeer van belang is als andere ruimtes die we ook in verschillende films weerzien, zoals een autoweg of een suburb. Specifiek zal ik me richten op de functie van het toilet binnen de plot van het teen film-genre. Dit genre is voor het analyseren van de rol van toiletten in films interessant omdat toiletten als openbare ruimtes hierin vaak een belangrijke rol vervullen, aangezien jongeren door gebrek aan eigen ruimtes zich moeten toeleggen op openbare ruimtes en daarbij door leerplicht vastzitten aan openbare ruimtes in high schools.7 Adolescenten kunnen in de toiletruimte opereren zonder volwassenentoezicht, deze ruimte vrijblijvend gebruiken en daardoor eigen regels hanteren. Deze omstandigheden scheppen voor het toilet een aantal mogelijkheden die bij andere ruimtes in films ontbreken. De functies van de toiletruimtes in teen films vloeien voort uit die mogelijkheden. Dit zal een uiteenzetting zijn van de representatie van de toiletruimte in films, die niet zoals in Resnicks artikel een hoofdruimte is en eerder vrouwelijk of gemengd is dan mannelijk. Daarmee zal ik de stelling van Frances Pheasant-Kelly over de algemene weergave van toiletruimtes in Hollywoodfilms bijstellen. Deze scriptie zal zich wijden aan een invalshoek over de representatie van toiletruimtes in films die niet eerder wetenschappelijk toegelicht is en daarmee het wetenschappelijke debat daaromtrent uitbreiden en mogelijkheden bieden voor een verdere discussie rondom dit onderwerp. De films die ik zal analyseren zijn beiden Amerikaanse films en gemaakt in de jaren 2000-2010, namelijk Mean Girls (2004) van Mark Waters, en Easy A (2010) van Will 5 Gershenson & Penner (2009): 19. 6 Gershenson & Penner (2009): 25, 26. 7 Childress (2004): 195.

(6)

Gluck. Ik heb gekozen voor twee films uit hetzelfde land, genre en dezelfde periode omdat de functie van het toilet daardoor beter te duiden is en mijn onderzoek niet te ongestuurd wordt. Daarnaast maakt de context van eenzelfde genre, dankzij zijn begeleidende functie, de rol van een ruimte (zoals het toilet in dit geval) duidelijker. Een genre werkt voor de toeschouwer als een soort gids. Door een film in een genre te plaatsen weet de toeschouwer wat hij kan verwachten en hoe hij een film moet lezen.8 Als we in een film bijvoorbeeld een lone hero met een cowboyhoed en een prairie zien, dan weten we dat we met een western te maken hebben.9 Deze genrecodes worden conventioneel en zo uiteindelijk traditioneel. Omdat ik het toilet zal behandelen als regelmatig terugkerend, ruimtelijk element uit een bepaald genre (zoals een leidmotief in literatuur- en muziekwetenschappen) en te maken zal hebben met een heersende traditie van dit element zal ik het toilet als ‘chronotoop’ onderzoeken. Deze term komt van de Russische literatuurcriticus Mikhail Bakhtin en is oorspronkelijk een concept binnen de literatuurwetenschap. Bakhtin vond het problematisch dat tijd en ruimte binnen een narratief altijd als gescheiden eenheden werden behandeld. Als oplossing voor dit probleem bedacht hij de term ‘chronotoop’ (letterlijk ‘tijdruimte’).10 Tijd en ruimte werden aan de hand van deze term niet langer als gescheiden onderdelen behandeld, maar als één en hetzelfde component van een narratief. Een chronotoop bevat altijd intertekstuele elementen.11 Dat wil zeggen, de chronotoop zegt iets over een traditie binnen een bepaald soort teksten, of in dit geval binnen een bepaald soort films. De chronotoop is de representatie van de tradities en structuren die helpen bij de definitie en herkenning van het genre waar het zich in bevindt.12 De chronotoop doet dat door representaties concreet weer te geven, in de zin dat het representaties zichtbaar maakt, net zoals het dat doet in het geval van tijd (tijd wordt zichtbaar op het moment dat het ruimtelijk wordt).13 Zo is de wc in Charlie Bartlett 8 Bordwell & Thompson (2010): 336, 337. 9 Shary (2003): 41. 10 Schiffrin (2009): 423. 11 Schiffrin (2009): 423. 12 Bakhtin (1981): 15. 13 Smethurst (2000): 67.

(7)

(2007), zoals Resnick uiteenzet in zijn artikel, een plek waar leerlingen hun innerlijke gedachtewereld tonen en hun gevoelens over de oudere generatie uiten.14 In de teen film Heathers (1988) is het een plek waar de boulimia van de drie gelijknamige personages Heathers voor de toeschouwer duidelijk wordt.15 Dit zegt niet alleen iets over de karakters van deze personages, maar ook iets over bijvoorbeeld eigenschappen van de ruimte, de relaties tussen personages en het genre die op dat moment allemaal gerepresenteerd worden. Het toilet is als regelmatig terugkerende ruimte binnen de teen film blijkbaar een ruimte die dit genre nodig heeft. De hoofdpersonages van dit genre, de adolescenten, vormen de reden achter deze noodzaak. De functie van de chronotoop is daarom afhankelijk van de adolescente hoofdpersonages in teen films. Zoals Paul Smethurst het in zijn boek The Postmodern Chronotope uiteenzet: ‘Spatial practices [become] symbols and images of representational space’.16 De beelden van ruimtelijke handelingen die we in een film te zien krijgen worden zo symbolen (zoals overgeven in de toiletruimte in Heathers), die de chronotoop in de film representeert. Symbolische betekenissen vinden we door naar de ruimtelijke handelingen in een ruimte te kijken en naar de manier waarop die ruimte in beeld wordt gebracht. Een symbolische betekenis die we in het overgeven van de Heathers kunnen lezen, is dat het toilet een plek is waar dit geuit kan worden. In andere ruimtes uit de film zien we de Heathers niet overgeven. Het toilet is hier dus uniek in en zouden we kunnen lezen (zoals Resnick dit ook doet) als een veilige haven voor deze drie personages.17 Zo’n symbool is een bouwsteen van een genre, een teken dat de toeschouwer moet leiden. In het geval van het toilet kunnen we spreken van een ruimtelijk symbool dat structureel terugkomt binnen het genre van de teen film. Met dit kader als achtergrond luidt mijn hoofdvraag als volgt: ‘Hoe functioneert de chronotoop van het toilet binnen Amerikaanse teen films uit de jaren ‘00?’ Ik zal betogen dat de toiletruimte zowel in Mean Girls als in Easy A werkt als een liminale ruimte, maar elk op hun eigen wijze. Per film zal ik uitleggen hoe de wc als liminale ruimte werkt. Ik zal de toiletscènes van de twee films analyseren aan de hand van filmstijl en daarvoor 14 Resnick (2010): 204. 15 Resnick (2010): 199. 16 Smethurst (2000): 55. 17 Resnick (2010): 199.

(8)

kijken naar montage, ruimtegebruik van de acteurs en camera, acteerwerk en expressie van de personages. Dit zal ik doen aan de hand van het mise-en-scène filmanalyse-model van Bordwell en Thompson zoals uitgezet in hun handboek Film Art (2010). Aan de hand van deze analyses zal ik in mijn conclusie uiteenzetten wat de kenmerken van het toilet in de teen film zijn en de hoofdvraag beantwoorden.

(9)

Hoofdstuk 1 – Het toilet in Mean Girls

In dit hoofdstuk zal ik uiteenzetten hoe de toiletruimte in Mean Girls (MG) functioneert als liminale ruimte. Liminaal betekent ‘tussen twee geaccepteerde rollen’ en ‘overgang’.18 Een liminale ruimte is ‘tussen’, een ruimte die mogelijkheid biedt voor het afdoen van schijn en statussen, het herzien van rollen en het afbreken van structuren.19 De liminale functie van het toilet in MG uit zich op twee manieren, namelijk het toilet als hybride ruimte en van non-place naar place. Ik zal deze aspecten illustreren aan de hand van theorieën hierover van Homi Bhabba en Marc Augé, het boek Ladies and Gents: Public Toilets and Gender van Olga Gershenson en Barbara Penner, en de artikelen ‘The street as a liminal space: the barbed spaces of childhood.’ van M.H. Matthews, ‘Stalls between Walls. Segregated Sexed Spaces’ van Alex Schweder, ‘Teenagers, Territory and the Appropriation of Space’ van Herb Childress en ‘The End of Public Space? People’s Park, Definitions of the Public, and Democracy’ van Don Mitchell. 1.1 Hybriditeit: de behoefte en het voortvloeisel […] A fraught, anxious and ambivalent condition. It is about how you survive, how you try to produce a sense of agency or identity in situations in which you are continually having to deal with the symbols of power and identity.20 Zo definieert Homi Bhabba, een invloedrijke theoreticus rondom deze term, hybriditeit. ‘A hybrid combines unlike parts, which may give rise to mixed or contradictory identities.’21 Zo reflecteert M.H. Matthews over Bhabba’s hybriditeit in zijn artikel ‘The street as a liminal space: the barbed spaces of childhood.’. Hybriditeit, zo beargumenteert hij, is een belangrijk onderdeel van de vorming van een liminale toestand en ruimte. Matthews vergelijkt deze staat en dit proces van hybriditeit met die van een puber. Pubers proberen hun kindertijd af te schudden en zien tegelijkertijd een nieuwe maatschappelijk identiteit tegemoet, namelijk die van volwassenheid. Ze zijn gedurende dit proces geen kind, maar ook geen volwassene. Deze ambivalente en onderdrukte positie is wat de toestand en het zijn van een puber definieert.22 18 Merriam-Webster (2016). 19 Matthews (2003): 103. 20 Bhabba (1994): 219. 21 Matthews (2003): 103. 22 Matthews (2003): 103.

