• No results found

Gender non-conformiteit en psychologische problemen onder LHB (Jong)Volwassenen : de rol van afwijzing en eenzaamheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gender non-conformiteit en psychologische problemen onder LHB (Jong)Volwassenen : de rol van afwijzing en eenzaamheid"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gender Non-conformiteit en Psychologische Problemen onder LHB (Jong)Volwassenen:

De Rol van Afwijzing en Eenzaamheid

Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische wetenschappen

Universiteit van Amsterdam S. C. Rebel Begeleiding: dr. H.M.W. Bos, dr. F.B. van Rooij Amsterdam, augustus 2017

(2)

Gender Non-Conformity and Psychological Problems by LHB (Young)Adults: The Role of Rejection and Loneliness

Abstract

The current study explores of the relation between gender non-conformity and psychological problems is related to the extent to which LHB (young)adults are rejected by the environment and of above mediated relation, is getting moderated by loneliness. 317 LHB (young)adults, from age 16 to 35 (Mage = 25.49) completed a questionnaire. Results of a bootstrapping analysis shows that rejection of the environment mediated the relation between gender

nonconformity and psychological problems. In other words, gender nonconform LHB (young) adults who experience rejection have more psychological problems. Results shows also that loneliness not moderated the mediated relation. Conclusion, the relation between gender nonconformity and psychological problems is only mediated by rejection from the environment.

(3)

Samenvatting

Deze studie onderzoekt of de relatie tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen samenhangt met de mate waarin LHB (jong)volwassenen worden afgewezen door de omgeving en of bovenstaande gemedieerde relatie, gemodereerd wordt door eenzaamheid. 317 LHB (jong)volwassen, tussen de 16 en 35 jaar oud (Mage = 25.49) hebben een vragenlijst ingevuld. De resultaten van een bootstrapping analyse laten zien dat afwijzing door de omgeving, de relatie tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen medieert. Ofwel, gender non-conforme LHB (jong)volwassenen die te maken krijgen met afwijzing, hebben vaker psychologische problemen. Daarnaast komt naar voren dat eenzaamheid geen moderator is in bovenstaande gemedieerde relatie. Geconcludeerd kan worden dat de relatie tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen enkel gemedieerd wordt door afwijzing vanuit de omgeving.

(4)

Gender Non-conformiteit en Psychologische Problemen onder LHB (Jong)Volwassenen: De Rol van afwijzing en eenzaamheid

Nederland is één van de meest homotolerante landen in Europa en deze acceptatie neemt nog steeds toe (Kuyper, Iedema, & Keuzenkamp, 2013). Drieënzeventig procent van de jongvolwassenen (18-30 jaar) hebben een positieve houding ten opzichte van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LHBT) personen. Toch vindt 35% van de Nederlandse bevolking het aanstootgevend als twee mannen in het openbaar met elkaar zoenen en 28% van de bevolking heeft moeite met mannen die hand-in-hand lopen (Kuyper, 2015a). Bovenstaande discrepantie met aan de ene kant het beeld van Nederland als

homotolerant land en aan de andere kant de negatieve attitude tegenover homoseksualiteit en mogelijk geweld tegen deze doelgroep, wordt beaamd door het ‘Nederlandse Paradox’ (Buijs, 2012). Als verklaring voor deze discrepantie wordt gesteld dat Nederlanders het idee hebben dat je tolerant moet zijn naar homo`s. Hierdoor vullen vele Nederlanders vragenlijsten over dit thema zeer positief in, terwijl deze vragen weinig zeggen over de daadwerkelijke acceptatie van homo`s in het dagelijks leven (Buijs, 2012).

Het ervaren van negatieve reacties of een gebrek aan acceptatie in de omgeving staat in verband met een slechtere psychische gezondheid van LHB (jong)volwassenen in

vergelijking met heteroseksuelen (Ryan, Huebner, Diaz, & Sanchez, 2009; Sandfort, de Graaf, & Bijl, 2001). Deze negatieve reacties, ofwel afwijzing komt volgens Amerikaans onderzoek vaker voor bij gender non-conforme LHB individuen (Sandfort, Melendez, & Diaz, 2007). Daarom richt deze studie zich op de relatie tussen gender non-conforme LHB

(jong)volwassenen in de leeftijd van 16 en 35 jaar en psychologische problemen vanwege afwijzing en de mogelijke rol van eenzaamheid.

(5)

Seksuele oriëntatie en psychologische problemen

Uit zowel nationaal (Kuyper, 2011) als internationaal (Bostwick, Boyd, Hughes, & McCabe, 2010; Cochran, Mays, Alegria, Ortega, & Takeuchi, 2007; Grant et al., 2014; Meyer, 2003) onderzoek blijkt dat LHB personen meer psychologische problemen ervaren in vergelijking met heteroseksuele personen. Zo rapporteren LHB (jong)volwassenen meer depressieve symptomen, ervaren zij hogere levels van stress, zien zij zichzelf als minder aantrekkelijk en kampen zij vaker met overgewicht in vergelijking met heteroseksuelen (jong)volwassenen (Cochran, Sullivan, & Mays, 2003; Grant et al., 2014; Kuyper, 2011). Daarnaast hebben LHB (jong)volwassenen meer kans op middelenmisbruik en

angststoornissen zoals dwangmatig seksueel gedrag en dwangmatig kopen (Grant et al., 2014).

Verklaring voor psychologische problemen

Een mogelijke theoretische verklaring voor de hogere mate van psychologische problemen bij LHB (jong)volwassenen kan minderheidsstress zijn (Meyer, 1995; Meyer, 2003). De seksuele minderheidsstress theorie (gebaseerd op de algemene minderheidsstress theorie) veronderstelt dat LHB personen meer psychologische problemen rapporteren, omdat zij naast algemene stressoren, in het leven te maken krijgen met vier LHB specifieke

stressoren: (1) daadwerkelijke ervaringen met discriminatie of geweld ten gevolge van de LHB-oriëntatie, (2) de verwachting van dergelijke negatieve ervaringen, (3) geïnternaliseerde homonegativiteit, wat verwijst naar de mate waarin LHB personen zich negatieve attituden in de maatschappij over homoseksualiteit eigen hebben gemaakt, en (4) het geheim houden van de seksuele oriëntatie voor anderen (Meyer, 1995, 2003). Meyer (2003) veronderstelt dat deze stressoren kunnen leiden tot stress, wat weer kan leiden tot de ontwikkeling van

psychologische problemen. In de huidige studie zal specifiek gekeken worden naar één minderheidsstressor, namelijk ervaringen met stigmatisering en discriminatie. Dit zal worden

(6)

aangeduid met het begrip afwijzing, waaronder afwijzing vanuit de omgeving door zowel bekende als onbekende personen wordt verstaan.

