• No results found

Het gehalte aan cadmium, lood, koper, mangaan en zink in rode bieten, uien, knolselderij en koolrapen | RIVM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het gehalte aan cadmium, lood, koper, mangaan en zink in rode bieten, uien, knolselderij en koolrapen | RIVM"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport nr. 388502 002

Het gehalte aan cadmium, lood, koper, mangaan en zink in rode bieten, uien, knolselderij en koolrapen.

G.Ellen, K.Tolsma, J.W.van Loon

augustus 1988

Dit onderzoek werd .uitgevoerd in opdracht van de Hoofdinspectie van de Volksgezondheid voor de Levensmiddelen en de Keuring van Waren en Is

be-schreven in projectbeschrijving 388502. Per 1 januari 1988 is project 388502 ondergebracht in het raamproject 388801 "Mens en Voeding II".

(2)

VERZENDLIJST BIJ RAPPORT NR. 388502 002

1-5 Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid voor de Levensmiddelen en de Keuring van Waren

6 Secretaris-Generaal van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur

7 Directeur-Generaal van de Volksgezondheid

8 De plv. Directeur-Generaal van de Volksgezondheid, tevens de Hoofddirecteur Financiering en planning 9 De Hoofddirecteur van de Gezondheidsbescherming 10 De Hoofddirecteur van de Gezondheidszorg

11 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Alkmaar

12 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Goes

13 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied 's-Gravenhage

14 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Utrecht

15 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Haarlem

16 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Friesland

17 Redactie van de Ware(n) Chemicus

18 Directie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne

19 Dr.R.Kroes

20 Drs.CA.van der Heijden 21 Dr.H.A.van 't Klooster 22 Dr.R.W.Stephany

23 Ir.H.P.van Egmond, Dr.L.A.van Ginkel, Dr.G.de Groot, Dr.R.C.Schothorst, Dr.H.A.M.G.Vaessen

24-26 Auteurs

27-28 •'Bureau projecten- en rapportenregistratie 29-40 Reserve exemplaren .

(3)

INHOUDSOPGAVE RAPPORT NR. 388502 002 blz. VERZENDLIJST 11 INHOUDSOPGAVE 111 SUMMARY Iv SAMENVATTING vi 1. INLEIDING 1 2. MATERIAAL EN METHODEN 2 2.1 Monsters voor onderzoek 2

2.2 Analysemethoden 2

3. RESULTATEN EN DISCUSSIE 5 3.1 Kwaliteitsbewaking analyseresultaten 5

3.2 Elementgehalten tn de onderzochte produkten 7

4. CONCLUSIES 13

LITERATUUR 14

TABELLEN 7 t/m 10 15

(4)

RIVM, National Institute of Public Health and Environmental Protection

Report nr. 388502 002

Contents of cadmium, laad, copper, manganese and zinc in red beets, onions, celeriac and Swedish turnips

G.Ellen, K.Tolsma, J.W.van Loon August 1988

SUMMARY

A total of 19 samples red beets, 22 samples onions, 22 samples celeriac and 22 samples Swedish turnips have been analyzed for the elements cadmium, lead, copper, manganese and zinc. Lead and cadmium have been determined by dry ashing followed by extraction and measuring with flame AAS. Copper, manganese and zinc have been measured by flame AAS after bomb digestion. The analytical quality was checked by means of blanc experiments, recovery experiments and determinations in duplicate. In addition, 20% of all sam-ples have been analyzed for cadmium and lead with an alternative method, flameless AAS with Zeeman background correction. The mean contents, ex-pressed as mg/kg fresh product of all samples for each kind of vegetable were as follows:

Cadmium In red beets 0,009, in onions 0,009, in celeriac 0,095 and in Swe-dish turnips 0,009. Lead tn red beets, onions, celeriac and in SweSwe-dish tur-nips, all less than 0,02. Copper In red beets 0,68, in onions 0,41, in ce-leriac 1,22 and in Swedish turnips lower than 0,20. Hanganese tn red beets 1,14, in onions 0,77, in celeriac 1,45 and in Swedish turnips 0,68. Zinc in red beets 2,88, in onions 1,57, in celeriac 2,73 and in Swedish turnips 0,95. It is notable that celeriac shows ten times higher cadmium levels than the other three products.

None of the samples red beets and onions exceeded the legal limits set for cadmium and lead for these products. If the same limits should apply to ce-leriac, 6 of the 22 samples would exceed the limit for cadmium. An average portion of any from the four vegetables analyzed contains less than 1% of the maximal tolerable daily amount of lead and less than 3% of the daily tolerable amount of cadmium, except for celeriac, an average portion thereof accounts for 5-6% of the tolerable daily dose of cadmium.

(5)

The contribution to the dally supply with the essential elements copper, manganese and zinc Is only marginal; in general less than 5% of the recom-mended daily amounts. Red beets are an exception in this respect: an aver-age portion thereof contains up to 6%, 10% and 5% of the recommended daily amounts of copper, manganese and zinc, respectively.

(6)

RIVM, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne

Rapport nr. 388502 002

Het gehalte aan cadmium, lood, koper, mangaan en zink in rode bieten, uien, knolselderij en koolrapen

G.Ellen, K.Tolsma, J.W.van Loon augustus 1988

SAMENVATTING

In totaal 19 monsters rode bieten, 22 monsters uien, 22 monsters koolrapen en 22 monsters knolselderij zijn geanalyseerd op gehalten aan de elementen cadmium, lood, koper, mangaan en zink. Lood en cadmium zijn bepaald vla droge verassing, gevolgd door extractie en meting met vlam-AAS. Koper, man-gaan en zink zijn gemeten met vlam-AAS na destructie in een drukvat. De kwaliteit van de analyses werd bewaakt door het uitvoeren van blanco expe-rimenten, opbrengst-experimenten en duplo-bepalingen. Bovendien werd 20% van de monsters op cadmium en lood geanalyseerd met een alternatieve metho-de, nl. grafletoven-AAS met Zeeman achtergrondcorrectie. De gemiddelde ge-halten, uitgedrukt in mg/kg vers produkt waren als volgt:

Cadmium in rode bieten 0,009, in uien 0,009, in knolselderij 0,095 en tn koolrapen 0,009. Lood tn zowel rode bieten, uien, knolselderij als in kool-rapen lager dan 0,02. Koper in rode bieten 0,68, tn uien 0,41, tn knolsel-derij 1,22 en in koolrapen lager dan 0,20. Mangaan tn rode bleten 1,14, in uien 0,77, tn knolselderij 1,45 en in koolrapen 0,68. Zink in rode bieten 2,88, in uien 1,57, in knolselderij 2,73 en tn koolrapen 0,95. Opvallend Is dat het cadmiumgehalte van knolselderij 10 keer zo hoog Is als van de drie overige onderzochte produkten.

De van kracht zijnde wettelijke normen voor cadmium en lood in bieten en uien werden door geen van de onderzochte monsters overschreden. Indien voor knolselderij dezelfde normen van toepassing waren, dan zouden 6 van de 22 monsters de norm voor cadmium overschrijden. Een gemiddelde portie van elk van de vier onderzochte groenten bevat minder dan 1% van de maximaal

toe-laatbare dosis lood en minder dan 3% van de maximaal toetoe-laatbare hoeveel-heid cadmium, behalve voor knolselderij waarvan een gemiddelde dagportle 5

k 6% van de toelaatbare hoeveelheid cadmium levert.

De bijdrage aan de voorziening met de essentiële elementen koper, mangaan en zink is gering; tn het algemeen minder dan 5% van de aanbevolen

(7)

dage-lijkse hoeveelheden. Rode bieten vormt hierop een uitzondering: een gemid-delde portie hiervan bevat tot 6%, 10% en 5% van de dagelijkse behoefte aan koper, mangaan en zink.

(8)

1. INLEIDING

In het kader van het surveillance programma "Mens en Voeding" analyseerde ^ hetM:aboratorium voor Chemisch Levensmiddelenonderzoek (LCLO) van het RIV

in 1979/1980 monsters van een aantal knol- en bolgewassen op gehalten aan enige zware metalen (project 647818). Een verrassend resultaat van dit on-derzoek was dat het gehalte aan cadmium in knolselderij veel hoger was dan van andere knol- en bolgewassen, zoals uien en koolrapen. Voor zover ons bekend is hiernaar sinds 1980 geen nader onderzoek verricht.

Tijdens het overleg over de voortzetting van het surveillance programma "Mens en Voeding" tn 1985 werd afgesproken een hernieuwd onderzoek te gaan doen naar de gehalten van zware metalen tn knol- en bolgewassen. Er werd afgesproken dat van de produkten rode bieten, uien, koolrapen en knolselde-rij elk ca. 20 monsters zouden worden onderzocht op de gehalten aan cad-mium, lood, koper, mangaan en zink.

(9)

2. MATERIAAL EN METHODEN

2.1 Monsters voor onderzoek

Voor het trekken van de monsters werd de medewerking gevraagd van de Rijks-keuringsdiensten van Waren te Alkmaar, Goes, 's-Gravenhage en Utrecht. Aan de Keuringsdiensten werd verzocht de monsters te trekken direct bij de kwe-kers of op de veiling en er daarbij zorg voor te dragen dat de monsters van een zelfde groentesoort van verschillende kwekers afkomstig waren. De mon-sters knol- en bolgewassen werden genomen in de tweede helft van februari 1986. In totaal werden verkregen 19 monsters rode bieten, 22 monsters knol-selderij, 22 monsters uien en 22 monsters koolrapen. Voor nadere gegevens betreffende deze monsters wordt verwezen naar de tabellen 7 t/m 10 achter in dit rapport.

