• No results found

Gezamenlijk curriculum ontwerp en veranderingen in ontwerpexpertise van docenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gezamenlijk curriculum ontwerp en veranderingen in ontwerpexpertise van docenten"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3

Gezamenlijk curriculum ontwerp en veranderingen in

ontwerpexpertise van docenten

Adam Handelzalts

Universiteit Twente, Faculteit Gedragswetenschappen

Onderzoeksdoel

Het vervullen van de rol van ontwerper tijdens onderwijsvernieuwingen wordt gezien als een succesvolle strategie voor professionele ontwikkeling, het creëren van meer draagvlak voor de vernieuwing en de ontwikkeling van betere afgestemde curricula (o.a. Handelzalts, 2009; McLaughlin & Talbert, 2006). Daarom staat binnen dit onderzoek de ontwerpexpertise van docenten centraal. Deze kan, aansluitend op de definitie van Hardré (2003), beschreven worden als „de mate waarin docenten zich vaardig vinden om gezamenlijk taaltaken (lesmaterialen inzetbaar voor één of meerdere lessen) te ontwikkelen‟.

Theoretisch kader

Ontwerpexpertise van docenten bestaat o.a. uit het analyseren van de huidige situatie (context, leerlingen, etc.), het ontwerpen (of maken) van de taaltaken en het uitvoeren van evaluaties (cf. Huizinga, 2009; Richey, Fields, & Foxon, 2001). Daarnaast omvat ontwerpexpertise de vaardigheid om met uitdagingen tijdens het ontwerpproces om te gaan (Hardré, 2003). In dit onderzoek staan de percepties van docenten centraal, waarbij de volgende onderzoeksvraag centraal staat: “Op welke wijze verandert de perceptie van docenten ten aanzien van hun ontwerpexpertise als gevolg van het gezamenlijk ontwerpen van leermiddelen?”

Onderzoeksmethode

Momenteel zijn diverse scholen in het voortgezet onderwijs bezig om op vrijwillige basis het Europees ReferentieKader (ERK) te implementeren op hun school. Vanuit het nationale expertisecentrum voor leerplanontwikkeling (SLO) wordt een tweejarig project uitgevoerd waarbij de 13 deelnemende scholen (200 docenten) ondersteuning krijgen tijdens het ontwerp- en implementatieproces.

Om de ontwerpexpertise te meten zijn twee self-report instrumenten gecombineerd en aangepast aan de onderzoekscontext (Hardré, et al., 2006; Huizinga, 2009). Het instrument omvatte 18 items waarbij de respondent op een vijf-punt Likert schaal kan aangeven in hoeverre hij/zij het met de stelling eens is. in een exploratieve factoranalyse zijn de validiteit en betrouwbaarheid van de vragenlijst vastgesteld (Huizinga, Handelzalts, Nieveen, & Voogt, 2012). Dit resulteerde in twee schalen: “oplossen van ontwerpproblemen” met zes items en “systematische ontwerpvaardigheden” met vijf items (beiden α=0.82). Vervolgens werden de resultaten per afname en over de afnames heen geanalyseerd (longitudinaal multi-level analyse).

Op drie momenten (begin, halverwege en het eind van het traject) hebben respectievelijk 74, 44 en 49 moderne vreemde talendocenten de vragenlijst ingevuld. Daarnaast zijn docenten gedurende het

(2)

4

proces drie keer geïnterviewd over hun (leer)ervaringen. De derde ronde van gegevensverzameling (interviews en vragenlijst) loopt nog.

Resultaten

Uit de voor- en tussenmeting blijkt dat de docenten hun eigen vaardigheden ten aanzien van het ontwerpen van leermiddelen relatief hoog percipiëren (cf. Hardré, et al., 2006). Eerste analyses van de ontwikkelingen in de ontwerpexpertises laten een gemengd beeld zien. Voor geen van de teams is er een significante groei ten aanzien van „systematisch ontwerpexpertise‟ terwijl bij een (beperkt) aantal teams een significant groei is in het „oplossen van ontwerpproblemen‟. Tijdens de ORD kunnen de resultaten gepresenteerd worden en ook de link worden gelegd met de kwalitatieve gegevens over de verschillende teams.

Wetenschappelijke betekenis

Dit onderzoek draagt bij aan kennisontwikkeling rondom professionele ontwikkeling van docenten door gezamenlijk werk aan de onderwijsvernieuwing en de ondersteuning die hierbij effectief is (cf. Allayar, 2011; Borko, 2004; Hardré, Ge, & Thomas, 2006).

Referenties

Alayyar, G. M. (2011). Developing pre-service teacher competencies for ICT integration through

design teams. Doctoral dissertation, University of Twente, Enschede, The Netherlands.

Bakah, M. A. B. (2011). Teacher professional development though collaborative curriculum design in

Ghana’s polytechnics. Doctoral dissertation, University of Twente, Enschede, The

Netherlands.

Borko, H. (2004). Professional development and teacher learning: Mapping the terrain. Educational

Researcher, 33(8), 3-15.

Handelzalts, A. (2009). Collaborative curriculum design in teacher design teams. Doctoral dissertation, University of Twente, Enschede, The Netherlands.

Hardré, P. L. (2003). The effects of instructional training on university teaching assistants.

Performance Improvement Quarterly, 16(4), 23-39.

Hardré, P. L., Ge, X., & Thomas, M. K. (2006). An investigation of development toward instructional design expertise. Performance Improvement Quarterly, 19(4), 63-90.

Huizinga, T. (2009). Op weg naar een instrument voor het meten van docentcompetenties voor het

ontwikkelen van curricula, (Master thesis). Enschede: Universiteit Twente.

Huizinga, T., Handelzalts, A., Nieveen, N., & Voogt, J. ( 2012). Ondersteunen van

docentontwikkelteams: Proces of product?. Paper gepresenteerd tijdens de Onderwijs

Research Dagen, Wageningen, Nederland.

McLaughlin, M. W., & Talbert, J. E. (2006). Building school-based teacher learning communities. Professional strategies to improve student achievement. New York: Teachers College Press. Richey, R. C., Fields, D. C., & Foxon, M. (2001). Instructional design competences: The standards

(3rd ed.). Syracuse, NY, USA: Clearinghouse on Information & Technology Syracuse

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figuur 10.3: Sector Gedrag & Maatschappij: percentage studenten dat (zeer) ontevreden is over verschillende aspecten van de docenten van de opleiding, niet-bekostigde

Figuur 10.2: Sector Onderwijs: percentage studenten in het hoger onderwijs dat (zeer) tevreden is over inhoudelijke kennis van docenten en over de didactische kwaliteit van

Figuur 10.3: Sector Techniek: percentage studenten van bekostigde voltijd opleidingen dat (zeer) tevreden, neutraal en (zeer) ontevreden is over inhoudelijke deskundigheid

opleidingen 7 procent van de docenten niet bevoegd is. Dit percentage geldt zowel voor de docenten algemene vakken als die voor beroepsgerichte vakken. De gegevens over

Twee docenten (R6, R13) geven aan dat deze beschikbare tijd voor professionalisering niet altijd opgaat; ‘Het [professionalisering] is het eerste dat wordt laten vallen.’

Vragen die de structuur van argumentatie betreffen, vallen meer in de smaak: 91% vindt het aandeel van deze vragen goed of ziet zelfs graag meer van dit soort vragen; 5% vindt dat

Dit jaar zijn WILTB en Scholieren.com, gesteund door Stichting Lezen, het Nederlandse Letterenfonds en de Taalunie, langs 10 Nederlandse en Vlaamse scholen gereisd..

De groepjes bereiden zich gedurende 15 à 20 minuten voor op deze stelling: ze bedenken samen goede argumenten, ze zoeken voorbeelden, ze zoeken samen naar een klinkende opening en