(10)

Een high school, de plek waar de personages in MG zich het vaakst bevinden, is een onderkomen voor deze hybride mens. In MG is de toiletruimte een belangrijke ruimte, waarin de hoofdpersonages zich meerdere malen begeven. Overeenkomstig met diens bezoekers, is de toiletruimte een hybride ruimte, zowel in ontwerp, als in bezoekers. Verschillende groepen, van laag tot hoog op de sociale ladder, komen hier samen. Zo kunnen we in de eerste toiletscène alleen Cady, maar de volgende toiletscènes ook Janice, verschillende figuranten, de plastics en zelfs Damian waarnemen. Dit is te verklaren aan de hand van een fragment uit ‘Teenagers, territory and the appropriation of space’ van Herb Childress. Hij schrijft: Through their legal status as ‘minors’, American teenagers are legally prohibited from property ownership. In order to claim places, therefore, young people must appropriate and occupy the places of others. This makes territorial markers and behavior the primary mode of spatial claiming among teens.23 Scholieren van verschillende sociale klassen, die in de kantine nog gescheiden van elkaar zitten en daar verschillende regels over hebben, gedragen zich in de toiletruimte alsof die distinctie opeens niet geldt. In MG is dit mooi geïllustreerd door figuranten voor en achter de hoofdpersonen langs te laten lopen (zie afbeeldingen na deze alinea). Doordat ze, in elk geval op de high school, geen plek voor zichzelf hebben zijn ze toegewezen op openbare plekken en op elkaar. In de hybride staat moeten leerlingen zich ontworstelen aan de macht van volwassenen (en de macht van medeleerlingen). Ze proberen zich binnen ruimtes een identiteit aan te meten en de afbakening die daarvoor nodig is leidt tot bijvoorbeeld de ongeschreven regels van separatie in de kantine. Over deze plekken en over elkaar wordt in de high school gestreden, maar kennelijk is de wc daar een uitzondering op. De meiden (in de bijlage staat de verantwoording voor het gebruik van deze term) lijken de strijdbijl voor even te kunnen begraven om zich toe te spitsen op zaken die bij een toiletbezoek horen (zoals ontlasten en opmaken), omdat ze niet op kunnen tegen de regel van gezamenlijkheid die hen door volwassenen is opgelegd. 23 Childress (2004): 195.

(11)

(12)

In de toiletruimte kunnen leerlingen meer vloeiende modellen van sociale relaties hebben. Het liminale van de toiletruimte wordt hier duidelijk. Rollen worden herzien en sociale structuren afgebroken. Childress beargumenteert deze vloeiende eigenschap van pubers: Young people are among the most frequent users of public spaces. […] Is it also (as I believe) because they are more intensely public beings. […] Teenagers are seen as ‘pre-adult’ which means that they employ a more fluid model of social relations […].24 Deze ‘pre-adult’ fase, waar Bhabba’s hybriditeitsstaat bij komt kijken, zorgt ervoor dat de functie van de toiletruimte breder is dan alleen ontlasten. De publieke wezens in MG, de leerlingen, gebruiken de ruimte veelzijdiger en gaan veelomvattender met elkaar om dan in andere scènes. De scholieren lopen door elkaar, hoofdpersonages praten met figuranten en de focus van een shot op deze hoofdpersonages wordt soms verstoord door een voorlangs lopende figurant. Bhabba claimt dat er een ruimte bestaat ‘in between the designations of identity’.25 Die ruimte zou de mogelijkheid voor culturele hybriditeit scheppen, die onderling verschil toelaat zonder daar een veronderstelde of opgelegde hiërarchie bij aan te brengen, net zoals een liminale ruimte. Hoewel Bhabba hiermee een abstracte ruimte bedoelt, lijkt het toilet in MG hier een concrete ruimte 24 Childress (2004): 196. 25 Easthope (1998): 145.

(13)

voor te zijn. Zo bevat de toiletruime tegengestelde eigenschappen. Het toilet is zowel privé als sociaal, sacraal als profaan, schoon als vies en open als dicht.26 De toilethokjes zijn de enige ruimtes in de film die de mogelijkheid bieden om alleen te zijn. Althans, ze bieden illusionaire afzondering, aangezien de hokjes wel dicht kunnen maar de deurtjes de ruimte niet volledig afsluiten (zie Cady’s voeten onder het deurtje uitsteken op de afbeelding uit de volgende paragraaf). Cady zou zich in de ruimte kunnen voortbewegen, maar alleen als ze daarvoor de openbare, sociale ruimte intreedt waar de hokjes zich op hun beurt in bevinden. Helemaal solitair zijn de hokjes dus niet. Toch blijkt deze illusie van afgezonderdheid voor Cady genoeg afzondering te bieden, aangezien haar expressie hierbij boekdelen spreekt. Dit ‘in-between’ aspect is liminaal omdat de ruimte van solitair naar sociaal overvloeit zonder volledige, rigide begrenzing. De algemene toiletruimte is in-between omdat die zowel openbaar als privé is. Kort wil ik nog beargumenteren dat de toiletruimte hybride is door diens ‘trans’ eigenschap. De ruimte is geen vaste verblijfplaats. De leerlingen in MG gebruiken de wc als basis of tijdelijk veilige haven, ze zijn er niet permanent. Het toiletbezoek is gebonden aan tijdelijkheid en doorgang, afhankelijk van de aard van je en de vluchtigheid van een toiletbezoek. Dit heeft de wc te danken aan diens ontwerp en instructieve karakter. 1.2 Van non-plees naar place Cady heeft haar plek op de high school nog niet veroverd, gaat confrontatie met anderen uit de weg en zoekt haar toevluchtsoord op de wc. Doordat er teveel nieuwe eisen aan haar worden gesteld waar ze nog niet zelfstandig genoeg voor is (kenmerkend voor een adolescent) trekt ze zich terug in een ruimte waar ze met geen andere oordelen en verwachtingen dan die van zichzelf wordt geconfronteerd (kenmerkend voor de wc als chronotoop).27 We zien haar hier afgesloten en alleen, met als enige gezelschap wat lege wc-potten. Dit shot laat de letterlijke in-betweenness van de toiletruimte zien, aangezien Cady zich tussen twee lege toilethokjes bevindt. 26 Gershenson & Penner (2009): 17. 27 Kohnstamm (2009): 73.

(14)

De aankleding van deze scene, samen met Lohans acteerspel, vertellen ons dat dit wel zo’n beetje de minst eerbiedige plek is om te lunchen. Cady is bovendien niet omgeven door vrienden of klasgenoten, zoals de andere leerlingen in de scène ervoor, maar door een paar door tl-licht verlichte toiletten. De deuren van de andere wc’s staan open, om ons duidelijk te maken dat hier verder niemand is. Om het helemaal droevig te maken, zit er een kleine deuk in Cady’s hokje en hangt er naast haar een dun rolletje wc-papier waar de vingerafdrukken nog in gemarkeerd zijn.

