• No results found

Landhuizen en villa’s in Nederland tussen 1840 en 1916 - Noten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Landhuizen en villa’s in Nederland tussen 1840 en 1916 - Noten"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Landhuizen en villa’s in Nederland tussen 1840 en 1916

de Haan, J.A.

Publication date

2016

Document Version

Final published version

Link to publication

Citation for published version (APA):

de Haan, J. A. (2016). Landhuizen en villa’s in Nederland tussen 1840 en 1916.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s)

and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open

content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please

let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material

inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter

to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You

will be contacted as soon as possible.

(2)

353

Noten

1 Montijn, Ileen, Leven op stand 1890 – 1940, Amsterdam 2008, p. 42

2 Postumus Meyjes, C.B., ‘Onze villa’, De Opmerker, 22e jrg., 5 maart (1887), pp. 73-76, p. 73

3 Haan, Jannes de, Villaparken in Nederland – een onderzoek aan de hand van het villapark Duin en Daal te Bloemendaal

1897-1940, Haarlem 1986, pp. 15/16

4 Ackerman, James S., The Villa – form and ideology of country houses, London 1995 (verrijkte uitgave van de zes A.W. Mellon Lectures in the fine arts gehouden in 1985 in the National Gallery of Art in Washington D.C.), p. 9. Zie ook: de Haan (1986), pp. 15/16; zie ook R. Bentmann en M. Müller, Die Villa als Herrschaftsarchitektur (Versuch einer kunst-

und sozialgeschichtlicher Analyse), Frankfurt a/M 1971, zie hoofdstuk 15: Das Villenideal als Ideologie en hoofdstuk 16: Der Traum vom Lande im 19. und 20. Jahrhundert. Ook: Plinius Caecilius Secundus, Sämtliche Briefe (Lateinisch-Deutsch) - Briefe in zehn Bücher/Epistularum libri decem, ed./übersetzt Herbert Philips und Marion Giebel, Stuttgart

1998, brief II, 17 (pp. 129 e.v.); brief IX, 7 (pp. 609 e.v.), brief IX, 36 (pp. 669 e.v.) 5 Ackerman, p. 10

6 De Haan (1986), p. 15

7 Haan, Jannes de, ‘Natuur, park & villa’, in: Historisch Tijdschrift Holland, jrg. 26, nr. 3 juni (1994), pp. 171– 189, pp. 171/172

8 Burton, Joan, B., Theocritus ’s Urban Mimes: Mobility, Gender, and Patronage, Berkeley, University of California Press, 1995; http://ark.cdlib.org/ark:/13030/ft4p3006f9; p. 8; Pearce, James B., ‘Theocritus and Oral Tradition’, in: Oral

Tradition, 8/1 (1993), pp. 59-86, pp. 59-61

9 Rosenmeyer, Thomas G., The green cabinet: Theocritus and the European pastoral lyric, Berkeley/Los Angeles/London 1973, p. 6

10 De Haan (1986), pp. 15/16

11 Plinius Caecilius Secundus, boek II, brief 17 (pp. 129 e.v.); boek IX, brief 7 (pp. 609 e.v.), boek IX, brief 36 (pp. 669 e.v.); Ackerman, p. 12/13

12 McKay, A.G., Houses, villas and palaces in the Roman world , 1977, p. 115 13 McKay, pp. 115/116

14 Frazer, Alfred (ed.), The Roman villa: villa urbana: First Williams symposium on classical architecture, Philadelphia 1990, p. vii

15 Bentmann/ Müller, p. 10, pp. 18/19

16 Zie ook: Bentmann/ Müller, pp. 70-75: Die Villa als irdisches Paradies. Francesco Petrarca. Antonio Francesco Doni 17 Lesger, Clé, ‘ De locatie van het Amsterdamse winkelbedrijf in de achttiende eeuw’, in: Tijdschrift voor sociale en

economische geschiedenis, 4 (2007), nr. 4, pp. 35-70, p. 53; De Haan (1994), p. 172

18 Joop de Jong, p. 159 19 Joop de Jong, p. 159 20 Joop de Jong, p. 161 21 Joop de Jong, p. 163

22 Ottenheym, Koen, Philips Vingboons (1607-1678) architect, Zutphen 1989, p. 35 en 42 23 Ottenheym, pp. 42/43

24 Mulder-Radetzky, R.L.P., Vries, B.H. de, Geschiedenis van Oranjewoud. Van vorstelijk lustslot tot voorname

buitenplaatsen, Alphen a/d Rijn 1989, p. VII

25 Mulder-Radetzky/De Vries, p. 43, p. 296 26 Van Groningen, p. 55

27 Heinemeijer, W.F., Wagenaar, M.F., Amsterdam in kaarten. Verandering van de stad in vier eeuwen cartografie, Utrecht 1987, pp. 60/61

28 De Haan (1994), p.172 29 Lesger (2007), p. 53

30 Eck, Caroline van, Organicism in Nineteenth-Century Architecture: an inquiry into its theoretical and philosophical

background, Amsterdam 1994, p. 19

31 Van Eck, pp. 18/19

32 Voysey, C.F.A., ‘1874 and After’, in: Alistair Service (ed.), Edwardian Architecture and its Origins, 1975, pp. 157-160, p. 157

33 Girouard, Mark, Sweetness and Light, the "Queen Anne" Movement 1860-1900, London 1977, p. 105 34 Woud, Auke van der, De nieuwe mens – de culturele revolutie in Nederland rond 1900, Amsterdam 2015, pp. 160/161

35 Laarse, Rob van der, Kuiper, Yme, Beelden van de buitenplaats – elitevorming en notabelencultuur in Nederland in de

negentiende eeuw, Adelsgeschiedenis 3, Hilversum 2005, pp. 27/28

36 Laarse/Kuiper, pp. 25/26 37 Van der Woud (2015), p. 160 38 Laarse/Kuiper, p. 34

39 Moes, Jaap, Onder aristocraten – over hegemonie, welstand en aanzien van adel, patriciaat en andere notabelen in

Nederland, 1848 – 1914, Hilversum 2012, pp. 68/69

40 De gemeentelijke inkomstenbelasting in de belastingjaren 1892-1893 en 1893-1894, Statistische mededeelingen van het Bureau der Statistiek der Gemeente Amsterdam, no. 2, Amsterdam, tabel 15;

(3)

354

41 Montijn (2000), pp. 65/66; hierin een beschrijving verschillende inkomens uit het eerste decennium van de

twintigste eeuw

42 Plaw, John, Sketches for Country Houses, Villas, and Rural Dwellings: Calculated for Persons of Moderate Income, and

for Comfortable Retirement. Also Some Designs for Cottages, Which May Be Constructed of the Simplest Materials; with Plans and General Estimates, 1800, (fotografische herdruk Milton Keynes, 2010)

43 De Haan (1986), p. 72 noot 77

44 Lintsen, H.W. (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890.

Deel V. Techniek, beroep en praktijk, Walburg Pers, Zutphen 1994, p. 117

45 De Haan (1986), p. 22; zie ook: Wagenaar (2006), pp. 56/57 46 De Haan (1986), p. 68

47 De Haan (1986), p. 68 48 De Haan (1986), p. 71 noot 66 49 Van der Woud (2015), p. 160

50 Knippenberg, Hans, Pater, Ben, De eenwording van Nederland – Schaalvergroting en integratie sinds 1800, Nijmegen 1988, p. 59

51 De Haan (1994), p. 172 52 Knippenberg/De Pater, p. 80 53 Knippenberg/De Pater, p. 81

54 Plaw, John, Sketches for Country Houses, Villas, and Rural Dwellings: Calculated for Persons of Moderate Income, and

for Comfortable Retirement. Also Some Designs for Cottages, Which May Be Constructed of the Simplest Materials; with Plans and General Estimates, 1800, (fotografische herdruk Milton Keynes, 2010), p. 14 en plaat XX

55 Plaw, p. 3, Preface

56 Smit, Josi, J.D. Zocher jr. 1791-1870, Architect en tuinarchitect, Rotterdam 2008, p. 179 e.v.

57 Groningen, Catharina L. van, De Utrechtse heuvelrug. De Stichtse Lustwarande. Buitens in het groen. Waanders Uitgevers / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1999, p. 69 (zie o.a. voorbeeld landhuis Oudeweg) 58 Outka, Elizabeth, ‘Crossing the Great Divides: Selfridges, Modernity, and the Commodified Authentic‘, in:

Modernism/modernity 12, no. 2 (2005), pp. 311-328, doi:10.1353/mod.2005.0063.

59 Outka, pp. 314/315 60 Outka, p. 315 61 Outka, p. 322

62 Wagenaar, Michiel, ‘Onderscheidend wonen – woning en woondomein in en om Amsterdam als dragers van distinctie, 1850 - 2005 –‘, in: Onderscheid in wonen: het sociale van binnen en buiten, red. Fenne M. Pinkster, Amsterdam University Press, Amsterdam 2006, p. 49-79, p. 49

63 Wagenaar (in: Pinkster), p. 49

64 Berg, Willem van, Leeuwen, Marco H.D. van, Lesger, Clé, ‘Residentiële segregatie in Hollandse steden – Theorie, methodologie en empirische bevindingen voor Alkmaar en Amsterdam, 16e -19e eeuw’, in: Tijdschrift voor Sociale

Geschiedenis, jrg. 24, nr. 4 (1998), pp. 402-436

65 Van Berg e.a., p. 405 66 Van Berg e.a., p. 406 67 Van Berg e.a., p. 407 68 Van Berg e.a., p. 408

69 Jong, Joop de, Een deftig bestaan – Het dagelijkse leven van Regenten in de 17e en 18e eeuw, Utrecht/Antwerpen 1987, p. 111 e.v.