Resultaten op grond van empirische studies over de seksuele minderheidsstress theorie

In overeenstemming met de minderheidsstress theorie komt uit onderzoek naar voren dat LHB personen vaker te maken hebben met afwijzing op basis van hun seksuele oriëntatie (Huebner, Rebchook, & Kegeles, 2004; Morris & Balsam, 2003). Tevens blijkt dat het ontstaan van psychologische problemen zoals zelfbeschadiging, suïcidaliteit en

middelenmisbruik verklaard wordt door ervaringen met geweld, discriminatie en stigmatisering op grond van de seksuele oriëntatie (Birkett, Espelage, & Koenig, 2009; D'Augelli, Pilkington, & Hershberger, 2002; Espelage, Aragon, Birkett, & Koenig, 2008; Savin-Williams, 1994; van Bergen, Bos, van Lisdonk, Keuzenkamp, & Sandfort, 2012). Kortom, LHB personen die veel te maken krijgen met geweld, discriminatie en stigmatisering op grond van de seksuele voorkeur, rapporteren meer psychologische problemen.

Rol van gender non-conformiteit bij afwijzing en psychologische problemen

Niet elke LHB (jong)volwassene ervaart evenveel afwijzing vanuit de omgeving. Het zou kunnen zijn dat LHB (jong)volwassenen die gender non-conform zijn meer te maken krijgen met afwijzing. Dit aangezien gender non-conforme LHB (jong)volwassenen een expressie van eigenschappen bezitten die sociaal en cultureel gezien niet overeenkomen met het geboortegeslacht (Lippa, 2002). Hierdoor worden gender non-conforme LHB

(jong)volwassenen meer als LHB gezien door de omgeving dan gender conforme LHB (jong)volwassenen (Johnson & Ghavami, 2011), dit verhoogt mogelijk de kans op afwijzing. Een mogelijke tweede verklaring voor de hogere prevalentie van afwijzing bij LHB gender non-conforme (jong)volwassenen beslaat het effect van genderstereotypering. Brannon (2011) stelt dat kinderen vroeg in de ontwikkeling genderstereotypen ontwikkelen, te weten overtuigingen over eigenschappen die mannen en vrouwen behoren te hebben. Door de

(7)

aanwezige genderstereotyperingen hebben volwassenen een verwachting van typische vrouwelijke en mannelijke eigenschappen. Genderstereotyperingen leiden echter ook tot strikte genderrolgedragingen. Als een man of vrouw niet voldoet aan deze verwachtingen zal hij of zij mogelijk eerder negatieve reacties ontvangen van de omgeving (Brannon, 2011).

Studies laten inderdaad zien dat personen die meer gender non-conform zijn meer te maken krijgen met afwijzing vanuit de omgeving en daardoor meer psychologische

problemen rapporteren. Zo concluderen Sandfort et al. (2007) dat gender non-conforme LHB individuen meer afwijzing ervaren in de vorm van stigmatisering dan meer gender conforme LHB individuen. En onderzoek laat zien dat gender non-conforme LHB (jong)volwassenen die meer afwijzing vanuit de omgeving ervaren, vaker kampen met mentale

gezondheidsproblemen (Baams, Beek, Hille, Zevenbergen, & Bos, 2013; Beusekom, Bos, Kuyper, Overbeek, & Sandfort, 2016; Sandfort et al., 2007). Daarnaast deden Augustus en Golub (2016) onderzoek naar de gevolgen van afwijzing door de familie van transgender en gender conforme individuen. Er wordt gevonden dat transgenders en gender non-conforme individuen die een hoge mate van afwijzing ervaren van de familie, 3,5 keer meer kans hebben op zelfmoordpogingen en 2,5 keer meer kans hebben op middelenmisbruik dan de groep die weinig of geen afwijzing van de familie ervaart (Augustus & Golub, 2016).

De rol van eenzaamheid

De rol van eenzaamheid bij het ontstaan van psychologische problemen onder LHB personen is enkel onderzocht bij twee specifieke doelgroepen, te weten ouderen en jongeren. Bij onderstaande onderzoeken is nog geen verband gelegd tussen gender non-conformiteit en eenzaamheid. Nederlands onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat LHB ouderen zich vaker eenzaam voelen dan heteroseksuele ouderen (van Lisdonk & Kuyper, 2015). Ook

internationale studies vinden dat LHB ouderen vaker met eenzaamheid te maken hebben dan heteroseksuele ouderen (Grossman, D`Augelli, & O`Connell, 2001). Mogelijk wordt het

(8)

ervaren van meer eenzaamheid bij LHB ouderen verklaard, doordat zij net als

(jong)volwassenen te maken krijgen met minderheidsstress, zoals ervaringen met afwijzing (Meyer, 2003). Door het ervaren van de stressor afwijzing, ervaren LHB ouderen wellicht meer stress, wat weer kan leiden tot de ontwikkeling van psychologische problemen, zoals eenzaamheid. Het ervaren van meer eenzaamheid wordt ook gevonden in een Amerikaanse studie onder LHB studenten. Dit onderzoek laat zien dat LHB studenten vaker eenzaam zijn en hierdoor minder reden hebben om te leven (Westefeld, Maples, Buford, & Taylor, 2001).

De Huidige Studie

LHB (jong)volwassenen ervaren meer psychologische problemen dan heteroseksuelen. Dit wordt volgens het seksuele minderheidsstressmodel verklaard doordat LHB

(jong)volwassenen bovenop algemene stress te maken krijgen met vier minderheidsstressoren (Meyer, 1995; Meyer, 2003). Tevens is bekend dat gender non-conforme LHB

(jong)volwassenen meer psychologische problemen ervaren dan meer gender conforme LHB (jong)volwassenen. Mogelijk omdat zij als meer homoseksueel of lesbisch worden gezien of omdat zij niet voldoen aan de heersende genderrolstereotyperingen. Het ervaren van

psychologische problemen bij gender non-conforme (jong)volwassenen die meer afwijzing ervaren, wordt mogelijk versterkt door het ervaren van eenzaamheid. Hier is echter nog weinig/geen onderzoek naar verricht bij de doelgroep die zowel jongvolwassenen als volwassenen beslaat.

Om hiaten in de bestaande literatuur te dichten zal dit onderzoek zich ten eerste richten op de vraag of gender non-conformiteit samenhangt met meer psychologische problemen en op de vraag of gender non-conformiteit samenhangt met meer afwijzing. Daarnaast zal gekeken worden of afwijzing samenhangt met meer psychologische problemen. Vervolgens wordt onderzocht of de veronderstelde relatie tussen gender non-conformiteit en

(9)

afgewezen door de omgeving (= mediërende rol van afwijzing op het verband tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen). Tot slot wordt de vraag getoetst of de veronderstelde gemedieerde relatie gemodereerd wordt door het ervaren van eenzaamheid op de relatie tussen afwijzing en psychologische problemen. Er wordt enkel gekeken naar de invloed van eenzaamheid op de relatie tussen afwijzing en psychologische problemen. Dit is belangrijk om helder te krijgen of eenzaamheid zorgt voor meer psychologische problemen, bovenop de andere factoren.

Verwacht wordt dat gender non-conformiteit samenhangt met meer psychologische problemen, gender non-conformiteit samenhangt met meer afwijzing vanuit de omgeving en dat afwijzing vanuit de omgeving samenhangt met meer psychologische problemen.

Daarnaast wordt verwacht dat afwijzing een mediërende rol heeft in het verband tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen. Tot slot wordt verwacht dat de relatie tussen afwijzing en psychologische problemen wordt beïnvloed door eenzaamheid. Een grotere mate van eenzaamheid zal mogelijk leiden tot meer psychologische problemen. Deze verbanden worden onderzocht bij de doelgroep van 16 tot en met 35 jaar, die zowel

jongvolwassenen als volwassenen includeert.

Het is belangrijk om jongvolwassenen en volwassenen samen te nemen in onderzoek, omdat in de periode van jongvolwassenheid jongeren te maken hebben met de uitdagingen van de coming out en discriminatie (Ray, 2006) terwijl heteroseksuele jongeren moeite hebben met de acceptatie van homoseksualiteit (Kuyper, 2015b). Daarbij ondervinden LHB jongeren in de periode van jongvolwassenheid minder steun van het gezin dan heteroseksuele jongeren (Kuyper, 2015b). Deze factoren in de (jong)volwassenheid kunnen leiden tot dak- of thuisloos zijn in de volwassenheid, doordat zij zijn weggelopen of uit huis zijn gezet door afwijzing van hun familie (Ray, 2006). De factoren afwijzing en eenzaamheid bevinden zich dus niet enkel in de periode (jong)volwassenheid of volwassenheid, maar beslaan beide

(10)

periodes van het leven. Daarom wordt in dit onderzoek naar de invloed van eenzaamheid op de relatie tussen afwijzing en psychologische problemen de doelgroep 16 tot 35 jaar

onderzocht, waarin zowel de jongvolwassenen als de volwassenen worden vertegenwoordigt.

Methode

Procedure

De dataverzameling heeft plaatsgevonden tussen april en juni 2017, middels een online vragenlijst die is verspreid via een advertentie op Facebook en via e-mails naar homostudentenverenigingen. De advertentie op Facebook is geplaatst op verschillende LHB-oriënterende groepen en pagina`s. In de advertentie werden LHB (jong)volwassenen vanaf 18 jaar gevraagd om deel te nemen aan een online onderzoek naar het psychologisch

welbevinden van homoseksuele, lesbische en biseksuele personen. Er was geen maximale leeftijd aan het onderzoek verbonden, zodat er zoveel mogelijk respondenten konden deelnemen. De participanten ouder dan 35 jaar, zijn later uitgesloten. Ook stond in de advertentie dat het onderzoek zich richtte op factoren die mogelijk samenhangen met een lager psychologisch welbevinden. Onderaan de advertentie stond de link naar de vragenlijst. Voordat de vragenlijst startte, stond beschreven dat deelname volledig anoniem was en op vrijwillige basis berustte. Daarnaast is op de eerste pagina van de vragenlijst de deelnemers gevraagd om toestemming.

Naast de online verspreiding van het onderzoek zijn er ook participanten geworven op het Midzomergrachtfestival 2017, een festival in Utrecht georganiseerd door stichting de Overkant, waar seksuele diversiteit en genderdiversiteit elk jaar wordt gevierd. LHB

(jong)volwassenen zijn aangesproken en gevraagd of zij deel wilde nemen aan een onderzoek. Deelname kon door het scannen van de QR-code van een informatiebrief en door het

(11)

achterlaten van een emailadres. Naar dit emailadres is binnen één dag de advertentie gestuurd met een link naar de online vragenlijst.

Participanten

745 volwassenen hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Van de 745 LHB-volwassenen zijn 428 participanten uitgesloten van de analyse. Van deze 428 participanten, identificeerde twee personen zich als transgender, 127 personen hebben de vragen over gender non-conformiteit niet ingevuld en 123 personen hebben hun leeftijd niet ingevuld. Daarnaast zijn er 175 participanten uitgesloten, omdat zij ouder waren dan 35 jaar en is er één participant uitgesloten omdat hij/zij jonger was dan 16 jaar. Dit resulteert in een sample van 317 participanten (tussen de 16 en 35 jaar oud; Mage = 25.49, standaard deviatie (SD) = 4.47).

Van de 140 (44.2%) mannelijke participanten identificeren 90.7% zich als

homoseksueel en 7.9% zich als biseksueel (zie Tabel 1). Van de 177 (55.8%) vrouwelijke participanten identificeren 63.3% zich als homoseksueel en 26.6% zich als biseksueel.

Mannen identificeerden zichzelf significant vaker als homoseksueel dan vrouwen (t = -14.44, p = <.001) Het opleidingsniveau van de LHB (jong)volwassenen varieert tussen laag opgeleid (n = 17, 5.4%), gemiddeld opgeleid (n = 67, 21.1%) en hoog opgeleid (n = 224, 70.7%). Wat betreft etniciteit, rapporteerde het overgrote deel van de participanten dat zij een westerse achtergrond hebben (n = 279, 88.0%) en een kleine groep heeft een niet-westerse achtergrond (n = 34, 10.7%). Onder een westerse achtergrond worden participanten verstaan waarvan zowel moeder als vader in Nederland of een ander westers land is geboren. Participanten hebben een niet-westerse achtergrond als moeder, vader of beide niet geboren zijn in Nederland of een ander westers land.

(12)

Instrumenten

Gender non-conformiteit. Voor het meten van gender non-conformiteit is gebruik

gemaakt van 6 items die de zelf beoordeelde mannelijkheid en vrouwelijkheid van de participanten weergeven (Lippa, 2002, voor originele schaal zie Storms, 1979). Twee voorbeelditems van gender non-conformiteit zijn: ‘Hoe mannelijk is je persoonlijkheid’ en ‘Hoe vrouwelijk voelt u zich over het algemeen’. Deze items worden beantwoord door zowel mannen als vrouwen op een 7-puntsschaal variërend van: 1) ‘Helemaal niet’ tot 7) ‘Heel erg’. De items zijn voor zowel mannen als vrouwen zodanig gehercodeerd dat een hoge score op deze schaal, een hoge score van gender non-conformiteit weerspiegelt. De Cronbach's alfa van de gender non-conformiteit schaal is zwak (α =.68).