(15)

Naast dat ‘privaat’ daadwerkelijk ‘toilet’ of ‘wc’ betekent, functioneert het solitaire aspect van dit grotendeels afgesloten wc-hokjes als antoniem van ‘openbaar’.28 Cady zoekt op haar eerste schooldag, vanwege haar onvermogen om te socialiseren, meteen de ruimte die zich het beste leent om niet sociaal te hoeven zijn op en haar zo terugbrengt naar de privésfeer waar zij tot dan toe altijd in geleefd heeft. De wc als chronotoop functioneert zo als veilige haven voor de adolescent. De keuze voor deze ruimte is aan de ene kant opvallend, aangezien het als lunchplek een treurige keuze is. Aan de andere kant is deze troosteloosheid, of liever verlatenheid, tegelijkertijd de verklaring voor deze keuze. Dit toilethokje bevindt zich in een onbewoonde, verlaten en troosteloze ruimte, met uniforme wc-stallen en blauw-gele kleuren. Een wc is bovendien een tussenplaats waar men normaliter een behoefte pleegt en weer vertrekt. Deze uniformiteit, hybriditeit, liminale ‘trans’-eigenschap en openbaarheid geven een sein af dat deze ruimte geen territoriale intenties heeft. Het geeft Cady de ruimte om zich in dit retraite-oord te vestigen en zich deze toe te eigenen.29 Childress schrijft over jongeren en ruimtebezetting: Teenagers occupy a different space than most of their adult couterparts: the meaning-laden space of use and belonging; the political space of appropriation; the temporally fluid space or arrival, claiming and departure.30 Volgens Childress is de occupatie van tussen- of tijdelijke-ruimtes door jongeren een gangbaar fenomeen. Jongeren zijn creatief in het gebruiken van ruimtes, zeker als deze eenzijdig gebruikt worden. Dit zien we terug aan de occupatie van het toilet als chronotoop. Cady is hier met haar toiletvordering een voorbeeld van. Ook al is deze ruimte nog steeds niet Cady’s eigendom, zij gebruikt deze onbemande ruimte wel om de illusie van intimiteit en privacy te wekken. Tieners worden er altijd toe gedwongen om ruimtes van anderen te ‘lenen’, aangezien ruimtes altijd eigendom zijn van volwassenen.31 Het toilet is op dit moment geschikt voor Cady, omdat deze verlaten en 28 Van Dale (2016). 29 Childress (2004): 197. 30 Childress (2004): 204. 31 Childress (2004): 195.

(16)

onbewoond is en in ontwerp voor niet veel andere functies lijkt te dienen dan voor ontlasting. Dit maakt van het toilet een zogenaamde ‘non-place’. Marc Augé omschrijft de non-place als een ruimte die gevormd is in relatie met bepaalde bedoelingen (bijvoorbeeld transport, doorvoer, handel en vrije tijd) en de relatie die individuelen met deze ruimte hebben. Hij schrijft ‘[…] non-places mediate a whole mass of relations, with the self and with others, which are only indirectly connected with their purposes.’32 Actoren kunnen een non-place anders gebruiken dan deze bedoelt, alleen hebben al deze gebruiken indirect wel te maken met diens functie en ontwerp (bijvoorbeeld ontlasten, in het geval van het toilet). Zo heeft ieder individu een solitair contract met een non-place, gebaseerd op waar deze in eerste instantie voor ontworpen is. Daarmee zijn non-places ‘instructed for use’, ruimtes met een gebruiksaanwijzing.33 Als gevolg daarvan is een non-place volgens Augé altijd non-relationeel, -historisch en identiteitsloos.34 In eerste instantie lijkt de toiletruimte in MG inderdaad op een non-place, ontworpen voor het plegen van een behoefte. Vooral voor Cady, die met deze specifieke plek geen enkele andere relatie heeft dan dat specifieke moment. Cady gebruikt de wc dan om te lunchen, wat afwijkt van de oorspronkelijke functie van de wc. Voor de toeschouwer verandert de wc op dat moment van een non-place naar een plek die gelaagd is en waar een identiteit en historie bij hoort. Hoe meer er op het toilet gebeurt, hoe meer deze genius loci zich ontwikkelt, wat gedurende de film ook gebeurt. De film maakt zo gebruik van een non-place, maar verandert vervolgens deze, op ontwerp gebaseerde functie. Dit gebeurt dankzij de adolescente personages uit de film die geen keus hebben dan te bewegen en te handelen op openbaar eigendom, vanwege hun hybriditeitsstatus die ik hiervoor uiteen zette. De hoofdpersonages in deze teen film creëren dankzij hun behoefte hiernaar hun eigen place, namelijk de chronotoop. Daarnaast zijn adolescenten volgens Childress ook meer sociale wezens dan volwassenen, wat een andere verklaring voor de occupatie van openbare ruimtes door jongeren zou zijn. 32 Augé (1995): 94. 33 Augé (1995): 94, 96. 34 Augé (1995): 63.

(17)

Er valt er een zekere link te leggen tussen scholieren zoals die in MG en daklozen. In het artikel ‘The End of Public Space? People’s Park, Definitions of the Public and Democracy’ van Don Mitchell beschrijft hij het omzetten van het ‘People’s Park’, waar veel daklozen en krakers rondhangen, naar een volleybalveld. De University of California bezat de grond waar het park gevestigd was en kreeg teveel klachten van omwonenden en studenten omdat het park overspoeld zou zijn met krakers, drugsdealers en dergelijke.35 De daklozen die zich in het openbare park bevonden, zo schrijft Mitchell, gebruikten het park op de manier waarop het zich voor hen aandeed, namelijk openbaar en vrij toegankelijk. Dat ze daarvoor dat park uitkozen zou te maken hebben met het feit dat daklozen geen privaat stuk grond hebben, geen huis, en dus nergens anders terecht zouden kunnen. Leerlingen worstelen qua ruimtegebruik met ongeveer dezelfde obstakels als de daklozen in People’s Park en gebruiken net zozeer openbare ruimtes op hun high school als daklozen elders. Binnen schooltijd zijn de leerlingen ‘dakloos’, ze hebben dan geen eigen onderkomen. De leerlingen in MG hebben, in tegenstelling tot de daklozen, een voordeel aan ‘hun’ openbare ruimte. Het toilet heeft de ruimte van een particuliere, privéruimte, namelijk het toilethokje. Mitchell schrijft: The ability of citizens to move between private property and public space determined the nature of public interaction in the developping democracy in the United States (Fraser 1990; Habermas 1989; Marston 1990). In modern capitalist democracies like the United States, “owners of private property freely join together to create a public, which forms the critical functional element of the political realm” (Marston 1990:445). To be public implies access to the sphere of private property.36 Ook al bezitten de leerlingen de toilethokjes niet en zijn deze klein en maar half gesloten, de illusie van privacy is er wel en maakt dat de leerlingen zich grotendeels aan het publieke kunnen onttrekken. Ze kunnen zich, zoals Mitchell schrijft over de burgers van Amerika, in de toiletruimte bewegen tussen privé (ook al is dit niet hun eigendom) en publiek. Deze eigenschap maakt het openbare van de toiletruimte aangenamer omdat het minder begrensd en verstikkend lijkt en meer opties biedt. Dit aspect maakt de ruimte ook liminaal, aangezien dit de mogelijkheid tot het afdoen van statussen vergroot. Er lijkt door deze privé-eigenschap een keuze-element in de toiletruimte te zitten: actief meedoen in de openbare ruimte of je passief terugtrekken in een (bijna 35 Mitchell (1995): 110. 36 Mitchell (1995): 116.

(18)

volledig, niet volledige afgesloten) privéruimte. Childress schrijft over openbaarheid dat het vaak als bedreigend wordt ervaren, aangezien de westerse samenleving zo gebaseerd is op bezit en privacy.37 De toiletruimte is zogezegd meer hybride dankzij diens private eigenschap, aangezien het onttrekking aan sociale machtsverhoudingen mogelijk maakt, een behoefte waar hybride identiteiten, Bhabba’s redenatie volgende, en het merendeel van de westerlingen volgens Childress, mee kampen.38 Het multifunctioneel gebruik van de chronotoop beschrijft Childress bij leerlingen die het atletiekveld bij hun school in de buurt gebruiken als voetpad en ontmoetingsplek.39 Childress schrijft dat verschillende volwassenen na dit incident de jongeren wezen op het feit dat ze voor de bezigheden die zij uitvoerden op het atletiekveld net zo goed de ‘western store’ konden gebruiken. Hij beargumenteert dat dit voor bepaalde groepen leerlingen echter niet mogelijk was omdat die al bezet was door een groep stoners. Groepen die zich niet onder die noemer konden scharen hadden daardoor een andere plek nodig om te claimen. Voor alle meiden in MG schijnt deze groepenscheiding of ruimteclaim bij het toilet niet het geval te zijn. Niemand wijst Cady er in de film op dat zij daar niet mag zijn of zich op bezet territorium bevindt –zoals in de kantine wel het geval is. Dat geldt ook voor andere personages in de toiletruimte die, ondanks de aanwezigheid van anderen, geheimen met elkaar delen en snode plannen opzetten. De hybriditeitsstatus van de hoofdpersonen van dit genre zorgt dat de behoefte naar een (in eerste instantie) non-place zoals het toilet in MG voortduurt en de chronotoop zijn functie zal kunnen blijven vervullen. In de vierde toiletscène zien we Cady voor het eerst lopen in de toiletruimte. De camera draait mee met Cady, die van de ene kant van de ruimte, langs alle wc’s met open deuren, naar Regina toeloopt. De camera gaat zo letterlijk en figuurlijk mee met Cady´s flow. Regina staat voor een raam en draait zich van een figurant weg richting Cady. Dit is de eerste keer in de film dat we de toiletruimte zien in verhouding tot een andere ruimte, namelijk, via de ingang en het raam, tot de buitenwereld. In cinematografische 37 Childress (2004): 200. 38 Bhabba (1994): 219. 39 Childress (2004): 197.