70 Donald. J. Olsen, The growth of Victorian London, Harmondsworth 1979, p. 25 71 Couperus, L., De Boeken der Kleine zielen, 1901, p. 157

72 Moes, p. 284 73 Moes, p. 284

74 Vaderlandsche Letteroefeningen, of tijdschrift van Kunsten en Wetenschappen, waarin de boeken en schriften, die

dagelijks in ons vaderland en elders uitkomen, oordeelkundig en tevens vrijmoedig behandeld worden, jrg. 1862, p. 459;

uit: A. van der Mast, ‘In Den Haag logéren’, Gorinchem, z.j.

75 Meyer, Sibylle, Das Theater der Hausarbeit – Bürgerliche Repräsentation in der Familie der wilhelminischen Zeit, Frankfurt/Main, New York 1982, p. 19

76 Montijn (2008), p. 55

77 Laloli, H.M., ‘Beter wonen? Woningmarkt en residentiële segregatie in Amsterdam 1850 – 1940’, in: Twee eeuwen

Nederland geteld – Onderzoek met de digitale Volks-,Beroeps- en Woningtellingen 1795 – 2001, red. O.W.A. Boonstra e.a,

DANS symposium publicatie 2, Den Haag, 2007, p. 153-179

78 Salomons, D., ‘Welvaart, wetenschap en wilde beesten’, in: Ons Amsterdam, digitaal dossier thema buurten/buurtwandelingen, maart 2005

79 Montijn (2008), p. 77 e.v. waar mede aan de hand van literaire voorbeelden uit de negentiende eeuw de salon en zijn aard beschreven wordt.

80 Brentjens, Yvonne, Rechte stoelen, rechtschapen burgers –Wonen volgens ’t Binnenhuis 1900-1929, 2011, pp. 29-30 81 Bouwkundige Bijdragen, 24e deel (1878), p.33/34 e.v. De vertaling werd opgedragen aan H.L. Brusse die in de laatste fase van proeven opmaak voor het artikel was overleden. (zie addendum op p. 88)

82 Vosmaer, C., De Kunst in het daaglijksch leven, vrij naar het Engelsch van Lewis Foreman Day, tweede vermeerderde uitgaaf, Den Haag 1886 (eerste uitgave 1884), Voorrede

(4)

355

83 Zie ook de tentoonstellingscatalogus van het Stedelijk Museum bij de tentoonstelling Architectura 1893-1918 84 De Haan (1986), p. 80; Kadastraal Minuutplan Bussum 1920

85 In De Opmerker van 11 en 18 mei, 47e jrg., nr. 19 (1912), p. 145-147 en nr. 20, p. 153-154 werd een het model-huis

(Ideal Home) prijsvraag besproken, waarvan het huis van de winnaar, de architect C. Fry, op ware grootte werd

gepresenteerd op de Ideal Home Exhibition te Londen georganiseerd door de Daily Mail. De bedoeling was om een goedkoop en gemakkelijk te bouwen middelgrote vrijstaande woning te ontwerpen voor een gezin. De woning mocht niet meer kosten dan tussen de 900 en 1100 pond, omgerekend in guldens was dit maximaal fl. 13.200 (p.153). Voor 1100 pond garandeerde de aannemer de bouw van deze woning binnen een straal van 20 mijl van Londen op een plaats niet verder dan 2 mijlen van een station. (p. 146)

86 Jonge, J.A. de, De industrialisatie in Nederland tussen 1850 en 1914, SUN reprint uitgave 1968, Nijmegen 1976, p. V 87 Smits, Jan-Pieter, Horlings, Edwin, Zanden, Jan Luiten van, Dutch GNP and its components, 1800 – 1913, Groningen 2000, p. 2

88 Van Zanden, J.L., ‘Economische groei in Nederland in de negentiende eeuw. Enkele nieuwe resultaten’, in:

Economisch en sociaal-historisch jaarboek, 50e deel (1987), pp. 51-76, p. 64/65 89 Smits e.a., p. 55

90 Smits e.a., p. 65

91 Reinders, Jan, ‘Groei en conjunctuur in de Nederlandse economie 1800-1913. Een macro-economische verkenning’, in: neha jaarboek (2003), pp. 103-138, p. 127

92 Wagenaar, Michiel, ‘Het paspoort van Amsterdam’, in: Rooilijn, jrg. 39, nr. 6 (2006), pp. 266-275, p. 268 93 Wagenaar (2006), p. 270

94 Wals, Henk, Makers en Stakers –Amsterdamse bouwvakarbeiders en hun bestaansstrategieën in het eerste kwart van

de twintigste eeuw, dissertatie UVA, http://dare.uva.nl/record/86398, p.29/30

95 Lintsen, H.W., Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890, Deel III, Textiel. Gas, licht en elektriciteit. Bouw, Zutphen (1993), p. 192/193

96 Wals, p. 27 97 Lintsen (III), p. 193

98 Bevolkingsatlas van Nederland – Demografische ontwikkelingen van 1850 tot heden, samenstellers: Peter Ekamper e.a., Rijswijk 2003, p. 21

99 Sas, N.C.F. van, De metamorfose van Nederland –Van oude orde naar moderniteit 1750-1900, Amsterdam 2005, p. 57 100 Van Sas, p. 58

101 De Haan (1994), p. 174

102 Thompson, F.M.L. (ed), The rise of suburbia, Londen 1982, p. 9 103 De Haan (1990), p. 13/14

104 De Haan (1990), pp. 14/15

105 Plaw, zie voorblad van zijn Sketches for Country Houses, Villas, and Rural Dwellings: Calculated for Persons of

Moderate Income, and for Comfortable Retirement. Also Some Designs for Cottages, Which May Be Constructed of the Simplest Materials; with Plans and General Estimates

106 Complete jaargangen zijn als Volume 1 gedigitaliseerd beschikbaar via Google Books; De opzet van de uitgever is om een maandblad te maken. Dit mislukt; er blijken in het vierjarige bestaan slechts twaalf nummers te verschijnen. In het Bouwkundig magazijn of schetsen voor handwerkslieden (1843), jrg. 1, nr. 1, Voorrede noemt de uitgever van het

Bouwkundig magazijn drie redenen voor het mislukken: 1. het tijdschrift was te duur; 2. het was in een te hoogen stijl geschreven en daarmee slecht bruikbaar voor leden ‘uit den gewonen handwerkersstand’; 3. de onderwerpen waren

voor liefhebbers en niet voor de handwerkersstand. zie ook Palmaerts, Geert, ‘Bouwkundige Bijdragen en het Bouwkundig Weekblad: Nederlandse architectuurperiodieken in de negentiende eeuw’, Tijdschrift voor

Tijdschriftstudies, jrg. 2004, nr. 16, pp. 29-46

106 Nederlandsch bouwkunstig magazijn, zie hiervoor de inhoudsopgave voor bij de nummers, pp. VII-XII

Dit wordt fijntjes gememoreerd in het eerste nummer van Bouwkundig magazijn of schetsen voor handwerkslieden uit 1843, dat een veel praktischer benadering voorstaat.106 Vandaar ook de naam bouwkundig in plaats van bouwkunstig. En inderdaad, het blad blinkt uit in zeer praktische artikelen, waaronder artikelen over de bouw van allerlei typen trappen.

107 Nederlandsch bouwkunstig magazijn, zie hiervoor de inhoudsopgave voor bij de nummers, pp. VII-XII 108 Nederlandsch bouwkunstig magazijn, jrg. 1, nr. 1, October 1834, Naamlijst der Inteekenaren, p. xv e.v.

109 Boersma, Tiede, Krabbe, Coert-Peter, ‘Geschiedsbeeld en toekomstvisie - Daniël David Büchler (1787-1871), de eerste voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst’, in: Jaarboek Monumentenzorg 1992, Zwolle/Zeist 1992, pp. 181–195, p. 183, noot 17

110 Boersma/Krabbe, p. 186 111 Boersma/Krabbe, p. 192

112 Loosjes Pzn., Adriaan, Het leven van Johannes Wouter Blommesteyn, Haarlem 1816, p. 373; (dbnl)

113 Haan, Jannes de, ‘Natuur, park & villa,’ in: Historisch Tijdschrift Holland, jrg. 26, nr. 3, juni (1994), pp. 171-189, zie pp. 180-181

114 De Haan (1994), pp. 186/187 115 De Haan (1994), p. 180

116 Leliman, J.H., Album, Verzameling van Bouwkundige Schetsen, Amsterdam 1e deel: 1862/63, 2e deel: 1864, 3e deel: 1865/66; W.Springer in 3e deel, plaat 3

(5)

356

117 Kotzebue, A. von, Das Landhaus an der Heerstraβe, Augsburg 1809; Klaartje Groot, Geliefd en gevreesd: Duits toneel

in Nederland rond 1800, Hilversum 2010, p. 110

118 Christemeier, J.B., Het lustoord tussen Amstel en Grebbe en elders in het Sticht van Utrecht, deel I, Schoonhoven 1837, p. 65. In zijn beschrijving van de tocht langs de Vecht van Amsterdam naar Utrecht komen allerlei verschillende benamingen voor huizen op het land; door Christemeier altijd voorzien van de huidige eigenaar. Zo noemt hij de hofstede (niet een gewone boerderij maar veel meer een herenboerderij met woonaccomodatie), het landgoed, het buitengoed, de buitenplaats, de landhoeve (pp. 28-30), het buitenverblijf (p. 39)