2.2 Analysemethoden

Voorbewerking

Meteen na ontvangst verden de monsters op huishoudelijke wijze maakt, d.w.z. gepeld of geschild. Indien nodig werd daarna het schoonge-maakte produkt gewassen met leidingwater en het aanhangende water weer zo goed mogelijk verwijderd. Vervolgens werd het materiaal in kleine stukjes gesneden en in plastic manden gevriesdroogd. Door middel van wegen voor en na vriesdrogen werd van alle monsters het gehalte aan droge stof bepaald. Het gevriesdroogde materiaal werd met een Moullnette keukenmolen

fijngema-len en het aldus verkregen homogene poeder werd in goed afgesloten plastic potten met schroefdeksel bewaard bij -20 C tot het tijdstip van analyse.

Het bepalen van cadmium en lood

De bepalingen van deze twee elementen zijn uitgevoerd met een methode geba-seerd op droge verassing, gevolgd door extractie van cadmium en lood met een natrlumdiethyldithlocarbamaatoplossing en meting met vlam atomalre-ab-sorptïiespectrometrle. De werkwijze, die uitvoerig Is beschreven in SOP nr. ARO/002 is globaal als volgt:

(10)

Ca. 3 gram van het gevriesdroogde produkt wordt in een kwarts kroes met zwavelzuur op een kookplaat voorverast. Het residu wordt daarna in een tem-peratuurgeprogrammeerde moffeloven verast bij een maximale temperatuur van 500 C. Indien de verkregen as niet koolstofvrij is, wordt behandeld met salpeterzuur en nogmaals verast bij 500 C. De verkregen as wordt opgelost in zoutzuur en na toevoegen van natriumcitraat wordt met ammonia de pH op 4,0 gebracht. Cadmium en lood worden als natriumdlethyldlthlocarbamaatcom-plexen geëxtraheerd met methylisobutylketon. Vervolgens worden cadmium en lood teruggeëxtraheerd in verdund salpeterzuur. In deze oplossing worden de twee elementen gemeten met vlam atomaire-absorptiespectrometrie (lucht-ace-tyleenvlam) , bij een golflengte van 228,8 nm voor cadmium en 283,3 nm voor lood. Kwantificering geschiedt aan de hand van Ijklijnen, verkregen door het meten van verdunde waterige standaardoplossingen van cadmium en lood. De bepaalbaarheidsgrenzen voor cadmium en lood, uitgedrukt als gehalten tn de verse waar, zijn afhankelijk van de droge stof gehalten. De gehalten aan droge stof van de knol- en bolgewassen waren globaal 10%, waardoor de grens van bepaalbaarheid voor cadmium en lood respectievelijk ca. 0,005 en 0,02 mg/kg verse waar bedraagt.

Ter controle van de analyse-uitkomsten is een aantal monsters in duplo ge-analyseerd en zijn opbrengst-experimenten verricht. Bovendien zijn van alle soorten groenten 4 monsters met een alternatieve methode geanalyseerd, na-melijk ontsluiting door droge verassing, gevolgd door meting met grafieto-ven atomaire-absorptlespectrometrle met Zeeman achtergrondcorrectie. Deze methode is uitvoerig beschreven in (1) en in SOP nr. ARO/040. De resultaten van de analytische kwaliteitsbewakingsexperimenten zijn vermeld in 3.1.

Het bepalen van koper, mangaan en zink

Deze drie elementen werden bepaald in één destruaat verkregen via ontslui-ting met salpeterzuur in een drukvat. De uiteindelijke meontslui-tingen werden ver-richt met vlam atomalre-absorptiespectrometrle (vlam-AAS). De methode is uitvoerig beschreven In SOP nr.ARO/001. Beknopt weergegeven verloopt de procedure als volgt: van het gevriesdroogde materiaal wordt 200 mg geduren-de 3 \iur bij 150 C gegeduren-destrueerd in een teflon drukvat met 3 ml geconcen-treerd salpeterzuur. Het destruaat wordt verdund met water en in de aldus verkregen oplossing wordt het gehalte aan koper, mangaan en zink gemeten met AAS in een lucht-acetyleenvlam bij resp. 324,8, 279,5 en 213,9 nm. Bij

(11)

de metingen wordt achtergrondcorrectie toegepast. De bepaalbaarheidsgrens is voor alle 3 genoemde elementen ca. 0,2 mg/kg verse waar voor de knol- en bolgewassen.

Evenals bij de elementen cadmium en lood werden analyseresultaten voor ko-per, mangaan en zink gecontroleerd door het uitvoeren van duplo-analyses en opbrengstexperimenten. De resultaten hiervan zijn vermeld in 3.1

(12)

3. RESULTATEN EN DISCUSSIE

3.1 Kyaliteltsbewaklng analyseresultaten

Duplo-bepalingen

Van alle soorten monsters werd een aantal tn duplo geanalyseerd; de bewuste monsters werden willekeurig genomen en niet speciaal geselecteerd op bijv. hoge of lage gehalten. In tabel 1 zijn de resultaten van deze duplo-bepa-lingen samengevat.

Tabel _1. Resultaten van duplo-bepalingen, weergegeven als procentuele ver-schillen tussen duplo-uitkomsten, gedefinieerd als hoogste waarde min laagste waarde gedeeld door hoogste waarde maal 100%; gemid-delde en hoogste/laagste procentueel verschil vermeld

aantal duplo- procentueel verschil tussen duplo's

cadmium lood koper mangaan zink bepalingen 14 12 12 11 12 gemiddelde 13 0* 8,6 9,7 2.8

laagste waarde hoogste waarde

33 0^ 23 17 7

alle 12 monsters in duplo < 0,02 mg/kg

Bij deze resultaten moet de kanttekening worden gemaakt dat de grootste verschillen tn het algemeen zijn gevonden bij monsters waarvan het gehalte voor het betreffende element niet veel hoger was dan de grens van bepaal-baarheid. Gemiddeld zijn de verschillen tussen de duplo's als normaal te beschouwen voor de gemeten elementen bij de gehalte-niveaus in de onder-zochte produkten.

(13)

Opbrengstexperimenten

Voor alle typen onderzochte produkten zijn voor elk te bepalen element op-brengstexperimenten uitgevoerd. Daarbij werd van het te bepalen element een zodanige hoeveelheid aan de analyseportie toegevoegd dat het oorspron-kelijke, eigen gehalte van het monster ongeveer verdubbeld werd. De resul-taten van de opbrengstexperimenten zijn samengevat in tabel 2. Voor alle elementen zijn de resultaten van de opbrengstexperimenten zonder meer be-vredigend te noemen: tn slechts één geval (lood) wijkt de gemiddelde op-brengst meer dan 5% van de 100% af.

Tabel 2. Resultaten van opbrengst-experimenten, weergegeven als percentages van de toegevoegde hoeveelheid analyt dat bij analyse ts terugge-vonden; gemiddelde en laagste/hoogste percentage per element

cadmium lood koper mangaan zink aantal experimenten 11 10 9 9 9 gemidde 99 93 98 103 96 ld opbrengs tperc laags 90 88 92 93 89 entage te hoogste 105 100 104 114 104

Bepalingen van cadmium en lood met Zeeman-AAS

Ter controle op de met vlam-AAS gemeten gehalten voor cadmium en lood zijn van alle soorten monsters vier stuks eveneens geanalyseerd met de methode droge verassing en grafletoven-AAS met Zeeman achtergrondcorrectie. In to-taal betreft dit 16 monsters. De resultaten van deze analyses, in vergelij-king met die verkregen met de gebruikelijke methode (- vlam-AAS), zijn sa-mengevat in tabel 3.

(14)

Tabel 3. Vergelijking van de analyseresultaten voor cadmium en lood, verkregen voor 16 monsters via droge verassing/grafietoven-Zeeman-AAS en droge verassing/extractie/vlam-AAS; gehalten in /ig/kg vers produkt

cadmium (^g/kg) lood (A*g/kg) gemiddeld bereik gemiddeld bereik

verassing/Zeeman-AAS 37 4-250 8 3-17 verassing/extractie/vlam-AAS 35 <5-220 <20 <20-<20

Uit de gegevens In tabel 3 blijkt dat de resultaten van de twee methoden voor beide elementen zeer goed overeenstemmen.

3.2 Elementgehalten in de onderzochte produkten

In tabel 4 zijn de verkregen analyseresultaten voor de vier onderzochte li^nol- en bolgewassen samengevat. De gehalten gemeten in alle individuele monsters zijn vermeld tn de tabellen 7 t/m 10 achter tn dit rapport.

(15)

Tabel 4. Samenvatting van de gemeten gehalten aan cadmium, lood, koper, mangaan en zink in rode bieten, uien, knolselderij en koolrapen; vermeld zijn gemiddelde, mediaan, laagste en hoogste gehalte in mg/kg vers produkt cadmdum gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waarde lood gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waarde koper gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waarde mangaan gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waarde zink gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waa^rde rode bieten rN-19> 0,009* 0,009 <0,005 0,018 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 0,68 0,64 0,30 1,27 1.14 1,12 0,37 1,80 2,88 2,71 -1,59 4.81 uien (N-22) 0,009 0,009 0,004 0,022 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 0,41 0,40 0,27 0.55 0,77 0,70 0,53 1,20 1,57 1,47 1,24 3.21 knolselderij fN-22) 0,095 0,073 0,036 0,22 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 1,22 1,30 0.70 1.54 1,45 1.41 0.50 3,19 2,73 2,63 2,01 3.98 koolrapen fN-22) 0,009 0,009 0,005 0,013 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 -<0,20 <0,20 0,38 0,68 0,69 0,42 1,04 0,95 0,95 0,24 1.55 * bij "^ het berekenen van het gemiddelde zijn 4 waarden lager dan de

bepaal-baarheidsgrens beschouwd als zijnde daaraan gelijk

- niet berekend, meer dan de helft van de waarden lager dan de bepaalbaar-heidsgrens

(16)

Onderstaand worden de resultaten per element kort besproken.