(19)

zin heeft de ruimte nu meer volume. 40 Daarnaast zien we dat Regina zich richt op Cady, zodra zij zich aan haar presenteert, in plaats van op de figurant waarmee ze eigenlijk stond te praten. Cady heeft nu toegang tot actief ruimtegebruik in combinatie met actieve sabotage (dat voorheen alleen nog een plan was) en geniet sociale prioriteit. Mobiliteit is vereist voor onafhankelijkheid en Cady gaat in die zin de goede richting uit. De ruimte heeft nog nooit zo groot geleken, dankzij het meedraaien van de camera. Het toilet verandert van een kleine afgesloten ruimte (een wc-ruimte zonder duidelijke buitenwereld) naar een ruimte die voor de toeschouwer steeds groter en gelaagder (minder non-place) wordt. Zagen we eerst alleen de toilethokjes, nu weten we dat er ook wastafels zijn en een raam is. De ruimte lijkt zich, naar mate Cady zich steeds verder positioneert op de school, steeds verder uit te breiden en staat zo parallel aan de groei van haar populariteit. Binnen de toiletgemeenschap -en schoolgemeenschap- neemt Cady actiever deel door meer te interacteren met verschillende personages, zichtbaarder te zijn en zich voort te bewegen. Zoals Mitchell schreef in zijn artikel die ik in de vorige paragraaf citeerde, bepaalt de mogelijkheid van mobiliteit (tussen verschillende ruimtes) de publieke interactie en de creatie van een kritieke publieke groep.41 Interactie en een publieke groep zijn op hun beurt vereisten voor de creatie van een gemeenschap.42 De cinematografische keuze om de ruimte groter te maken en hoofdpersoon Cady interactiever en mobieler te maken ondersteunt voor de toeschouwer de gemeenschapszin in de toiletruimte en de creatie van een place. 40 Bordwell & Thompson (2010): 151. 41 Mitchell (1995): 116. 42 Joseph (2002): 10.

(20)

In Ladies and Gents: Public Toilets and Gender beschrijven Olga Gershenson en Barbara Penner hoe toiletten voor vrouwen als gemeenschapsruimtes functioneren. Daar voelen de vrouwen, zo concluderen de twee schrijvers aan de hand van een Iraanse documentaire, zich comfortabel genoeg om te roken en informeel met elkaar te praten over persoonlijke onderwerpen zoals bijvoorbeeld het huwelijk, seks, mishandeling, incest, relaties en religie. Ook doen de vrouwen in de documentaire hun hoofddoeken af (‘a radical gesture in itself’).43 De vrouwen creëren er hun eigen ruimte van vrouwelijk kameraadschap tussen publiek en privé in en gebruiken de ruimte op diens liminale manier.44 Het soort kameraadschap in MG’s toiletruimte schreef ik eerder toe aan de hybriditeit van tieners en de toiletruimte en de non-place-eigenschappen van het toilet. Misschien is dit, volgens een onderzoek dat Childress aanhaalt, deels te danken aan het feit dat vrouwen van oudsher minder mobiel zijn en zich over het algemeen niet graag begeven op plekken zonder toezicht.45 Dit zou een extra verklaring voor de toiletgemeenschap in MG zijn. Het toilet schijnt in MG (en in mindere mate in Easy A ook, zal ik later beargumenteren) echter een ruimte te zijn waar individuen, ondanks hun sekse, want Damian is daar als jongen bij inbegrepen, een gemeenschap vormen. Hoewel de wc strikte regels kent wat betreft de scheiding van seksen, is Damian voor een groot deel van de meiden op het toilet geen probleem. Hij wordt wel aangesproken op zijn 43 Gershenson & Penner (2009): 22. 44 Gershenson & Penner (2009): 22. 45 Childress (2004): 201.

(21)

aanwezigheid, alleen wordt vervolgens niet uit de ruimte verwijderd. De toiletruimte verschilt, dankzij de diversiteit van diens bezoekers, van de plekken die Childress beschreef. Die werden bezet door niemand anders dan leden van één en dezelfde subcultuur zoals de stoners. Damian mag dan uitzondering op de regel zijn, hij verandert de regel door toch deel te nemen aan de gemeenschap en maakt de samenstelling daarvan zo uiteenlopender. In de vijfde toiletscène zien we hoe Cady Gretchen gebruikt om Regina te gronde te richten. Opnieuw zien we hierin een overeenkomst tussen Cady’s identiteit, haar innerlijk en de toiletruimte via de gelaagdheid van het toiletshot. Cady is ver gevorderd in het strijden om een betere sociale status en is bereid daarvoor anderen te belazeren. Dat moet ook, waarschuwen de open toiletten op de achtergrond, want ze zijn nog altijd beschikbaar voor eenzame tieners. Gretchen vertelt huilend geheimen over Regina. Cady legt zogenaamd troostend haar hand op Grechtens arm. Ze heeft haar vest echter ver over haar hand getrokken, zodat huidcontact geminimaliseerd wordt en bovendien scheidt de blauwe muur van de wc een paar lagen achter hen zich van Gretchen. Ook wordt deze ‘steunactie’ verstoord door een voorbijganger en geïroniseerd door de toiletpotten, in relatie tot de figuranten ertussen, net wat te scherp in focus te brengen.46 Het is niet zo dat niets Cady in de weg staat om haar vriendin te troosten: alles staat haar vormelijk gezien in de weg om Gretchen te troosten. De mise-en-scene staat op dit moment in dienst van haar intenties. Deze emotionele roddel was onderdeel van wat Cady met haar plan probeerde te bereiken. Ze is volledig ingekapseld in de vuile girl world en spreekt diens taal nu helder. 46 Bordwell & Thompson (2010): 177.

(22)

De toiletgemeenschap in MG is er duidelijk een van geheimen, intimiteit, liegen en bedriegen. Cady past deze regels toe en schikt zich daarmee aan de wetten van de gemeenschap, die gebaseerd is op wederkerigheid in behoefte en ruimte, maar ook op sociale overeenkomsten. Cady en Gretchen delen een mutuele afkeer jegens Regina, net zoals Janice en Damian dat een paar scènes eerder deelden, en in de derde toiletscène doen de plastics tegelijk hun make-up. Veel activiteiten worden gedeeld, wat een (tijdelijke) onderlinge samenhang stimuleert en creëert. Hiermee doel ik op de activiteiten in de algemene toiletruimte, niet in de gescheiden en grotendeels afgesloten toilethokjes. De simultane aanwezigheid van verschillende groepen legitimeert de aanwezigheid van deze aanwezige groepen gelijktijdig. Net zoals de aanwezigheid van de daklozen in People’s Park uit Mitchells’ artikel een goedkeuring was voor diens deelname aan ‘het publieke’.47 Wederom is de chronotoop op deze manier liminaal, aangezien het bestaande rolpatronen en sociale hiërarchie doet vervloeien. De aanwezigheid van verschillende minder populaire leerlingen, onbekenden en Damian simuleert openheid, zeker omdat deze underdogs zich onder het gezelschap van populairdere leerlingen bevinden. De plastics hebben invloed op trends en ongeschreven regels op de school, dus is hun instemming met de aanwezigheid van deze underdogs in hun bijzijn een statement over wie er in de toiletgemeenschap volgens hen, invloedrijke figuren op de 47 Mitchell: 115.