119 De Haan (1986), pp. 96/97

120 Bouwkundig Weekblad (1897), p. 21 121 De Haan (1986), p. 16

122 Collectie Universiteitsbibliotheek Leiden, ms. HUG 14, f. 5r;

http://dbnl.nl/tekst/huyg003oeuv22_01/huyg003oeuv22_01_0090.php

123 De Haan (1986), p. 129

124 Dominicus-van Soest, Marleen, ‘Classicisten versus Gotiekers: de stijlstrijd binnen de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst’, in: De Sluitsteen A&NP – Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Schetsen uit de geschiedenis van

het genootschap, eindred. Erik de Jong, Coert Peter Krabbe, Tiede J. Boersma, Amsterdam 1993, pp. 43-50, p. 44

125 Dominicus-van Soest, p. 44

126 Woud, Auke van der, Waarheid en Karakter – Het debat over de bouwkunst 1840 – 1900, Rotterdam 1997, p. 63/64 127 Van der Woud (1997), p. 64

128 Margry, Peter Jan, Teedere quaesties: religieuze rituelen in conflict - Confrontaties tussen katholieken en protestanten

rond de processiecultuur in 19e-eeuws Nederland, Hilversum 2000, p. 153/154; ook: Guido Hoogewoud, Jan Jaap Kuyt,

Aart Oxenaar, P.J.H. Cuypers en Amsterdam – gebouwen en ontwerpen 1860-1898, Den Haag 1985, p. 18 ; Zie ook: Oxenaar, Aart, ‘P.J.H. Cuypers en de introductie van een progressieve architectuurgeschiedenis’, in: Bulletin KNOB, 2/3 (1996), pp. 88-99, pp. 89/90

129 Dominicus-van Soest, p. 47 130 Dominicus-van Soest, p. 47 131 Van der Woud (1997), pp. 124/125 132 Van der Woud (1997), p. 105 e.v.

133 Laan, Barbara van, ‘Wonen met personeel’, in: Ons Amsterdam, nr. 2 februari (2008), p. 2; Stenvert, Ronald e.a.,

Monumenten in Nederland. Noord-Holland, Zeist/Zwolle 2006, p, 190

134 De Haan (1986), p. 146, afb. op p. 147

135 Hoogewoud c.s., p. 78: Cuypers had voor de eerste prijsvraag in 1864 voor het Museum Willem I (het rijksmuseum voor schilderijen) onder het motto (van Viollet-le-Duc) Toute forme qui n’est pas indiquée par la structure, doit être

repoussée twee ontwerpen ingediend met een gotisch karakter en voor beide had hij een alternatief in renaissancestijl

bijgevoegd. Cuypers kreeg de tweede prijs voor zijn ontwerp. Het ontwerp van Eberson won. 136 Van der Woud (1997), p. 5

137 Van der Woud (1997), p.11

138 Wenzel, G.J., De man die zijne wereld verstaat of grondstellingen en regelen van welgevoeglijkheid, bevalligheid en

goede levensmanieren, beleefdheid en wellevendheid. Naar den zesden Hoogduitschen druk van den hoogleeraar G.J. Wenzel, Groningen 1818, p. 119 – 126

139 Wenzel (1818), p. 76 140 Wenzel (1818), p. 119

141 Leeneman van der Kroe, G.S., IJntema, J.W., Vaderlandsche Letteroefeningen, of tijdschrift van Kunsten en

Wetenschappen, waarin de boeken en schriften, die dagelijks in ons vaderland en elders uitkomen, oordeelkundig en tevens vrijmoedig behandeld wordenVaderlandsche Letteroefeningen., Amsterdam 1819, in dbnl, p. 256-259

142 Leeneman van der Kroe/IJntema, p. 259

143 Apart verslag in de Bouwkundige Bijdragen (1880), Verslag veertigste algemeene vergadering

144 De grondbelasting werd geheven over bebouwde en onbebouwde eigendommen. De patentbelasting moest worden betaald door bezitters van een patent. Dat was een bewijs dat iemand bevoegd was om een beroep of bedrijf uit te oefenen en de belasting werd dus vooral betaald door middenstanders en ambachtslieden. De personele belasting werd geheven op grond van het aantal dienstboden, paarden, deuren en vensters, en het aantal stookplaatsen dat iemand had. Zie: http://www.parlement.com/9353000/1/j9vvj1gor340pz8/vh8lnhrre0zr 145 Woud, Auke van der, De nieuwe mens – de culturele revolutie in Nederland rond 1900, Amsterdam 2015, p. 127 146http://www.parlement.com/id/vh8lnhrre0zr/van_censuskiesrecht_naar_algemeen

147 Goor, L. van, Banken en industriefinanciering in de negentiende eeuw, Amsterdam Business School Research Institute (2000); http://dare.uva.nl/document/2/18161, p. 101

148 Van Goor, p. 101 149 Van Goor, p. 107 150 De Haan (1986), p. 60

151 Lesger, Clé, Noord-Hollanders in beweging. Economische ontwikkeling en binnenlandse migratie, ca. 1800-1930, Centrum voor de geschiedenis van migranten, CGM working paper 4, Amsterdam 2003, pp. 26/27

(6)

357

153 Lintsen, H.W. (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving

1800-1890, Deel V, Techniek, beroep en praktijk, Walburg Pers, Zutphen 1994, p. 18

154 Lintsen, (V), p. 117 155 Lintsen, (V), p.121 156 Lintsen, (V), p. 101

157 Oxenaar, A. J., P.J.H. Cuypers en het gotisch rationalisme : architectonisch denken, ontwerpen en uitgevoerde

gebouwen 1845-1878, Rotterdam 2009, p. 26

158 Van der Laarse/Kuiper, p. 32

159 Netsche, F.C.J., In en om de Tweede Kamer: parlementaire portretten en schetsen, 1889, p. 161

160 Montijn, Ileen, Hoog geboren, 250 jaar adellijk leven in Nederland, Amsterdam/Antwerpen 2012, p. 159 161http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6586/de-tien-rijkste-nederlanders.html [geraadpleegd 4 september 2015]

162 Kloek, Els, De vrouw des huizes – Een cultuurgeschiedenis van de Hollandse huisvrouw – Amsterdam 2009, p. 190 163 Henkes, Barbara, Oosterhof, Hanneke, Kaatje, ben je boven? – Leven en werken van Nederlandse dienstbodes, Nijmegen 1985, p. 61

164 Henkes/Oosterhof, p. 61 165 Henkes/Oosterhof, p. 75 166 Montijn (2008), p. 65-66

167 Muntendam, Jan, Loon naar werken – enkele aspecten van het werk van J.C. van Marken - , proefschrift TH Enschedé 12 oktober 1971, Deventer 1971, p. 7/8

168 Muntendam, p. 9; zie ook: Zanden, van J.L., Kosten van levensonderhoud en loonvorming in Holland en Oost-Nederland 1600 – 1850 (de voorbeelden van Kampen en Alkmaar), in: Tijdschrift voor sociale geschiedenis, 11e jrg., nr. 4, (1985), pp. 309-323. Van Zanden toont daarin aan dat het verschil in nominale beloning tussen West en Oost-Nederland voor een groot deel wegvalt als de reële kosten van levensonderhoud, en dan met name de roggeprijzen, in ogenschouw genomen worden.

169 Soltow, Lee, Zanden, Jan Luiten van, Income and wealth , inequality in the Netherlands, 16th – 20th century, Amsterdam 1998, pp. 155/156

170 Van der Woud (2015), p. 31 en verder: Droomland 171 Van Goor, p. 132

172 Van Goor, p. 103

173 Zanden, van J.L., ‘Historische ontwikkeling van de nominale en de reële rente’, (Pre-advies WRR), in:

http://depot.knaw.nl/2315/1/18672_291_zanden.pdf, pp. 23-33, pp.23/24 174 Van Goor, p. 107

175 Bos, N.J.P.M. ‘Vermogensbezitters en bevoorrechte belastingbetalers in de negentiende eeuw’, in: BMGN, 105 (1990) afl. 4, 553-577, p. 556/557

176 Jansen, Patrick, Is goud nog steeds van belang voor de hedendaagse belegger?, bachelor scriptie Finance, Erasmus Universiteit, 3 augustus (2010), p. 4

177 Jansen (2010), p. 4 178 Ackerman, p. 221 179 Ackerman, p. 221

180 Lofthouse, Pamela, ‘The Development of English semi-detached Dwellings During the Nineteenth Century’ in:

Papers from the Institute of Archaeology, Vol. 22 (2012), pp. 1-15, p. 10

181 Plaw, p. 14 en plaat XX 182 Plaw, p. 3, Preface 183 Smit, Josi, p. 179 e.v.

184 Loudon, J.C., First additional supplement to the Encyclopædia 1842, hierin worden, naast voorbeelden van cottages voor landarbeiders en boerderijen, in het tweede hoofdstuk een aantal villa’s afgebeeld met een beschrijving. Het hoofdstuk heeft de titel Cottage Villas and Villas.