Afwijzing. Afwijzing wordt gemeten door de Nederlandse versie van de ‘Experience

of Rejection Scale’ (Baams et al., 2013; Sandfort, Bakker, Schellevis, Vanwesenbeeck, & van Lindert, 2006). Deze schaal meet in hoeverre participanten te maken hebben gehad met afwijzing door hun LHB-identiteit. Middels een 4-puntsschaal (1= nooit, 4= drie keer of meer) geven participanten op negen verschillende items aan in welke mate zij te maken hebben gehad met agressie in het afgelopen jaar. Twee voorbeelditems van de ‘Experience of Rejection Scale’ zijn: ‘Uitgescholden’ en ‘Spullen/eigendommen vernield’. Afwijzing in het geheel wordt gemeten door het gemiddelde van de scores op alle 18 items. Hierbij geeft een hoge score meer afwijzing door de LHB-identiteit weer en een lage score minder afwijzing door de LHB-identiteit. De Cronbach's alfa van de Experience of Rejection Scale is goed (α =.83).

Psychische problemen. Psychische problemen worden gemeten door 25 items,

bestaande uit een verkorte versie van de Brief Symptom Inventory (BSI) (Derogatis & Spencer, 1982; Kersten & Sandfort, 1994) De BSI is gericht op het screenen van psychische problemen op de drie dimensies somatische klachten,depressie en angst. Middels een

(13)

5-puntsschaal (‘helemaal niet’ tot ‘heel erg’) wordt er aangegeven in welke mate de participant de afgelopen maand last heeft gehad van 25 symptomen. Twee voorbeelditems van

symptomen zijn: ‘nergens meer belangstelling voor hebben’ en ‘gespannen voelen’. Een hoge score op de BSI betekent veel psychische problemen. De betrouwbaarheid van de BSI is goed (α =.95).

Eenzaamheid. Eenzaamheid wordt meetbaar gemaakt door de eenzaamheid schaal van

de Jong Gierveld en van Tilburg (1999) bestaande uit 11 items. Deze schaal meet algemene eenzaamheid (α = .94). De items worden beantwoord op een 5-puntsschaal lopend van ‘helemaal niet’ tot ‘helemaal wel’. Twee voorbeelditems zijn: ‘Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt’ en ‘Er zijn onvoldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel’. Een hoge score komt overeen met het ervaren van veel eenzaamheid.

Achtergrondvariabele. Aan de participanten zijn achtergrondvariabele uitgevraagd. Zo

is gevraagd naar hun biologisch geslacht (0 = man, 1 = vrouw) en hun leeftijd (in jaren). Daarnaast is gevraagd naar de seksuele oriëntatie (0 = homoseksueel, 1 = lesbisch, 2 = biseksueel, 3 = heteroseksueel, 4 = anders). Respondenten die aangaven dat de seksuele oriëntatie anders was dan bovengenoemde, zijn uitgesloten van het onderzoek. Daarnaast is gevraagd naar de etniciteit, middels het geboorteland van zowel moeder als vader. Vervolgens is deze variabele opgedeeld in een westerse en niet westerse achtergrond. Tot slot is het opleidingsniveau onderzocht, door te vragen naar de hoogt afgeronde opleiding. Deze variabele is vervolgens gehercodeerd in drie categorieën: laag opgeleid, gemiddeld opgeleid, hoog opgeleid.

Analyse

Om te onderzoeken of er een verschil bestaat tussen mannen en vrouwen op de variabelen gender non-conformiteit, afwijzing, psychische problemen en eenzaamheid is gebruik gemaakt van T-toetsen. Vervolgens is middels correlatietabellen onderzocht of gender

(14)

non-conformiteit samenhangt met psychologische problemen en afwijzing. Daarnaast zijn de correlatietabellen gebruikt om te toetsen of afwijzing samenhangt met psychologische problemen.

Om na te gaan of afwijzing vanwege de seksuele oriëntatie de relatie tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen medieert, is er een ‘bootstrapped medation analyse’ uitgevoerd met behulp van Hayes INDIRECT macro voor SPSS (Hayes, 2012; Preacher & Hayes, 2008). Een bootstrapping analyse genereert random steekproeven van de originele data. In deze analyse is er gebruik gemaakt van 10.000 random steekproeven, waarna vervolgens voor elke steekproef afzonderlijk de mediatie is bepaald. De verdeling van deze mediatie-effecten zijn gebruikt om 95% betrouwbaarheidsintervallen (CI) op te stellen. De betrouwbaarheidsintervallen geven weer of de gevonden effecten significant zijn. Dit is aan de orde als de betrouwbaarheidsintervallen niet het getal nul bevatten. De bootstrapping methode wordt aanbevolen, omdat het geschikter is dan traditionele mediation analyses (Baron & Kenny, 1986; Hayes, 2009). Zo hoeft de steekproef bij de bootstrapping methode niet normaal verdeelt te zijn, bovendien heeft deze methode meer statistische power dan andere mediatie analyses(Hayes & Scharkow, 2013).

Hierna is een ‘bootstrapped moderated mediation analyse’ uitgevoerd met behulp van Hayes INDIRECT macro voor SPSS (Hayes, 2012; Preacher & Hayes, 2008). Met deze analyse is gemeten of eenzaamheid de veronderstelde gemedieerde relatie van gender non-conformiteit met psychologische problemen via afwijzing vanwege de seksuele oriëntatie modereert. Ofwel, er is geanalyseerd of de veronderstelde gemedieerde relatie afhankelijk is van de mate waarin een persoon eenzaamheid ervaart. In het moderatie-mediatie model is alleen gekeken of de relatie tussen afwijzing vanwege de seksuele oriëntatie en

psychologische problemen wordt gemodereerd door eenzaamheid. Aangezien eerdere

(15)

op het gebied vande seksuele oriëntatie, is in zowel de ‘bootstrapped medation analyse’ als de ‘bootstrapped moderated medation analyse’ sekse meegenomen als covariaat.

Resultaten

Descriptieve analyses

Verschillen tussen mannen en vrouwen op gender non-conformiteit, afwijzing, psychische problemen en eenzaamheid. T-toetsen met sekse als onafhankelijke variabele en gender non-conformiteit, afwijzing, psychologische problemen en eenzaamheid als

afhankelijke variabelen laten zien dat vrouwen significant hoger scoren op gender non-conformiteit in vergelijking met mannen (zie Tabel 2).