Cadmium

Opvallend is de grote overeenkomst in cadmiumgehalten van rode bieten, uien en koolrapen, terwijl de gehalten in knolselderij een factor 10 hoger lig-gen. Dit ts in overeenstemming met hetgeen in 1979/1980 werd gevonden: tn 12 monsters knolselderij werd destijds een gemiddeld cadmiumgehalte van 0,10 mg/kg gemeten (2). De gemiddelde gehalten in bleten, uien en koolrapen die nu gemeten zijn, zijn vrijwel gelijk aan die gemeten in 1979/1980 (ca. 0,01 mg/kg) en stemmen goed overeen met gepubliceerde waarden voor Nederlandse produkten (2,3). In buitenlands onderzoek zijn gemiddelde cadmiumgehalten van 0,01 tot 0,04 mg/kg in uien en rode bleten gevonden

(3,4).

Lood

In geen van de 83 onderzochte monsters werd een meetbare hoeveelheid lood aangetoond, d.w.z. alle gehalten waren lager dan 0,020 mg/kg. In het kader van de kwaliteitsbewaking van de analyses (zie 3.1) zijn van de vier knol-en bolgewassknol-en elk vier monsters op cadmium knol-en lood geanalyseerd met eknol-en alternatieve methode, nl. droge verassing en meting met grafietoven atomaire-absorptiespectrometrie/Zeeman achtergrondcorrectte. Daarbij werden voor lood de volgende resultaten verkregen:

produkt loodgehalte In mg/kg vers produkt

uien rode bieten koolrapen knolselderij gemiddeld 0,007 0,010 0,007 0,009 bereik 0,005-0,008 0,006-0,017 0,003-0.011 0,004-0,015

Op grond van deze uitkomsten voor 20% van de monsters kan voorzichtig wor-den geconcludeerd dat de gemiddelde loodgehalten in de knol- en bolgewassen rond de 0,01 mg/kg of lager zijn. Deze resultaten zijn wat lager dan sommi-ge waarden vermeld in de literatuur, waar sommi-gemiddelde loodsommi-gehalten in de be-wuste produkten worden vermeld tot 0,02 mg/kg (2,3,4).

(17)

Koper, mangaan en zink

Van de onderzochte vier produkten blijken koolrapen de hoogste gehalten te hebben aan deze drie elementen. Vrijwel gelijke gehalten als de door ons gemeten aan mangaan en zink in koolrapen worden vermeld in (5), nl. 0,4 resp. 0,8 mg/kg; voor koper wordt evenwel een hoger gehalte aangegeven, nl. 0,8 mg/kg. Bij uien, rode bieten en knolselderij valt op dat de spreiding in de gehalten per produkt vrij klein is en dat ook de gemiddelde gehalten van de produkten onderling niet sterk verschillen.

De door ons gemeten waarden stemmen goed overeen met llteratuurwaarden voor Nederlandse produkten (2,6) voor zover aanwezig. Bij onderzoek in het bui-tenland zijn met name voor de elementen mangaan en zink gemiddeld enige ma-len hogere gehalten gemeten (4,5).

In de Regeling normen zware metalen (Warenwet) zijn voor o.a. bieten en uien maxima gesteld aan het cadmium- en loodgehalte van resp. 0,1 en 0,3 mg/kg. Alle 41 geanalyseerde monsters blijven ver onder deze normen. Voor koolrapen en knolselderij zijn geen etsen gesteld voor het cadmium- en loodgehalte. Als voor deze produkten dezelfde normen zouden gelden als voor bleten en uien zou geen van de monsters koolrapen deze overschrijden, maar van de 22 monsters knolselderij zouden er 6 de norm voor cadmium over-schrijden. Zelfs als voor knolselderij de hogere norm voor cadmium zoals van toepassing voor prei en peen (0,2 mg/kg) zou worden toegepast, dan wordt zelfs deze norm nog door 1 monster bereikt en door twee monsters overschreden.

Voor de toxische elementen cadmium en lood zijn door de WHO/FAO zgn. Provi-sional Tolerable Weekly Intakes vastgesteld, d.w.z. hoeveelheden die per week gedurende het gehele leven met voedsel en drank kunnen worden ingeno-men zonder gevaar voor schade aan de gezondheid. Voor een standaardpersoon met een lichaamsgewicht van 60 kg is deze hoeveelheid voor cadmium 400-500 /ig per week en voor lood 3000 /ig per week. Omgerekend tot toelaatbare dage-lijkse hoeveelheden (Acceptable Daily Intake of ADI) geeft dit 60-70 /ig per

-'v

dag voor cadmium en 430 fig per dag voor lood.

Om te kunnen nagaan in hoeverre bij een normale consumptie rode bleten, uien, koolrapen en knolselderij bijdragen aan de belasting met cadmium en

(18)

lood is informatie noodzakelijk over de grootte van normaliter geconsumeer-de porties. Uit een recent ongeconsumeer-derzoek naar geconsumeer-de groenteconsumptie van volks-tulnders en hun gezinsleden (467 mannen en vrouwen, leeftijd 1-77 jaar) zijn gegevens bekend over portie-groottes van o.a. rode bieten en uien (7). Voor rode bleten is de gemiddelde portie-grootte 182 gram (laagste en hoog-ste waarde 14 resp. 530 gram), voor uien zijn deze getallen 38 gram en 2-281 gram. Geen gegevens zijn uit dit onderzoek bekend over portie-groottes van koolrapen en knolselderij; het lijkt niet onredelijk om die voor kool-rapen gelijk te stellen aan rode bieten en voor knolselderij aan uien.

In tabel 5 zijn de gegevens m.b.t. portie-grootte, gemiddelde gehalten en bijdrage aan de toelaatbare belasting met cadmium en lood via de onderzoch-te knol- en bolgewassen samengevat.

Tabel 5. Bijdrage aan de toelaatbare dagelijkse belasting met cadmium en lood via consumptie van rode bieten, uien, koolrapen en knolselde-rij bij een gemiddelde portie-grootte (7)

soort groente gemiddelde portie-grootte gemiddelde dagelijkse opneming gemiddeld gehalte Cd (Mg/kg) Pb (/ig/kg)

absoluut (;ig)/tn % van ADI

Cd Pb Cd Pb. rode bieten uien koolrapen knolselderij 0,182 0,038 0,182 0,038 9 9 9 95 <20 <20 <20 <20 1,6 <3,6 2,2-2.7 <0,8 0,3 <0,8 0,4-0,5 <0,2 1,6 <3,6 2,2-2,7 <0,8 3,6 <0,8 5,1-6,0 <0,2

ADI is 60-70 /ig voor Cd en 430 /ig voor Pb voor een standaardpersoon van 60 kg

De gegevens in tabel 5 tonen duidelijk aan dat bij een normaal consumptie-patroon de onderzochte knol- en bolgewassen een te verwaarlozen bijdrage leveren aan de toelaatbare loodbelastlng, nl. minder dan-1%. Voor cadmium is de bijdrage weliswaar hoger, tot 5 è 6% bij knolselderij, maar niet van grote betekenis.

(19)

Voor de essentiële elementen koper, mangaan en zink zijn In verschillende landen aanbevolen dagelijkse hoeveelheden vastgesteld. In West-Duitsland zijn deze (8) voor volwassenen: koper 2-4 mg/dag, mangaan 2-5 mg/dag en voor zink 15 mg/dag. In Nederland zijn (nog) geen aanbevelingen voor koper en mangaan vastgesteld; voor zink wordt conform aan de Codex Allmentarius een dagelijkse hoeveelheid van 10 mg aanbevolen (9).

In tabel 6 is weergegeven hoe groot de bijdrage van de onderzochte knol- en bolgewassen is aan de aanbevolen hoeveelheden voor deze elementen bij een gemiddelde consumptie.

Tabel 6. Bijdrage aan de aanbevolen dagelijkse opneming van koper, mangaan en zink via consumptie van rode bieten, uien, koolrapen en

knol-•k

s e l d e r i j b i j een gemiddelde p o r t i e - g r o o t t e (7)

soort groente

gemiddelde dagelijkse opneming

absoluut (mg) tn % van de aanbeveling (8,9) Cu Mn Zn Cu Mn Zn rode bieten uien koolrapen knolselderij 0,12 0,02 <0,04 0,05 0,21 0,03 0,12 0,06 0,52 0,06 0,18 0,10 3-6 0,5-1 1-2 1.2-2,5 4,2-10 0.6-1,5 2,4-6 1,2-3 5.2 0,6 1,8

1.0-portie-groottes gelijk aan die in Tabel 5.

De gegevens tn tabel 6 laten duidelijk zien dat een gemiddelde dagportle van de onderzochte knol- en bolgewassen niet in grote mate bijdraagt aan de noodzakelijke voorziening met koper, mangaan en zink.

(20)

4. CONCLUSIES

Samenvattend kunnen uit de resultaten van het onderzoek de volgende conclu-sies worden getrokken:

- De door ons gemeten elemehtgehalten in knol- en bolgewassen zijn in het algemeen wat lager dan - voor zover aanwezig - waarden vermeld in de literatuur.

- De gehalten aan de toxische elementen cadmium en lood zijn laag te noe-men, met als uitzondering cadmium in knolselderij, waarvan het gehalte gemiddeld tien keer zo hoog is als in bieten, uien en koolrapen.

- De in de Regeling normen zware metalen (Warenwet) vastgelegde maximale gehalten voor cadmium en lood (resp. 0,1 en 0,3 mg/kg) voor rode bieten en uien wordt door geen van de 41 monsters overschreden. Indien voor knolselderij dezelfde normen van toepassing zouden zijn, dan zouden 6 van de 22 monsters de norm voor cadmium overschrijden.