(23)

high school, mogen deelnemen aan die gemeenschap. Toch bestaan er in de toiletgemeenschap ook bepaalde ongeschreven regels en mogelijkheden voor uitsluiting waar rekening mee gehouden moet worden. Als Cady aan het einde van de film bijvoorbeeld ruzie heeft met zo ongeveer de hele school, voelt zij zich gedwongen om opnieuw op het toilet te lunchen en zich dus te onttrekken van iedereen, zelfs de (niet zichtbare, maar in potentie aanwezige) toiletgemeenschap. De mise-en-scène van de chronotoop leert ons ook dat er weinig onderling vertrouwen is, aangezien de toiletdeuren telkens open staan. Dit is bijvoorbeeld voor het opzetten van het snode plan van Janice in de tweede toiletscène van nut: er zitten geen anderen op het toilet die eventueel roet in het eten zouden kunnen gooien. Er is op high schools kennelijk een wil om zaken stiekem te doen (zoals Cady in alle toiletscènes) of anoniem te kunnen worden. De reden achter die wil kunnen we opmaken uit een genreconventie van de teen film, namelijk dat een school een sociale broedplaats is waar je net zo goed gehaat als geliefd kunt worden. 48 Want hoewel er geroddeld wordt in het bijzijn van verschillende onbekende figuren, willen de actoren niet het risico lopen om door bepaalde, misschien meer gezaghebbende of doeltreffende personen betrapt of gedwarsboomd te worden. Mitchell merkt in zijn uiteenzetting over People’s Park op dat er twee visies op de invulling van het park bestonden, van twee verschillende gemeenschappen (de universiteit en wat studenten enerzijds, de daklozen, krakers en activisten anderzijds. De eerstgenoemde groep had het meer voor met het park als ‘planned, controlled [and] ordered space’ en de tweede meer met het park als ‘appropriated, lived space; space-in-use’.49 Een verschil met de situatie in People’s Park en de situatie in MG, is dat er in MG geen duidelijke scheiding bestaat tussen de voorstanders voor het toilet als ‘appropriated, lived space’ of als ‘planned, controlled, ordered space’.50 De mise-en-scene wijst erop dat beiden even aannemelijk lijken. Het samenvloeien van deze visies op de invulling van deze openbare non-place zorgt voor de creatie van een liminale place die tussen deze twee visies inzit. In het genre van de teen film functioneert deze vervolgens als chronotoop. 48 Shary (2003): 47. 49 Mitchell: 115. 50 Mitchell: 115.

(24)

De visie van de universiteit en de studenten over People’s Park vinden we terug in de vijfde toiletscène, en zien we aan de overgang van een scène voor de vijfde toiletscène, waarin Gretchen tijdens een les breekt en in woede en huilen uitbarst. Het shot gaat met een dissolve over van de betraande Gretchen uit het klaslokaal, naar de betraande Gretchen in de toiletruimte waarin ze geheimen over Regina verklapt aan Cady.51 De klas is dus kennelijk niet de ruimte waarin ze Cady dit kan vertellen, anders had ze dit daar wel gedaan, Cady en zij zijn immers klasgenoten. De klas bevat leerlingen en een leraar en is dus niet privé genoeg om dit soort geheimen te onthullen. De toiletruimte biedt hiervoor een alternatief. De dissolve tussen de scènes biedt een mooie overgang van de luxaflex in het klaslokaal naar een rooster in het toilet, van waaruit Gretchens haar zonnestralen van buiten opvangt. Deze rasters geven de vage impressie van een traliewerk uit een gevangenis, een plek die ook gecontroleerd en geordend is. De leerlingen op Evanston zijn behoorlijk afgezonderd van de buitenwereld aangezien ze leerplicht hebben en dus naar school moeten. De meeste scènes in de film spelen zich ook af op de high school, wat het idee van een afwezige buitenwereld versterkt. De leerlingen zijn toegewezen op elkaar, alleen is, net zoals in een gevangenis, helaas niet alles koek en ei. De zonnige buitenwereld lijkt een stuk aanlokkelijker. Jammer voor Gretchen dat ze, net als haar medeleerlingen, vastzit op high school en gebonden is aan diens gemeenschappen en de voor- en nadelen daarvan. In het komende hoofdstuk zal ik 51 Bordwell & Thompson (2010): 295.

(25)

verder ingaan op hoe een gemeenschap niet hoeft te leiden tot differentiatie en rust, maar juist kan leiden tot controledwang, oordeel, uitsluiting en sociaal conservatisme. Een uitzondering op de strijd tussen leerlingen is, naast de situaties op het toilet, de situatie op het grasveld voor de school helemaal aan het einde van de film. Dan zijn de onderlinge verschillen tussen de groepen leerlingen uitgesproken en bevinden leerlingen, die zich voorheen in aparte groepen bevonden, zich nu door elkaar. De hele school lijkt zich in dan een hybride status te bevinden, zonder daarbij om macht of territorium te strijden. Dit vindt echter wel pas plaats als de protagonist in het verhaal

(26)

haar doel heeft bereikt en de moraal van het verhaal duidelijk is geworden. Dit geldt daarom niet als een terugkerende compositie, omdat het meteen het einde van het verhaal is. De hybride toiletruimte is voor MG een voorbeeld van hoe sociale rust kan bestaan en is onderdeel van een utopisch eindstation.

(27)

Hoofdstuk 2 – Het toilet in Easy A

In dit hoofdstuk zal ik verdergaan op de manier waarop het toilet functioneert, dit maal in de film Easy A (EA). In het eerste hoofdstuk heb ik beargumenteerd hoe het toilet als liminale ruimte functioneert en dat doet op drie verschillende manieren –het toilet als hybride ruimte voor hybride tieners, als non-place en als gemeenschapsruimte. In het komende hoofdstuk wil ik verder uitweiden over hoe het toilet als chronotoop functioneert. Ik zal mij opnieuw richten op de functie van het toilet als liminale ruimte, maar dit keer als filmruimte waar Alex Schweders idee van formlessness aan het licht komt en als ruimte die sociaal behoudend werkt. Daarvoor zal ik voortbouwen op eerder gemaakte uitingen en theorieën over hybriditeit en non-place en de situatie rondom People’s Park. Daarnaast zal ik mij opnieuw toeleggen op het boek Ladies and Gents: Public Toilets and Gender en de eerdergenoemde theorie van formlessness van Alex Schweder. Ik maak gebruik van gelijkende of dezelfde theorieën en literatuur om te laten zien dat deze voor de chronotoop niet per definitie hoeven te werken zoals we in MG zagen en om op die manier de andere kant van de medaille te laten zien. 2.1 Coming out of the closet: De potentie van formlessness When male or female bathrooms are entered, we encounter separate stalls. In relation to the policing of sexual identity, these divisions keep bodies both discrete and discreet from other of the same sex and in line with sanctioned heterosexual behavior.52 Dit schrijft Alex Schweder in zijn artikel ‘Stalls between Walls. Segregated Sexed Spaces’. Het ligt aan de kern van waarom Olive en Brandon juist het toilet als toevluchtsoord gebruiken voor het verklappen van geheimen en waarom Marianne juist in deze ruimte Olive afluistert en haar geheim ontdekt. De toiletten, zoals te zien in EA, bestaan aan de hand van de regel dat mannen en vrouwen gescheiden zijn. Formlessness is een situatie waarin grenzen zijn verschoven en onderscheid tussen subjecten onduidelijk is.53 Schweder beargumenteert in zijn artikel dat het doel van een functioneel toiletbezoek, de ontlasting, hetgene is waarin mannen en vrouwen niet van elkaar verschillen. Vrouwen en mannen zijn daarin gelijk. Deze natuurlijke sekse-gelijkheid, die voortkomt uit de gelijkheid van onze ontlasting, noemt Schweder ‘formlessness’. Een ruimte met 52 Schweder (2009): 184. 53 Schweder (2009): 182.

(28)

een gebruiksaanwijzing, een non-place zoals het toilet, dient een functie en die is volgens Schweder hetzelfde, formless. Alleen, zo schrijft hij, hebben we ondanks dit vormeloze aspect in onze cultuur in plaats van één ruimte, twee gescheiden toiletruimtes gecreëerd door de mannen en vrouwen naar aparte wc-ruimtes te sturen.54 Olive en Brandon breken deze regel (net zoals Damian dat deed in MG) door de vrouwentoilet in de geest van deze formlessness te gebruiken als heterogene ruimte, terwijl deze ontworpen is als homogene ruimte. De performance die we ‘instappen’ als we een vrouwen- of mannentoilet binnenlopen wordt bepaald door dit label. Als een man vervolgens een vrouwentoilet binnenstapt is diens performance, of het verwachtingspatroon van die performance, onduidelijk en gaat het tegen het publiek-morele verlangen van stabiele gendersamenhang en -onderscheidt in.55 De toiletdeuren van de toiletstallen zijn halfopen, zodat iedereen kan voor een deel kan zien wie er op zit, maar tegelijkertijd halfdicht zodat geslachtsdelen niet gezien kunnen worden (en er enige vorm van anonimiteit ontstaat). Seksueel verlangen wordt op die manier gereguleerd en gecontroleerd, schrijven Gershenson en Penner.56 Natuurlijk werkt deze controle alleen als dit ook wordt gehandhaafd. Van dit disciplinaire aspect van het ontwerp van het toilet wordt door de conservatief-christelijke Marianne hartelijk gebruik gemaakt en verklaart waarom zij juist degene is om Olive en Rhiannon te betrappen op hun gepraat over seksueel verlangen en seksuele beoefening. De formlessness die Schweder beschrijft is voor haar bedreigend aangezien het in een seksueel progressieve lijn staat en de (hetero- en zedelijk- maar ook christelijk-) normatieve moraal bedreigd. Dat de wc dit alleen in potentie is, is voor Marianne kennelijk niet van belang. Het liminale van de wc-ruimte is voor haar bedreigend genoeg. […] Things that confound our constructs of order, our sense of the way the world should be –things that are ambiguous- are moved outside that invented system of order. Abjection […] is the process of removing what does not make sense – what contradicts the agreed-upon order, what has become repulsive – to where it cannot be seen.57 54 Schweder (2009): 182. 55 Schweder (2009): 184. Gershenson & Penner (2009): 8. 56 Gershenson & Penner (2009): 18. 57 Schweder (2009): 184.