185 Afbeelding uit James Edward Austen-Leigh, Memoir of Jane Austen, 2nd edition, Londen 1871 186 Olsen, Donald J., The growth of Victorian London, Harmondsworth 1979, p. 55

187 Hinchcliffe, Tanis, North Oxford, New Haven/London 1992, p. 91 188 Hinchcliffe, pp. 91/92

189 Hinchcliffe, pp. 92/93

190 Summerson, John, The life and work of John Nash, Architect, Cambridge/Mass 1980, pp. 128/129

191 Haan, Jannes de, Gooische Villaparken – de ontwikkeling van het buiten wonen in het Gooi tussen 1874 en 1940, Haarlem 1990, pp. 13/14

192 De Haan (1990), p. 14

193 Tyack, Geoffrey, ‘Nash, John (1752–1835)’, in: Oxford Dictionary of National Biography, Oxford University Press, 2004; online edn, May 2009 [http://www.oxforddnb.com/view/article/19786, [accessed 10 March 2013] 194 De Haan (1990), p. 14

195 Thompson, J.M.L. (ed.), The rise of suburbia, Leicester University Press 1982, p. 15 196 Thompson, p. 128

197 Watkin, David, The English vision, Londen 1982, p. 189 198 Summerson, p. 129

(7)

358

199 Geoffrey Tyack, ‘Nash, John (1752–1835)’, Oxford Dictionary of National Biography, Oxford University Press, 2004; online edn, May 2009 [http://www.oxforddnb.com/view/article/19786, [accessed 14 January2016 ]

200 Summerson, p. 34 201 Summerson, pp. 33/34 202 Ackerman, p. 220 203 De Haan (1986), p. 75

204 Zie redegevende beschrijving English Heritage listed buildings;List entry number: 1176915

205 Summerson, pp. 41/42; zie ook:

http://www.britishlistedbuildings.co.uk/en-259269-cronkhill-atcham-#.Vp5VFPnhDDc [geraadpleegd 19 januari 2016]

206http://www.hetutrechtsarchief.nl/collectie/beeldmateriaal/tekeningen_en_prenten/1820-1830/201448 [geraadpleegd december 2014]

207 Afbeelding Cronkhill, Shropshire. 4/49 L.C.L. Lantern Slide. Shrewsbury Museums Service (SHYMS: P/2005/2007). Image sy 11609; copyright: Shrewsbury Museums Service; plattegrond: National Trust, Attingham Park, monthly archives, March 2013

208 Loudon, John Claudius, First additional supplement to the encyclopædia of cottage, farm, and villa architecture and

furniture; illustrated by nearly three hundred engravings ofdesigns by thirty different contributors, Londen 1842. Dit

supplement werd gewoon doorgenummerd vanaf de laatste pagina van de Encyclopædia en begon dus met pagina 1134.

209 Ackerman, p. 221 210 Lofthouse, p. 10

211 The Architectural Magazine, nr. 5 (1838), Works by J.C. Loudon, F.L.S., na inhoudsopgave 212 De Haan (1993), p. 229

213 Ackerman, p. 226

214 Loudon (1842), p. 1195 e.v. Cottage villas and villas 215 Loudon (1842), p. 1197

216 Loudon (1842), p. 1199 217 Loudon (1842), p. 1200

218 Loudon (1842), pp. 1203/1204, p. 1205 e.v.

219 Ruskin, John, ‘The Poetry of Architecture or the architecture of the nations of Europe considered in its association with natural scenery and national character’, in: The works of John Ruskin, volume I, ed. by E.T. Cook and A.

Wedderburn, London 1903, pp. 1 – 188. Het eerste artikel The introduction verscheen in het novembernummer van 1837. Vervolgens verschenen de artikelen over cottages en villa’s, waarna er meer artikelen moesten volgen over hogere vormen van architectuur, maar het blad stopte met verschijnen na 1838, waardoor alleen de delen over cottages en villa’s verschenen. Cook&Wedderburn in bibliographical note : The papers were first collected in book form

in 1873, in an unauthorised edition, by an American publisher (John Wiley & Son, New York); the volume was entitled “The Poetry of Architecture, Cottage, Villa, etc., to which is added Suggestions on Works of Art. With numerous illustrations. By Kata Phusin (Nom de

plume of John Ruskin).” The only authorised edition was issued in England in 1893.

220 Idem, pp. 74/75 221 De Haan (1986), p. 112

222 Cook/Wedderburn, introduction, p. xxxvi

223 Ruskin/Cook&Wedderburn, (Poetry), op p. 74 begint Part II: The villa. Het eerste deel behandelt The cottage. Het eerste artikel dat over de villa gaat, staat in The Architectural Magazine, Vol. V, June (1838), pp. 241-250

224 Ruskin/Cook&Wedderburn, (Poetry), p. 134 225 Ruskin/Cook&Wedderburn, (Poetry), p. 138 226 Ruskin/Cook&Wedderburn, (Poetry), p. 141 227 Ruskin/Cook&Wedderburn, (Poetry), pp. 141/142 228 Ruskin/Cook&Wedderburn, (Poetry), p. 143

229 Ruskin, John, ’The stones of Venice’, deel II, in: E.T. Cook and A. Wedderburn (ed.), The complete works of John

Ruskin, Library Edition, Volume X, London 1904, p. lviii/lvix

Eén van de eerste uitgaven van de Morris’ Kelmscott Press is The Nature of Gothic waarvoor Morris een voorwoord schrijft en waarin hij Ruskin letterlijk beschrijft als de man die de vernieuwing van de kunst in Engeland, waaronder zijn eigen Arts & Crafts beweging, mogelijk heeft gemaakt.

230 De Haan (1993), p. 230 231 Dominicus-van Soest, p. 46/47 232 Hinchcliffe, p. 101

233 Afbeelding van Benjamin Ferry; zie http://www.victorianweb.org/art/architecture/pugin/37.html 234 De Haan (1989), pp. 82/83

235 Oxford Dictionary of Architecture & Landscaping:William Butterfield; Read

more: http://www.answers.com/topic/william-butterfield#ixzz2sZZUvgyh; zie ook Colin Rowe, The mathematics of

the ideal villa and other essays, Cambridge/London 1980, pp. 70/71

236 Girouard, p. 16 237 Girouard, pp. 20-24

238 Marsh, Jan, ‘Red House: Past and Future’, in: William Morris in the twenty-first century, ed. Phillippa Bennett, Oxford, Bern, Berlin, Bruxelles, Frankfurt am Main, New York, Wien 2010, pp. 54-71, p. 54

(8)

359

239 Marsh, pp. 54/55

240 Bouwkundige Bijdragen, jrg. 1, nr. 1 (1842), pp. IV-VI 241 Bouwkundige Bijdragen, jrg. 1, nr. 1 (1842), p. IV

242 Reinders, Jan, ‘Groei en conjunctuur in de Nederlandse economie 1800-1913. Een macro-economische verkenning’, in: neha jaarboek (2003), p. 103-138, p. 122/123; voor de cesuur in ongeveer het midden van de negentiende eeuw zie ook J.L. van Zanden, De Nederlandse economie in de negentiende eeuw en het Britse model’, in: Tijdschrift voor

geschiedenis 108 (1995), pp. 50-66

243 Van der Woud (1997), p. 31

244 Zie titelblad van Bouwkundige Bijdragen en het titelblad van de Allgemeine Bauzeitung met daar aangegeven de doelgroepen van architecten, ingenieurs, bouwkunstliefhebbers enz. Dezelfde doelgroepen werden ook bediend door de Revue de l’ Architecture.

245 Allgemeine Bauzeitung, jrg. 6 (1842), pp. 27-31 246 The Builder, December, 31st (1843), p. 1

247 Etzel, Karl, ‘Over de inrigting en het karakter van landhuizen’ in: Bouwkundige Bijdragen, jrg.1, nr. 1 (1842), p. 1 – 10 ; Karl Etzel, ‘Über den Charakter ländlicher Gebäude’, in: Allgemeine Bauzeitung, jrg. 7 (1842), p. 15 – 24 met afbeeldingen

248 Allgemeine Bauzeitung, no. 1 (1836), p. 1

249 Vasko-Juhásh, Désirée, Chinna, Christian, Die Südbahn: ihre Kurorte und Hotels, Wien/Köln/Weimar, 2006, p. 54 250 Vasko-Juhásh/Chinna, p. 116

251 http://austria-forum.org; IMAGNO/Austrian Archives

252 Architektenlexicon Wien 1770-1945, Architekturzentrum Wien, www.architektenlexikon.at, lemma Karl Etzel, [geraadpleegd 10 december 2014]; zie ook: Vasko-Juhásh/ Chinna, p. 52 en 54

253 Architektenlexicon Wien 1770-1945, Architekturzentrum Wien, www.architektenlexikon.at, lemma Karl Etzel, [geraadpleegd 10 december 2014] 254 Vasko-Juhásh/Chinna, p. 52 en 54 255 Vasko-Juhásh/Chinna, p. 117 256 Vasko-Juhásh/Chinna, p. 116 257 Etzel, p. 1 258 Etzel, p. 2 259 Etzel, p.2 260 Etzel, p. 3 261 Van Eck, pp. 41/42 262 Etzel, p. 3 263 Etzel, p. 4/5 264 Etzel, p. 6 265 Vasko-Juhásh/Chinna, pp. 116/117 266 Ook: Van der Woud (1997), p. 45

267 Brouwer, Petra, De wetten van de bouwkunst –Nederlandse architectuurboeken in de negentiende eeuw, Rotterdam 2011, p. 446

268 Brouwer, p. 446

269 Brouwer, p. 253 e.v. ‘Volksgeest, tijdgeest’ ; pp. 258-262: ‘Gebouwtypen en hun expressie van de volks- of tijdgeest’ 270 Heynincx, E.S., ‘ Het bouwen van een landelijk woonhuis zonder grondmuren of zogenaamde fonderingsmuren.‘, In:

Bouwkundige Bijdragen, 2e jrg. (1844), pp. 26-30 271 Van der Woud (1997), pp. 70-71

272 Brouwer, p. 381, noot 210

273 Jansen, A.W., ‘De buitenplaats Mariëndal aan de Mark te Ginneken, 1843-1957’ , in: Jaarboek d’ Oranjeboom, nr. 42 (1989), pp. 97-111, pp. 97/98