- Een gemiddelde portie van de onderzochte knol- en bolgewassen levert minder dan 1% van de maximaal toelaatbare dagelijkse hoeveelheid lood en . minder dan 3% van de maximaal toelaatbare hoeveelheid cadmium, behalve

voor knolselderij waarvan een gemiddelde dagportle 5 ó. 6% van de toelaat-bare dosis cadmium oplevert.

- De bijdrage aan de voorziening met de essentiële elementen koper, mangaan en zink is gering, in het algemeen minder dan 5% van de aanbevolen dage-lijkse hoeveelheden, met uitzondering van rode bieten waarvan een gemiddelde portie tot 6% resp. 10% van de dagelijkse behoefte aan koper en mangaan levert en 5,2% van die voor zink.

(21)

LITERATUUR

1. Ellen, G., Loon, J.W.van. Het ontwikkelen en valideren van twee bepa-lingsmethoden voor cadmium en lood in levensmiddelen en biologisch mate-riaal, gebaseerd op vlamloze atomaire-absorptiespectrometrie met Zeeman achtergrondcorrectte. RIVM-rapport nr. 388706 001, juni 1988.

2. Staarlnk, T., Hakkenbrak, P. Het contaminantenboekje. Staatsuitgeverij 's-Gravenhage, 1987. ISBN 90 12 05544x.

3. Wlersma, D., Goor, B.J.van, Veen, N.G.van der. Cadmium, lead, mercury and arsenic concentrations in crops and corresponding soils in the Ne-therlands. J. Agric. Food Chem. 1986; 34: 1067-74.

4. Varo, P., Lflhelma, 0., Nuurtamo, M., Saari, E., Koivistoinen, P. Mineral element composition of Finnish foods. VII Potato, vegetables, fruits, berries, nuts and mushrooms. Acta Agriculturae Scandinavica, Suppl.

1980; 22: 89-113.

5. Scherz, H., Kloos, G., Senser, F. Soucl-Fachmann-Kraut. Food Composition and Nutrition Tables 1986/1987. Wissenschaftllche Verlagsgesellschaft mbH Stuttgart, Ed. 3 1986/1987 (1986). ISBN 3-8047-0833-1.

6. Vos, G. Koper in milieu en voeding in Nederland. Coördinatie-coimnissie voor de metingen van radioactiviteit en xenobiotische stoffen (CCRX). Zonder jaartal.

7. Hulshof, P.J.M. De groenteconsumptie van volkstulnders. Hoofdinspectie van de Volksgezondheid voor de Levensmiddelen en de Keuring van Waren/ GGD Amsterdam/Algemeen Verbond van Volkstulnders in Nederland. 1988.

8. 'Anonymous. Deutsche Gesellschaft für Ernahrung. Empfehlungen für die Nahrstoffzufuhr, 4. erweiterte Ueberarbeitung. Umschau Verlag Frankfurt am Main, 1985. ISBN 3-524-71003-4.

(22)

rode bieten, uitgedrukt in mg/kg vers produkt. AROnr 85386 85387 85388 85389 85390 85391 85392 85393 85394 85395 85396 85397 85398 85399 85400 85401 85402 85403 85404 Herkomst RKvW te: Goes Den Haag Utrecht Alkmaar Cadmium 0.012 0.012 0.018 0.014 0.009 0.009 0.011 0.009 <0.005 0.009 <0.005 0.007 <0.005 <0.005 0.005 0.006 0.009 0.007 0.009 Koper 1.27 0.69 1.12 0.70 0.74 0.80 0.75 0.65 0.62 0.64 0.61 0.85 0.61 0.46 0.58 0.52 0.46 0.30 0.55 Lood <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Mangaan 1.47 1.60 0.62 1.62 0.57 1.12 1.55 1.33 1.80 1.33 1.58 1.46 0.90 0.92 0.90 0.75 0.76 0.37 0.97 Zink 4.81 3.90 4.60 3.07 2.70 2.91 4.48 2.00 2.68 2.71 1.93 2.90 1.77 1.59 2.52 2.55 3.22 1.65 2.71

(23)

uien, uitgedrukt In mg/kg vers produkt. AROnr 85364 85365 85366 85367 85368 85369 85370 85371 85372 85373 85374 85375 85376 85377 85378 85379 85380 85381 85382 85383 85384 85385 Herkomst RKvW te: Goes Den Haag Utrecht Alkmaar Cadmium 0.012 0.013 0.008 0.006" 0.022 0.009 0.009 0.004 0.006 0.009 0.008 0.012 0.008 0.011 0.008 0.018 0.009 0.006 0.006 0.008 0.005 0.010 Koper 0.54 0.27 0.55 0.40 0.32 0.43 0.41 0.33 0.48 0.48 0.51 0.44 0.35 0.40 0.52 0.39 0.35 0.44 0.39 0.45 0.33 0.31 Lood <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Mangaan 1.12 0.71 0.53 0.58 1.18 0.60 0.62 0.63 0.69 0.70 0.67 0.68 0.80 0.72 0.94 0.68 0.89 0.61 0.64 0.85 1.20 0.96 Zink 1.87 1.48 1.58 1.73 3.21 1.29 1.45 1.32 1.29 1.46 1.69 1.28 1.44 1.80 1.64 1.29 1.53 1.24 1.71 1.30 1.39 1.58

(24)

Tabel 9 Gehalten aan cadmium, koper, lood, mangaan en zink in 22 monsters koolraap, uitgedrukt in mg/kg vers produkt.

AROnr 85405 85406 85407 85408 85409 85410 85411 85412 85413 85414 85415 85416 85417 85418 85419 85420 85421 85422 85423 85424 85425 85426 Herkomst RKvW te: Goes Den Haag Utrecht Alkmaar Cadmium 0.009 0.006 0.007 0.011 0.009 0.010 0.013 0.007 0.013 0.008 0.006 0.008 0.010 0.006 0.010 0.013 0.011 0.009 0.005 0.007 0.008 0.008 Koper 0.32 <0.20 <0.20 <0.20 0.20 0.34 0.21 <0.20 0.26 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 0.23 0.23 0.32 <0.20 0.22 <0.20 <0.20 0.38 <0.20 Lood <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Mangaan 0.48 0.65 1.04 0.77 0.68 0.55 0.75 0.81 0.47 0.69 0.74 0.84 0.83 0.83 0.96 0.75 0.46 0.49 0.59 0.61 0.57 0.42 Zink 0.99 1.05 0.95 1.40 0.93 0.24 1.55 0.83 0.67 0.99 1.28 0.96 1.10 1.30 0.94 0.74 0.82 0.58 1.19 0.93 0.68 0.80

(25)

Tabel 10 Gehalten aan cadmium, koper, lood, mangaan en zink in 22 monsters knolselderij, uitgedrukt in mg/kg vers produkt.

AROnr 85427 85428 85429 85430 85431 85432 85433 85434 85435 85436 85437 85438 85439 85440 85441 85442 85443 85444 85445 85446 85447 85448 Herkoms t RKvW te: Goes Den Haag Utrecht Alkmaar Cadmium 0.077 0.082 0.040 0.220 0.200 0.110 0.170 0.220 0.056 0.064 0.054 0.170 0.036 0.095 0.040 0.099 0.059 0.036 0.090 0.068 0.055 0.050 Koper 1.40 1.38 1.31 1.28 1.26 1.19 1.30 1.33 1.26 1.33 1.31 . 1.29 0.70 0.89 1.30 1.38 0.74 1.48 0.92 1.54 1.01 1.26 Lood <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Mangaan 1.41 0.55 0.50 1.41 1.78 1.61 1.42 1.41 3.19 3.15 1.24 1.74 1.11 0.88 1.59 0.65 1.36 1.05 1.04 1.47 1.93 1.43 Zink 2.86 2.85 2.62 2.67 3.98 3.85 2.65 2.63 3.60 3.56 2.38 3.01 2.55 2.27 2.29 2.17 2.79 2.01 2.26 2.42 2.20 2.39

(26)

o

a

0.07

0.06

2 0.05

>

5

0.04

'S)

E

0.03

-© 0.02

0.01

0.00

• o I

(27)

0.010

-0 L_

a

fO V -U) > ,^«, U) ^ 0) ^ -Q Tl • ö

0.008

0.006

0.004

s

0.002

0.000

I O I

(28)

1

koolrapen

knoteekterij

(29)

1.40

1.30

1.20

1.10

1.00

-•5

o

a

(O

I 0.90

\--a 0-80 h

I 0.70

^ 0.60

i 0.50

1 0.40

^ 0.30

0.20

-0.10

0.00

\ M I

(30)

2.50

-o

^ 2.00

0) L->

1

1.50

E

5

1.00

0.50

-0.00

I M LO I

(31)

^ .reseorc/i.for man a n d environment

RIJKSINSTITUUT VOOR TOü<SGEZONDHEip EN^MUEUHYGENE

(32)

Rapport nr. 388502 002

Het gehalte aan cadmium, lood, koper, mangaan en zink in rode bieten, uien, knolselderij en koolrapen.

G.Ellen, K.Tolsma, J.W.van Loon

augustus 1988

Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Hoofdinspectie van de Volksgezondheid voor de Levensmiddelen en de Keuring van Waren en is be-schreven in projectbeschrijving 388502. Per 1 januari 1988 is project 388502 ondergebracht in het raamproject 388801 "Mens en Voeding II".

(33)

VERZENDLIJST BIJ RAPPORT NR. 388502 002

1-5 Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid voor de Levensmiddelen en de Keuring van Waren

6 Secretaris-Generaal van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur

7 Directeur-Generaal van de Volksgezondheid

8 De plv. Directeur-Generaal van de Volksgezondheid, tevens de Hoofddirecteur Financiering en planning 9 De Hoofddirecteur van de Gezondheidsbescherming 10 De Hoofddirecteur van de Gezondheidszorg

11 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Alkmaar

12 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Goes

13 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied 's-Gravenhage

14 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Utrecht

15 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Haarlem

16 De Directeur van de Rijkskeuringsdienst van Waren voor het gebied Friesland

17 Redactie van de Ware(n) Chemicus

18 Directie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne

19 Dr.R.Kroes

20 Drs.CA.van der Heijden 21 Dr.H.A.van 't Klooster 22 Dr.R.W.Stephany

23 Ir.H.P.van Egmond, Dr.L.A.van Ginkel, Dr.G.de Groot, Dr.R.C.Schothorst, Dr.H.A.M.G.Vaessen

24-26 Auteurs

27-28 Bureau projecten- en rapportenregistratie 29-40 Reserve exemplaren .

(34)

INHOUDSOPGAVE RAPPORT NR. 388502 002 blz VERZENDLIJST 11 INHOUDSOPGAVE lil SUMMARY iv SAMENVATTING vi 1. INLEIDING 1 2. MATERIAAL EN METHODEN 2 2.1 Monsters voor onderzoek 2

2.2 Analysemethoden 2

3. RESULTATEN EN DISCUSSIE 5 3.1 Kwaliteitsbewaking analyseresultaten 5

3.2 Elementgehalten tn de onderzochte produkten 7

4. CONCLUSIES 13

LITERATUUR 14

TABELLEN 7 t/m 10 15

(35)

RIVM, National Institute of Public Health and Environmental Protection

Report nr. 388502 002

Contents of cadmium, lead, copper, manganese and zinc In red beets, onions, celeriac and Swedish turnips

G.Ellen, K.Tolsma, J.W.van Loon August 1988

SUMMARY

A total of 19 samples red beets, 22 samples onions, 22 samples celeriac and 22 samples Swedish turnips have been analyzed for the elements cadmium, lead, copper, manganese and zinc. Lead and cadmium have been determined by dry ashing followed by extraction and measuring with flame AAS. Copper, manganese and zinc have been measured by flame AAS after bomb digestion. The analytical quality was checked by means of blanc experiments, recovery experiments and determinations in duplicate. In addition, 20% of all sam-ples have been analyzed for cadmium and lead with an alternative method, flameless AAS with Zeeman background correction. The mean contents, ex-pressed as mg/kg fresh product of all samples for each kind of vegetable were as follows:

Cadmium in red beets 0,009, in onions 0,009, in celeriac 0,095 and in Swe-dish turnips 0,009. Lead in red beets, onions, celeriac and in SweSwe-dish tur-nips, all less than 0,02. Copper in red beets 0,68, in onions 0,41, in

ce-leriac 1,22 and in Swedish turnips lower than 0,20. Hanganese in red beets 1,14, in onions 0,77, in celeriac 1,45 and in Swedish turnips 0,68. Zinc in red beets 2,88, in onions 1,57, in celeriac 2,73 and in Swedish turnips 0,95. It is notable that celeriac shows ten times higher cadmium levels

than the other three products.

None of the samples red beets and onions exceeded the legal limits set for cadmium and lead for these products. If the same limits should apply to ce-leriac, 6 of the 22 samples would exceed the limit for cadmium. An average portion of any from the four vegetables analyzed contains less than 1% of the maximal tolerable daily amount of lead and less than 3% of the daily tolerable amount of cadmium, except for celeriac, an average portion thereof accounts for 5-6% of the tolerable daily dose of cadmium.

(36)

The contribution to the daily supply with the essential elements copper, manganese and zinc is only marginal; In general less than 5% of the recom-mended dally amounts. Red beets are an exception in this respect: an aver-age portion thereof contains up to 6%, 10% and 5% of the recommended daily amounts of copper, manganese and zinc, respectively.

(37)

; RIVM, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne

Rapport nr. 388502 002

Het gehalte aan cadmium, lood, koper, mangaan en zink in rode bieten, uien, knolselderij en koolrapen

G.Ellen, K.Tolsma, J.W.van Loon augustus 1988

SAMENVATTING

In totaal 19 monsters rode bieten, 22 monsters uien, 22 monsters koolrapen en 22 monsters knolselderij zijn geanalyseerd op gehalten aan de elementen cadmium, lood, koper, mangaan en zink. Lood en cadmium zijn bepaald via droge verassing, gevolgd door extractie en meting met vlam-AAS. Koper, man-gaan en zink zijn gemeten met vlam-AAS na destructie in een drukvat. De kwaliteit van de analyses werd bewaakt door het uitvoeren van blanco expe-rimenten, opbrengst-experimenten en duplo-bepalingen. Bovendien werd 20% van de monsters op cadmium en lood geanalyseerd met een alternatieve metho-de, nl. grafletoven-AAS met Zeeman achtergrondcorrectie. De gemiddelde ge-halten, uitgedrukt in mg/kg vers produkt waren als volgt:

Cadmium in rode bleten 0,009, in uien 0,009, in knolselderij 0,095 en in koolrapen 0,009. Lood in zowel rode bieten, uien, knolselderij als in kool-rapen lager dan 0,02. Koper in rode bieten 0,68, in uien 0,41, in knolsel-derij 1,22 en in koolrapen lager dan 0,20. Mangaan in rode bieten 1,14, In uien 0,77, in knolselderij 1,45 en in koolrapen 0,68. Zink in rode bieten 2,88, in uien 1,57, in knolselderij 2,73 en in koolrapen 0,95. Opvallend is dat het cadmiumgehalte van knolselderij 10 keer zo hoog is als van de drie overige onderzochte produkten.

De van kracht zijnde wettelijke normen voor cadmium en lood in bieten en uien werden door geen van de onderzochte monsters overschreden. Indien voor knolselderij dezelfde normen van toepassing waren, dan zouden 6 van de 22 monsters de norm voor cadmium overschrijden. Een gemiddelde portie van elk van de vier onderzochte groenten bevat minder dan 1% van de maximaal toe-laatbare dosis lood en minder dan 3% van de maximaal toetoe-laatbare hoeveel-heid cadmium, behalve voor knolselderij waarvan een gemiddelde dagportle 5 è 6% van de toelaatbare hoeveelheid cadmium levert.

De bijdrage aan de voorziening met de essentiële elementen koper, mangaan en zink is gering; in het algemeen minder dan 5% van de aanbevolen

(38)

dage-lijkse hoeveelheden. Rode bieten vormt hierop een uitzondering: een gemid-delde portie hiervan bevat tot 6%, 10% en 5% van de dagelijkse behoefte aan koper, mangaan en zink.

(39)

1. INLEIDING

In het kader van het surveillance programma "Mens en Voeding" analyseerde het Laboratorium voor Chemisch Levensmiddelenonderzoek (LCLO) van het RIV

in 1979/1980 monsters van een aantal knol- en bolgewassen op gehalten aan enige zware metalen (project 647818). Een verrassend resultaat van dit on-derzoek was dat het gehalte aan cadmium in knolselderij veel hoger was dan van andere knol- en bolgewassen, zoals uien en koolrapen. Voor zover ons bekend is hiernaar sinds 1980 geen nader onderzoek verricht.

Tijdens het overleg over de voortzetting van het surveillance programma "Mens en Voeding" in 1985 werd afgesproken een hernieuwd onderzoek te gaan doen naar de gehalten van zware metalen in knol- en bolgewassen. Er werd afgesproken dat van de produkten rode bieten, uien, koolrapen en knolselde-rij elk ca. 20 monsters zouden worden onderzocht op de gehalten aan cad-mium, lood, koper, mangaan en zink.

(40)

2. MATERIAAL EN METHODEN

2.1 Monsters voor onderzoek

Voor het trekken van de monsters werd de medewerking gevraagd van de Rijks-keuringsdiensten van Waren te Alkmaar, Goes, 's-Gravenhage en Utrecht. Aan de Keuringsdiensten werd verzocht de monsters te trekken direct bij de kwe-kers of op de veiling en er daarbij zorg voor te dragen dat de monsters van een zelfde groentesoort van verschillende kwekers afkomstig waren. De mon-sters knol- en bolgewassen werden genomen in de tweede helft van februari 1986. In totaal werden verkregen 19 monsters rode bieten, 22 monsters knol-selderij, 22 monsters uien en 22 monsters koolrapen. Voor nadere gegevens betreffende deze monsters wordt verwezen naar de tabellen 7 t/m 10 achter tn dit rapport.

2.2 Analvsemethoden

Voorbewerking

Meteen na ontvangst werden de monsters op huishoudelijke wijze maakt, d.w.z. gepeld of geschild. Indien nodig werd daarna het schoonge-maakte produkt gewassen met leidingwater en het aanhangende water weer zo goed mogelijk verwijderd. Vervolgens werd het materiaal In kleine stukjes gesneden en in plastic manden gevriesdroogd. Door middel van wegen voor en na vriesdrogen werd van alle monsters het gehalte aan droge stof bepaald. Het gevriesdroogde materiaal werd met een Moullnette keukenmolen fijngema-len en het aldus verkregen homogene poeder werd in goed afgesloten plastic potten met schroefdeksel bewaard bij -20 C tot het tijdstip van analyse.

9??_^?Pfl?^ "^^^ cadmium en lood

De bepalingen van deze twee elementen zijn uitgevoerd met een methode geba-seerd op droge verassing, gevolgd door extractie van cadmium en lood met een natriumdiethyldithiocarbamaatoplosslng en meting met vlam atomaire-ab-sorptiespectrometrie. De werkwijze, die uitvoerig is beschreven in SOP nr. ARO/002 is globaal als volgt:

(41)

Ca. 3 gram van het gevriesdroogde produkt wordt in een kwarts kroes met zwavelzuur op een kookplaat voorverast. Het residu wordt daarna in een tem-peratuurgeprogrammeerde moffeloven verast bij een maximale temperatuur van 500 C. Indien de verkregen as niet koolstofvrij is, wordt behandeld met salpeterzuur en nogmaals verast bij 500 C. De verkregen as wordt opgelost in zoutzuur en na toevoegen van natriumcitraat wordt met ammonia de pH op 4,0 gebracht. Cadmium en lood worden als natrlumdiethyldithlocarbamaatcom-plexen geëxtraheerd met methylisobutylketon. Vervolgens worden cadmium en lood teruggeëxtraheerd in verdund salpeterzuur. In deze oplossing worden de twee elementen gemeten met vlam atomalre-absorptiespectrometrie (lucht-ace-tyleenvlam), bij een golflengte van 228,8 nm voor cadmium en 283,3 nm voor lood. Kwantificering geschiedt aan de hand van Ijklijnen, verkregen door het meten van verdunde waterige standaardoplossingen van cadmium en lood. De bepaalbaarheidsgrenzen voor cadmium en lood, uitgedrukt als gehalten in de verse waar, zijn afhankelijk van de droge stof gehalten. De gehalten aan droge stof van de knol- en bolgewassen waren globaal 10%, waardoor de grens van bepaalbaarheid voor cadmium en lood respectievelijk ca. 0,005 en 0,02 ™S/kg verse waar bedraagt.

Ter controle van de analyse-uitkomsten is een aantal monsters in duplo ge-analyseerd en zijn opbrengst-experimenten verricht. Bovendien zijn van alle soorten groenten 4 monsters met een alternatieve methode geanalyseerd, na-melijk ontsluiting door droge verassing, gevolgd door meting met grafieto-ven atomaire-absorptiespectrometrie met Zeeman achtergrondcorrectie. Deze methode is uitvoerig beschreven in (1) en in SOP nr. ARO/040. De resultaten van de analytische kwaliteitsbewakingsexperimenten zijn vermeld in 3.1.

Het bepalen van koper, mangaan en zink

Deze drie elementen werden bepaald in één destruaat verkregen via ontslui-ting met salpeterzuur in een drukvat. De uiteindelijke meontslui-tingen werden ver-richt met vlam atomaire-absorptiespectrometrie (vlam-AAS). De methode is uitvoerig beschreven in SOP nr.ARO/001. Beknopt weergegeven verloopt de procedure als volgt: van het gevriesdroogde materiaal wordt 200 mg geduren-de 3 uur bij 150 C gegeduren-destrueerd in een teflon drukvat met 3 ml geconcen-treerd salpeterzuur. Het destruaat wordt verdund met water en in de aldus verkregen oplossing wordt het gehalte aan koper, mangaan en zink gemeten met AAS in een lucht-acetyleenvlam bij resp. 324,8, 279,5 en 213,9 nm. Bij

(42)

de metingen wordt achtergrondcorrectie toegepast. De bepaalbaarheidsgrens is voor alle 3 genoemde elementen ca. 0,2 mg/kg verse waar voor de knol- en bolgewassen.

Evenals bij de elementen cadmium en lood werden analyseresultaten voor ko-per, mangaan en zink gecontroleerd door het uitvoeren van duplo-analyses en opbrengstexperimenten. De resultaten hiervan zijn vermeld in 3.1

(43)

3. RESULTATEN EN DISCUSSIE

3.1 Kwaliteitsbewaking analyseresultaten

Duplo-bepalingen

Van alle soorten monsters werd een aantal in duplo geanalyseerd; de bewuste monsters werden willekeurig genomen en niet speciaal geselecteerd op bijv. hoge of lage gehalten. In tabel 1 zijn de resultaten van deze

duplo-bepa-lingen samengevat.

Tabel 1. Resultaten van duplo-bepalingen, weergegeven als procentuele ver-schillen tussen duplo-uitkomsten, gedefinieerd als hoogste waarde min laagste waarde gedeeld door hoogste waarde maal 100%; gemid-delde en hoogste/laagste procentueel verschil vermeld

aantal duplo- procentueel verschil tussen duplo's

cadmium lood koper mangaan zink bepalingen 14 12 12 11 12 gemiddelde 13 0* 8,6 9.7 2.8

laagste waarde hoogste waarde

33 0^ 23 17 7

alle 12 monsters in duplo < 0,02 m g A g

Bij deze resultaten moet de kanttekening worden gemaakt dat de grootste verschillen in het algemeen zijn gevonden bij monsters waarvan het gehalte voor het betreffende element niet veel hoger was dan de grens van bepaal-baarheld. Gemiddeld zijn de verschillen tussen de duplo's als normaal te beschouwen voor de gemeten elementen bij de gehalte-niveaus in de

(44)

Opbrengstexperimenten

Voor alle typen onderzochte produkten zijn voor elk te bepalen element op-br engs texperimenten uitgevoerd. Daarbij werd van het te bepalen element een zodanige hoeveelheid aan de analyseportie toegevoegd dat het oorspron-kelijke, eigen gehalte van het monster ongeveer verdubbeld werd. De resul-taten van de opbrengstexperimenten zijn samengevat in tabel 2. Voor alle elementen zijn de resultaten van de opbrengstexperimenten zonder meer be-vredigend te noemen: in slechts één geval (lood) wijkt de gemiddelde op-brengst meer dan 5% van de 100% af.

Tabel 2. Resultaten van opbrengst-experimenten, weergegeven als percentages van de toegevoegde hoeveelheid analyt dat bij analyse is terugge-vonden; gemiddelde en laagste/hoogste percentage per element

cadmium lood koper mangaan zink aantal experimenten 11 10 9 9 9 gemiddeld 99 93 98 103 96 opbrengstperc entage laagste 90 88 92 93 89 hoogste 105 100 104 114 104

Bepalingen van cadmium en lood met Zeeman-AAS

Ter controle op de met vlam-AAS gemeten gehalten voor cadmium en lood zijn van alle soorten monsters vier stuks eveneens geanalyseerd met de methode droge verassing en grafletoven-AAS met Zeeman achtergrondcorrectie. In to-taal betreft dit 16 monsters. De resultaten van deze analyses, in vergelij-king met die verkregen met de gebruikelijke methode (- vlam-AAS), zijn sa-mengevat In tabel 3.

(45)

Tabel 3. Vergelijking van de analyseresultaten voor cadmium en lood, verkregen voor 16 monsters via droge verassing/grafletoven-Zeeman-AAS en droge verassing/extractie/vlam-AAS; gehalten in /ig/kg vers produkt

cadmium (/*g/kg) lood (/ig/kg) gemiddeld bereik gemiddeld bereik

verassing/Zeeman-AAS 37 4-250 8 3-17 verassing/extractie/vlam-AAS 35 <5-220 <20 <20-<20

Uit de gegevens in tabel 3 blijkt dat de resultaten van de twee methoden voor beide elementen zeer goed overeenstemmen.

3.2 Elementgehalten in de onderzochte produkten

In tabel 4 zijn de verkregen analyseresultaten voor de vier onderzochte knol- en bolgewassen samengevat. De gehalten gemeten in alle individuele monsters zijn vermeld in de tabellen 7 t/m 10 achter in dit rapport.

(46)

Tabel 4. Samenvatting van de gemeten gehalten aan cadmium, lood, koper, mangaan en zink in rode bleten, uien, knolselderij en koolrapen; vermeld zijn gemiddelde, mediaan, laagste en hoogste gehalte in mg/kg vers produkt f nrfrn-tii^ gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waarde lood gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waarde koper gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waarde mangaan gemiddelde mediaan laagste waarde hoogste waarde zink gemiddelde mediaan laagste waarde hooESte waarde rode bieten fN-19) 0,009* 0,009 <0,005 0,018 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 0,68 0,64 0,30 1.27 1,14 1,12 0,37 1,80 2,88 2,71 1.59 4.81 uien fN-22') 0.009 0,009 0,004 0,022 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 0,41 0,40 0,27 0,55 0.77 0,70 0,53 1,20 1.57 1,47 1.24 3.21 knolselderij (N-22^ 0,095 0,073 0,036 0,22 <0.02 <0,02 <0,02 <0,02 1,22 1,30 0,70 1.54 1,45 1,41 0,50 3,19 2,73 2,63 2,01 3.98 koolrapen (N=22> 0,009 0,009 0,005 0,013 <0,02 <0,02 <0,02 <0,02 -<0,20 <0,20 0,38 0,68 0,69 0,42 1,04 0,95 0,95 0,24 1.55 * bij het berekenen van het gemiddelde zijn 4 waarden lager dan de

bepaal-baarheidsgrens beschouwd als zijnde daaraan gelijk

- niet berekend, meer dan de helft van de waarden lager dan de bepaalbaar-heidsgrens

(47)

Onderstaand worden de resultaten per element kort besproken.

Cadmium

Opvallend is de grote overeenkomst in cadmiumgehalten van rode bieten, uien en koolrapen, terwijl de gehalten in knolselderij een factor 10 hoger lig-gen. Dit is in overeenstemming met hetgeen in 1979/1980 werd gevonden: in 12 monsters knolselderij werd destijds een gemiddeld cadmiumgehalte van 0,10 mg/kg gemeten (2). De gemiddelde gehalten in bieten, uien en koolrapen die nu gemeten zijn, zijn vrijwel gelijk aan die gemeten in 1979/1980 (ca. 0,01 mg/kg) en stemmen goed overeen met gepubliceerde waarden voor Nederlandse produkten (2,3). In buitenlands onderzoek zijn gemiddelde cadmiumgehalten van 0,01 tot 0,04 mg/kg In uien en rode bleten gevonden

(3,4).

Lood

In geen van de 83 onderzochte monsters werd een meetbare hoeveelheid lood aangetoond, d.w.z. alle gehalten waren lager dan 0,020 mg/kg. In het kader van de kwaliteitsbewaking van de analyses (zie 3.1) zijn van de vier knol-en bolgewassknol-en elk vier monsters op cadmium knol-en lood geanalyseerd met eknol-en alternatieve methode, nl. droge verassing en meting met grafietoven atomaire-absorptiespectrometrle/Zeeman achtergrondcorrectie. Daarbij werden voor lood de volgende resultaten verkregen:

produkt uien rode bieten koolrapen knolselderij gemiddeld 0,007 0,010 0,007 0,009 bereik 0,005-0,008 0,006-0,017 0,003-0,011 0,004-0,015

Op grond van deze uitkomsten voor 20% van de monsters kan voorzichtig wor-den geconcludeerd dat de gemiddelde loodgehalten in de knol- en bolgewassen rond de 0,01 mg/kg of lager zijn. Deze resultaten zijn wat lager dan sommi-ge vaarden vermeld in de literatuur, waar sommi-gemiddelde loodsommi-gehalten in de be-wuste produkten worden vermeld tot 0,02 mg/kg (2,3,4).

(48)

Koper, mangaan en zink

Van de onderzochte vier produkten blijken koolrapen de hoogste gehalten te hebben aan deze drie elementen. Vrijwel gelijke gehalten als de door ons gemeten aan mangaan en zink in koolrapen worden vermeld in (5), nl. 0,4 resp. 0,8 mg/kg; voor koper wordt evenwel een hoger gehalte aangegeven, nl. 0,8 mg/kg. Bij uien, rode bieten en knolselderij valt op dat de spreiding in de gehalten per produkt vrij klein is en dat ook de gemiddelde gehalten van de produkten onderling niet sterk verschillen.

De door ons gemeten waarden stemmen goed overeen met literatuurwaarden voor Nederlandse produkten (2,6) voor zover aanwezig. Bij onderzoek in het bui-tenland zijn met name voor de elementen mangaan en zink gemiddeld enige ma-len hogere gehalten gemeten (4,5).

In de Regeling normen zware metalen (Warenwet) zijn voor o.a. bieten en uien maxima gesteld aan het cadmium- en loodgehalte van resp. 0,1 en 0,3 ™Ë/^g- Alle 41 geanalyseerde monsters blijven ver onder deze normen. Voor koolrapen en knolselderij zijn geen eisen gesteld voor het cadmium- en loodgehalte. Als voor deze produkten dezelfde normen zouden gelden als voor bieten en uien zou geen van de monsters koolrapen deze overschrijden, maar van de 22 monsters knolselderij zouden er 6 de norm voor cadmium

over-schrijden. Zelfs als voor knolselderij de hogere norm voor cadmium zoals van toepassing voor prei en peen (0,2 mg/kg) zou worden toegepast, dan wordt zelfs deze norm nog door 1 monster bereikt en door twee monsters overschreden.

Voor de toxische elementen cadmium en lood zijn door de WHO/FAO zgn. Provi-sional Tolerable Weekly Intakes vastgesteld, d.w.z. hoeveelheden die per week gedurende het gehele leven met voedsel en drank kunnen worden ingeno-men zonder gevaar voor schade aan de gezondheid. Voor een standaardpersoon met een lichaamsgewicht van 60 kg is deze hoeveelheid voor cadmium 400-500

fig per week en voor lood 3000 /ig per week. Omgerekend tot toelaatbare dage-lijkse hoeveelheden (Acceptable Daily Intake of ADI) geeft dit 60-70 /ig per dag voor cadmium en 430 /ig per dag voor lood.

Om te kunnen nagaan in hoeverre bij een normale consumptie rode bieten, uien, koolrapen en knolselderij bijdragen aan de belasting met cadmium en

(49)

lood is informatie noodzakelijk over de grootte van normaliter geconsumeer-de porties. Uit een recent ongeconsumeer-derzoek naar geconsumeer-de groenteconsumptie van volks-tuinders en hun gezinsleden (467 mannen en vrouwen, leeftijd 1-77 jaar) zijn gegevens bekend over portie-groottes van o.a. rode bieten en uien (7). Voor rode bieten ts de gemiddelde portie-grootte 182 gram (laagste en hoog-ste waarde 14 resp. 530 gram), voor uien zijn deze getallen 38 gram en 2-281 gram. Geen gegevens zijn uit dit onderzoek bekend over portie-groottes van koolrapen en knolselderij; het lijkt niet onredelijk om die voor kool-rapen gelijk te stellen aan rode bleten en voor knolselderij aan uien.

In tabel 5 zijn de gegevens m.b.t. portie-grootte, gemiddelde gehalten en bijdrage aan de toelaatbare belasting met cadmium en lood via de

onderzoch-te knol- en bolgewassen samengevat.

Tabel 5. Bijdrage aan de toelaatbare dagelijkse belasting met cadmium en lood vla consumptie van rode bieten, uien, koolrapen en knolselde-rij bij een gemiddelde portie-grootte (7)

soort groente gemiddelde gemiddeld gehalte gemiddelde dagelijkse portie- Cd (/igAg) Pb (/ig/kg) opneming grootte absoluut (/ig)/in % van ADI

Cd Pb Cd Pb rode bleten uien koolrapen knolselderij 0,182 0,038 0,182 0,038 9 9 9 95 <20 <20 <20 <20 1,6 <3,6 2,2-2,7 <0,8 0,3 <0,8 0,4-0,5 <0,2 1,6 <3.6 2,2-2,7 <0,8 3,6 <0,8 5,1-6,0 <0,2

ADI is 60-70 /ig voor Cd en 430 /tg voor Pb voor een standaardpersoon van 60 kg

De gegevens in tabel 5 tonen duidelijk aan dat bij een normaal consumptie-patroon de onderzochte knol- en bolgewassen een te verwaarlozen bijdrage leveren aan de toelaatbare loodbelastlng, nl. minder dan 1%. Voor cadmium is de bijdrage weliswaar hoger, tot 5 ó 6% bij knolselderij, maar niet van grote betekenis.

(50)

Voor de essentiële elementen koper, mangaan en zink zijn in verschillende landen aanbevolen dagelijkse hoeveelheden vastgesteld. In West-Duitsland zijn deze (8) voor volwassenen: koper 2-4 mg/dag, mangaan 2-5 mg/dag en voor zink 15 mg/dag. In Nederland zijn (nog) geen aanbevelingen voor koper en mangaan vastgesteld; voor zink wordt conform aan de Codex Allmentarius een dagelijkse hoeveelheid van 10 mg aanbevolen (9).

In tabel 6 Is weergegeven hoe groot de bijdrage van de onderzochte knol- en bolgewassen is aan de aanbevolen hoeveelheden voor deze elementen bij een gemiddelde consumptie.

Tabel 6. Bijdrage aan de aanbevolen dagelijkse opneming van koper, mangaan en zink via consumptie van rode bieten, uien, koolrapen en knol-selderij bij een gemiddelde portie-grootte (7)

soort groente

gemiddelde dagelijkse opneming

absoluut (mg) in % van de aanbeveling (8,9) Cu Mn Zn Cu Mn Zn rode bieten uien koolrapen knolselderij 0,12 0,02 <0,04 0,05 0,21 0,03 0,12 0,06 0,52 0,06 0,18 0,10 3-6 0,5-1 1-2 1,2-2,5 4,2-10 0,6-1,5 2,4-6 1,2-3 5.2 0.6 1,8 1.0

portie^groottes gelijk aan die in Tabel 5.

De gegevens in tabel 6 laten duidelijk zien dat een gemiddelde dagportle van de onderzochte knol- en bolgewassen niet in grote mate bijdraagt aan de noodzakelijke voorziening met koper, mangaan en zink.

(51)

4. CONCLUSIES

Samenvattend kunnen uit de resultaten van het onderzoek de volgende conclu-sies worden getrokken:

- De door ons gemeten elementgehalten in knol- en bolgewassen zijn in het algemeen wat lager dan - voor zover aanwezig - waarden vermeld in de literatuur.

- De gehalten aan de toxische elementen cadmium en lood zijn laag te noe-men, met als uitzondering cadmium in knolselderij, waarvan het gehalte gemiddeld tien keer zo hoog is als in bieten, uien en koolrapen.

- De in de Regeling normen zware metalen (Warenwet) vastgelegde maximale gehalten voor cadmium en lood (resp. 0,1 en 0,3 mg/kg) voor rode bieten en uien wordt door geen van de 41 monsters overschreden. Indien voor knolselderij dezelfde normen van toepassing zouden zijn, dan zouden 6 van de 22 monsters de norm voor cadmium overschrijden.

- Een gemiddelde portie van de onderzochte knol- en bolgewassen levert minder dan 1% van de maximaal toelaatbare dagelijkse hoeveelheid lood en minder dan 3% van de maximaal toelaatbare hoeveelheid cadmium, behalve voor knolselderij waarvan een gemiddelde dagportle 5 è 6% van de toelaat-bare dosis cadmium oplevert.

- De bijdrage aan de voorziening met de essentiële elementen koper, mangaan en zink is gering, in het algemeen minder dan 5% van de aanbevolen dage-lijkse hoeveelheden, met uitzondering van rode bieten waarvan een gemiddelde portie tot 6% resp. 10% van de dagelijkse behoefte aan koper en mangaan levert en 5,2% van die voor zink.

(52)

LITERATUUR

1. Ellen, G., Loon, J.W.van. Het ontwikkelen en valideren van twee bepa-lingsmethoden voor cadmium en lood in levensmiddelen en biologisch mate-riaal, gebaseerd op vlamloze atomaire-absorptiespectrometrle met Zeeman achtergrondcorrectie. RIVM-rapport nr. 388706 001, juni 1988.

2. Staarink, T., Hakkenbrak, P. Het contaminantenboekje. Staatsuitgeverij 's-Gravenhage, 1987. ISBN 90 12 05544x.

3. Wiersma, D., Goor, B.J.van, Veen, N.G.van der. Cadmium, lead, mercury and arsenic concentrations in crops and corresponding soils in the Ne-therlands. J. Agric. Food Chem. 1986; 34: 1067-74.

4. Varo, P., LahelmS, O., Nuurtamo, M., Saari, E., Koivistoinen, P. Mineral element composition of Finnish foods. VII Potato, vegetables, fruits, berries J nuts and mushrooms. Acta Agriculturae Scandinavica, Suppl. 1980; 22: 89-113.

5. Scherz, H., Kloos, G., Senser, F. Soucl-Fachmann-Kraut. Food Composition and Nutrition Tables 1986/1987. Wissenschaftliche Verlagsgesellschaft mbH Stuttgart, Ed. 3 1986/1987 (1986). ISBN 3-8047-0833-1.

6. Vos, G. Koper in milieu en voeding tn Nederland. Coördinatie-commissie voor de metingen van radioactiviteit en xenobiotische stoffen (CCRX). Zonder jaartal.

7. Hulshof, P.J.M. De groenteconsumptie van volkstuinders. Hoofdinspectie van de Volksgezondheid voor de Levensmiddelen en de Keuring van Waren/ GGD Amsterdam/Algemeen Verbond van Volkstuinders in Nederland. 1988.

8. Anonymous. Deutsche Gesellschaft für Ernahrung. Empfehlungen für die Nahrstoffzufuhr, 4. erweiterte Ueberarbeitung. Umschau Verlag Frankfurt am Main, 1985. ISBN 3-524-71003-4.

(53)

rode bieten, uitgedrukt in mg/kg vers produkt. AROnr 85386 85387 85388 85389 85390 85391 85392 85393 85394 85395 85396 85397 85398 85399 85400 85401 85402 85403 85404 Herkomst RKvW te: Goes Den Haag Utrecht Alkmaar Cadmium 0.012 0.012 0.018 0.014 0.009 0.009 0.011 0.009 <0.005 0.009 <0.005 0.007 <0.005 <0.005 0.005 0.006 0.009 0.007 0.009 Koper 1.27 0.69 1.12 0.70 0.74 0.80 0.75 0.65 0.62 0.64 0.61 0.85 0.61 0.46 0.58 0.52 0.46 0.30 0.55 Lood <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Mangaan 1.47 1.60 0.62 1.62 0.57 1.12 1.55 1.33 1.80 1.33 1.58 1.46 0.90 0.92 0.90 0.75 0.76 0.37 0.97 Zink 4.81 3.90 4.60 3.07 2.70 2.91 4.48 2.00 2.68 2.71 1.93 2.90 1.77 1.59 2.52 2.55 3.22 1.65 2.71

(54)

uien, uitgedrukt in mg/kg vers produkt. AROnr 85364 85365 85366 85367 85368 85369 85370 85371 85372 85373 85374 85375 85376 85377 85378 85379 85380 85381 85382 85383 85384 85385 Herkomst RKvW te: Goes Den Haag Utrecht Alkmaar Cadmium 0.012 0.013 0.008 0.006* 0.022 0.009 0.009 0.004 0.006 0.009 0.008 0.012 0.008 0.011 0.008 0.018 0.009 0.006 0.006 0.008 0.005 0.010 Koper 0.54 0.27 0.55 0.40 0.32 0.43 0.41 0.33 0.48 0.48 0.51 0.44 0.35 0.40 0.52 0.39 0.35 0.44 0.39 0.45 0.33 0.31 Lood <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Mangaan 1.12 0.71 0.53 0.58 1.18 0.60 0.62 0.63 0.69 0.70 0.67 0.68 0.80 0.72 0.94 0.68 0.89 0.61 0.64 0.85 1.20 0.96 Zink 1.87 1.48 1.58 1.73 3.21 1.29 1.45 1.32 1.29 1.46 1.69 1.28 1.44 1.80 1.64 1.29 1.53 1.24 1.71 1.30 1.39 1.58

(55)

Tabel 9 Gehalten aan cadmium, koper, lood, mangaan en zink in 22 monsters koolraap, uitgedrukt in mg/kg vers produkt.

AROnr 85405 85406 85407 85408 85409 85410 85411 85412 85413 85414 85415 85416 85417 85418 85419 85420 85421 85422 85423 85424 85425 85426 Herkomst RKvW te: Goes Den Haag Utrecht Alkmaar Cadmium 0.009 0.006 0.007 0.011 0.009 0.010 0.013 0.007 0.013 0.008 0.006 0.008 0.010 0.006 0.010 0.013 0.011 0.009 0.005 0.007 0.008 0.008 Koper 0.32 <0.20 <0.20 <0.20 0.20 0.34 0.21 <0.20 0.26 <0.20 <0.20 <0.20 <0.20 0.23 0.23 0.32 <0.20 0.22 <0.20 <0.20 0.38 <0.20 Lood <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Mangaan 0.48 0.65 1.04 0.77 0.68 0.55 0.75 0.81 0.47 0.69 0.74 0.84 0.83 0.83 0.96 0.75 0.46 0.49 0.59 0.61 0.57 0.42 Zink 0.99 1.05 0.95 1.40 0.93 0.24 1.55 0.83 0.67 0.99 1.28 0.96 1.10 1.30 0.94 0.74 0.82 0.58 1.19 0.93 0.68 0.80

(56)

Tabel 10 Gehalten aan cadmium, koper, lood, mangaan en zink in 22 monsters knolselderij, uitgedrukt in mg/kg vers produkt.

AROnr 85427 85428 85429 85430 85431 85432 85433 85434 85435 85436 85437 85438 85439 85440 85441 85442 85443 85444 85445 85446 85447 85448 Herkomst RKvW te: Goes Den Haag Utrecht Alkmaar Cadmium 0.077 0.082 0.040 0.220 0.200 0.110 0.170 0.220 0.056 0.064 0.054 0.170 0.036 0.095 0.040 0.099 0.059 0.036 0.090 0.068 0.055 0.050 Koper 1.40 1.38 1.31 1.28 1.26 1.19 1.30 1.33 1.26 1.33 1.31 . 1.29 0.70 0.89 1.30 1.38 0.74 1.48 0.92 1.54 1.01 1.26 Lood <0.02 <0,02 <0.02 <0.02 <0,02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Mangaan 1.41 0.55 0.50 1.41 1.78 1.61 1.42 1.41 3.19 3.15 1.24 1.74 1.11 0.88 1.59 0.65 1.36 1.05 1.04 1.47 1.93 1.43 Zink 2.86 2.85 2.62 2.67 3.98 3.85 2.65 2.63 3.60 3.56 2.38 3.01 2.55 2.27 2.29 2.17 2.79 2.01 2.26 2.42 2.20 2.39

(57)

Cadmium in knol — en b o l g e w a s s e n

0.08

0.07

-d 0.06

o

2 0.05

->

^ 0.04

X

'S)

E

0.03

-O 0.02

0.01

0.00

l

(58)

•S 0.004

Ë

0.002

0.000

I o I

(59)

o

a

(O >

1.40

1.30

1.20

-1.10

1.00

0.90

0.80

O)

i 0.70

^ 0.60

I

0,50

'S 0.40

^ 0.30

0.20

0.10

0.00

N=22 N=22 N=22 < 0 ^ 0 N=19 I

(60)

o

a

to > X

E

2

I I

(61)

2.50

-o

^ 2.00

0) L. Q) >

S 1.50

•— O)

1 1-00

0)

1

0.50

-0.00

I ISJ W I

Afbeelding

Tabel 2. Resultaten van opbrengst-experimenten, weergegeven als percentages  van de toegevoegde hoeveelheid analyt dat bij analyse ts  terugge-vonden; gemiddelde en laagste/hoogste percentage per element
Tabel 4. Samenvatting van de gemeten gehalten aan cadmium, lood, koper,  mangaan en zink in rode bieten, uien, knolselderij en koolrapen;
Tabel 6. Bijdrage aan de aanbevolen dagelijkse opneming van koper, mangaan  en zink via consumptie van rode bieten, uien, koolrapen en
Tabel 9 Gehalten aan cadmium, koper, lood, mangaan en zink in 22 monsters  koolraap, uitgedrukt in mg/kg vers produkt
+7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Je steunt niet alleen Hart voor Limburg, maar ook Het Huis, een vzw die neutrale bezoekruimte regelt voor kinderen van wie de ouders in een (v)echtscheiding verwikkeld zijn, en

Het doel van deze studie is om na te gaan of de adel in deze provincie al dan niet over een eigen Brabantse, adellijke identiteit beschikt.. De auteur con- cludeert dat dit

In this report, a case of SCC is presented where intratumoral administration of carboplatin following surgical excision was used as treatment protocol, after tumor regrowth was

This study aims to improve the measurement of economic performance in the United States and Western Europe (Britain, France and the Netherlands) during the long nineteenth century

Renders en de Haan openen de bundel met de stelling dat vele Life Writing-studies weinig gemeen hebben met wetenschappe- lijk historisch biografisch onderzoek.. Life

De Neder- landse taal raakte onder de Danziger doopsgezinden in onbruik in de achttiende eeuw, waarna men overstapte op het ‘Plautdietsch’, het lokaal gesproken Plattdeutsch dat

The research used Grounded Theory Method, to construct a framework of requirements that must be considered when choosing a software development approach that allows the

In order to meet that purpose, the study intends to answer the following research question: To what extent have parallel structures been established for disaster risk