(29)

De ambiguïteit van de ontlasting of, breder getrokken, formlessness is in EA teveel gevraagd voor het traditionele ordesysteem en wordt daarom verstopt, aldus Schweders redenatie. Dit systeem is tevens een systeem van heteroseksueel verlangen. Tegen dit patriarchale systeem ingaande, bevinden zowel Brandon in EA als Damian in MG (beiden homoseksueel) zich in vrouwentoiletten. Zij voelen zich immers niet aangetrokken tot vrouwen en vanwege de formlessness die Schweder omschrijft, het ver gespreide gebruik van ontlasten, lappen zij de regels van dit systeem -waar zij vanwege hun seksuele geaardheid in eerste instantie al tegenstrevend in zijn- aan hun laars. De toiletruimte functioneert in die zin als potentie voor een onderzoek naar onze identiteiten als man- en vrouw-zijnde en voor kritiek tegen deze vorm van totalitaire sociale organisatie.58 Maar net zozeer functioneert deze, dankzij diens ontwerp, als controlemiddel en afluisterruimte voor conservatievelingen als Marianne. De volgende paragraaf gaat over het feit dat je wel homoseksueel kunt zijn en daarmee tegen de hetero-normatieve samenleving in gaat, maar geen zichtbaarheid en verandering bereikt als je in de kast blijft (zoals Olive dat Brandon overigens aanraadt in een wc-hokje -zelf een soort kast). 2.2 Het sociaal behoudend kabinet In EA hebben bijna alle ruimtes, in elk geval alle openbare ruimtes die in de film voorkomen, ongeblindeerde, transparante ramen die uitzicht bieden op de andere zijde. Zelfs in de werkkamer van Mrs. Griffith, nota bene de guidance counselor van de school, staan de luxaflex gewoon open zodat iedereen op het schoolplein kan zien wat zich daar afspeelt en wie er bij haar op het spreekuur komen. In tegenstelling tot de meeste andere ruimtes die we als toeschouwer te zien krijgen op deze high school, is de toiletruimte donker. Ramen suggereren transparantie en openhartigheid en laten licht toe (een cinematografisch symbolisme van luchtigheid en verlichting) en als plot-ontkiemende ruimte in een film vol geroddel is de slechts sluimerende aanwezigheid hiervan tekenend.59 58 Schweder (2009): 184. Mitchell (1995): 199. 59 Bordwell & Thompson (2010): 193-196.

(30)

Rhiannon sleept Olive tijdens de eerste toiletscène de toiletruimte in om over Olive’s mogelijke ontmaagding te praten. Mr. Griffith, één van de docenten op de school, waarschuwt hen de eerste filmscène al over wat je wel en niet zomaar in het openbaar kunt zeggen, voor het geval iemand de verkeerde indruk krijgt.60 Hiervoor zoeken ze dan de meer private toiletruimte op. Ook al doet het toilet in eerste instantie net zozeer aan als non-place als dat dit in MG het geval is (schijnbaar onbemand en om dezelfde reden een tussenplaats als dat dat in MG het geval was), is hier echter een verschil in de transparantie en controle van de ruimte. Zo zijn alle toiletdeuren dicht in plaats van open. Als Olive tegenover Rhiannon uitbarst over dat ze haar maagdelijkheid zou zijn verloren, blijkt hier dan ook het addertje onder het gras te zitten. Marianne komt als een duveltje uit een doosje en is -zo leren we later- niet van plan deze informatie geheim te houden. Dankzij het mobiele netwerk weten alle leerlingen op de school binnen de kortste keren van Olive’s vermeende ontmaagding. In de tweede toiletscène is er niemand anders dan Olive op het toilet, dit keer in het gezelschap van Brandon. Deze keer staan alle toiletdeuren echter open en zien we dat ze daadwerkelijk alleen zijn, wat Olive de mogelijkheid geeft om Brandon haar geheim te vertellen. De scheiding tussen hun toilethokjes vergroot die mogelijkheid, omdat Olive op die manier niet direct met Brandon geconfronteerd wordt en zo ongemakkelijkheden grotendeels uit de weg kan gaan. 60 Gluck (2010).

(31)

Hoe de non-place in MG leidt tot enige saamhorigheid tussen verschillende groepen en de hybriditeit van adolescenten ten gunste komt, heeft in EA de non-place juist een ander effect. De nadruk ligt in deze film, om terug te komen op People’s Park, meer op de visie van de universiteit en de studenten dan op die van de daklozen, krakers en activisten. Mitchell schrijft: Activists and the homeless people who use the Park promoted a vision of a space marked by free interaction and the absence of coercion by powerful institutions. For them, public space was an unconstrained space within which political movements can organize and expand into wider arenas (Mitchell 1992a; Smith 1992a; 1993). The vision of representatives of the University was quite different[,] one of open space for recreation and entertainment, subject to usage by an appropriate public that is allowed in.61 Olive en Rhiannon gebruiken de wc naïef als toevluchtsoord, weg van de afgedwongen transparantie in de rest van het schoolgebouw en het toezicht van de patrouillerende leraren. De sociale controle op de school blijkt echter hoger dan ze inschatten en ze ontmoeten op het toilet degene die ze het minst zouden kunnen gebruiken voor het afluisteren van hun gesprek. Marianne weet namelijk sociale controle, die ze in dit geval toepast door zich in een wc-hokje verborgen te houden, te combineren met de wens voor sociaal conservatisme. De richtlijnen die bij Marianne’s behoudzucht passen plukt ze uit het christendom. Hierdoor is Olive, vanwege haar zogenaamde ontmaagding (een christelijke hoofdzonde), niet welkom in de gemeenschap die Marianne controleert. Deze controle wordt haar makkelijk gemaakt door een hybride eigenschap van het toilet, namelijk dat een afgesloten toilethokje je grotendeels visueel afsluit, maar niet auditief. In plaats van de toiletruimte als liminale ruimte te gebruiken, gebruikt Marianne deze als ruimte waar de regels al over vaststaan en waar zij de overhand in heeft. Olive is in de gemeenschap van de high school volgens de invloedrijke Marianne (secretaris van de leerlingenraad) niet geschikt genoeg en wordt al snel het nieuwe ‘project’ van Marianne, haar christelijke volgelingen en nog wat willekeurige andere leerlingen. Onder ‘project’ verstaan zij langzamerhand zij steeds meer ‘uitsluiting’. Zoals de daklozen en krakers 61 Mitchell (1995): 115.

(32)

niet welkom waren in People’s Park als onderdeel van de openbare ruimte, zo is Olive ook niet welkom op haar school en zelfs niet in het toilet. De enige andere keer dat ze hier in de film terugkeert is dan ook na schooltijd, zonder aanwezige leerlingen of leraren, als ze naar de toiletruimte gestuurd wordt samen met een andere verschoppeling. In plaats van een ruimte voor vredige verscheidenheid of gemeenschap functioneert het toilet in EA zo eerder als oplossing binnen het uitsluitings-traject. Toch blijkt de strijd om de functie van de toiletruimte nog niet gestreden, aangezien vooral Olive en Brandon deze ruimte anders gebruiken dan Marianne. De ruimte is door deze multifunctionaliteit liminaal, aangezien er twee manieren zijn waarop deze functioneert. Zo zit de toiletruimte toch tussen twee enigszins geaccepteerde rollen in, hoewel het controlekamp wel de overhand lijkt te hebben. Bovendien biedt de ruimte de mogelijkheid voor het afdoen van schijn en statussen en het herzien van rollen aangezien Olive zich, zoals haar voice-over ons vertelt, voor het eerst superieur voelt aan Rhiannon en haar nieuwe rol als ‘the new school slut’ introduceert.62 Olive durft Brandon in deze ruimte haar geheim te vertellen en verbreekt daarmee de schijn van haar ontmaagding. Deze tussenpositie maakt wel meerdere functies mogelijk en zorgt ervoor dat de toiletruimte multi-inzetbaar is en door diens noodzaak als chronotoop functioneert. Ik zal nu ingaan op hoe, ondanks dit multifunctionele gebruik, de toiletruimte toch sociaal behoudend functioneert. 62 Gluck (2010).