Correlaties tussen gender non-conformiteit afwijzing, psychische problemen en eenzaamheid. In tabel 3 staat de correlatiecoëfficiënt (Pearson r) uiteengezet tussen gender non-conformiteit, afwijzing, psychische problemen en eenzaamheid voor de gehele groep en apart voor mannen en vrouwen. Voor de totale groep is er een positief verband gevonden tussen gender non-conformiteit en de variabelen afwijzing en psychische problemen. Dit geeft aan dat hoe meer gender non-conform een individu is, hoe meer afwijzing en psychische problemen dit individu ervaart. Er wordt voor de totale groep geen verband gevonden tussen gender non-conformiteit en de variabele eenzaamheid. Deze resultaten zijn hetzelfde voor mannen en voor vrouwen.

Hiernaast is voor de gehele groep een positief verband gevonden tussen afwijzing en de variabelen psychische problemen en eenzaamheid. Dit geeft aan dat hoe meer afwijzing een individu ervaart, hoe meer psychische problemen en eenzaamheid dit individu ervaart. Deze resultaten gelden ook voor de groep mannen. Bij vrouwen wordt enkel een positief verband gevonden tussen afwijzing en psychische problemen. Ofwel, vrouwen ervaren niet meer eenzaamheid, als zij in hun leven te maken krijgen met afwijzing. Tot slot bestaat er een

(16)

positief verband tussen psychische problemen en eenzaamheid. Dit geeft weer dat een individu die meer psychische problemen heeft, ook meer eenzaamheid ervaart.

De mediatie van afwijzing op de relatie tussen gender non-conformiteit en psychische problemen. Bootstrapping analyses zijn uitgevoerd om te onderzoeken of afwijzing als mediator fungeert inde relatie tussen gender non-conformiteit en psychische problemen. De resultaten van de mediatie analyse tonen aan dat afwijzing als mediator fungeert in de relatie tussen gender non-conformiteit en psychische problemen (B = .06, SE = .03, bootstrap 95 % CI = .02; .14) (zie Figuur 1). Het mediatie effect van afwijzing is in de verwachte richting. Ten eerste toont de analyse aan dat gender non-conforme (jong)volwassenen vaker kampen met psychologische problemen (B = .17, SE = .05 t(1.000) 3.12, p = .002). Daarnaast is

gevonden dat gender non-conforme LHB (jong)volwassenen meer afwijzing van de omgeving ervaren (B = .15, SE = .04 t(1.000) 3.88, p = <.001) en dat gender non-conforme LHB

(jong)volwassenen die te maken krijgen met veel afwijzing vaker psychologische problemen hebben (B = .41, SE = .08 t(1.000) 3.88, p = <.001).

De variabele afwijzing medieert niet volledig de relatie tussen gender non-conformiteit en psychische problemen, aangezien het directe effect tussen gender non-conformiteit en psychische problemen significant bleef na het toevoegen van de mediator afwijzing (B = .11, SE = .05 t(1.000) 2.05, p = .042). Het verband tussen gender non-conformiteit en

psychologische problemen zal dus stand houden, als de mediator afwijzing niet wordt meegenomen.

De moderatie van eenzaamheid op het mediatiemodel tussen gender non-conformiteit, afwijzing en psychische problemen. Met een bootstrapping analyse is vervolgens onderzocht of eenzaamheid als moderator fungeert tussen afwijzing en psychische problemen, in het gevonden mediatie model. De resultaten laten zien dat eenzaamheid niet als moderator

(17)

fungeert (B = .14, SE = .07; bootstrap 95 % CI = -.01; .29 p = .059). Ofwel, het gevonden mediatiemodel is onafhankelijk van de mate waarin een LHB (jong)volwassenen eenzaam is.

Discussie

Deze studie heeft als doel om na te gaan of de relatie tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen samenhangt met de mate waarin LHB (jong)volwassenen worden afgewezen door de omgeving (= mediatie). Ook is onderzocht of de veronderstelde gemedieerde relatie gemodereerd wordt door het ervaren van eenzaamheid. Om deze vragen te beantwoorden zijn vooraf de volgende deelvragen getoetst: (1) hangt gender

non-conformiteit samen met meer psychologische problemen, (2) hangt gender non-non-conformiteit samen met meer afwijzing vanuit de omgeving en (3) hangt afwijzing vanuit de omgeving samen met meer psychologische problemen. Uit het onderzoek blijkt dat (1) gender non-conformiteit samenhangt met meer psychologische problemen, (2) gender non-non-conformiteit samenhangt met meer afwijzing vanuit de omgeving en (3) afwijzing vanuit de omgeving samenhangt met meer psychologische problemen. Daarnaast weergeven de resultaten dat de relatie tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen samenhangt met de mate waarin LHB (jong)volwassenen worden afgewezen door de omgeving. Ook komt uit de resultaten naar voren dat de veronderstelde gemedieerde relatie niet gemodereerd wordt door het ervaren van eenzaamheid. Ofwel, eenzaamheid heeft geen invloed op het ontstaan van psychologische problemen bij LHB (jong)volwassenen die te maken krijgen met afwijzing door hun seksuele oriëntatie.

Het gevonden mediatie model, waarbij afwijzing vanuit de omgeving bewerkstelligt dat LHB gender non-conforme LHB jong(volwassenen) meer psychologische problemen ervaren, komt overeen met eerder onderzoek (Baams et al., 2013; Beusekom et al., 2016; Sandfort et al., 2007). Een mogelijk verklaring voor het ervaren van meer afwijzing bij

(18)

gender non-conforme individuen is het feit dat zij sneller als homoseksueel worden gezien door hun afwijkende gender expressie (Johnson & Ghavami, 2011) en de heersende

genderstereotype in de samenleving (Brannon, 2011). Deze resultaten zijn van belang voor het werkveld, zodat LHB (jong)volwassenen die veel afwijzing ervaren eerder opgemerkt worden door zorgverleners. Op deze manier kan deze doelgroep mogelijk preventieve zorg aangeboden worden, zodat zij handvatten hebben om met de afwijzing om te gaan en hierdoor geen of minder psychologische problemen ontwikkelen.