In 1841 was Heynincx, samen met Isaac Warnsinck en Anthonie Willem van Dam, de opsteller geweest van een adres aan de minister van Binnenlandse Zaken waarin ze aangaven dat er veel teveel ondeskundigen als architect werkten en dat de kwaliteit van de opleiding tot architect omhoog moest. Bouwkundige Bijdragen, jrg. 8 (1849), Verslag 5e

vergadering der Maatschappij, p. 29/30

274 Bouwkundige Bijdragen, 2e jrg. (1844), p. 26 – 30 met afbeeldingen van plattegronden en opstanden 275 Brouwer, p. 72

276 Jansen, pp. 103/104 277 Jansen, p. 104

http://www.parlement.com/id/vg09ll3u7vz1/c_w_oomen; geraadpleegd januari 2015. Zie ook lemma Oomen, C.W. uit: P.C. Molhuysen en P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5, Leiden 1921, (in dbnl) 278 Nederlandsch Bouwkunstig Magazijn: tijdschrift tot verbetering nut en voordeel in de bouw-, timmer-,

beeldhouwkunst en meubelering, Zamengesteld op de wijze van het Engelsche Architectural-Magazine van J.C. Loudon,

Volume 1 (1835), p. 156

279 Bouwkundige Bijdragen, 5e deel (1849), pp. 201-204 met afbeeldingen 280 Bouwkundige Bijdragen , 7e deel (1852), pp. 1-6

281 Post, Wim, Hartenlust – een historisch onderzoek naar de ontwikkeling van buitenplaats tot woon- en winkelcentrum

(9)

360

282 Post, p. 56

283 Post, p. 58

284 Moes, pp. 155-157; Post, p. 58 e.v. 285 Moes, pp. 157/158

286 Post, p. 55 287 mit, Josi, p. 9

288 Brouwer, p. 381 noot 210

289 Zie tekeningen Bouwkundige Bijdragen, 5e deel, 3e stuk, (1849) z.p.

290 Botman, Eveline, Heuvel, Petra van den, Het tekeningenarchief A.N. Godefroy – architectuurtekeningen 1841-1896, Rotterdam 1989, p. 7 en p. 9

291 Botman/Van den Heuvel, p. 78; Godefroy werkte sinds 1838 bij de afdeling Stedelijke Bouwwerken van de gemeente Amsterdam en werkte vanuit die positie mee aan de beurs. Idem, p. 9. Zie ook Bouwkundige Bijdragen, 4e

jrg, deel 4 (1847), pp. 115-118 waarin Zocher aangeeft dat hij de beurs wel wilde ontwerpen, maar geen tijd had voor

de dagelijkse controle. Daarvoor werd het gemeentelijke bouwbureau aangewezen, onder uiteindelijke eindverantwoordelijkheid van Zocher.

292 Smit, Josi, p. 69

293 Smit, Josi, p. 121 en p. 141

294 Voor voorbeelden van Zocher zowel in ontwerpen als uitgevoerd zie Josi Smit, Voor enkele voorbeelden van dit type 18e eeuwse landhuizen zie Wonen in Arcadië – het interieur van Nederlandse kastelen en buitenplaatsen, Zwolle/’s-Hertogenbosch 1998, p. 64 (huis Vechtvliet); p. 65 (Huis Vijverhof p.55 (Over-Holland), p. 72 (Huis Zegenwerp), p. 74 (Huis Schoonheten); voor Oranjewoud zie: Mulder-Radetzky/De Vries, pp. 88, 160, 162 295 Ruskin/ Cook&Wedderburn, (Poetry), p. 5 e.v. Introduction

296 Kerr, Robert, The gentleman’s house – or how to plan English residences form the parsonage to the palace, 2nd edition, London 1865, p. 84 (Eerste editie verscheen in 1864)

297 Van der Laarse/Kuiper, p. 33

298 Bernard Cohen, I., Benjamin Franklin’s science, 2nd Ed., Harvard 1996, p. 199 e.v. Supplement: The Franklin Stove (door Samuel A. Edgerton jr.)

299 Bernard Cohen, p. 204

300 Bouwkundige Bijdragen, 1e jrg. (1842), p. 223 301 Bouwkundige Bijdragen, 10e jrg. (1851), pp. 239/240 302 Post, p. 57

303 Bouwkundige Bijdragen, 11e jrg., 7e deel (1852), pp. 5/6 304 Post, p. 59

305 Post, p. 67

306 Leliman, J.H., Album, Verzameling van bouwkundige schetsen, 1e deel, Amsterdam 1863; idem, 2e deel 1864; idem 3e deel 1866

307 Leliman, Album, 3e deel, Inleiding

308 Jong, Sigrid de, J.H. Leliman (1828-1910) – Eclecticisme als ontwerpmethode voor een nieuwe bouwkunst, Rotterdam 2001, p. 42

309 Meulen, R. van der, Bibliografie der technische kunsten en wetenschappen 1850-1875, Amsterdam 1876, p. 5 (dbnl) 310 De Jong, p. 7

311 De Jong, p. 8 312 De Jong, p. 14 313 De Jong, p. 14

314 Van der Woud (1997), p. 74

315 Schilt, Jeroen, Werf, Jouke van der, Genootschap Architectura et Amicitia, Rotterdam 1992, p. 30 316 Schilt/Van der Werf, p. 28

317 Estourgie-Beijer, Marijke, ‘Schoonheid, waarheid en karakter: Lelimans denken over bouwkunst’, in: De Sluitsteen

A&NP – Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Schetsen uit de geschiedenis van het genootschap, eindred. Erik

de Jong, Coert Peter Krabbe, Tiede J. Boersma, Amsterdam 1993, pp. 51-72, p. 52 318 Estourgie-Beijer, pp. 53 en 55; citaten van Leliman

319 Estourgie-Beijer, p. 55; citaat van Leliman 320 Estourgie-Beijer, p. 57; citaat van Leliman 321 De Jong, p. 32

322 De Jong, p. 32 met citaat van Leliman 323 Van der Woud (1997), p. 72

324 Van der Woud (1997), p. 68 325 Van der Woud (1997), p. 73 326 De Jong, p. 17

327 Brouwer, p. 13 328 De Jong, p. 7

329 Estourgie-Beijer, p. 53; Interessant is het feit dat zijn zoon, de architect J.H.W. Leliman, in 1916 met Het moderne

landhuis in Nederland, de eerste uitgave van villa’s en landhuizen samenstelde met Karel Sluyterman en daarmee de

cirkel sloot die zijn vader in 1863 geopend had. 330 Lintsen (III), p. 198

(10)

361

331 De Jong, p. 122

332 Börsch-Supan, E., Berliner Baukunst nach Schinkel 1840-1870, München 1977; hoofdstuk: Der Italienische Villenstil, p. 108-127, p. 108

333 Börsch-Supan, p. 108

334 Ruskin/Cook&Wedderburn, (Poetry), p. 104 : The italian villa (concluded) 335 Zie RCE monumentenbeschrijving, Rijksmonument nummer: 518064

336 Zie RCE, monumentenregister: monumentnummer 40063 (Villa Corver), nr. 518064 (villa uit 1862 voor C. Smit czn., houthandelaar te Zaandam). Opvallend is zijn ontwerp voor de doopsgezinde vermaning van de Waterlanders in Zaandam uit 1860/1861. Dit is een bakstenen octagonale centraalbouw met rondboogvensters en is duidelijk verwant aan Byzantijnse centraalbouwen als de Santa Constanza te Ravenna.

337 Roos, Piet, e.a. (red.), Architectuurgids Haarlem, Haarlem 1992, p. 81

338 Hogen, Natasja, In weelde baden – de badkamer in het Nederlandse interieur, Amsterdam 2012, pp. 12/13 339 Hogen, p. 14

340 Viollet-le-Duc, E., Habitation Modernes, 1ère partie/2ième partie, 1875/1877, fotografische herdruk door uitgeverij Pierre Mardaga, Bruxelles/Liège 1979, deel I, planche 4, 5, 6

341 ‘Huibert Willem Veth – 1833-1909, architect te Dordrecht’, in: Dordrecht Monumenteel, nr. 28 (2008), inclusief lijst met werken, pp. 5-42

342 Idem, p. 5

343http://zoeken.nai.nl/CIS/project/29504, geraadpleegd april 2015 344 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), pp. 133-142 en pp. 141-154 345 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), p. 135

346 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), p.140 347 Lesger (2003), p. 26

348 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), p. 142 349 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), 142 350 Etzel, p. 2

351 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), p. 143 352 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), pp. 143/144 353 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), p. 144 354 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), p. 145 355 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), pp. 147/148 356 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), p. 149 357 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), pp. 151/152 358 Bouwkundige Bijdragen, deel 14 (1865), p. 153 359 Leliman, J.H., Album, 3e deel, voorblad 360 De Haan (1986), p. 75

361 De Jong, p. 135

362 Bouwkundige Bijdragen, 13e deel (1863), pp. 141-144

J.H. Leliman: Zijgevel van de woning met fabriek te Almelo; rechterdeel is de fabriek

363 NAi/BONAS, Villa Costa, http://zoeken.nai.nl/CIS/project/32409; [geraadpleegd november 2014] 364 NAi/BONAS, Villa Costa, http://zoeken.nai.nl/CIS/project/32409; [geraadpleegd november 2014]

365 Zie Willemijn Fock , C. (red.), Het Nederlandse interieur in beeld 1600 – 1900, Zwolle 2001, p. 184 (afb. 144) en p. 198 (afb. 149)

366 Kerr, p. 138

367 Ooster, R.A., ‘Ultrajectum (1859 – 1865)’, in: Mededelingenblad Vereniging van verzamelaars van oude fondsen, jrg. 18, nr. 3, sept. 1996, pp. 3-5; De Maatschappij bleek volstrekt onduidelijk te worden geleid door de administrateur Liefrink, die een goed oog bleek te hebben voor zijn eigen belang en dat van de directeur W.J.D. Schas, tevens burgemeester van Zeist, door in één jaar aan premies 100.000 gulden binnen te halen. Schas trad in 1863 af als burgemeester en vertrok naar Nederlands-Indië om ‘zijn fortuin terug te zoeken’. Jhr. Huydecoper van Zeyst verloor in dit verhaal vier ton gouds, een enorm bedrag.