(33)

Marianne heeft haar verlangen naar sociaal conservatisme gemeen met het schoolhoofd. Hij waardeert het onder geen omstandigheden dat Olive haar klasgenote op een begeven moment uitscheldt voor twat en Olive krijgt van hem meteen straf en een laatste waarschuwing. 63 Ze moet diezelfde dag nablijven en komt op die manier met Brandon op het toilet terecht, die ze moeten schoonmaken. Beiden worden op dat moment door het merendeel van de school verfoeid, Olive vanwege haar status als slet en Brandon vanwege zijn homoseksualiteit. Het schoolhoofd toont geen genade en stopt hen voor straf weg in de toiletruimte. Hoewel hier twee leerlingen van twee verschillende seksen samenkomen, is er minder sprake van hybriditeit en sociale differentiatie ten opzichte van andere ruimtes dan in MG het geval is. Dat heeft te maken met de afwezigheid van anderen en de uitsluiting die ik in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk beschreef. Gershenson en Penner schrijven het volgende over toiletgeboden: Changes to existing toilet arrangments are explosive because they recognize, accomodate, and, hence, legitimate the presence of a social group who customarily “make do” and remain visible at the level of presentation.64 63 Gluck (2010). 64 Gershenson & Penner (2009): 8.

(34)

Olive en Brandon bevinden zich met niemand anders in de toiletruimte en hoewel er een zekere mate van verzet in hun aanwezigheid sluimert (Brandon is als jongen eigenlijk niet toegestaan in de vrouwentoilet en tekent bovendien op de muur van zijn toilethokje), is dit voor niemand anders dan henzelf zichtbaar en dus van weinig invloed binnen de schoolgemeenschap. Daarnaast zijn ze naar de toiletruimte gestuurd, wat meer een vorm van onderdanigheid dan van verzet met zich meebrengt. The way [toilets] are used, experienced, and imagined can be equally transformative and transgressive: public toilets permit private moments away from public surveillance; they provide a space of communication, solidarity, or resistance, especially among women; and they act as repositories of behaviours and fantasies that can destabilize norms or social categories (Morrison 2008; Gordon 2003).65 Dit schrijven Gershenson en Penner in hun boek, lovend over de mogelijkheden van openbare toiletruimtes. Dat die mogelijkheden niet gerealiseerd hoeven te worden zien we in EA. Olive en Brandon bevinden zich inderdaad even verwijderd van het alziend oog, alleen hebben ze niemand anders dan elkaar om solidair mee te zijn. Voor de toeschouwer wordt de norm rondom de vrouwentoilet en de sociale categorieën die daar eerder toegang tot hadden (meiden) dankzij Brandons aanwezigheid uitgebreid en getransformeerd. Olive en Brandon smeden bovendien weliswaar een plan om van hun status als underdogs af te komen, alleen pakt deze uiteindelijk voor hen beiden niet succesvol uit. De film eindigt dan ook op private, niet op openbare, grond zonder andere leerlingen en straalt eerder een zin van acceptatie van afzondering uit, dan een melange van verschillende individuen die met hun onderlinge verschillen kunnen omgaan zoals in MG. Brandon houdt de openbare high school helemaal voor gezien, hij besluit om uit de kast te komen en samen met zijn ‘big hulking black guy’ te vertrekken.66 Hoezeer de toiletruimte zelf ook de mogelijkheden schept die Gershenson en Penner omschrijven, bij gebrek aan overmacht van voorstanders voor vrije interactie worden deze niet gebruikt. Olive en Brandons toiletinteractie is te onzichtbaar om sociale invloed uit te oefenen verandering teweeg te brengen. Binnen het plot heeft deze samenkomst zeker een functie, alleen niet die van destabilisatie van sociale normen of categorieën, die Gershenson en Penner als mogelijkheden noemen. Anders is dat in MG, waar het toilet wel de (geringe) gemeenschapszin in de film aantoont. 65 Gershenson & Penner (2009): 10. 66 Gluck (2010).

(35)

De tweede toiletscène bevat een aantal progressieve boodschappen. Olive biecht in de tweede toiletscène aan Brandon op dat ze niet echt een super slet is en haar maagdelijkheid niet verloren is. Dit lijkt op een biechtscène, aangezien Olive daadwerkelijk iets opbiecht aan Brandon, die in het hokje naast haar zit maar haar niet kan zien door het muurtje dat hen scheidt. Ook geeft Brandon haar wijselijk advies over haar situatie, die te maken heeft met seks voor het huwelijk, een christelijke zonde. Deze biecht vindt alleen plaats in een toiletruimte en niet in een kerk. Daarnaast is Brandon geen pastoor, maar een puber op een high school die homoseksuele gevoelens heeft -wederom een christelijke zonde. Tot slot is de les die we aan het einde van deze film leren dat je aan niemand verantwoording hoeft af te leggen, behalve aan jezelf (en dus ook niet aan God). Deze vier kenmerken verwijzen naar het christendom en de katholieke biecht en maken deze door diens vertolking in de toiletruimte belachelijk. Daarmee worden de conservatieve waarden van de school, die grotendeels christelijke waarden zijn, ook belachelijk gemaakt. De toiletruimte biedt wel ruimte voor zaken die, door de hoge mate van christelijke normativiteit van controle en transparantie, niet kunnen in andere schoolruimtes. Het feit dat Brandon en Olive zich beiden op de meisjes-wc (zij het vanwege hun straf) bevinden past, vanwege de genderbarrière, al niet binnen het conservatieve uitgangspunt van de school. Brandon past daar niet bij omdat hij homoseksueel is en Olive ook niet omdat iedereen denkt dat ze met alle jongens naar bed gaat. Wat hier gebeurt is het wegplaatsen van de personen die non-conformistisch gedrag vertonen. Ze worden gestraft voor hun gedrag, dat niet geaccepteerd wordt binnen de gemeenschap, en weggestuurd van de openbare orde. Hoewel de wc ook een openbare ruimte is, is er niemand anders en daarnaast is het na schooltijd dus zijn de meeste leerlingen weg. Ze zijn dus niet in het bijzijn van de schoolgemeenschap. Gershenson en Penner schrijven over het toilet in deze functie: The bathroom emerges as space of “discipline” in Foucauldian terms, a space that represents “an unintentional cultural strategy for perserving existing social categories” and maintains our most “cherished classifications” (Cooper and Oldenziel 1999,8). In the disputes arising over access to public

(36)

bathrooms, then, we glimpse a social script that is normally implicit. But we also glimpse the possibility – the necessity- of imagining a different kind of script.67 Inderdaad krijgen we in de toiletruimte een glimp te zien van hoe de school eruit had kunnen zien, formless en gevarieerd. Alleen blijft deze formlessness in de toiletruimte, zonder daar uit te treden richting de zichtbare openbaarheid van de high school. De reden daarachter is dat de weerstand van de rest van de school, of in elk geval de gezaghebbenden op de school, daar te groot voor is. Bestaande sociale categorieën worden op deze manier behouden, door weg te stoppen wat daar buiten valt. Seks, homoseksualiteit en losbandigheid dringen daardoor niet door tot de machtsstructuren van de maatschappij, of in dit geval de high school.68 67 Gershenson & Penner (2009): 9. 68 Mithell (1995): 116.

(37)

Conclusie – alles nog eens op een hoop

Door een adolescent in de hoofdrol te plaatsen wordt op een hybride manier met de toiletruimte omgegaan. Tieners hebben, Childress’ theorie volgende, een eigen manier om met openbare ruimtes om te gaan. De puberale fase die een status van net-niet-volwassenheid met zich meebrengt komt vaker voor in de teen film en de omgang met de chronotoop is in die zin exemplarisch voor dit genre. De chronotoop is in relatie hiermee ambivalent, aangezien die multifunctioneel is en zo zelf ook functioneert als hybride ruimte. Dankzij diens verschillende eigenschappen biedt de chronotoop ruimte voor veel verschillende sociale groepen, waarmee teen films over het algemeen beladen zijn. In eerste instantie functioneert de chronotoop in MG als non-place, maar verandert in deze eigenschap zodra de personages uit de film de chronotoop benutten als place. Tieners zijn voor de mate van hun mobiliteit en territoriumafbakening afhankelijk van openbare ruimtes, net zoals daklozen dat zijn en daarom bestaat de noodzaak naar een ruimte zoals de wc. De chronotoop is gemeenschappelijk goed en functioneert als herberg voor de toiletgemeenschap, die er dankzij diens hybride en liminale toestand in huist. Er is in vergelijking met andere ruimtes in MG een hogere mate van saamhorigheid in de chronotoop. Toch is de chronotoop in deze film in zijn functie als behartiger van openheid niet geheel doortrokken van vertrouwen en gemeenschappelijkheid. Daardoor komt diens eigenschap van openheid ook van pas als controlemiddel. Deze dubbelrol leidt ertoe dat de chronotoop functioneert als liminale ruimte. De mogelijkheden van de chronotoop kunnen diversiteit bevorderen, maar ook van pas komen bij het uitsluiten van scholieren die volgens machthebbers niet welkom zijn. Degenen die wel en niet aanwezig mogen zijn in de publieke ruimte van het toilet, maar vooral in de high school, worden door deze controle en de overheersende positie van deze machthebbers bepaald. Deze functie van de chronotoop komt overeen met een terugkerend element in teen films, namelijk dat er onderliggende machtsstructuren tussen leerlingen in beeld worden gebracht.69 In teen films gaat het vaak over de sociale 69 Barker (2007): 373.