De resultaten in huidig onderzoek die beschrijven dat eenzaamheid niet als moderator fungeert in de relatie tussen gender non-conformiteit, afwijzing en psychologische problemen komt niet overeen met eerdere studies. Eerder onderzoek laat namelijk zien dat zowel LHB ouderen (Grossman et al., 2001; van Lisdonk, & Kuyper, 2015) als LHB jongeren (Westefeld et al., 2001) vaker eenzaam zijn en hierbij meer psychologische problemen ervaren. Mogelijk wordt deze afwijkende bevinding verklaard doordat in eerdere studies enkel is gekeken naar de seksuele oriëntatie. Gender non-conformiteit is hierin niet meegenomen. Ofwel, LHB individuen zijn daadwerkelijk vaker eenzaam en ervaren meer psychologische problemen dan heteroseksuelen. Echter, LHB individuen die meer gender non-conform zijn, ervaren niet vaker eenzaamheid dan gender conforme LHB individuen. Ook kan dit afwijkende resultaat mogelijk verklaard worden doordat deze studie zich richt op (jong)volwassenen tussen de 16-35 jaar oud. Ouderen zijn hierdoor niet meegenomen. Deze afweging is gemaakt, omdat ouderen naast afwijzing ook te maken krijgen met andere risicofactoren. Zo zijn LHB ouderen een kwetsbare groep, die naast afwijzing ook somatische en psychosociale risicofactoren ervaren zoals een slechte gezondheid, verminderde sensorische functies, verminderde cognitie, immobiliteit, sociaal isolement en recent verweduwd zijn (van Dijk-van Dijk et al., 2012). Aangezien deze risicofactoren in onderzoek evenzo een rol spelen bij het ontstaan van psychologische problemen en dit mogelijk de resultaten beïnvloed, is de keus gemaakt om

(19)

deze doelgroep niet mee te nemen. Dit bewerkstelligt mogelijk dat in de huidige studie eenzaamheid geen invloed heeft op het mediërende model.

Bij de uitvoering van dit onderzoek kunnen enkele beperkingen genoemd worden. De resultaten zijn mogelijk beïnvloed doordat de variabele afwijzing zeer breed uiteen is gezet. Zo is voor de variabele afwijzing gebruik gemaakt van de Nederlandse versie van de

‘Experience of Rejection Scale’ (Baams et al., 2013; Sandfort et al., 2006). De gebruikte items meten een breed scala aan incidenten waar de participanten mogelijk slachtoffer van zijn geweest. Deze incidenten variëren namelijk van ‘genegeerd worden’ tot ‘verwond worden met een wapen’. Deze incidenten zijn verschillend van aard en ernst en kunnen mogelijk een andere invloed hebben op het ontstaan van psychologische problemen. Zo heeft genegeerd worden mogelijk een kleinere impact op een individu dan verwonding met een wapen. Mogelijk zal afwijzing geen mediërende rol hebben als enkel kleine incidenten worden meegenomen en wordt het effect van afwijzing sterker als enkel grote incidenten worden meegenomen. Om een beter inzicht te krijgen in de soorten afwijzing die een LHB persoon kan ervaren en de mogelijke gevolgen hiervan, kan in vervolgonderzoek afwijzing opgesplitst worden in kleine vormen van afwijzing en grote vormen van afwijzing. Ook kan gedacht worden aan een opsplitsing in fysiek en verbaal geweld. Wellicht heeft fysiek geweld meer invloed op het ontstaan van psychologische problemen dan verbaal geweld.

Daarnaast zijn de resultaten mogelijk beïnvloed door de meting van de variabele eenzaamheid. Zo is het mediatie model van gender non-conformiteit, afwijzing en

psychologische problemen voor veel en weinig eenzaamheid hetzelfde.Hierdoor is niet helder geworden of er een verschil is tussen de invloed van weinig of veel eenzaamheid op het ontstaan van psychologische problemen. Dit zou vervolgonderzoek kunnen ondervangen door eenzaamheid op te splitsen in veel eenzaamheid en weinig eenzaamheid. Mogelijk kan weinig eenzaamheid hierbij gespecifieerd worden als sociale steun. Vragen over sociale steun zijn

(20)

namelijk enerzijds positiever voor deelnemende participanten. Anderzijds is het van belang om sociale steun te onderzoeken, omdat deze beschermende factor een tegenwicht kan bieden tegen overige risicofactoren (Bakker, Bakker, van Dijk, & Terpstra, 1998). Het is namelijk makkelijker om een beschermende factor te versterken, dan een risicofactor weg te nemen. Als uit vervolgonderzoek blijkt dat sociale steun een beschermende factor is bij het ontstaan van psychologische problemen, kan het werkveld hierop inspelen. Dit kan worden

vormgegeven door het oprichten van groepen voor eenzame LHB (jong)volwassenen of door in te zetten op de bestaande familiekring. Om optimale zorg te kunnen bieden, is het van belang dat onderzoek zich richt op de vraag of er een verschil is in sociale steun van vrienden of familie.

De laatste beperking beslaat de gelegenheidssteekproef. Voor de werving van de onderzoeksdata zijn de respondenten niet random geselecteerd, maar is er gebruik gemaakt van personen die aanwezig waren op het Midzomergrachtfestival of interesse hadden via social media. Deze steekproef is dan ook niet representatief voor de Nederlandse samenleving en er kunnen kanttekeningen geplaatst worden bij de generaliseerbaarheid van de resultaten (Hoyle, Harris, & Judd, 2002). Toch is deze vorm van werven een weloverwogen keuze geweest, aangezien er in een korte tijd met weinig tot geen budget, data verzameld moest worden. Om de representatie van de Nederlandse samenleving en de generaliseerbaarheid ten goede te komen, zal toekomstig onderzoek gebruik moeten maken van een random steekproef (Hoyle et al., 2002). Wellicht kunnen per provincie een groep LHB (jong)volwassenen

opgeroepen worden, om deel te nemen aan een online vragenlijst.

Dit onderzoek heeft getracht te onderzoeken of de relatie tussen gender non-conformiteit en psychologische problemen samenhangt met de mate waarin LHB

(jong)volwassenen worden afgewezen door de omgeving, en de invloed van eenzaamheid op deze relatie. Duidelijk is geworden dat gender non-conforme LHB (jong)volwassenen die te

(21)

maken krijgen met afwijzing, vaker kampen met psychologische problemen. Daarnaast laat dit onderzoek zien dat eenzaamheid geen invloed heeft op het ontstaan van psychologische problemen, bij gender non-conforme LHB (jong)volwassenen die worden afgewezen door de omgeving. Door de rol van afwijzing en eenzaamheid zichtbaar te maken heeft dit onderzoek een belangrijke bijdrage geleverd aan de kennis over het ontstaan van psychologische

problemen bij LHB (jong)volwassenen. De resultaten van dit onderzoek kunnen bovendien als handvat dienen voor vervolgonderzoek naar risico- en beschermende factoren bij het ontstaan van psychologische problemen, maar ook als het gaat om preventieve zorg. De wetenschap kan met toekomstig onderzoek de discrepantie tussen acceptatie en afwijzing, met feitelijke kennis ondersteunen. Dit is belangrijk aangezien homoseksuelen nog steeds te maken krijgen met veel geweld, ondanks het homotolerante imago van Nederland.

(22)

Literatuurlijst

Augustus, K., & Golub, S. A. (2016). Family Rejection as a Predictor of Suicide Attempts and Subtane Misuse Among Transgender and Gender Nonconforming Adults. LGBT Health, 3(3), 193-199. doi:10.1089/lgbt.2015.0111

Baams, L., Beek, T., Hille, H., Zevenbergen, F. C., & Bos, H. M. W. (2013). Gender Nonconformity, Perceived Stigmatization, and Psychological Well-Being in Dutch Sexual Minority Youth and Young Adults: A Mediation Analysis. Archives of Sexual Behavior, 42(5), 765-773. doi:10.1007/s10508-012-0055-z

Bakker, I., K. Bakker, A. van Dijk, & L.Terpstra (1998), 'O & O in perspectief.' Utrecht, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW)

Baron, R. M., & Kenny, D. A. (1986). The moderator–mediator variable distinction in social psychological research: Conceptual, strategic, and statistical considerations. Journal of Personality and Social Psychology, 51, 1173–1182. doi:

10.1037/0022-3514.51.6.1173

Beusekom, G., Bos, H. M. W., Kuyper, L., Overbeek. G., & Sandfort, T. G. M. (2016). Gender nonconformity and mental health among lesbian, gay, and bisexual adults: Homophobic stigmatization and internalized homophobia as mediators. Journal of Health Psychology, 1-12. doi:10.1177/1359105316643378

Birkett, M., Espelage, D. L., & Koenig, B. (2009). LGB and questioning students in schools: The moderating effects of homophobic bullying and school climate on negative outcomes. Journal of Youth and Adolescence, 38, 989-1000. doi:10.1007/s10964-008-9389-1

Bostwick, W. B., Boyd, C. J., Hughes, T. L., & McCabe, S. E. (2010). Dimensions of sexual orientation and the prevalence of mood and anxiety disorders in the United States. American Journal of Public Health, 100(3), 468–475

(23)

Brannon, L. (2011). Gender: Psychological perspectives (6th ed.). Boston: Allyn & Bacon.

Buijs, L. (2012). It's Gender, Stupid! Over hoe de Nederlandse wetenschap en politiek over homofobie heen kijken. Eutopia, 30, 69-75.

Cochran, S. D., Sullivan, J. G., & Mays, V. M. (2003). Prevalence of mental disorders, psychological distress, and mental health services use among lesbian, gay, and bisexual adults in the United States. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 71, 53-61. doi:10.1037/0022-006X.71.1.53

Cochran, S. D., Mays, V. M., Alegria, M., Ortega, A. N., & Takeuchi, D. (2007). Mental health and substance use disorders among Latino and Asian American lesbian, gay, and bisexual adults. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 75(5), 785-794. doi:10.1037/0022-006X.75.5.785

D'Augelli, A. R., Pilkington, N. W., & Hershberger, S. L. (2002). Incidence and mental health impact of sexual orientation victimization of lesbian, gay, and bisexual youths in high school. School Psychology Quarterly, 17, 148-167. doi:10.1521/scpq.17.2.148.20854 Derogatis, L. R., & Spencer, P. M. (1982) The Brief Symptom Inventory: Administration,

Scoring and Procedures Manual I. Riderwood, MD: Clinical Psychometric Research de Jong Gierveld, J., & van Tilburg, T. (1999). Manual of the loneliness scale. Department of

Social Research.

Espelage, D. L., Aragon, S. R., Birkett, M., & Koenig, B. W. (2008). Homophobic teasing, psychological outcomes, and sexual orientation among high school students: What influence do parents and schools have? School Psychology Review, 37(2), 202-216. Grant, J. E., Odlaug, B. L., Derbyshire, K., Schreiber, L. R. N., Lust, K., & Christenson, G.

(24)

Young Adults. Journal of American College Health. 62, 75-78. doi:10.1080/07448481.2013.844697

Grossman, A. H., D’Augelli, A. R., & O’Connell, T. S. (2001). Being lesbian, gay, bisexual, and 60 or older in North America. Journal of Gay & Lesbian Social Services, 13, 23–40.

Hayes, A. F. (2009). Beyond Baron and Kenny: Statistical mediation analysis in the new millennium. Communication Monographs, 76, 408–420.

doi:10.1080/03637750903310360

Hayes, A. F. (2012). PROCESS: A versatile computational tool for observed variable mediation, moderation, and conditional process modeling [White paper]. Hayes, A. F., & Scharkow, M. (2013). The relative trustworthiness of inferential tests of

the indirect effect in statistical mediation analysis. Does method really matter? Psychological Science, 24, 1918-1927. doi: 0956797613480187

Hoyle, R. H., Harris, M. J., & Judd, C. M. (2002). Research methods in social relations (7th ed.). Melbourne, Victoria, Australia: Thomson Learning.

Huebner, D. M. , Rebchook, G. M., & Kegeles, S. M. (2004). Experiences of harassment, discrimination, and physical violence among young gay and bisexual men. American Journal of Public Health. 94(7), 1200–1203. doi:10.2105/AJPH.94.7.1200

Johnson, K. L., & Ghavami, N. (2011) At the crossroads of conspicuous and concealable: What race categories communicate about sexual orientation. PLoS ONE 6: e18025. doi:10.1371/journal.pone.0018025

Lippa, R. A. (2002). Gender-related traits of heterosexual and homosexual men and women. Archives of Sexual Behavior 31, 83–98. doi:10.1023/A:1014035302843

(25)

Kersten, J., & Sandfort, T. G. M. (1994) Lesbische en Homoseksuele Adolescenten in de Schoolsituatie: Een Inventarisatie van Knelpunten, Problemen en Oplossingen. Utrecht, the Netherlands: Universiteit Utrecht

Kuyper, L. (2011). Sexual orientation and health: general and minority stress factors explaining health differences between lesbian, gay, bisexual, and heterosexual individuals. Utrecht: Utrecht University.

Kuyper, L., Iedema, J., & Keuzenkamp, S. (2013). Towards tolerance. Exploring changes and explaining differences in attitudes towards homosexuality in Europe. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Kuyper, L. (2015a). Wel trouwen, niet zoenen. De houding van de Nederlandse bevolking tegenover lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen. Den Haag: Sociaal Cultureel Plan Bureau.

Kuyper, L. (2015b). Jongeren en seksuele oriëntatie. Ervaringen van en opvattingen over lesbische, homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele jongeren. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Meyer, I. H. (1995). Minority stress and mental health in gay men. Journal of Health and Social Behavior 36, 38–56. doi:10.2307/2137286

Meyer, I. H. (2003). Prejudice, social stress, and mental health in lesbian, gay, and bisexual populations: Conceptual issues and research evidence. Psychological Bulletin 129, 674-697. doi:10.1037/0033-2909.129.5.674

Morris, J. F., & Balsam, K. F. (2003). Lesbian and bisexual women’s experiences of victimization: mental health, revictimization, and sexual identity development. Journal of Lesbian Studies, 7(4), 67–85. doi:10.1300/J155v07n04_05

(26)

Preacher, K. J., & Hayes, A. F. (2008). Asymptotic and resampling strategies for assessing and comparing indirect effects in multiple mediator models. Behavioral Research Methods, 40, 879–891.

Ray, N. (red.) (2006). Lesbian, gay, bisexual and transgender youth: an epidemic of

homelessness. New York: National Gay and Lesbian Task Force Policy Institute and the National Coalition for the Homeless, New York.

Ryan, C., Huebner, D., Diaz, R. M., & Sanchez, J. (2009). Family Rejection as a Predictor of Negative Health Outcomes in White and Latino Lesbian, Gay, and Bisexual Young Adults. Pediatrics, 123, 346-352.doi: 10.1542/peds.2007-3524

Sandfort, T. G. M., de Graaf, R., & Bijl (2001). Same-Sex Sexual Behavior and Psychiatric Disorders: Findings From the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS). Archives of General Psychiatry, 58(1), 85-91, doi:10.1001/archpsyc.58 Sandfort, T. G. M., Bakker, F., Schellevis, F., Vanwesenbeeck, I., & van Lindert, H. (2006).

Sexual orientation and mental and physical health status: Findings from a Dutch population survey. American Journal of Public Health, 96, 1119 – 1125

Sandfort, T. G. M., Melendez, R. M., & Diaz, R. (2007). Gender nonconformity,

homophobia and the mental health in Latino gay men. Journal of Sex Research, 44 (2), 181-189. doi:10.1080/00224490701263819

Savin-Williams, R. C. (1994). Verbal and physical abuse as stressors in the lives of lesbian, gay male, and bisexual youths: Associations with school problems, running away, substance abuse, prostitution, and suicide. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 62(2), 261-269. doi:10.1037/0022-006X.62.2.261

Storms, M. D. (1979). Sex role identity and its relationships to sex role attributes and sex role stereotypes. Journal of Personality and Social Psychology, 37, 1779-1789.

(27)

van Bergen, D. D., Bos, H. M. W., van Lisdonk, J., Keuzenkamp, S., & Sandfort, T. G. M. (2012). Victimization and suicidality among Dutch lesbian, gay, and bisexual youths. American Journal of Public Health, 103, 1-3. doi:10.2105/AJPH.2012.300797 van Dijk-van Dijk, D. J. A., Crone, M. R., van der Weele, G. M., van Empelen, P.,

Assendelft, W. J. J., & Middelkoop, B. J. C. (2012). Houding van huisartsen ten aanzien van preventie van angst en depressie bij ouderen. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 90(4), 224-232.

van Lisdonk, L., & Kuyper, L. (2015). 55-plussers en seksuele oriëntatie. Ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele 55-plussers. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Westefeld, J. S., Maples, M. R., Buford, B., & Taylor, S. (2001). Gay, Lesbian, and Bisexual College Students, Journal of College Student Psychotherapy, 15(3), 71-82. doi: 10.1300/J035v15n03_06

(28)

Tabel 1

Demografische gegevens en mogelijke verschillen tussen mannen en vrouwen

Mannen Vrouwen Totaal mannen versus

vrouwen n % n % n % t p Seksuele identiteit -14.44 <.001 Homoseksueel 127 90.7 112 63.3 239 74.8 Biseksueel 11 7.9 47 26.6 58 18.3 Etniciteit -.04 .971 Westers 124 88.6 155 87.6 279 88.0 Niet-westers 15 10.7 19 10.7 34 10.7 Opleidingsniveau .25 .804 Laag 8 5.7 9 5.1 17 5.4 Midden 28 20.0 39 22.0 67 21.1 Hoog 102 72.9 122 68.9 224 70.7

(29)

Tabel 2

Verschillen tussen mannen en vrouwen op gender non-conformiteit, afwijzing, psychologische problemen en eenzaamheid t p Gender non-conformiteit -3.27 .001 Afwijzing 1.00 .317 Psychologische problemen -.27 .788 Eenzaamheid .19 .847

(30)

Tabel 3

Gemiddelde, standaarddeviaties en intercorrelaties tussen gender non-conformiteit, afwijzing, psychische problemen en eenzaamheid.

M SD 1 2 3 4 Totaal Gender non-conformiteita 2.65 .72 - Afwijzingb 1.43 .50 .20** - Psychische problemenc 1.85 .70 .17** .31** - Eenzaamheidd 2.14 .80 .10 .15** .52** - Mannen Gender non-conformiteit1 2.50 .69 - Afwijzing 1.46 .53 .19* - Psychische problemen 1.84 .63 .20* .38** - Eenzaamheid 2.15 .78 .14 .20* .46** - Vrouwen Gender non-conformiteit 2.77 .73 - Afwijzing 1.41 .47 .24** - Psychische problemen 1.86 .75 .16* .27** - Eenzaamheid 2.13 .82 .08 .10 .57** - a

Range: 1-5, waarbij 1 = lage score en 5 = hoge score op gender non-conformiteit.

b

Range: 1-4, waarbij 1 = lage score en 4 = hoge score op afwijzing.

c

Range: 1-5, waarbij 1 = lage score en 5 = hoge score op psychische problemen.

d

Range 1-5, waarbij 1 = lage score op algemene sociale steun en 5 = hoge score op algemene sociale steun.

1

Vrouwen versus mannen: vrouwen scoren gemiddeld hoger op de variabele gender non-conformiteit dan vrouwen.

(31)

Figuur 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

NWCS: Netherlands working conditions survey; OES: Organizational efficacy scale; PAR: Participatory action research; RAND-36: General health scale; PRODISQ: PROductivity and

Door de hoge kwaliteit van de satellietbeelden van 1995 mag verwacht worden dat in gebieden met een groot areaal aan bloembollen deze klasse ook met een nauwkeurigheid van 70% tot

an increase in the plasma cholesteryl ester transfer process by which cholesteryl esters are transferred from HDL towards triglyceride-rich lipoproteins and a

Conclusion: Endovascular treatment of PAA with heparin-bonded stent grafts is a safe treatment option with good early and mid-term patency rates comparable with open repair using

A comparison with the data compilation covering 1950– 2010 including tree ring and atmospheric 1 14 C data by Hua et al. The range in tree ring 1 14 C data overlaps the Northern

An analysis of the risk free rate in the South African capital market 71 This study has established that the theoretical risk free rate and the practical risk free rate used by

Where crypto currency transactions are classified as money, VAT is imposed on the supply of goods or services to a customer by a VAT vendor (supplier) and not on the medium used as

This visual observation of a favorable US effect even at lower flow rates indicates that acoustophoretic focus- ing enables the synthesis of smaller particles with narrower