368 Nederlands Architectuurinstituut, archiefbeschrijving archief Architectura et Amicitia, p. 2 369 Lintsen (II), pp. 151/152

(11)

362

371 Zie www.bussum.nl >Over Bussum >Monumenten, ’s-Gravelandseweg 66, [geraadpleegd 26 april 2015]; Gorter in brief aan Diepenbrock, waarin hij aangeeft alleen een loopmeisje voor de dag te houden en dus geen dienstbodekamer nodig heeft.

372 Van Zanden (1987), p. 65

373 Viollet-le-Duc (Habitation Modernes , I), Introduction

374 Viollet-le-Duc (Habitation Modernes , I), 2e pagina (ongenummerd) 375 Viollet-le-Duc (Entretiens sur l‘ architecture, Tôme I et II), pp. 278/279

376 Zie voorblad Habitations Modernes : avec la collaboration de Félix Narjoux ; gebruik is gemaakt van diens reisnotities naar Nederland, Denemarken en Hannover uitgegeven in 1875 onder de titel: Notes de voyage d'un

architecte dans le Nord-ouest de l'Europe. Paris, Ve Morel et Cie, 1875. In Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 2. C.L. van Langenhuysen, Amsterdam 1879, pagina 60 – 69 maakt Victor de Stuers onder de titel ‘Flaters van een

bouwkundige’ een reeks van zeer kritische opmerkingen over de inhoud van Narjoux’ werk bij de recensie van de Nederlandse vertaling ervan genaamd: Aanteekeningen van een bouwkundige op eene reis door Noordwestelijk Europa uit 1879.

377 Viollet-le-Duc (Habitations Modernes, I), planche 90 378 Willemijn Fock , p. 184 (afb. 144) en p. 198 (afb. 149) 379 Nai, Cuypers Archief, t215, n153

380 Hinchcliffe, p. 45 381 Hinchcliffe, pp. 6/7 382 Hinchcliffe, p. 38 383 Hinchcliffe, pp. 90/91 384 Hinchcliffe, p. 95

385 Viollet-le-Duc, (Habitations Modernes, I), p. 95 386 Hinchcliffe, p. 97

387 Hinchcliffe, pp.97/98 388 Hinchcliffe, p. 99

389 Viollet-le-Duc, (Habitations Modernes, I), pp. 102/103 390 Saint, pp.124/125

391 Viollet-le-Duc , (Habitations Modernes, II), Conclusion 392 Viollet-le-Duc, (Habitations Modernes, I), planche 95 en 96 393 Viollet-le-Duc, (Habitations Modernes, I), p. 100

394 Saint, p. 4 395 Saint, p. 4/5 396 Saint, p. 124

397 Engel, W.I., Schuyt, van der, Bram, Ronde, Ineke de, De ’s-Gravelandseweg en zijn bewoners, Hilversum 2005, p. 198 398 Engel e.a., pp. 78/79

399 Van der Woud (1997), 124; Leeuwen, Wilfred van, ’ Style ou pragmatisme ? Le débat sur l’architecture du XIXe siècle aux Pays-Bas’, in : Perspective, 2 (2011), pp. 748-766, p. 759

400 Van Leeuwen, Wilfred, ‘Huis met historie. Nogmaals ’s-Gravelandseweg 55. Een nieuwe vondst over de verbouwing van 1889’, in Eigen Perk, nr. 1 (1992), pp. 15-26, p. 21

401 Van Leeuwen (2011), p. 759 402 Van Leeuwen (1992), p. 21 403 Van Leeuwen (2011), pp. 758/759 404 Van Leeuwen (2011), pp. 259/260 405 Van der Woud (1997), p. 124

406 Leeuwen, W.R.F. van, Isaac Gosschalk (1838 – 1907): een tovenaar met berg- en baksteen, 1985, p. 44 407 Van Leeuwen (1985), pp. 123/124

408 Dominicus-van Soest, p. 47

409 Krabbe, Coert-Peter, ‘Kasteel “Oud Wassenaar” en het ontstaan van de “Delftse renaissance” ’, in: De Sluitsteen, jrg. 2/3 (1991) p. 67-85, p. 73

410 Bouwkundige Bijdragen, 7e deel (1852), p. 373 411 Bouwkundige Bijdragen, 7e deel (1852), pp. 329 - 333 412 Van der Woud (1997), p. 124

413 Van der Woud (1997), pp. 125/126 414 Allgemeine Bauzeitung, jrg. 44 (1879), p. 79

415 Postumus Meyjes, C.B., ‘Onze Villa’, in: De Opmerker, 22e jrg., 5 maart (1887), pp. 73-76, p. 74

416 Allgemeine Bauzeitung, jrg. 44 (1879), pp. 78/79 + afbeelding BI 60; Datering zie Rijksmonumentenregister nr. 522816; in het monumentenregister wordt de villa toegeschreven aan Gosschalk. Gezien de publicatie in de Allgemeine Bauzeitung met prominent de naam van J. Gosschalk bestaat over de toeschrijving aan Gosschalk geen twijfel.

417 Van Leeuwen (2011), p. 759

418 Kingma, Jur, ‘Stadsarchitect en ingenieur Immink, zijn werk en zijn netwerk’, zie:

http://zaans-industrieel-erfgoed.nl/ [geraadpleegd 1 mei 2015]

419 Bouwkundige Bijdragen, 7e deel (1852), p. 373 420 De Haan (1986), pp. 92/93

(12)

363

421 Vries, Mr. T. de, Mr. G. Groen van Prinsterer in zijn omgeving, Leiden 1908, p. 77/78; De Vries had overigens geen goed woord over voor de sloop van het oude buitenhuis, hij noemde het een daad van ‘modern wandalisme’, al zal zijn verering voor Groen van Prinsterer hier ook wel debet aan zijn.

422 Sorensen, Lee, ‘Obreen, F.D.O’, in: Dictionary of Art Historians, 27 Nov. 2000 [geraadpleegd 1 oktober 2015] 423 Zie RCE Rijksmonumentenregister, beschrijving ‘Directeursvilla’ monumentnummer: 530422

424 Krabbe (1991), pp. 68-70 425 Van der Woud (1997), p. 126 426 Van der Woud (1997), p. 253 427 Van der Woud (1997), p. 126

428 Gugel, E., ‘Het kasteel Oud-Wassenaar’, Eigen Haard , nr. 6 (1880), pp. 56-59 en pp. 63-66, p. 56 429 Bouwkundig Tijdschrift, jrg. 1, nr. 1 (1881), p. 1

430 Krabbe (1991), p. 82 431 Moes, p. 68/69, noot 45

432 Zie www.genealogieonline.nl onder C.J. van der Oudermeulen, [geraadpleegd december 2014] 433 Zie www.parlementairdocumentatiecentrum.nl onder Oudermeulen, daar de informatie over zowel de overgrootvader, de vader en de oom. [Geraadpleegd december 2014]

434 Moes, p. 133

435 Bouwkundig Tijdschrift, jrg. 1, nr. 1 (1881), p. 1

436http://zoeken.nai.nl/CIS/project/18837; Krabbe (1991), p. 68; International Exhibition Philadelphia 1876, Special

Catalogue of the Netherland section, 1876, List of His Majesty’s Commissioners waar C.J. van der Oudermeulen staat

genoemd als President of the Dutch Society of Agriculture en C. Muysken als civil engineer and architect. 437 Gugel (1880), p. 56

438 Moes, p. 133 439 Krabbe (1991), p. 82 440 Gugel (1880), p. 56 441 Gugel (1880), p. 56

442 Zie inleiding bij de collectiebeschrijving Muysken in het Het Nieuwe Instituut Rotterdam, digitaal: MUYS_pll_ibw.pdf, p. 2 443 Gugel (1880), p. 64 444 Gugel (1880), p. 64 445 Gugel (1880), p. 64 446 Gugel (1880), p. 64 447 Gugel (1880), p. 64 448 Gugel (1880), p. 64 449 Gugel (1880), p. 65

450 Krabbe (1991), pp. 68-70: Oud Wassenaar versus de directeurswoning van het Rijksmuseum 451 Oxenaar (2009), pp. 54 - 56

452 Bouwkundig Tijdschrift, jrg. 1 (1881), p. 2 453 Bouwkundig Tijdschrift, jrg. 1 (1881), p. 2 454 Engel e.a., pp. 171/172

455 Schuyt, Bram van der, ‘De ’s-Gravelandseweg – een historisch onderzoek’, in: HHT-EP, nr. 2 (2003), pp. 59-63, p. 62 456 Engel e.a., p. 171 en p. 173

457 Willink, Bastiaan, Heren van de stoom, - De Willinks, Winterswijk en het Twents-Gelders patriciaat 1680 – 1980, Zutphen 2006, p. 157 458 Willink, p. 25 459 Moes, p. 68, noot 45 460 Willink, p. 159 461 Engel e.a., p. 198 462 Engel e.a., p. 198 463 Van Goor, p. 116 en p. 128

464 Moes, p. 231 Bezit van een buiten, e.v. 465 Engel e.a., pp. 198/199 466 Engel e.a., pp. 198/199 467 Engel e.a., pp. 198/199 468 Engel, p. 199 469 De Haan (1994), p. 189 470 Keunink/ Lansink, pp. 10/11

471 Albers, L., Doeve, P., Peene, P.J., Villa Evergreen te Baarn - Tuinhistorisch onderzoek en tuinontwerp, Utrecht/Nederhorst den Berg, 2010, pp. 11/12

472 Leeuwen, Wilfred van, ‘Tussen droom en daad – Jan Springer als kwartiermaker van een visionaire architectuur’, in: De Sluitsteen, jrg. VII, nr. 1 (1991), pp. 3–23, pp. 5/6

473 Van Leeuwen (1991), p. 7

474 Schmidt, Freek, Stadsschouwburg. Beschrijving Leidseplein 26 (Marnixstraat 429), bureau Monumenten & Archeologie (bMA) Amsterdam, maart 2003, p. 26; Van Leeuwen (1991), pp. 16/17

(13)

364

476 Gugel, E., Architectonische Vormleer, deel III, ’s-Gravenhage, 1887, platen bij derde deel (plattegrond, opstanden, doorsnede, verlichting, verwarming enz.), plaat 12

477 Keunink/Lansink, p. 14 478 Keunink/Lansink, pp. 4-5 479 Van Leeuwen (1991), pp. 5/6

480 Bouwkundige Bijdragen (1878), pp. 153/154: ‘Woonhuis van den heer J. Coninck Westenberg in de Plantage te Amsterdam door de Heeren W. Springer en J.L. Springer, Architecten

481 Pijzel-Dommisse, Jet, ‘1700-1750’, in: Het Nederlandse interieur in beeld 1600 – 1900, red. C. Willemijn Fock, Zwolle 2001, p. 181-259, p. 186

482 Pijzel-Dommisse, p. 186

483 Apart verslag in de Bouwkundige Bijdragen (1880), Verslag veertigste algemeene vergadering

484 Timmer, Han, Henri Evers - architect, geschiedschrijver, hoogleraar – 1855-1929, NAi/BONAS, Rotterdam 1997, pp. 19/20

485 Bouwkundig Weekblad, 7 juni 1890, p. 142 , Bij de plaat 486 Bouwkundig Weekblad, 15 september 1900, pp. 315/316

487 Bouwkundig Tijdschrift (1889), verslagen van de algemeene vergaderingen (59e op 23 mei 1889 en de 60e op 19 september 1889), pp. 6-8

488 Polano, Sergio, Hendrik Petrus Berlage – Het complete werk, Alphen aan den Rijn, 1988, p. 115

489 Bevolkingsatlas van Nederland – Demografische ontwikkelingen van 1850 tot heden, Rijswijk 2003, p. 36/37 490 Bevolkingsatlas van Nederland – Demografische ontwikkelingen van 1850 tot heden, p. 8

491 Polano, p. 115

492 Krabbe, Coert Peter, Smit, Jos, ’Doeltreffende schoonheid Adriaan Willem Weissman en Lizzy Cottage (1901-1904)’, In: Bulletin KNOB, 4/5 (2007), pp. 179-200, p. 179

493 Anderson (2009), p. 24 494 De Haan (1986), pp. 18/19

495 Saint, Andrew, Richard Norman Shaw, revised edition, New Haven/London 2010, p. 2 496 Saint, p. 4

497 Falke, Jacob von, ‘Het Engelsche woonhuis’, in: Bouwkundige Bijdragen, 24e deel (1878), pp. 33- 88, pp. 33/34 e.v. 498 Idem, p. 34

499 Schilt, Jeroen, Werf, Jouke van der, Genootschap Architectura et Amicitia, Rotterdam 1992, p. 74

500 Jongh, Paul de, ‘De woning van voorheen en thans’, in: Architectura, jrg. 2, nrs. 48 t/m 52 (1894), pp. 203 e.v. 501 Bouwkundig Tijdschrift, nr. XI (1891), p. 5/6

502 Bouwkundig Weekblad, jrg. 17, 23 januari (1897), p. 21: Bij de plaat

503 De Haan (1986), p. 148; zie verder De Haan (1986) hoofdstuk 7: de villa’s en landhuizen in Duin en Daal 1897-1940, p.138-158

504 Polano, p. 128

505 Bock, Manfred, Anfänge einer neuen Architektur, Berlages Beitrag zur architektonischen Kultur der Niederlande im

ausgehen 19. Jahrhundert, ’s Gravenhage/Wiesbaden 1983, p. 149 e.v.

506 Bock, pp. 150/151

507 Eliëns, Titus M., ‘1850-1900’, in: Het Nederlandse interieur in beeld 1600 – 1900, red. C. Willemijn Fock, Zwolle, 2001, pp. 405-417, bijschrift afb. 428, p. 457; voor plattegronden en foto’s van het pand zie:

http://beeldbank.amsterdam.nl/beeldbank/indeling/grid?q_searchfield=sarphatistraat+5 [geraadpleegd 10 oktober 2015]; Coert Peter Krabbe, ‘het decor van het dagelijks leven’, in: Laan, Barbara e.a. (red.), Wonen in een monumentaal

huis, Amsterdam 2012, pp. 177-203, pp. 194/195

508 Eliëns, ‘1850-1900’, p. 462

509 afbeelding afkomstig van

http://www.verenigingrembrandt.nl/124/de-kunst/de-verrijking/7-november-2012:-kasteel-de-haar-verwerft-drie-16de-eeuwse-wandtapijten-uit-het-atelier-van-pieter-van-aelst/ [geraadpleegd 15 november 2015]

510 De Opmerker, 25 juni, nr. 26 (1904), pp. 201-203 511 Idem, p. 201

512 Franklin, p. 66

513 Bock, p. 151. Waarschijnlijk betaalde Van Eedens moeder de bouw, zoals ze ook in 1899 grond en bouw van Van Eedens nieuwe landhuis De Lelie zou financieren (zie Eeden, Frederik van, e.a., Walden in droom en daad -

Walden-dagboek en notulen van Frederik van Eeden e.a. 1898-1903, ed. J.S. de Ley en B. Luger, Amsterdam 1980, inleiding)

514 Berlage, H.P., ‘Bouwkunst en Impressionisme’ , in: Architectura, jrg. 2, nrs. 22 t/m 25 (1894) pp. 92 e.v., pp. 105/106. Zie ook Bock pp. 297/298 waarin hij Berlages lezing plaats in de strijd om democratisering van de Nederlandse maatschappij en de politiek-maatschappelijke rol en betekenis van de architectuur daarin. 515 Berlage, p. 105

516 Berlage, p. 109

517 Architectura, jrg. 1, nr. 1 (1893), p. I , Aan onze lezers!

Inhoud van het bouwkunstige eerste deel van het eerste nummer:

1. Schets van het te Hilversum te bouwen Crematorium, door A. Salm G.

2. Pastorie van de R. K. gemeente te Bovenkerk, door Dr. P. J. H. Cuijpers. 3. R. C. Kerk te Pijnacker, door A. C. Bleijs

(14)

365

5. Aanlegsteiger aan den 's Gravendeelschen dijk te Dordrecht, door J . A. van der Kloes

6. Constructies naar Viollet-le-duc, door J. E. van Niftrik 9. Gevel van den St. Joris doelen te Middelburg, door A. Frederiks 10. Waterkeeringen nabij Amsterdam, door J . E. van Niftrik 11. "Het Steen" te Antwerpen, door W. Kromhout Cz

12. Kantoorgebouw van de Algemeene Maatschappij voor Levensverzekering en Lijfrente te Amsterdam, door H.P. Berlage Nz.

518 Schilt/Van der Werf, p. 74; zie ook: Architectura, 1893 – 1918 tentoonstelling Architectuurmuseum 5 september – 16 november 1975

519 Architectura, jrg. 1, nr. 1 (1893), p. II

520 Palmaerts, Geert, ‘Bouwkundige Bijdragen en het Bouwkundig Weekblad: Nederlandse architectuurperiodieken in de negentiende eeuw’ , in: Ts., Tijdschrift voor tijdschriftstudies., nr. 16 (2004), pp. 229-246, p. 229

521 Architectura, jrg. 1, nr. 1 (1893), p. II 522 Schilt/Van der Werf, p. 72

523 Architectura, jrg. 6, nr. 32 (1898), p. 132/133

524 Architectura, 1e jrg, nr. 38, 23 september (1893), pp. 165/166 525 De Haan (1986), p. 97

526 De Haan (1986), p. 97; Voor bureau Cuypers zie: Goudeneau, Jeroen en Linden, Agnes van der (red.), Jan Stuyt

(1868-1934) een begenadigd en dienend architect, Nijmegen 2011, p. 17 en Fanelli, Giovanni, Moderne architectuur in Nederland 1900-1940, ‘s–Gravenhage 1978, p. 233

527 De Haan (1986), zie noot 14 op p. 107

528 De Haan (1989), p. 96/97, resultaten van de prijsvraag gepubliceerd in De Architect, nr. 5, (1894); Zie ook: Goudeau/Van der Linden, p. 32

529 Girouard, p. 1 530 De Haan (1986), p. 98

531 Aalst, M. van ‘Wij hebben met Hanrath een huis gebouwd. Hanrath’s gebouwen in Hilversum’, Hilversums Historisch

Tijdschrift Eigen Perk, 3 (2006), dl. 3, pp.101-116, p. 2/3

532 Architectura, jrg. 1, nr. 39 (1893), p. 167/168

533 Baillie Scott, M.H., ‘Een ideaal landhuis’, in: Architectura, 3e jrg., nr. 25 (1895), p. 103/104; nr. 26 (1895), p. 105-107

534 ‘De decoratie van het landhuis door M.H. Baillie Scott, Architect’, in: Architectura, 3e jrg., nr. 32 (1895), p. 129/130; nr. 33 (1895), p. 134-136; nr. 35 (1895), p. 155/56 535 Architectura, jrg. 3, nr. 32 (1895), p. 129/130 536 Architectura, nr. 25, pp. 103/104 537 Architectura, nr. 25, pp. 103/104 538 Bouwkundige Bijdragen (1878), p. 34 539 Architectura nr. 25 (1895), pp. 103/104

540 Baillie Scott, M.H., ‘An ideal suburban house’, in: The Studio, January (1895), pp. 127-132, p. 127

541 Zie: chronologie Baillie Scott op http://www.victorianweb.org/art/design/bailliescott/chron.html [geraadpleegd 1.2.2016] 542 De Haan (1986), p. 100/101 543 De Haan (1986), p. 81 544 De Haan (1986), p. 86 545 Architectura, 22 juni (1895), p. 104 546 Architectura, 22 juni (1895), p. 104 547 Architectura, 29 juni (1895), p. 107

548 Laan, Barbara van, Westra, Alexander, Amsterdamse interieurs – Huizenportretten 1875-1945, Amsterdam 2009, pp. 64-73

549 Idem, p. 70

550 Architectura, jrg. 2, afleveringen in de nummers van 1, 8, 15, 22 en 29 december (1894), p. 203 e.v. 551 Architectura, jrg. 2, 1 december (1894), p. 203/204

552 Architectura, jrg. 2, 15 december (1894), p. 216 553 Architectura, jrg. 2, 15 december (1894), p. 217 554 Architectura, jrg. 2, 15 december (1894), p. 218 555 Architectura, jrg. 2, 22 december (1894), p. 222

556 Eeden, Frederik van, e.a., Walden in droom en daad - Walden-dagboek en notulen van Frederik van Eeden e.a.

1898-1903, ed. J.S. De Ley en B. Luger, Amsterdam 1980, p. 64; voor een beschrijving van Bauers leven en werk in de jaren

tachtig en negentig, zie Bock, M., ‘W.C. Bauer’, in: Architectura 1893 – 1918, Amsterdam, tentoonstelling Architectuurmuseum 5 september – 16 november 1975, pp. 7-28

557 Van Eeden, p. 52/53

558 Van Eeden, p. 68; zie ook: Bock (1975), p. 15 559 Bock (1975), p. 15

560 Van Eeden, p. 63; Everts: zie beschrijving bij RCE monumentnummer 513206; De Maerle: zie beschrijving bij RCE monumentnummer 513234

(15)

366

561 De Haan (1986), p. 115

562 Leliman, J.H.W., Sluyterman, K., Het moderne landhuis in Nederland, ’s-Gravenhage 1916, p. 52

563 De schatting van de bouwkosten is mogelijk bij vergelijking van opzet en omvang van dit villaatje met andere soortgelijke villaatjes in de periode 1880-1900.

564 Zie www.bussum.nl >Over Bussum >Monumenten, ’s-Gravelandseweg 66, geraadpleegd november 2014 565 De Haan (1986), p. 111/112

566 Polano, p. 143

567 Sprenger, Bianca, ‘De Heidreef: uitdrukking van een deugdzame levensstijl – het woonhuis van Richard en Henriëtte Roland Holst ontworpen door Hendrik Berlage’, in: Kunstlicht, jrg 17, nr. 3,4 (1996), pp. 47-51, p. 49 568 Sprenger, p. 47 en 49

569 Voor bouwtekeningen van het landhuisje voor Roland Holst zie NAi, Berlage Archief , mappen 312, 85-86, waarin niet alleen de bouwtekeningen voor de woning, maar ook een aantal tekeningen voor vloeren, lambrisering, trap, ‘boerenkast’ en een verwijzing naar het losstaande houten ‘schildersatelier’.

570 Gelders Archief, 0522 Huis Middachten, Inventaris 3. 1489-1947; 1279: Diverse stukken betreffende het beheer: Bestek Rentmeesterwoning, 1897, 1 stuk. De woning is een rijksmonument onder nummer 515264

571 Bouwkundig Weekblad, 23e jrg., 27 juni (1903), p. 272/273; interieur: 23e jrg., 4 juni (1903), p. 283 572 Bouwkundig Weekblad, 23e jrg. 27 juni (1903), p. 273

573 Roding, p. 76 met de plattegrond van beide woningen 574 Brentjens, p. 41

575 De Haan (1989), pp. 105/106

576 Rijk, Timo de, ‘De nieuwe mensch heeft een nieuw huis noodig – het Nederlandse interieur en Frank Lloyd Wright’, in: Bergeijk, Herman van (red.), Amerikaanse dromen: Frank Lloyd Wright in Nederland, Rotterdam, 2008, pp. 163-173, pp. 163/164

577 Hilkhuijsen, Jos, ‘ De kunst van het tekenen ’, in: Delft Integraal (2008), uitgave TU Delft , pp. 40-42

578 De Haan (1986), p. 122 e.v.: De Duitse invloed door bladen, publicaties en tentoonstellingen die na 1900 steeds dominanter werd en de Engelse invloed ver overtrof. Dit had ook alles te maken met de dynamiek in de Duitse architectuur en stedebouw die veel meer aansloot bij de behoeftes in Nederland. Voor de ontwikkeling van tuindorpen gold dat overigens niet. Daar bleven architecten/publicisten als Howard en Unwin zeer invloedrijk. 579 Bouwkundig Weekblad, 36e jrg., nr. 2 (1915), p. 9: officiëele gedeelte

580 Bouwkundig Weekblad, 36e jrg., nr. 3 (1915), pp. 17/18: officiëele gedeelte 581 Bouwkundig Weekblad, 36e jrg., nr. 18 (1915), p. 136: officiëele gedeelte 582 Bouwkundig Weekblad, 36e jrg., nr. 36 (1916), p. 272

583 Bouwkundig Weekblad, 36e jrg., nr. 36 (1916), p. 272 584 Bouwkundig Weekblad, 36e jrg., nr. 36 (1916), p. 272

585 Het is verstandig om hierbij rekening te houden met het feit dat de gemiddelde villa in deze periode veel groter was dan de moderne, hedendaagse villa. Wat in 1910 een middelgrote villa was, zou nu eerder als een grote villa te boek staan met pakweg vier tot zes woonvertrekken en een flinke hal.

586 Gugel (1880), p. 65

587 Bouwkundig Weekblad, 39e jrg., nr. 8 (1918), p. 55

588 NAi BONAS, http://zoeken.nai.nl/CIS/persoon/3312 [geraadpleegd 12 november 2015]; Dat Mieras de recensie had geschreven over de tweede druk van Het Moderne Landhuis werd door hem zelf aangegeven in zijn recensie van de derde druk in 1922 in het Bouwkundig Weekblad , 43e jrg., nr.16 (1922), p. 154. Hij schreef letterlijk: ik zei dat reeds

bij de bespreking van den 2den druk. De bespreking uit 1922 was ondertekend met J.P.M. en dat was dus Mieras.

589 Bouwkundig Weekblad, 39e jrg., nr. 8 (1918), p. 55

590 NAi BONAS http://zoeken.nai.nl/CIS/project/18799 [geraadpleegd 13 juli 2015] Mutters was directeur van de exploitatiemaatschappij N.V. De Kieviet en Wildrust verantwoordelijk voor de ontwikkeling en verkoop van de kavels in Wassenaar. Hij ontwierp ook een aantal landhuizen voor de maatschappij en voor verschillende bewoners. 591 Bouwkundig Weekblad , 43e jrg., nr.16 (1922), p. 154

592 Rossem, Vincent van, ‘Moderne architectuur in de schaduw van het modernisme’, in: Bulletin KNOB, 4 (2008), pp. 138-146, p. 138

593 Van Rossem (2008-4), p. 138

594 Sas, N.C.F. van, De Metamorfose van Nederland – Van oude orde naar moderniteit 1750 -1900, Amsterdam 2005, p. 566

595 Leliman/Sluyterman (1916), p. V 596 Leliman/Sluyterman (1916),, p. VI 597 De Haan(1986), p. 15

598 Leliman/Sluyterman (1916), p. VI

599 Viollet-le-Duc, E.E., Entretiens sur l’ architecture, pp. 278/279 en pp. 282/283 600 Leliman/Sluyterman (1916), p. VII

601 Zie Noord- Hollands Archief onder nummer 2394: Inleiding Bloemendaalsche Schoolvereniging (BSV) te Bloemendaal: Akte van oprichting van de Naamlooze Vennootschap Bloemendaalsche Schoolvereeniging te Bloemendaal uit 1901; zie ook: De Haan (1986), p. 50

602 De Haan (1986), pp. 61/62

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

sche woonhuis in Duitsland en andere socioculturele studies over wooncultuur in de negentiende en vroege twintigste eeuw zijn door De Haan in zijn analyses

The medical history, clinical examination and an electrocardiogram (ECG) were obtained at each visit. A transthoracic echocardiography, including transmittal and

Working Group on Arrh\thmias of the European Society of Cardi- ology. Atrial fibrillation: current knowledge and recommendations tor management. Atrial transport function after

Methods: Between 1997 and 2003, 128 patients with a documented permanent atrial fibrillation had a concomitant anti-arrhythmic procedure using unipolar endocardial radiofrequency

Objectives: The effectiveness of a concomitant anti-arrhythmic surgical procedure in coronary artery bypass grafting (CABG) patients with permanent atrial fibrillation (AF)

Veel struiken zijn er niet aanwezig in deze houtwal, wel braamstruweel en een omgeknakte berk (foto rechts), die goed als nestelplek voor bijen en larvale habitat voor

To address this, we performed the largest study to date of cortical gray matter thickness and surface area measures from brain magnetic resonance imaging scans of 6503

De oude huizen van Amsterdam staan tussen. de