(38)

status van personages, die naar identiteit zoeken in relatie tot hun medeleerlingen.70 De liminale en hybride chronotoop is dankzij zijn veelzijdigheid een plek waar dit duidelijk wordt. Hoewel de formlesness van ontlasting mannen en vrouwen homogeen maakt, is het concept van formlessness niet hetgene wat er in en met de chronotoop altijd bereikt wordt. Door de maatschappelijke angst voor deze formlessness, vanwege diens ambiguïteit, wordt die verborgen door de sekse-scheiding bij toiletten en toiletdeurtjes. Door deze verhulling wordt seksueel verlangen ook meteen gereguleerd. Waar de chronotoop dus een mogelijkheid voor gelijkheid en homogeniteit is, is deze dankzij het traditionele ordesysteem waar die zich in bevindt in de praktijk vaak heterogeen en functioneel voor controle en regulatie. In gebruik is de wc als chronotoop niet afgebakend. Dat de chronotoop tijdelijk, hybride en in-between is en daarom een liminale ruimte is, zorgt ervoor dat het een tijdelijk onderkomen is. Dit maakt het, in elk geval in EA, lastig om permanente veranderingen door te voeren. De chronotoop is daarvoor teveel afhankelijk van de gemeenschap waar die zich in bevindt, wie zijn bezoekers zijn en hoeveel zij de overhand hebben in die gemeenschap. Het tegendeel kan vervolgens het gevolg zijn, namelijk de chronotoop die zoals in EA juist als sociaal behoudend functioneert, in plaats van als broedplaats voor diversiteit en progressiviteit. Toch kan het ook als voorbeeld van een utopisch eindstation functioneren, zoals in MG. Deze verschillende soorten eigenschappen, die binnen één film al veranderlijk kunnen zijn en tegengesteld kunnen werken, maken de functie van de chronotoop in teen films uit de jaren ’00 liminaal. Het toilet als chronotoop is geschikt voor creatief gebruik door hybride adolescenten die beschikbare ruimtes zoeken. Het toilet als chronotoop en liminale ruimte biedt daarbij de mogelijkheid voor het afdoen van schijn en statussen, het herzien van rollen en het afbreken van structuren, maar benut deze niet altijd. 70 Shary (2003): 47.

(39)

Bronnenlijst

Easy A. Gluck, W. (2010) Verenigde Staten: Sony Pictures. Mean Girls. Waters, M. (2004) Verenigde Staten: Paramount Pictures. Augé, M. (1995) Non-Places. Introduction to an Anthropology of Supermodernity. John Howe (tr.). Londen: Verso. Bakhtin, M.M. (1981) ‘Forms of Time and of the Chronotope in the Novel’, in: Richardson, B. (ed.), (2002) Narrative Dynamics: Essays on Plot, Time, Closure, and Frames. Columbus: The Ohio State University Press. Barker, C. (2007) Cultural Studies: Theory and Practice. Thousand Oaks: SAGE Publications. Bhabba, H. K. (1994) The Location of Culture. Londen: Routledge.

Bordwell, D. & Thompson, K. (2010) Film Art: An Introduction. New York: McGraw Hill. Childress, H. (2004) ‘Teenagersm Territory and the Appropriation of Space’, in: Childhood, 11, nr.2: 195-205.

Doherty, T. (1993) ‘Reviewed Work: The Road to Romance and Ruin: Teen Films and Youth Culture by Jon Lewis’, in: Film Quarterly, 46, nr.4: 51-52.

Easthope, A. (1998) ‘Homi Bhabba, Hybridity and Identity, or Derrida versus Lacan.’, in: Hungarian Journal of English and American Studies (HJEAS), 4, nr.1/2: 145-151.

Everett, W. (2005) ‘’The Eye of the Inner Ear’: Terence Davies and the Space/Time Dimension’, in: Revisiting Space. Space and Place in European Cinema. Everett, W. & Goodbody, A. (ed.). Bern: Peter Lang AG, European Academic Publishers.

(40)

Gershenson, O. & Penner, B. (2009) Ladies and Gents: Public Toilets and Gender. Philedelphia: Temple University Press. Hamilton, J.F. (2003) ‘Psychological Geography and Sacred Space in Sand’s La petite Fadette’, in: French Literature Series. Geo/graphies: Mapping the Imagination In French and Francophone Literature and Film. Freeman, H.G. (ed.). Amsterdam – New York: Editions Rodopi B.V. Jeff, L.J. & Simmons, J.L. (2001) The Dame in the Kimono: Hollywood, Censorship, and the Production Code. Kentucky: The University Press of Kentucky. Joseph, M. (2002) Against the Romance of Community. Minneapolis: University of Minnesota Press. Kohnstamm, R. (2009) Kleine ontwikkelingspsychologie III. De puberjaren. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Lefebvre, H. (1991) The Production of Space. Nicholson, D. (tr.). Oxford: Basil Blackwell. Lev, P. (2004) ‘Review of Generation Multiplex: The Image of Youth in Contemporary American Cinema by Timothy Shary’, in: Film Quarterly, 57, nr.3: 64-65. Macloed, D. (1986) ‘Reviewed Work: The Cinema of Adolescence by David. M. Considine’, in: History of Education Quarterly, 26, nr.4: 648-651. Matthews, M. H. (2003) ‘The street as a liminal space: the barbed spaces of childhood.’, in: Christensen, P. and O'Brien, M. (eds.) Children in the City: Home, Neighbourhood and Community. Londen: RoutledgeFalmer. Merrifield, A. (1993) ‘Place and Space: A Lefebvrian Reconciliation’, in: Transactions of the Institute of British Geographers, New Series, 18, nr.4: 516-531.

(41)

Mitchell, D. (1995) ‘The End of Public Space? People’s Park, Definitions of the Public, and Democracy’, in: Annals of the Association of American Geographers, 85, nr.1: 108-133. Schiffrin, D. (2009) ‘Crossing Boundaries: The Nexus of Time, Space, Person, and Place in Narrative’, in: Language in Society, 38, nr.4: 421-445. Resnick, D. (2010) ‘Toilet Training: The Meanings of Bathroom Scenes in School Movies’, in: The Journal of Educational Thought (JET) / Revue de la Pensée Éducative, 44, nr.3: 197-214. Schweder, A. (2009) ‘Stalls between Walls. Segregated Sexed Spaces’, in: Gershenson, O. & Penner, B. (ed.), (2009) Ladies and Gents: Public Toilets and Gender. Philedelphia: Temple University Press. Shary, T. (1998) ‘Reviewed Work: Pretty in Pink: The Golden Age of Teenage Movies by Jonathan Bernstein’, in: Film Quarterly, 52, nr.1: 90-91. Shary, T. (2003) ‘Course File for “Film Genres and the Image of Youth”, in: Journal of Film and Video, 55, nr.1: 39-57. Smethurst, P. (2000) The Postmodern Chronotope. Reading Space and Time in Contemporary Fiction. Bertens, H. & D’haen, T. (ed.). Amsterdam – Atlanta: Editions Rodopi. Merriam-Webster. (2016) http://www.merriam-webster.com/dictionary/liminal (17 februari 2016). Van Dale. (2016) http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=privaat&lang=nn#.VrTJX7nhAY0 (17 februari 2016).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- doordat het uniforme zuilen zijn komen er geen extreem zware zuilen voor zoals bij basalton, zodat in geval van handmatig verwerken een voordeel qua arbo-omstandigheden

In overleg met uw orthopedisch chirurg van Noordwest Ziekenhuisgroep (Noordwest) wordt u behandeld voor artrose van uw grote teen.. In deze fol- der vindt u uitleg over deze

Omdat u na de operatie een wond heeft, bekijken we voor de operatie of u na het ontslag thuiszorg nodig heeft... 2 De dag voor de operatie, wordt er, indien nodig, bloed bij

Maar ook hier geldt: „Wie gaat er beta- len voor het maken van een goed filmpje?” Hoewel iedereen het er- over eens is dat het christelijke geloofsverhaal niet afwezig mag

De gebroken teen wordt met pleister aan een naastliggende teen geplakt, een zogenaamde pleisterspalk.. Het dragen van een stevige schoen met een stugge zool maakt het

Deze ingreep kan alleen als de grote teen nog zijn normale stand heeft en er alleen slijtage is van het grote teen gewricht zelf, waarbij het kopje van de eerste

In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten dat bij u een operatie wordt verricht, waarbij de stand van uw grote teen wordt gecorrigeerd.. De afwijkende stand van de grote

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor